Maandag 1 augustus 2011 - 36ste etappe - Vilshofen a/d Donau/Seestetten tot Passau In Seestetten was ik ingekwartiert op de rechteroever van de Donau, wandelen moet ik op de linkeroever, dwz ongeveer 5 km terugkeren tot in Sandbach. Onderweg kreeg ik gezelschap van een lieve Duitse herdershond, hij liep braaf naast mij tot in Sandbach, alsof hij mij al jaren kende en keerde dan terug van waar hij kwam. Omdat ik aan de overkant moest zijn, laat ik me met de veerboot overzetten. Daar heb ik dan weer de 'Donau Radweg' genomen. Dus heb ik al 10 km afgelegd zonder een stap verder te zijn. Tussen Schalding en Wörth zie ik een man sukkelen met zijn fiets. Hij had een platte band met zijn spiksplinternieuwe fiets en wist in geen honderd jaar hoe men een binnenband vervangt. Ik, als rasechte 'Flandrien', heb de man dan uitgelegd hoe men zo iets doet. Hij kwam uit het Odenwald. Hij heeft me wel tien keer bedankt . Ongeveer een kilometer verder rijdt een vrouw al rondkijken op haar fiets pardoes tegen een paal. Het was al een iets oudere dame en haar man was al een stuk voorgereden. Ze waren erg geschrokken. Ik hielp de vrouw rechtstaan. Gelukkig niet gewond en ze konden verder fietsen na mij ook uitvoerig te hebben bedankt. Zo, ik heb mijn goede daden verricht vandaag! In Passau steek ik de Franz-Josef Straussbrug over om via de rechteroever naar het stadsmidden te wandelen. Ondertussen drie maal de zelfde twee koppels tegengekomen op zoek naar de plaatsen die op de grond geschilderd zijn in koeien van letters en op de vele wegwijzers! En toch niet vinden hee ! Ik ga tot aan de kaaien waar ik de prachtige Donauschepen kan bewonderen, de Sissi, deSwarovski, enz ... Via de Prinz-Regent Liupoldbrug weer naar de linkeroever om de beklimming aan te vatten naar burcht de "Veste-Oberhaus" waar de Jeugdherberg gevestigd is. De Veste-Oberhaus is een van de grootste nog bestaande intacte burchten in Europa. Al puffend bovengekomen stel ik vast dat er om het half uur een pendelbus rijdt naar boven. Grrrrrr.......Als toemaatje krijg ik een kamer op de VIJFDE verdieping! Weer trappen. Het is een kamer voor ze personen. Een van mijn kamergenoten is een Tjech die noch Engels noch Duits praat of verstaat (of misschien niet wil) en ik kan geen Tjechisch ... De andere kamergenoot is een Duitser uit Ravensburg, zodat ik toch nog een beetje klapnansie heb. Morgen is het rustdag, museum bezoeken en een orgelconcert in de Dom. Daar staat het grootste orgel in de wereld. Het heeft 17974 orgelpijpen, 233 registers en 4 klokkenspellen. Dat alles bespeeld door één enkele organist. Nu geniet ik van een uniek uitzicht over de stad vanuit mijn burchttoren. De Donau heeft van hieruit een blauwgroene kleur. Hier is de samenvloeiing met de Inn en de Ilz. De Inn vloeit rechts de Donau in en de Ilz links. De Inn heeft een licht groene kleur en de Ilz voert zwart water aan. Dit heeft een eigenaardige kleurschakering bij het samenvloeien.
Zondag 31 juli - 35ste etappe - Vilshofen a/d Donau/Seestetten
Zondag 31 juli 2011 - 35ste etappe - Deggendorf/Seebach tot Vilshofen a/d Donau/Seestetten Vanmorgen om 6.30 u wakker. Luxe Kamer, luxe prijs bij de familie Biebl in Seebach. Bagage klaargemaakt, lekker ontbeten en om 9.30 u vertrokken. Het is miezerig weer. Toen ik vertrok begon een man tegen me te praten in een soort Duits met met Vlaams ertussen. Ik vraag hem: "Ben jij Vlaming?" Bleek dat hij van Diest afkomstig was. Zijn vrouw is Roemeense en ze kwamen uit vakantie terug in haar thuisland en overnachtten in Deggendorf, om dan naar België terug te keren. Mijn weg loopt over Hengersberg, Winzer, Loh, Mitterndorf, Nesslbach, Hofkirchen naar Vilshofen/Seestetten. In de motregen vertrokken dus. Ik kan nog altijd op de rustige 'Radwegen' wandelen, die lopen evenwijdig met de drukke autobanen. Het is zondag en er zijn enorm veel fietsers onderweg. Er zitten veel buitenlandse toeristen tussen, want men hoort er alle talen spreken. Ook heel veel Slavisch hoor ik. Het is er heerlijk fietsen in een prachtige natuur. De fietsers zijn zwaar beladen met fietszakken vooraan, achteraan en er is zelfs enekel met een aanhangwagentje voor de bagage. Ik ben niet de enige 'tjoolder'. Er is een heel sterke stroming op de Donau. Een Nederlands schip kwam voorbij en liet zich meedrijven met de stroming. De stroom ziet er gevaarlijk uit. Overal draaikolken. Er was ook een koude westenwind. Dus heb ik de ganse dag de wind in 't g ... vanachter gehad. Rond de middag de middag wordt het droog, maar wanneer ik aankwam in Vilshofen (rond 16.00 u.) begon het water te gieten. Het gasthof is nog gesloten! Ik bel de uitbaatster, maar het is de bezettoon. Rond 17.30 u kwam zij de deur openen. Ik krijg een vier personen kamer, heel proper maar koud. 'k Zal mijn trui moeten aantrekken om te slapen. Door het venster zie ik de boten voorbij komen. Het gasthof ligt aan de oever van de Donau. Geen muziek vanavond, oef. Ik heb nu al 966 km. Morgen moet ik een stuk terugkeren tot Sandbach, omdat ik nu op de rechteroever ben en daar zijn geen fiets- of wandelpaden. In Sandbach ga ik dan met de veerboot naar de linkeroever, waar ik terug op de 'Donau-Radweg' terecht kom richting Passau. En in Passau ga ik Belgisch pralines kopen in het "Flämische Chokoladenhaus" bij Patrick Declercq, Grabengasse 17. Lekkkeeeer. Patrick Declercq is afkomstig uit Aalst en maakt zijn pralines enkel met grondstoffen van bij ons, dus de pralines zijn echt Belgisch. Ik blijf twee maal overnachten in Passau, omdat ik een orgelconcert wil bijwonen in de Dom. Er zijn twee concerten per dag. Hopelijk kan ik een kaartje bemachtigen. Dat is mijn laatste plaats in Duitsland. Dinsdag steek ik de grens over naar Oostenrijk! In Kramesau wachten Brigitte en Josef mij op. Het zal een heerlijk weerzien zijn!
Ik vermoed dat ik op de grens ben tussen "Grüss Gott" (Beieren) en "Servus" (Oostenrijk).
