Daarnet heb ik mezelf een schouderklopje gegeven (een mens moet dat zo regelmatig eens doen). Daarna heb ik me aan een vreugdedansje gewaagd, maar dat heb al ik snel gestaakt wegens een beetje té, want een mens mag nu eenmaal niet overdrijven! De reden voor dit alles lag eigenlijk bij het simpel feit dat ik de laatste tijd enkel nog zenuwachtig ben als ik nerveus loop. Ik ben ook niet meer zo vaak boos,
enkel nog als ik kwaad ben. Ik loop de laatste tijd dus lekker zen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Dit alles echter even volledig terzijde. Deze namiddag dwaalde mn gedachten tijdens een kalm moment op het werk even af. Ik moest opeens denken aan de kariboe en het vogelbekdier. Dieren waar de meeste mensen tot mijn groot spijt niet veel van weten. Ikzelf echter, heb voldoende informatie opgezocht om te zorgen dat jullie qua kennis over deze dieren, niet meer volledig in het duister hoeven te tasten. Ik kan hier natuurlijk geen half naslagwerk schrijven, dus behalve de paar weetjes die ik jullie geef, zullen jullie de rest zelf moeten opzoeken.
Laten we beginnen bij de kariboe, wiens naam meer klinkt als de uitroep van een indiaan die net in een bizonkeutel getrapt heeft. De kariboe is eigenlijk een soort rendier dat in Siberië en Noord-Amerika leeft. Een enkele keer vangt een grizzlybeer wel eens een jonge kariboe, maar de voornaamste vijand is toch de wolf. De kariboe leeft vooral van grassen, mossen en takken. In de maanden oktober en november mogen ze eens van de grond gaan want dan is er de paartijd. De draagtijd is tussen de 7 à 8 maand en er is normaal maar 1 jong per worp.
Het vogelbekdier is een uniek Australisch dier. Het heeft de kenmerken van drie andere bekende diersoorten: de snavel van een eend, het lijf van een mol en de staart van een bever. Toch is het vogelbekdier een heel ander dier dan één van deze drie dieren. Samen met de miereneter behoort het vogelbekdier tot de monotremen. Monotremen zijn de meest primitieve zoogdieren, ze zogen hun jongen hoewel ze eieren leggen en niet levend baren zoals alle andere zoogdieren. Het woord monotreem komt uit het Grieks en betekent één gat. Ze hebben namelijk maar één uitgang die meerdere functies heeft: paren, eieren leggen en uitwerpselen,
jakkie dus (sex daar eens mee). Monotremen komen van nature alleen in Australië voor. Het vogelbekdier is het enige Australische zoogdier dat giftig is. Volwassen mannetjes hebben op de achterpoten een angel van ongeveer 1,5 cm lang die verbonden is met een gifklier in de dij. De mannetjes gebruiken deze gifpunten vooral in de paartijd tijdens hun gevechten met andere mannetjes om een vrouwtje. Toen er vroeger nog gejaagd werd op vogelbekdieren werd er nog wel eens een jachthond dodelijk getroffen tijdens de laatste verdedigingsactie van het vogelbekdier. Het gif is niet levensgevaarlijk voor mensen. Het is wel zeer pijnlijk om gestoken te worden door een vogelbekdier. Het dier kan zijn punten met grote kracht door de huid van een mens heen stoten en het gif zorgt voor een spectaculaire zwelling en zeer ernstige pijn van het getroffen lichaamsdeel. Indien je tijdens een Australische reis dus een robbertje wil vechten met een vogelbekdier,
pik er dan een vrouwtje uit.
U hoeft me voor deze interessante les niet te bedanken hoor, t is graag gedaan!
|