Vrijdag 8 juli 2011 - 17de etappe - Sargenroth tot Bad Kreuznach Om te beginnen een afdaling die ik gisteren met tegenzin beklom. Dan kwam het ernstige werk. Klimmen, 6 km in 2 uur. Toen ik bovenkwam ben ik het Soonwald ingestapt om er bijna de ganse dag te blijven. Rond 15.00 u kwam ik tussen de wijnranken van de Nahe terecht. De wijnboeren deden naarstig verder, zonder de uitgeputte wandelaar een blik te gunnen. In Mandel heb ik het wijngebied verlaten en door Rüdesheim(nee, niet die met de" Drösselgasse"!) richting Bad Kreuznach gestapt en ja, ze waren er weer, de beklimmingen bedoel ik. Je denkt, mens wat een hoge bomen, maar die zijn niet hoger dan de onze, alleen de bergen waar ze opstaan zijn hoger. Dan gedaald langs geniepige ravijntjes (nee, dochters, ik heb GEEN steentje naar beneden geschopt !). Wanneer je beneden komt denk je, aha ...ik ben er, maar niets daarvan. Aan de andere oever van de Nahe begint het weer, klimmen dat je er sch.....moet van laten, met als enige wegwijzer dat er hier en daar een "J" op een boom gekalkt staat. Om halfzeven aangekomen in de JHB, tenden asem, moe, pijnlijke voeten, honger. Ik heb gegeten 'liek ne diekedelver'. De madam van de keuken stond echt verbaasd te kijken wat ik allemaal naar binnen draaide. In Soonwald staan mooie houtsculpturen, gesneden uit het hout van de overgebleven stomp van omgewaaide eikebomen. Onderweg allerlei sporen gezien van hertachtigen, evers en ik denk, maar ben niet zeker van een roede wolven. Grote en kleine sporen door elkaar. Twee reekalfjes schrokken op, toen ze mij zagen en huppelden weg, bij het maken van hun typische geluiden. Ze vonden niet direct hun moeder, kwamen nog eens dichter om te kijken maar met mij "klakke" aan herkenden ze mij niet. Het was echt wandelweer, niet te warm, niet te koud, beetje wind. Van altijd naar het oosten te stappen is mijn rechterarm bruiner dan mijn linker.
In Rüdesheim in het voorbijgaan het "Ehrenfriedhof" bezocht. Slachtoffers van het Nazi-regime uit een nabijgelegenkamp. Af en toe hou ik even halt in het woud, (5minuten) om even na te denken over het feit dat je als levend wezen verbonden bent met deze bol waarop wij lopen, en ook weer niet. En ondanks de bevolkingsgroei iedereen plaats heeft om zijn voeten neer te zetten. Ik denk ook aan de kinderen van het project in Gunjur/Gambia en de straatkinderen van Ayacuchu/Peru, ook aan de mensen die mij een bed verschaften schenk ik aandacht en ben ik hen dankbaar. Ook deze die mij in de komende tijd hartelijk en gastvrij zullen ontvangen. Stop nu. Slaapwel.
Overal in het woud staan borden die je waarschuwen voor de "grote bereklauw" . Deze plant werd oorspronkelijk als sierplant ingevoerd uit de Kaukasus. De plant kan tot 4 meter hoog worden en verliest zijn zaden in de herfst. Deze plant is zeer gevaarlijk voor de mens . Kontakt heeft ernstige brandwonden en gezondheidsproblemen voor gevolg. Pas op! Ook bij ons komt deze plant voor.
Donderdag 7 juli - 16de etappe - Sargenroth/Tiefenbach
Donderdag 7 juli 2011 - 16de etappe - Kastellaun tot Sargenroth Het werd een korte etappe vandaag, ongeveer 20 km. Voor 90% in dalende lijn. Na enkele km de L108 verlaten en op rustige paden gestapt tot Simmern/Hunsrück, dan terug de L108 op tot mij eindbestemming, die ik, na een stevige beklimming reeds om 15.00 u. bereikte. Weer staat de jeugdherberg op een berg. Ter hoogte van Külz (Hünsrück) de 50° breedtegraad overschreden. Het was een rustig wandelweertje met een deugddoend briesje. In de JHB zijn een 50-tal kinderen en bijbehorende jufs aangekomen. Stil is wat anders. Sauerkraut bij het eten . Morgen wordt het andere koek, de zwaarste stukken van de Hünsrück en dat voor 35 km ! Ik zie het nog altijd zitten, alhoewel ik een en ander onderschat heb. Je ziet een heuvel, maar wanneer je boven komt hebben ze wat verder een nieuwe gelegd! Last van klimmen heb ik niet, maar wel van dalen. Pijnlijk voor de hielen.
Boeddhistische spreuk: " Wie niet wandelt staat innerlijk stil."
Nog dit , aan de Moezel heb ik voor de 2 de keer een St.-Jacobsweg gekruist, nl. de Mösel-Camino.