Zaterdag 30 juli - 34ste etappe - Deggendorf/Seebach
Zaterdag 30 juli 2011 - 34ste etappe - Deggendorf/Seebach Gisterenavond heb ik maar heel laat de slaap kunnen vatten. Het dames nationale team softbal van Duitsland sliepen ook in de JHB. Tot na middernacht was er kabaal. Vanmorgen Straubing verlaten voor 20 km stappen richting Deggendorf. Ik ben blij om het lawaai van gisteravond- en nacht achter mij te laten. Mijn doel is pelgrimeren en met al dat feestgedruis zou er weinig van in huis komen. Straubing was nog half in slaap, na een nacht ter voorbereiding van de 'Oktoberfesten' in München. Via Eglsee, langs rustige wegen tot Irlbach en verder tot Stephanspoching. Daar staat een bord dat de streek de graanschuur is van Beieren. Pijnlijk om te zien hoeveel duizenden kilo's ze morsen langs de weg. Het soort tarwe die ze hier verbouwen komt nauwelijks 40 cm hoog. Enkel de aar wordt geoogst, terwijl de halm wordt in gefreesd. Verder langs Uttenhofen, Steinkirchen naar Stauffendorf. Onderweg kom ik twee langlaufers tegen, die al aan het oefenen waren voor het komende seizoen, dit op een soort lange skilatten met wieltjes aan. Dan via Nattenberg, Deggendorf binnen. Deggendorf is al lang geen dorp meer, maar een stad als Roeselare. Er gebeurt niet veel noemenswaardig onderweg. Maar als ik in Deggendorf aankom is er daar een ralley aan de gang. Er zijn omleidingen en in de drukte spreekt een vrouw, mij aan in het Engels. Ze heeft mij de raad om een andere weg te nemen dan ik van plan ben, want het is er beter en korter en bla bla bla, maar ik doe toch mijn eigen zin en ik ga de ingeslagen weg verder. Na een tijdje haalt ze mij weer in. Verbaasd vraagt ze mij: "how do you dit that?". En ik zeg in het Engels terug "on foot! "En weg was ze. Ze dacht zekers, rare vent!... En zij die dacht een kortere weg te nemen. Deggendorf is een mooi lieflijk stadje. Vele mensen spreken mij aan en bekijken mijn grote rugbagage en moeten er het fijne van weten. Ik heb mijn verhaal al enkele keren moeten vertellen zulle! Ik bezoek de Maria-Himmelfahrtkirche, dit is een prachtige kerk zoals er zoveel zijn in Duitsland, met heel veel kunst, schilderijen en Mariabeelden. Echt de moeite waard om er een kijkje te nemen. Onderweg trakteer ik mezelf op een ijsje. Moet kunnen hé! Vandaar nog enkele kilometers tot deelgemeente Seebach. In het gasthof aangekomen is er een bruiloft aan de gang met weeral oempapa muziek. Er is veel ambiance bij jong en oud. Ik ga mij eerst douchen en omkleden en ga dan eten. Ik zit mee aan een tafeltje met enkele mannen en we bekijken dat zottekens spel. De bruid wordt rondgereden in een oude wieg. Zucht! Na het avondeten ga ik vroeg naar mijn lekkere warme kamer. Ik kan mijn was drogen op de chauffage zodat ik morgen met verse kleren mijn 30 km tocht kan aanvangen.
Stempels zoek ik niet meer, omdat ik meestal geen "Pfarrer" vind. Maar ik geniet van de stilte van de kerken, die aanzet tot bezinning. Het maakt jezelf ook stil, vooral innerlijk. En niet te vergeten, de kunst natuurlijk.
Vrijdag 29 juli 2011 - 33ste etappe - Pfatter tot Straubing Omstreeks 8.00 u vertrokken uit Pfatter. Ik wandel een tijdje langs de autoweg, maar algauw neem ik landwegen. Het is er aangenamer zonder verkeer en ook een kortere weg. Ik kom weer uit aan de Donau en blijf deze volgen. Ik ontmoet veel jongeren, die mij begroeten en vragen waarheen ik ga. Ze hebben echt interesse. Ook oudere mensen die in hun tuin aan het werken zijn komen over hun hek kijken en beginnen spontaan een gesprek aan te knopen. Heerlijk toch! Jammer van hun vreselijk dialect. Na twintig km wandelen kom ik om 15.00 u aan in Straubing. En mooie stad met oude vakwerkhuizen, een mooi marktpleintje en een watertoren midden in de stad. De Sint.-Jacobskerk is open, maar geen stempel te krijgen. De pastoor doet ook zijn deur niet open, dan maar naar de toeristische dienst waar ik wel een stempel krijg. Och ja, ik doe het niet voor de stempels. De jeugdherberg is nog gesloten als ik aankom. Het begint juist te regenen en ik moet dringend ..... Ik vraag de opzichter of ik binnenmag. 'Nein, noch nicht. Erst um 17.00 u.!' Ik mag wachten in een berghok. Vriendelijk is anders! Ik sta daar een beetje rond te draaien als een vrouw (de uitbaatster) mij zegt dat ik wel binnen mag. Ze geeft mij de sleutel van de kamer en verse lakens en zegt: "neune, zwote stock" (kamer negen, tweede verdieping). En ik snel naar boven gelopen voor de grote boodschap. Oef. Er is geen avondeten voorzien, dus trek ik de stad in om te eten. Er is feest en overal staan feesttenten en spelen er orkestjes oempapa muziek. Iedereen loopt in klederdracht, de vrouwen in Dirndl en de mannen in Lederhose, 't zal hier nog leuk worden! Ik bel naar mama, maar we horen elkaar niet van de muziek. We proberen het morgen nog eens.
Donderdag 28 juli 2011 - 32ste etappe - Regensburg/Tegernheim tot Pfatter Om 06.00 u. klaar wakker. Tegen 08.00 u. was ik onderweg richting Donaustauf, Sulzbach a/d Donau, Demling, Frangkofen, Kiefenholz, Sippenhausen tot Pfatter. Vandaag regent het een beetje als ik vertrek vanuit mijn verblijf. Ik kan de hele tijd op de 'Radweg' (fietsweg) stappen. Er zijn dan ook enorm veel fietsers en wandelaars die deze weg gebruiken. De meeste zijn met verlof, dus zijn ze vriendelijk. Over het hele traject van vandaag heb ik misschien 300 meter langs een autobaan gewandeld. Rechts van de weg vloeit de Donau, links in de verte zie je de bergen en wouden, en ertussen velden en akkers. Onderweg een dode dakhaas gezien, weer een slachtoffer van moordend verkeer. Op de Donau is weinig vrachtverkeer te zien. slecht een hotelschip en een stuk of vier vrachtboten. Jammer dat er niet meer gebruik wordt gemaakt van de binnenscheepvaart. Op zo'n boot kunnen ettelijke ladingen, die nu door vrachtwagens worden vervoerd. Mijn hielen en gewrichten beginnen serieus pijn te doen, die weken wandelen beginnen hun tol te eisen. Het dialect wordt echt Beiers. Wanneer de vorige dagen "Grüss Gott" nog duidelijk leek, begint het hier te gelijken op "Kroeskop". Om 15.00 u kom ik aan in Pfatter. Het waren vandaag maar 23 km, maar het leken er meer. De vermoeidheid zit ferm in mijn kleren. Nu ja , in totaal heb ik al 882 km gestapt. Wie zoeterdatdoendè??!!!!
Vandaag regen gehad tussen Frangkofen en Kiefenholz, gepaard gaande met donder en bliksem. Helemaal niet erg, het doet zelfs deugd.
Woensdag 27 juli 2011 - Regensburg/Tegernheim - rust Lekker lang geslapen tot 8.00 u deze morgen. Ik logeer in Tegernheim, op 3 km voorbij Regensburg. Na een uitgebreid ontbijt ben ik tot aan het "Walhalla" in Donaustauf geweest, nee, niet te voet maar met de fiets van mijn gastvrouw. Het is zo'n twintig minuutjes fietsen naar het Walhalla. Een gebouw zoals het Acropolis in Athene, in Dorische stijl. Het werd gebouwd in opdracht van Koning Ludwig I. Na de slag tegen Napoleon I te hebben verloren in 1807 (Schlacht bei Jena und Auerstedt), wilde hij het volk weer een oppepper geven door een prestigieus gebouw neer te planten. Na zijn dood werd het eigendom van de "Freistaat Bayern". 358 marmeren trappen leiden je naar boven. Het bevat bustes en gedenkplaten van wetenschappers, dichters, koningen, keizers, generaals en mensen die iets betekend hebben in de Germaanse geschiedenis. o.a. Mozart, van Beethoven, Catharina de Grote , en zelfs Vlamingen waaronder P.P.Rubens (+Antwerpen), Jan van Eyck (+Brugge), Hans Memling (+Brugge), Keizer Karel V (geb.Gent), Anton van Dyck (geb.Antwerpen). Ook Edith Stein, die de dood vond in Auschwitz. In aanvang werd door de koning de personen aangeduid die in aanmerking kwamen. Nu wordt om de 5-7 jaar een buste toegevoegd op voorstel van de Academie voor Wetenschappen van Beieren. De regering van de 'Freistaat Bayern' beslist dan unaniem over het voorstel. Heel interessant. En wat een uitzicht over de Donauvallei. Dan met de fiets terug langs de "Schöne Blaue Donau" (eigenlijk is hij groen) naar mijn gasthof in Tegernheim. Honderden fietsers tegen gekomen. Na de middag ben ik met het openbaar vervoer, naar Regensburg gereden. Ik bezocht er het Paleis van de Vorsten van Thurn und Taxis, die zich bevindt in het omgebouwde Benediktijnerklooster. Wat daar te zien is aan luxe is onbeschrijfelijk. Gewoonweg schandalig! Ik word er zowaar opstandig van. Die Vorsten zijn zo rijk als de zee diep is. En alles wordt er gedirigeerd door Fürstin Gloria. En geld maakt geld, want voor alles is er te betalen. 12 euro voor een rondleiding van anderhalf uur. De brouwerij heb ik niet bezocht want 't was weer betalen. Daarna heb ik nog een rondritje gemaakt met een sight seeing busje, maar ik vond dit niet zo leuk. Er speelde steeds het zelfde bandje af, saai. Dan met de bus terug naar Tegernheim en de dag was weer teneinde. Morgen mag ik weer de kuiten smeren om 23 km te doen tot in PFATTER.
