Men zou voor minder verbitterd zijn denk ik, maar stel dat den artiest helemaal geen intellectueel zou wezen, en blijven haperen aan elk nummertje dat elkeen zou toebehoren. Stel ik nummer vier in plaats van acht en het dood brood negen, en gaat zo maar verder. Dat maakt van den artiest toch geen kuisvrouw, geen kamergeleerde en allicht geen journalist want bij de kunstenaar zou dat dan ook geen boeken, maar gecensureerde kranten zijn. Kraait er één failliet (cfr. de lelijkaard in De Morgen), en twee dagen later is er overal failliet (cfr. al de rest van de belgische kranten). Des te meer dat de productie verder tuurt met zure melk en de intellectuelen van hun toemaat een spellletje maken. Stel dat de artiest ook niet meer de zatlap is, omringd door de zoveelste verkeerde konten, om zijn bewustzijn te verdrinken in verdrongen gevolgen na de ultieme Oorzaak. Dat overkwam James Joyce, eigenlijk. De enige waarvan ik een zwart-wit poster heb in mijn vuile keuken. Niet zozeer omwille van het feit dat hij aan den toog rammelde omwille van pastoorfunktie (= een bijbel schrijven), maar omdat de man voor zichzelve moest toegeven dat de productie van het woord geen bezigheid meer is dan wel een aliënatie, waar je niet meer onderuit kan. Zijn personnage Dedalus in 'Ulysse' refereert uiteraard naar de Griekse mythologie: de gevangenschap (in Kreta) en de vlucht als zoon van Icarus uit het labyrint door vleugels in pluim en honing gericht naar de zon. Dedalus was ook de naam van een nederlandstalige uitgeverij. Toen ik ooit in Kreta verbleef, was dat aan een taverne juist met de zee voor mij, en een archeologische stad van steen en ruïne van 2000 jaren geleden achter mij. Er was dan ook bijna niets dan die zee en een oude celibatair met zijn oude moeder, die zorgde voor kamers en kreeft. Hij speelde heel slecht viool, en dat was het. Een belangrijke Italiaanse oude filmregisseur was één van de weinige klanten, samen met zijn heel jonge mooie blonde vriendin, die 's morgens half naakt aan yoga deed op het lege strand. Bijna niemand dus dan ook iemand uit Hamburg, die een beetje diende als body gard. Toen ze van ver afkwamen met touristen van de Club Med was dat afzien voor een uur één of twee dagen gezien de agressieve, luidruchtige frustratie met een klungelende gitaar voor de kudde in een stille teruggetrokken oord, die daar niet voor geschikt was. Nu, is het afstappen naar de zon, zonder de kudde voor mij onmogelijk geworden. Maar nu, ging het toch bij James Joyce over de esthetische of dramatische emotie, volgens hem statisch. Een ideale medelijden of ideale angst wordt tenslotte opgelost door wat hij het ritme van de schoonheid noemt. Tegelijkertijd had hij het ook - als ik mij goed zijn 'portret van de kunstenaar als jongeman' herinner- over het esthetische beeld met een eigen grens, tegen de onmetelijke achtergrond van ruimte of tijd. Je voelt dan ook het ritme van de structuur, stelt James. Een paar woorden over kunst vanwege al deze en andere gekken is altijd meegenomen, dacht ik ooit. Nu interesseert dat niemand meer. Patrick Pitteman.