Woensdag 6 juli 2011 - 15de etappe - Cochem tot Kastellaun Heel hartelijke mensen, de familie Raab. Om 8.20 u vertrokken met zware benen gevoel . Cochem lag er nog stilletjes bij. De Moezelbrug overgestoken om dan rechts op de rechteroever langs het water te stappen richting Bruttig-Fankel, die trouwens partnerstad is van Overijse. Vervolgens links tussen de wijnranken omhoog. En wie kom ik daar tegen, boven op de heuvelkam (3 km klimmen), Joël Dejonghe en Monique Neyrink, van de ex-Lindemolen in St-Eloois-Winkel. Zij maakten er een wandeltocht in de omgeving. Wat een toeval! Daarvoor had ik mijn broodjes opgegeten aan een schapenstal, nu enkel nog gebruikt voor toerisme. Er kwam een kleine tractor (zoals er tientallen lopen in de streek) aan met toeristen, die er hun lunch gebruikten. Het was een wijnboer die wat bijverdiende door toeristen rond te voeren. Ik mocht mee met hen, maar heb geweigerd, omdat ik een pelgrim ben en tot Mariazell wil stappen. Gisteren heb ik trouwens ook zo'n aanbod afgeslagen. Toen ik Monique en Joël verliet begon ik aan een lange eenzame trip naar Kastellaun, waar ik overnacht bij de fam.Strzelcyk. Onderweg heb ik water moeten bijtanken. Ongelooflijk hoeveel water je verliest. Weer gered door mijn kompas. De rest zoals vorige avonden, met kleren en al in de douche, inzepen, afdoen, op de grond van de douche leggen, wat trappelen, uitspoelen, uitwringen, en drogen. Zoals in 't leger. Ik heb al 1/3 van mijn tocht afgelegd !
Dinsdag 5 juli 2011 - 14de etappe - Kelberg tot Cochem Vandaag heb ik mij iets overslapen, zodat ik pas om 9.00 u. kon vertrekken, na het nuttigen van een Bourgondisch ontbijt. Eigenlijk valt er niet veel te vertellen. Het was een saaie lange weg, waar je voordurend geconcentreerd moet zijn voor het verkeer. Heel weinig wandel of fietspaden. Aan het militair vliegveld voorbij gekomen, waar Sebastiaan DeFooz over schrijft in zijn boek: "te voet naar Jeruzalem". Zijn verhaal klopt niet met wat ik gezien heb, alhoewel ik het thuis eens zal moeten nakijken. Zeer zware tocht door warm en zwoel weer. Blij dat ik iets gevonden heb om te overnachten. Ik ben gaan eten in een Italiaans restaurant in Cochem. De ober was precies Manuel uit " Fawlty towers", hij sprak Mussolini duits en was even nerveus als verstrooid. Tjuuuuus
Maandag 4 juli 2011 - 13de etappe - Blankenheim tot Kelberg Blankenheim verlaten om 8.30 u. en 10 km langs een "Bundesstrasse" gestapt. Langs zo'n baan moet je heel goed opletten, er zijn geen fietspaden, laat staan voetpaden! Ik heb vastgesteld dat 90% v/d Duitsers hoffelijk zijn en een beetje opschuiven. In Ahrhütte de Bundesstrasse verlaten om langs een riviertje "de Ahr" verder te wandelen. Ter hoogte van Neuhof hoorde ik 2 fietsende dames West-Vlaams praten. Ik zei "Aha, nog West-Vlamingen. Zij stopten en wij hebben wat gepraat over mijn voettocht. Zij waren beiden van Beernem. In Ahrdorf op de Landstrasse 167. Dit zijn heel rustige wegen, eigenlijk enkel plaatselijk verkeer. Enkele km verder het bos in, oef....eindelijk. Vandaag was het mijn geluksdag. Vijf reeën gezien en enkele herten. Jammer dat je op zo'n moment geen camera met telelens meehebt, zij zijn heel schuw en zelden zie je ze overdag, maar ja, die lekkere maïs he! Na het bos, de grens tussen Nordrhein-Westfalen en Rheinland-Pfalz overgestoken en terug het bos in. En... daar is het een beetje misgelopen. Gelukkig heb ik een kompas mee en kwam ik terug op de juiste weg. Dan langs landwegen toch om 18.30 u. ter bestemming aangekomen in Kelberg. Hartelijke ontvangst en dan het dagelijkse wasschema, verslag schrijven, eten en onder de wol. Tot morgen.
Zondag 3 juli 2011 - Blankenheim - rust. Rustdag. Gewoon genieten van het samenzijn met mama en Lore en Wim. Een beetje gewandeld om het niet af te leren. Rond 13.00 u. zijn mijn bezoekers vertrokken, terug naar West-Vlaanderen. Het liet mij niet onberoerd, het afscheid. Afscheid nemen vind ik altijd moeilijk. Daarna nog een stempel wezen halen bij de laatste nonnen van Blankenheim en een stempel van de dienst toerisme. Blankenheim ligt eveneens op een St.-Jacobsweg, dus kreeg ik een stempel van Compostela. Verder ga ik hier enkel nog niksen. Benieuwd waar ik morgen terecht kom.