De Benediktijnen zijn in 1810 ten tijde van Napoleon uit het klooster gezet. In 1812 kwam het in handen van de familie "Thurn und Taxis". Deze waren in oorsprong rijke handelaren uit Milaan (Il tasso/de das) in de 13de eeuw. Die zijn daar verdreven door de "Visconti's". Hun basis werd dan Bergamo. Op verzoek van de keizer van Oostenrijk (1490) organiseerde Francesco Tasso de eerste postroute tussen Innsbruck en Brussel. Als dank werd hij in de adelstand vergeven. Maar nog was het niet genoeg. De familie streefde naar macht, werden 'Freiherr', "Graf" en tenslotte "Fürst". Met het geld van het postmonopolie is het hen gelukt. Ik wordt er mottig van.
Dinsdag 26 juli 2011 - 31ste etappe - Beratzhausen tot Regensburg/Tergernheim Vanmorgen opgestaan met een stralende zon, en met de geur van vers bloed, beeeuuuh .....Mijn gasthof heeft ook een huisslachterij en heel het gebouw is doordrongen van die geur. Het wandelen gaat lekker rustig, een kleine beklimming en dan gaat het stroomafwaarts langs de Laaber. Tot die uitmondt in de Donau. Langs de Laaber staan veel vergane watermolens: Gleislmühle, Schafbruckmühle, Listlmühle, Türckmühle, Münchmühle, enz .... Ik loop door Deuerling, Undorf, Nittendorf, Ettershausen waar ik de Donau oversteek richting Kneiting, om dan stroomafwaarts tot Stadtamhof, waar ik drie bruggen oversteken om Regensburg binnen te stappen. Vanaf nu heb ik een tamelijk vlak parcour tot in Linz, waar de Alpen beginnen. Er is een 'Radweg' langs de Donau die loopt van Regensburg tot in Bratislava. Het was weer een korte tocht van ongeveer 20 km en algauw ben ik in Regensburg. Eerst heb ik de oude Benediktijnerkerk van St Emmeran bezocht die vroeger deel uitmaakte van het aanpalende klooster van St Emmeran (nu eigendom van het vorstenhuis Thurn und Taxis). In het koor, een verdieping hoger, zijn de glazen kooien voor de adellijke familie. De adel heeft altijd een beetje neergekeken op het gewone volk. In de dienst toerisme kreeg ik een stempel. Ik heb tijd om de Dom te bezoeken en er een stempel te vragen. Het is er erg donker binnenin. Het altaar, in wit hout, boeit me. Prachtig! De man aan de balie, die rustig verder pistache noten at, bromde tussendoor: 'lauft man jetzt auch in diese Richtung.' Hij gaf toch een stempel. Dan ben ik tot aan de "Steinener Brücke" gaan zien. Duizende toeristen voor een stenen brug. Ik vind die van Brugge mooier, nè.
Ook bezienswaardig is het Schloss "Thurn und Taxis". Het gebouw in zijn tegenwoordige vorm ontstond na een brand en was oorspronkelijk een Benedictijnenklooster. Vanaf 1812 residentie van de vorsten Thurn Und Taxis. Ook mooi zijn de patriciershuizen, z.g. "getorende huizen " Er zijn er nog een stuk of twintig. Dan heb je nog de 'Stenen Brug', de oudste nog bestaande brug in Duitsland. De middeleeuwse brug is 350 m lang en heeft 16 bogen. Heel anders is de moderne metalen brug iets verder, die davert en schudt als er auto's over rijden. Regensburg is een oude stad, te vergelijken met Brugge. Op een bankje aan de oever van de Donau ontmoet ik een koppel uit Australie. Ze maken een cruise met een boot door Europa en varen tot in Boedapest. Ze vragen mij waarvoor mijn stokken dienen. Ik doe ze het hele verhaal van mijn pelgrimstocht. Ze zijn heel enthousiast om mijn onderneming en maken foto's van mij met rugzak en stokken. Ze zullen thuis kunnen vertellen over die vreemde Belg die 1275 km te voet loopt. Voor hun vertrek drukten zij nog eens stevig de hand en wensten mij geluk. Het is druk in de stad en het krioelt van de toeristen. Nog enkele kilometers tot Tegernheim waar ik 2 nachten blijf. Douche, apfelschorle en 's avonds heb ik me wat met het kind (3j) van de uitbaters beziggehouden (onbetaalde kinderoppas), dan liep zij niet in de weg in de keuken. Morgen is rustdag, d.w.z. het Walhalla bezoeken en veeeeel rusten . Al 860 km. Volgende week steek ik de grens over Duitsland-Oostenrijk!
Weet je trouwens dat je met de fiets, vanaf de officieele bron in Donauechingen (Zwarte Woud) de "Donau-Radweg" kan volgen tot Bratislava (hoofdstad van Slowakije). En wanneer je in de goede richting rijd is het altijd dalen.
Ik weet nog altijd niet waarom sommige steden hier de naam "Markt" dragen, vb Markt Beratzhausen, Markt Laaber, Markt Regensburg, usw ... Het volgende heb ik thuis opgezocht: "Marktrecht was vanaf de Middeleeuwen het recht om een jaar- of weekmarkt te houden. Het vergunnen van marktrecht was voorbehouden aan de heer, zonder marktrecht mocht een dorp of stad dus geen markt houden. Het verkrijgen van marktrecht is vaak een teken dat een bepaalde plaats een bepaalde omvang heeft bereikt." Het hebben van marktrecht wil nog niet zeggen dat de plaats ook stadsrechten had. Een plaats met stadsrechten had meestal ook marktrecht, maar een plaats kon ook eerst marktrecht krijgen en pas later ook stadsrechten. Zo'n plaats wordt vaak (markt)vlek genoemd.
21.00 uur, de klokken luiden. Zij kennen er wat van hier in Duitsland. Op het kwartuur 1 slag, op het halfuur 2 slagen, 3/4 uur 3 slagen, vol uur 4 slagen + het aantal slagen om het uur aan te geven. Dus op de middag 4 slagen omdat het uur voorbij is + 12 slagen omdat het middag is + het angelus. Je moet je even voorstellen, in een stad waar verschillende kerken staan, zowel katholieke al evangelische, Pasen heeft er geen lap aan. Ik heb in Regensburg een klok op een plein gezien, volledig opgeleefd, vol barsten, gedaan met geschiedenis schrijven, huwelijken, begrafenissen, doopsels, einde.
Maandag 25 juli 2011 - 30ste etappe - Seubersdorf i/d Pfalz tot Beratzhausen Gisterenavond dacht ik even dat het gedaan was. Ik had het koud en lag rillend in mijn bed. Om warm te krijgen heb ik een aantal kledingstukken boven elkaar aangetrokken. Gelukkig had ik nog een paar dafalgans bij. Na een verkwikkende nachtrust en een flink ontbijt neem ik afscheid van mijn gastgevers. Ik schenk de dame een medaille van Dadizele. Een gebaar dat ze erg apprecieert, want ik moet niet het volle tarief betalen. Deze morgen was ik terug de oude en kon ik om 09.00 u vertrekken. Door Krappenhofen, Darshofen, Parsberg waar ik door een ex-Santiago wandelaar, niet de korste, maar wel de mooiste weg getoond werd, via Lupburg en verder langs de "Schwarze Laaber" richting Beratzhausen. De ganse dag een glooiend landschap, door bossen en weiden. Ik maak veel foto's, het is de moeite. Een hele tijd stap ik langs de Zwarte Laaber. Dit is een riviertje met heel helder water, maar de ondergrond is donker en door de hoge bomen kan er ook geen licht in schijnen. Vandaar de naam Zwarte Laaber. Ik weet niet of ik ongeveer de weg loop dewelke de eerste Vlamingen liepen in de 12de eeuw. Dit zou ik graag willen weten. Ik heb tijd vandaag. Het is niet zo'n zware tocht als gisteren en de weergoden zijn me redelijk goedgezind. .... Tot het begint te regenen. Een nat uur in de natuur !.... Onderweg, nabij Krappenhofen, vind ik een dood dier, het lijk op een wasbeer, maar bij nader inzien is het een das. Ik neem er een foto van. In Darshofen zag ik een zeldzaam Christusbeeld. Zijn hoofd was naar links gedraaid in plaats van, zoals gewoonlijk naar rechts. En wij zijn in Beieren, dus de kerken zijn voorzien van een "Zwiebelturm" (ajuintoren). Omstreeks 16.00 u kom ik aan te Beratzhausen aan pension "Petermichl". De mensen hier in Beieren zijn vriendelijk en nieuwsgierig naar hetgeen ik doe. De meesten Bayern kennen Mariazell of zijn er al geweest. Ik nader mijn doel , al 838 km (zonder deze die ik mislopen ben) in mijn benen. Ik ben blij dat ik me beter voel dan gisteren. Na de wasbeurt ben ik naar de St-Peter en Pauluskerk geweest. Overweldigende barok en wandschilderijen (met wrede voorstellingen). Achteraan, enkele trappen dalen, is er een Maria nis, waar ik uiteraard een kaarsje aansteek. Nu het zelfde ritueel als iedere dag, mama opbellen en mijn belevenissen vertellen, douchen, eten en slapen. Morgen gaat het richting Regensburg waar ik twee dagen blijf. Iets gaan bezichtigen en de batterij opladen (niet alleen van mijn GSM ). Vandaag mijn zesde week ingezet!
Om nog eens terug te komen op de mooie weg langs de "Schwarze Laaber", niet dat ik er spijt van heb, maar om de 10 km tussen Parsberg en Beratzhausen te overbruggen, heb ik 15 km afgelegd. Eerlijk gezegd, het is niet de eerste keer dat zij mij dat lappen.
Nog iets, het is heel moeilijk om een Bayer te begroeten. Als je "Guten Morgen" zegt, zeggen zij "Hallo". Als je "Hallo" zegt, zeggen zij "Grüss Gott". Als je "Grüss Gotte" zegt, zeggen zij "Guten Morgen". Het beste is om hen te laten beginnen met de begroeting en hen dan na te zeggen. Rare jongens.
Wat de straatnamen betreft, zoek geen naambordjes. Ofwel hangen er geen, ofwel kloppen zij niet. Het beste is om het te vragen.
Nog iets grappigs gezien vandaag. Enkele reeën zijn zich te goed aan het doen in een tarweveld. Wanneer zij mij opmerken gaan zij plat liggen om zich te verstoppen, maar hun oren zaten nog uit, een tarweveld met oren.
Morgen heb ik een lange trip voor de boeg. Rare uitdrukking, alsof mensen een boeg hebben. Laaber, Deuerling, Nittendorf, tot waar de rivier de "Laaber" in de Donau mondt en dan kom ik Regenburg binnen.
Nog drie weken te gaan. Ongelofelijk dat dit bijna voorbij is.
Ik dacht, toen ik er aan begon, om mijn hoofd eens leeg te maken, maar er zijn zoveel indrukken op mij afgekomen en opgeslagen, dat overweeg mijn bestanden uit te breiden.
Zondag 24 juli - 29ste etappe - Seubersdorf i/d Oberpfalz
Zondag 24 juli 2011 - 29ste etappe - Hipoltstein tot Seubersdorf i/d Pfalz Gisteravond in Gasthof " Zum Hirschen" genoten van een goed Beiers maal. Aan de Stammtisch zaten luidruchtige stamgasten halve liters te drinken. Ik vroeg nog een cola aan de waard. Hij bekeek mij en daarna zijn klanten : "Woisjt ihr wasch a kola isch ?" Weten jullie wat een cola is? Hij vond het blijkbaar grappig om mij een beetje uit te lachen omdat ik geen bier dronk. Toen ik wilde gaan slapen vroeg ik een grote fles spuitwater op mee te nemen op mijn kamer. "Nee, flessen water hadden ze niet, 't was spuitwater van het vat?! Nog nooit van gehoord. De waardin heeft dan maar een fles gevuld. Rare gasten, die Beiers! Goed geslapen, maar niet uitgeslapen. Het begint te wegen. Vandaag dan na het ontbijt vertrokken om 8.45 u. Een vliegende start langs het Main-Donau-Kanal. Het weer zit mee en het is zeer rustig wandelen langs het water. Hoogstens 10 fietsers, enkele voetgangers en 4 boten gezien. Een koppel heeft een vijftal km meegestapt en de man heeft dan de verdere weg uitgelegd. Ik ben toch weer eens van mijn route afgeweken. Gelukkig heb ik een tong, om de weg te vragen. De mensen zijn heel behulpzaam en nieuwsgierig. Jammer dat er zo weinig kerken open zijn. Ik ben altijd nieuwsgierig hoe die er binnenin uitzien. Bij Sulzkirchen verlaat ik het kanaal en begeef mij richting Mühlhausen en dwars nog een tweede kanaal, het "Ludwig-Main-Donau-Kanal" en het riviertje de "Sulz". Ja, ik had ze al in de verte zien liggen, de bulten van de Oberpfalz. Ik kon er echt niet meer naast lopen. Ze doen pijn in de kuiten, het is een zwaar parcour met veel beklimmingen. En daar loop je dan midden het bos, zonder aanwijzingen, tenzij naar het oosten lopen. En daar komt hij, de reddende engel, in auto verkleed. De bestuurder legt mij precies de weg uit...en, het klopt. Wat ik eigenaardig vind in die streek is, dat zij niet "durch das Wald gehen", maar "durch das Holz gehen". Verder moet langs Weihersdorf, Wallersberg, Sternberg (waar ik de eerste worstenkermis tegen kom), Grossalfalterbach (om een knoop in je tong te krijgen), Batzhauzen naar Seubersdorf i/d Oberpfalz. Ik begin te voelen dat ik bijna 60 jaar ben. Het gaat langzaam, mijn gewrichten en spieren doen pijn. Ik geraak uitgeput en raak met moeite nog vooruit. Ik ben zo moe dat ik zelfs van het mooie landschap niet kan genieten. Ik moet nog ongeveer 3 km gaan, maar het gaat echt niet meer. Ik kom aan een station en plof me neer op een bank. Ik moet rusten! Als ik nu niet luister naar mijn lichaam haal ik het niet. Na een uurtje rust ga ik verder en bereik ik uiteindelijk Seubersdorf. Ik zie er waarschijnlijk heel slecht uit, want mijn gastvrouw heeft compassie (mitleid) met mij en biedt mij eerst een koffie aan, om te bekomen. Al de gastenkamers zijn nog vrij en ik mag kiezen waar ik wil overnachten. Wat een luxe! Ik wordt in de watten gelegd. Ik laat het over mij komen. Na de douche voorzie ik mij voeten van verse olie, schoenen luchten, gaan eten en dan een welverdiende rust. Oef , slaaaaaapwel . In bed krijg ik het plotseling heel koud, ik ril, waarschijnlijk een platte batterij, ik ben te diep gegaan. Je wandelt bijna op automatische piloot, wanneer je moe bent en pijn hebt. Ik heb geen kruis te dragen, toch gaan mijn gedachten soms naar Christus en Maria. Dan denk ik ook aan onze moeder, die elf kinderen groot te brengen had. Ook niet gemakkelijk. En Gil Van den Bergh in Peru die zich ontfermt over zijn wees-, straatkinderen. Over het project Gambia. Je wilt helpen, maar iedereen helpen gaat niet, jammer.
Zaterdag 23 juli 2011 - 28ste etappe - Windsbach tot Hipoltstein Het is heel aangenaam vertoeven in Gasthof Rezatsgrund. Rustig gelegen en vriendelijke mensen. Na een rijk ontbijt ben ik om 8.30 u vetrokken. Vandaag gaat de tocht naar Hilpoltstein. Ik voel mij onmiddellijk in mijn sas, want ik duik het bos in. Ik kom aan ergens in een gehuchtje waar vier huizen staan, met een doodlopende straat. Ik bel aan bij een hof en vraag de boer welke richting ik uit moet om in Hergersbach te komen. "Door de weide, volg de sporen van de tractor en ge kunt niet missen." En inderdaad, ik kom er. De man is ook al met pensioen en speelt taxi chauffeur met zijn tractor. Want 's winters laten de mensen hun auto in het lagergelegen dorp staan, en de boer brengt de mensen dan met de tractor naar hun auto. Dat is dienstbaarheid. Onderweg in het bos krijg ik mijn eerste dazenbeet. Het bloed spat eruit. Vieze beesten ! .... Daarna moet ik een stukje staatsbaan nemen tot Abenberg. Een mooi stadje met bijhorende burcht en klooster. En niet te vergeten de "Werkvolkstrasse". In Abenberg heb ik de kerk bezocht en aansluitend naar de pastorij, maar er was geen priester aanwezig. 't Is zoals bij de dokters, met zitdagen of op afspraak. Verder terug het bos in tot Rothaurach. Ondertussen is het reeds 14.00 u, tijd om iets te eten. Vandaar naar Roth tot aan het 'Main-Donau-Kanal'. Ik loop langs het kanaal tot Hipoltstein. Ik ben nog te vroeg, het gasthof 'Zum Hirschen' gaat pas open om 17.00 u. Ondertussen bezoek ik het mooie kerkje in barok en/of roccoco stijl. Het heeft een prachtig in hout gesneden altaar. Normaal staat er ook een oud mariabeeld, maar het is weg om te restaureren. (Wellness voor beeldjes ?!...) Achteraan in de kerk kan ik mijn stempel afhalen. T.t.z , de pastoor heeft zelfklevertjes doen maken en iedereen moet zichzelf maar bedienen. Slim gezien van de man. Het stadje ligt dus ook op de Jacobsweg. Rond 17.00 u ben ik terug aan het gasthof, de uitbaaters komen juist aan. Mijn logement is een oud huis in typisch vakwerkstijl. Alles is een beetje schots en scheef, maar ik krijg een goed bed met propere lakens en lekker eten. En 't is eigenlijk dat die telt. Wanneer ik ga eten speelt er typische billenkletser muziek en de eerste Bayer in lederhose zit er ook, met een halve liter bier en schuim aan zijn snor. Aan de 'stamtisch' zit enkele mensen te kaarten. Zij spreken een sappig dialect. Als ik een frisdrank vraag, beginnen die gasten te lachen en vragen wat dat is. Toen ik erop lette zag ik dat zij allemaal schuim in hun snor hadden. Ik zit volop in de Oberpfalz. Zo, benieuwd waarheen de wegen me morgen leiden.
Spreuk boven de Stammtisch : "Wäre zu Adam's Zeiten Bier geflossen hälte er den Apfel nicht genossen."
Vrijdag 22 juli 2011 - 27ste etappe - Colmberg tot Windsbach Ik ben gisterenavond als een blok in slaap gevallen. Er was nochthans veel lawaai beneden op de terras. Er waren daar jonge gasten een feestje aan het vieren waarschijnlijk. Ik heb ze niet lang meer gehoord. Vanmorgen lekker ontbeten, ik voel me goed. Om 07.00 u gestart. De eerste tien km wandel ik in sneltempo. Over de Frankenhohe naar Ansbach, maar opeens krijg ik een klop, en ik raak bijna niet meer vooruit. Mijn benen voelen aan als lood. Wat is dat nu? Totaal geen energie meer. Ik neem wat druivensuiker en rust wat tot het begint te werken. Na een tijdje voel ik me beter. De tocht gaat van Colmberg naar Windsbach, ongeveer 35,5 km. Het weer valt mee, wel een koude wind. Ik loop door Franken in noord Beieren, maar noem ze geen Bayern, daar worden zij boos van. In Ansbach wandel ik door de mooi onderhouden "Hofgarten". Vanaf daar ben ik constant langs de "Fränkische Rezat" (riviertje) gestapt tot Windsbach. Het was genieten langs het riviertje. Geen auto's, met uitzondering van een tractor. Enkele fietsers en benenwagens. Wat moet je meer hebben. Nog een goede drie weken en ik heb mijn doel bereikt. Ik heb mij deze week eens op de weegschaal gezet, ja, al 5 kg verloren. De meeste mensen in verlof verzwaren. Ik niet !.......het is dan ook geen echt verlof hé van mij. In totaal al 745 km . Om 15.30 u kom ik doodmoe aan in Gasthof Rezatsgrund in Windsbach/Retsendorf. Ik merk toch dat mijn beenspieren stram aan het worden zijn. Mijn geest wil nog, maar het lichaam sputtert. Na een deugddoende douche en een goed avondmaal ga ik vroeg slapen, ik was van plan nog eens naar huis te bellen, maar de vermoeidheid slaat toe. 't Zal voor morgen zijn.
Donderdag 21 juli 2011 - 26ste etappe - Schrozberg tot Colmberg Vandaag is onze dochter Eva jarig. Ik bel haar op om ze te feliciteren. Ze is blij me te horen en ik ook. Ze mist mij en ik mis ook mijn familie. Gelukkig geen regen deze morgen, af en toe zelfs zonnig. Aangenaam wandelweer. Het wandelen vlot goed. Over Spielbach naar Rothenburg o/d Tauber. Toch indrukwekkend wanneer de stad opduikt in de verte. Een prachtige middeleeuwse stad met een 3 km lange stadsmuur, die je nog gedeeltelijk kan bewandelen. Die dateert uit de 14de - 15 de eeuw en is uitstekend bewaard gebleven. De torens die je bij het dichter komen ziet groeien, de omwalling, prachtig. Ik was van plan door te wandelen, maar ik kan het niet laten en trek de stad in. Ik kreeg een stempel op de toeristische dienst en in de St-Jacobskerk. Pelgrims mogen gratis binnen. Deze kerk ligt ook op de Camino naar Compostela. Ik vind het H.Bloedaltaar de max. Het een prachtig volledig in hout gesneden altaar van Tilman(n) Riemenschneider (Duits houtsnijder en beeldhouwer - ca.1460-1531). Hij was een grootmeester in de late gotiek en zijn werken vertonen een grote monumentaliteit en een zuiver en diep gevoel; zijn realisme is nimmer uitbundig. Dit altaar is bekend als zijn hoofdwerk. Dit altaar fascineert mij. Had ik maar een beetje van zijn talent. Zijn tijdgenoot Veit Stoss (beeldhouwer, graveur en schilder - ca.1440-1533) is ook zo'n meester. Het hoogaltaar in de Mariakerk in Krakau is van zijn hand. Ik zit wel een uur te kijken. Prachtig!!!!!! Wanneer ik uit de kerk kom loopt het al vol toeristen, vooral Japanners. Ze maken foto's en voor het eerst zie ik ze ook schetsen maken van de bezienswaardigheden. Het is heerlijk om hier weer eens te vertoeven. Er is hier ook een heel groot Kriminal und Foltermuseum. Ik twijfel of ik het eens zou bezoeken, maar nee. Ik heb het vroeger al bezocht en het vraagt heel veel tijd om alles te bezichtigen. Ik eet mijn lunch en niet te vergeten een 'Schneebal' (plaatselijke specialiteit) en besluit verder te gaan richting Colmberg. In Colmberg heb ik al 710 km afgelegd, niet slecht hé? Lore zei me aan de telefoon: "Je bent nu meer dan halverwege, je moet nu ook niet terugkeren. Stap maar door." Onderweg is niets noemenswaardig meer voorgevallen.. Ik wandel voortdurend op parallelle aardewegen. Vanavond slaap ik op een enorm grote boerderij. Prachtig. Straks gaan eten. Lekkere boerenkost. De ober spreekt een beetje Nederlands. Hij heeft een tante in Assenede (O.-Vl.). Hermann Kopp uit Alzey heeft mij nog getelefoneerd. Hij is een man met het hart op de juiste plaats. Zo'n mensen mag ik. Zo, dit was het weer. Morgen 35 km.
Dinsdag 19 juli 2011 - 24ste etappe - Adelsheim tot Dörzbach Dinsdag 19 juli. Vandaag ben ik een maand onderweg. Na het ontbijt mijn spullen samengeraapt, de rugzak gevuld en afscheid genomen van mijn goede vrienden. Om 8.30 u. weer op stap, naar Dörzbach. Het Odenwald ligt achter de rug en nu stap ik door het "Hohenloge ebene". Zo plat is het nu ook weer niet. De streek van Hohenloge is voor 80% landbouw: tarwe, veel koolzaad, gerst, mais, suikerbieten, bloemen, usw... Ik kom heel weinig bos tegen. Ik wijk af en toe af van de uitgestippelde route om rustiger wegen op te zoeken. Vandaag is het mooi weer en aangenaam wandelen. Vanaf Ravenstein ben ik naar onder gestapt tot aan het riviertje de "Jagst", waar ik de rest van de dag langsloop tot mijn bestemming. De plaats Hohenbach, waar ik overnacht is heel rustig, alleen is er in het ganse dorp geen enkele eetgelegenheid. In de plaatselijke winkel (Heinz Zott), heb ik kaas, broodjes, vlees, chocolade en water gehaald. Enkel het water was niet over datum. Honger is de beste saus zegt men, dus mijn tanden stukgebeten op de broodjes. De kaas was al een jaar over datum en er stond waarlijk al schimmel op (jonge kaas!!), dus vuilbak! De chocolade heb ik opgegeten hoewel die toch maar een raar kleurtje had. Terwijl ik hier zit te schrijven, is het beginnen regenen. Ik krijg een telefoontje van Magda, Jean, Rosa, Monique, Josef, en Brigitte. Het doet deugd iemand te horen. Nog iets over de rivier de "Jagst". Die staat nauw in verband met de ridder Götz von Berlichingen of ook genoemd Götz met Ijzeren Hand. Het kasteel van Götz staat in Jagsthausen aan de oevers van de Jagst en kwam in de 14de eeuw in bezit van de familie von Berlichingen. In 1517 kreeg Götz een bevel van de Keizer, waarop hij de bode meedeelde: "Sie sollen der Kaiser sagen, Er soll mich am Arsch lecken." (Dat hij mijn gat kust). De rivier loopt door Jagsthausen tot Möckmühl, waar de Sekach erin komt en mondt dan in Jagsthof in de Neckar. De Neckar komt dan via Heidelberg, wat verder in de Rhein, die op zijn beurt uitmondt in de Noordzee. En zo komt het dat de Jagst uiteindelijk voor regen zorgt bij ons. De streek Hohenloge (soms Hohenlohe geschreven) is gekend om zijn gelijknamige adellijke familie, die zowat verwant is met alle Europese adellijke families. Zij staan bijvoorbeeld op de 158 plaats voor de troonopvolging in het Verenigd Koninkrijk. Ik begin mijn familie te missen, maar ik zal doorbijten met de tanden die ik nog heb. Ik heb veel tijd om na te denken en dat doe ik ook, waardoor je meer en meer een beeld krijgt van jezelf, van je omgeving, van de maatschappij waarin je leeft, van het nu. Oei, al zo laat. Vlug nog mijn gewrichten verversen van olie en onder het dons. DOEI!!!!! KNUFFELS VOOR IEDEREEN!!!!!!
Zondag 17 juli 2011 - 23ste etappe - Limbach/Balsbach tot Adelsheim Heerlijk geslapen deze nacht. Ik besluit het rustig aan te doen vandaag. Het zijn tenslotte 'maar' 24 km te gaan. Het was weer een heel goed onderkomen , met een goede keuken. Een geluk,want dan moet ik niet meer op zoek naar een eethuisje of bakkerij. Na de inwendige mens versterkt te hebben vertrek ik pas om 9.45 u. De hemel is mij niet goed gezind, want het wordt een plaatselijke bui van 24 km !....Het stappen gaat beter dan de voorbije dagen, mooie omgeving. Ik ben door het bos gestapt tot Limbach. Het is zondagmorgen, ik kom nauwelijks iemand tegen. Door Limbach en terug het bos in richting Rittersbach. Daar eet ik mijn boterhammen op in een enorm grote hut, met dito BBQ. Geen broodjes op zondag. Ik vraag er de weg aan een thuisverpleegkundige naar Oberschefflenz. Zij zegt: "Laufen Sie an de Kreuzung rechts hoch bis zum Oberschefflenz". "OK. Danke schön". Maar zij zegt er niet bij dat het nog wel 4X klimmen en dalen is tot daar. Na Oberschefflenz komt Adelsheim. Om 15.30 loop ik Adelsheim binnen. Bij de afdaling zie ik reeds de boerderij staan van Opa Gotthilf. Het doet mij wat en ik krijg kippevel. Ik ben doorweekt, maar het deert mij niet, t'is tenslotte maar de buitenkant die nat is ..... Het is een blij weerzien met onze vrienden. Dochter Anja is ook thuis. Zij komt haar paarden verzorgen en heeft haar twee honden bij plus de twee honden van H.-J., een gezellige beestenboel. Hans-Jörg snebbert nog altijd gelijk vroeger, precies een mitraillette! Hij is nu ook op pensioen en in augustus gaat hij weer eens naar Alaska om te jagen op elanden. Trouwens in de hal hangt het gewei van de eerste eland geschoten door Anja, toen zij pas zeventien was. Monica heeft lekkere soep gemaakt en ik laat ze smaken. Ze zal zorgen dat mijn kleren gewassen en gedroogd worden. Lief van haar .En nu ga ik herinneringen ophalen met H.-J. 't Zal gezellig worden. Adelsheim ligt ook op een Compostella-route.
Zaterdag 16 juli - 22ste etappe - Limbach/Balsbach
Zaterdag 16 juli 2011 - 22ste etappe - Hirschhorn tot Balsbach Vanmorgen genoten van een heerlijk ontbijt. Mijn gastgevers zijn brave vriendelijke mensen die het welzijn van hun gasten hoog in het vaandel dragen. Na afscheid genomen te hebben ben ik om 9.00 u vertrokken, wat ruim te laat is wanneer je weer een dagje klimmen en dalen voor de boeg hebt. Hetzelfde scenario als gisteren dreigt zich af te spelen. Uren stappen in een dicht bebost gebied. Gelukkig valt het weer nog mee. Tot Ebersbach kan ik langs de Neckar stappen. Het bos komt tot aan de oevers. Een fiets/wandelpad konkelt tussen de bomen. Vanaf Ebersbach begint terug het harde labeuren. Een beklimming waar maar geen einde aan schijnt te komen tot Waldkatzenbach. Dan over Strumphelbrunn, Waldbrunn, Roben, Krumbach tot Balsbach. Onderweg geen mens te bespeuren, geen wegaanduiding. Wat is men dan met kaart (slechte kaart) of kompas als je niet weet waar je bent. Om 14.30 u bel ik eens naar huis. Mama weet ook niet waar ik ben, dus kan ze mij ook niet helpen , maar het gesprek met haar heeft me moed. En tegen beter weten in stap ik verder, op goed geluk. En geluk heb ik. Om ongeveer 16.00 u geraak ik ter plekke in Limbach/Balsbach. Een prachtige omgeving, mooie natuur, een plaats om nog eens terug te keren (maar dan niet te voet!). Gasthof "Zum Engel". Ein gut Bürgerliche Küche mit Spätzle und Sosse. Ik heb bij het avondeten zitten praten met een koppel uit Zwolle. Het waren eveneens wandelaars, zij maakten wandelingen in de omgeving. Na de was en de plas bel ik mijn oude vriend Hans-Jörg uit Adelsheim waar ik morgen naartoe ga. We kennen elkaar al bijna dertig jaar. We zijn daar vaak met de kinderen op vakantie geweest. "Patrick, Du bist verrückt", zegt hij over mijn pelgrimage. Ik zie er naar uit om Hans-Jörg en Monica terug te zien. Het is, denk ik, toch weeral een 15 jaar geleden dat wij daar waren. Hans-Jörg zijn vader was in 1940 ingekwartierd in de huisjes (afgebroken) waar nu het marktplein van Rumbeke is. Op het einde van de oorlog lag hij in de kazerne van Zedelgem om te herstellen van bevroren benen opgelopen aan het oostfront. Daar is hij gevangen genomen door de Britten. Hij was beviend met Antoon Vanneste en Firmin Debusseré. De vermoeidheid zit in mijn lijf. Ik heb juist een heel klein blaartje ontdekt op een teen. Niet erg. Maar morgen ben ik halverwege en ik blijf twee nachten in Adelsheim. Dan met volle moed de tweede helft aanvangen. Nog altijd geen internet gevonden, maar ik geef mijn verslagen telefonisch door aan Magda en zij zorgt dat ze op de blog komen. Ik kan mijn lezers toch niet ontgoochelen hee. De reacties van jullie heeft ze mij door. Bedankt aan mijn lezers. Uw morele steun helpt mij om vol te houden. Dank jullie wel !
Vrijdag 15 juli 2011 - 21ste etappe - Weinheim tot Hirschhorn Vandaag nog één maand voor mijn aankomst aan de basiliek van Mariazell. Ik moet nu ergens halverwege zijn. Om 8.40 u vertrokken uit de jeugdherberg in Weinheim. Tot nu toe was dit de slechtste plaats die ik gehad heb. Men was er niet vriendelijk, het eten moest ik zelf halen in de keuken, en het was er duur op de koop toe. Het zou het begin zijn van een zware dag. Na het verlaten van Weinheim kwamen er reeds korte beklimmingen, eerst door wijngaarden om tegen de middag het Odenwald in te stappen. In de bossen waar ik door moet wordt veel houtontginning gedaan. Voor hun zware tractoren en machines zijn de wegen verhard met grove kiezelstenen . Daarop wandelen is ambetant en pijnlijk voor de gewrichten. In Bärbach ontmoet ik een man van Hongaarse afkomst. Toen ik zei dat ik naar Mariazell stapte was hij heel opgetogen. Zowat iedere Hongaar kent Mariazell en is er zeker eens in zijn leven geweest. Het is DE bedevaartsplaats bij uitstek voor de Hongaren en dit reeds van bij de stichting van Mariazell. Koning Stephan van Hongarije heeft veel gedaan voor het totstandkomen van Mariazell als pelgrimsoord. Het is een niet onbelangrijk bedevaartsoord, die ook de belangstelling kreeg van de laatste twee pausen en ongeveer 2 miljoen bezoekers per jaar telt. Bij het afscheid zei de man nog dat ik de groeten moest doen aan Maria. Terug naar het bos. In de late namiddag liep het verkeerd om niet te zeggen dat ik de weg kwijt was. Toevallig kom ik een Förster (boswachter) tegen en vraag hem de weg : "ah, gans einfach, dort und dort hin und tsak tsak, und dan bist du dort! "und ich war ....nirgendwo...... Na uren wandelen geraak ik letterlijk en figuurlijk het noorden kwijt. Ik weet niet meer waar ik ben, want nergens staan bordjes met wegwijzers zodat ik geen enkel aanknopingspunt heb. Ik vraag het nog eens aan twee houthakkers (zagers), hun uitleg was al niet veel beter en aan de bomen moet je het niet vragen. Het wordt 16.00 u., 17.00 u., 18.00 u. en nog geen Hirschhorn aan de Neckar te zien. Dan geraak je een beetje in paniek. Plots zie je door het bos huizen staan. Dolgelukkig stap je er op af, kruipt over de afsluiting en komt in een achtertuin terecht. Ik ben waarschijnlijk de eerste niet, want de mensen verschieten er niet van. Maar het is maar een klein gehuchtje midden het bos. Ik vraag het nog eens en zij sturen mij terug het bos in. Ten einde raad dan maar naar huis gebeld. Maar zolang je geen referentiepunt hebt, kunnen zij je ook niet helpen. Ondertussen stap je door, het daalt constant en je hoopt om toch maar op een landstrasse uit te komen. Plots kom je aan een panoramisch uitzicht met onderaan in het dal een gemeente aan de andere zijde beheerst door een prachtige burcht. Dit moet het zijn. Ik bel mijn schoonzoon Wim op en ja het is Hirschhorn. Dank je Wim dat je mij door Hirschhorn de Ersheimerstrasse binnen geloodst hebt. Ik ben versleten als ik in het pension aankom. Mijn gastgevers hebben echt compassie met mij. Ik zie scheel van de honger, en hoewel ze normaal geen avondeten geven, maakt de gastvrouw een groot bord met spek en eieren met brood en gemengde groentjes. Er zijn nog lieve mensen op de wereld !
Donderdag 14 juli 2011 - 20ste etappe - Worms tot Weinheim Vandaag is het "quatorze juillet" in France. Voor mij, stappen van Worms naar Weinheim. Mijn heup-en voetgewrichten doen een beetje pijn. Waarschijnlijk vermoeidheid na bijna vier weken wandelen. Ik raak soms moeilijk in slaap s'avonds. Maar k'zal het wel overleven. Het is trouwens geen plezierreisje dat ik maak. Het was mooi wandelweer. Droog, bewolkt en met momenten zonnig. Mijn Gasthuis in Worms was een oude afspanning, die veel verbouwd geweest is. Had vele kamers die het hele jaar door bevolkt zijn door werknemers van firma's, mensen die op verplaatsing werken en dus een week van huis zijn. Men kon er reeds vanaf 6.00 u. ontbijten. Als afscheid heb ik een sleutelhanger van Worms gekregen van de uitbaatster. Eva, gisteren heb ik mijn eerste Bretzel gegeten. Lekker. Vanmorgen door de mooie Altstad Worms gelopen richting Nibelungen Brücke die me over de Rijn bracht, de stad uit. Ik wandel door een gebied, zo vlak lijk de Polders die naar Lampertheim toe verandert in een stinkend industrie gebied. Daar heet de straat zelfs Chemiestrasse. Ergens in een parkje nuttig ik mijn lunschpakketje. Links zie ik de bergen al van Odenwald, dus morgen gaat het op en nere!.... In Neuschloss kan ik eindelijk tussen de bomen vertoeven, maar moet ik op de weg blijven omdat ik naast een Amerikaans militair domein loop. Voorbij Hüttenfeld langs een kanaal tot in Weinheim. Om mijn slaapstede te bereiken moet ik richting Mannheim stappen. Veel drukke wegen vandaag, veel te druk. Onderweg ga ik een bakkerijtje binnen en koop me twee Salzbretzls. Ze stonden in de aanbieding, 2 kopen , 1 betalen. De bakkerin dacht waarschijnlijk dat ze een nieuwe klant had , ze zei me dat iedere donderdag reklame was. Maar ik moest haar ontgoochelen. Ik zou niet meer terugkomen, wegens te ver van Belgie ....Ze keek me eerst een beetje raar aan, tot haar eurocentje viel en in een lach schoot. Om 16.00 aangekomen in de JHB en het zelfde ritueel zoals elke dag. Douchen, wassen, gaan eten en mijn verslag schrijven. Ook in de JHB is het druk. Er is een bende Italiaanse jongeren aangekomen. Wat kunnen die lawaai maken. Of ik ben het niet meer gewoon. Lichamelijk hebben mijn gewrichten nogal pijn gedaan. Je mag er natuurlijk niet te veel aandacht aan geven of het wordt nog erger. Tchuuuuus
Nicht das Beginnen wird belohnt sondern einzig und allein das Durchhalten. Katharina von Siena
Christus will keine Bewunderer, sondern Nachfolger. Sören Kierkegaard
Woensdag 13 juli 2011 - Worms - rust Gisteren aangekomen in Worms, na een 25 km lange wandeling. Na het ontbijt met de bus de stad in. Terwijl ik op de bus wacht begint het te regenen. Aan de Dom ga een winkeltje binnen en vraag of ze paraplu's verkopen. Ik heb geluk, de dame heeft er nog twee. Het blijft regenen maar met mijn nieuwe aanwinst deert me dat niet meer. Tot nu, droeg ik sport T-shirts uit synthetische stof. Nadeel is dat je na een uur stappen reeds behoorlijk begint te stinken. Voordeel is, dat het heel snel droogt. Het is wel vervelend wanneer je bij mensen bent of op restaurant. Daarom heb ik voor zo'n gelegenheden in Worms een katoentje gekocht (3). In de toeristische dienst kreeg ik een stempel en uitleg over de bezienswaardigheden. Eerst ben ik tot aan het Luthermonument geweest. Het monument is een ontwerp van Ernst Rietschel 1859 en door zijn leerlingen Donndorf, Kiets, Schilling en de architect Nicolai gebouwd. Op 25 juni 1868 had de onthulling plaats. Worms is een stadsdistrict (Kreisfreie Stadt) in de Duitse deelstaat Rheinland-Pfalz gelegen aan de Rijn. Ongeveer 81.000 inwoners. Worms is een zogenoemde Nibelungenstad met vele middeleeuwse bouwwerken. Bezienswaardig is o.a. de Sint-Petersdom, een Romaanse pijlersbasiliek die opgetrokken werd tussen 1130 en 1181. Het is de voornaamste kerk in Worms en de kleinste van de drie Rijnlands Keizerlijke domkerken (Kaiserdome). Het gebouw op zich is eenvoudig van interieur, terwijl het koor rijkelijk voorzien is van bladgoud. Aan het onthaal kreeg ik een stempel van een vriendelijk man. In het portaal hoorde ik Westvlaams praten. Dit trok natuurlijk mijn aandacht. Het waren 2 echtparen, een uit Handzame en de andere uit Kortemark. Van de Dom heb ik aan de andere kant van de stad het Nibelungenmuseum bezocht. Mooie audio-visuele voorstelling van het Nibelungenverhaal in 2 torens die deel uitmaakten van de stadsmuren. Je loopt van de ene toren naar de andere op een stuk overgebleven vestingsmuur. Vevolgens heb ik naar het Städtisches museum bezocht. Het is ondergebracht in het voormalig klooster 'Andreasstift' met naastliggende Romaanse kerk (12/13 eeuwse kruisweg). Het museum stelt stukken tentoon uit de voor- en vroege geschiedenis, Romeinse en Frankische tijd, middeleeuwen en later. Ook een kamer is besteed aan Luther. Daarna even door de winkelstraten gewandeld tot aan de bushalte om ter te keren naar mijn slaapkwartier. Morgen steek ik de Rhein over. Onderweg onmoet ik twee mensen, en geloof het of niet, weer twee West-Vlamingen, waarvan een uit Kortemark en de ander uit buurgemeente Handzame. De wereld is toch klein zou je denken, maar niets is minder waar als men 1275 km te voet aflegt. Morgen richting Weinheim, 27 km. Nog even het thuisfront bellen en verslag uitbrengen. Beetje eten en dan onder de (wol) pluimen !......Slaapwel.
Zondag 10 juli 2011 - Alzey - rust 1 Bij het ontbijt heb ik twee lieve nette Nederlanders ontmoet. Zij waren op doorreis van Italië naar huis in Den Haag. Na het ontbijt als een blok weer in slaap gevallen.
Middageten in de Stadhalle, samen met Hans, Ute en Ewald, alwaar ik in 1988 een eerste keer een concert speelde met Crescendo uit Bissegem. Het deed deugd nog eens in de zaal rond te lopen. Zij zijn mij echt aan het vetmesten (zoals tante Annie). Na de middag met Ewald een wandeling gemaakt in de stad, hij kent werkelijk alles en iedereen. In de late namiddag is Hermann Kopp (want ik slaap de 2 volgende nachten bij hem thuis) mij komen afhalen, om eerst een kijkje te gaan nemen bij Hans Häfner, in zijn "Bierstube", waar reeds veel bekenden geweest zijn (Hij heeft een enorme verzameling gastenboeken van die mensen). Hij heeft ook prachtige old-timers (waaronder een Opel 1927). Hans zit werkelijk vol fratsen. Zo begon hij trekzak te spelen en ik dacht, oei die heeft nog talent ook, maar Hans gaf hem aan mij en die accordeon speelde verder, bleek dat die trekzak vanzelf speelde. In de kelder staat ook een etallagepop met een politieuniform uit België. Hij heeft het uniform gekregen van Iris, de dochter van Wilfried Vanholme. Met Wilfried zat ik in hetzelfde team in mijn beginjaren bij de politie. Later zijn we gaan eten in Schafhausen (deelgemeente van Alzey). Daar staan werkelijk honderden naaimachines. In het restaurant kon je ook tweedehandsboeken kopen. Ewald heeft er een gekocht voor mij. Het dagboek van en geschreven door Generaal Ludendorf over de eerste wereldoorlog met kaarten van het front Ieperboog. Lekker slaatje. Es war gans gemütlich . Veel te laat in bed (01.30 u), vandaag een beetje groggy. Vermoeidheid denk ik. Salut.
Zaterdag 9 juli 2011 - 18de etappe - Bad Kreuznach tot Alzey Het ontbijt en het afscheid in de jeugdherberg Bad Kreuznach liep wat uit. Veel interesse vanwege de gasten, waaronder veel Canadeese jongeren, die op taalstage waren . Ik heb altijd problemen om een stad uit te komen, maar dankzij de hulp van lieve mensen lukt het mij toch. Vandaag serieuze knieproblemen, al gevolg van het klimwerk van gisteren. Dan maar naar mijn lichaam luisterenzeker en er vriendelijk voor zijn... In Sieferheim geluncht. Voor mijn neus stopte een bus met wijnhandelaars, die op proef-toer waren. Een paar bleven rond mij hangen om vragen te stellen. Zij hadden een wijngeurtje. In de loop van de namiddag heb ik hen nog een paar keer tegengekomen. Die zullen er lief uitgezien hebben tegen de avond !... Lange tijd tussen de wijnranken van Rheinhessen gelopen. Wie drinkt er dat allemaal op ?? Anders een saaie etappe met weinig alternatieven voor wandelaars. Ik was was blij, toen ik in de verte de "Wartbergturm" van Alzey zag. Die Wartbergtoren heeft de stad behoed van totale vernietiging door de bommen van de geallieerden. Door dat er een mist hing over de stad , dachten de bommenwerpers toen ze de toren zagen dat dit de stad was. Doch de toren staat op een heuvel helemaal buiten de stad. Alzey is ook bekend als stopplaats voor de eerste postkoetsen van "Thurn und Taxis" die op en af reden tussen Innsbrück en Mechelen en/of Brussel. Op de "Rossmarkt" zaten mijn oude vrienden Hans, Ewald en Jutta mij al op te wachten. Voor mij een grote "Apfelsaftschorle" om zweet en stof weg te spoelen. Lekkere douche genomen in mijn verblijf bij wijnbouwer Stephan u. Petra Biegler& Brand. Daarna gaan eten in hotel Römer (Marie-Anne en Paul kennen dit wel) Trouwens, nogmaals bedankt Paul en Marie-Anne, voor jullie tussenkomst. Misschien ligt Alzey ook op de route van de eerste Vlamingen die in de 12de eeuw op strafbedevaart gingen naar Mariazell. Straks slapen en morgen ......is een andere dag!