Het is iets met steentjes in de borststreek geweest, of zoiets. In de dan nog anonieme rue Daubresse in Jumet krijgen de buren in de zomer van 1995 van dochters Francine en Yvette te horen dat de operatie is mislukt en dat ze de lieve oude man nooit meer zullen zien. Een inwendige bloeding tijdens de operatie. Maar hun vader, zeggen ze, had toch een lang en mooi leven gehad. In een stad als Charleroi zijn mensen geneigd direct te tekenen voor een leeftijd van 89 jaar.
Alexandre Gosselin had in de jaren dertig een lapje grond gekocht in de toen nog niets dan levenslust uitstralende straat in het centrum van Jumet. Hij had er zijn eigen atelier opgetrokken en het huisje verbouwd. Metaal bewerken, dat was zijn leven. 'Mensen zoals ik gaan niet op pensioen', zei hij vaak. Mijnheer Gosselin was perfect gelukkig met wat hij had opgebouwd, en hoe hij dat had gedaan. Hij had 48 vrienden zien sterven aan long- en andere aandoeningen die volgens hem verband hielden met de chemische troep uit de fabrieksschouwen. Hij was milieubewust voor iedereen dat zo'n beetje werd. In zijn atelier kon je van de grond eten. Hij kweekte groenten in zijn tuintje en sprak kennissen aan over de kwaliteit van hun voedsel. Alexandre Gosselin bezat twee huizen in de rue Daubresse: het grote, met het bijhorende atelier op het nummer 63-65 en de houten chalet op het nummer 67. Wie de man in de laatste jaren van zijn leven zag, vermoedde een kwieke zeventiger, of misschien zelf een zestiger. Alexandre was veel ouder. Op 13 januari 1993, goed twee jaar voor hij zou gaan, was zijn vrouw gestorven. Ze was al een poosje ziek. Veel andere oude mannen gaan er op zo'n moment onderdoor, hij niet. Hij zag het enkel als een signaal om het wat rustiger aan te gaan doen, en besloot zijn atelier te verkopen.
De koper heette Bernard Weinstein. De Fransman wordt tot vandaag door Marc Dutroux omschreven als 'de beste vriend die ik ooit had', ook al vermoordde Dutroux hem eind 1995 eigenhandig. Ja, zegt hij, omdat Weinstein een van de twee mannen was die hem in juli 1995 de in Grâce-Hollogne ontvoerde achtjarige meisjes Julie Lejeune en Melissa Russo 'brachten' en kort daarop in paniek raakte. 'Na enkele weken, twee maanden ongeveer, wou hij dat de meisjes verdwenen', zegt Dutroux. 'Ik denk dat hij hen wou doden. Hij zei me dat hij bereid was om dat te doen.' En dus moest de boeman dood.
Op 31 januari 1992, heeft Weinstein 1 miljoen frank betaald aan Alexandre Gosselin. De oude man trekt zich terug in de chalet. Ruimte zat daar, voor hem alleen. 'Aanvankelijk was de verstandhouding tussen mijn vader en Weinstein goed', zegt dochter Francine Gosselin. 'Dat verminderde toen mijn vader op een dag politiemensen in de tuin van Weinstein bemerkte. Weinstein zei dat hij was betrapt bij het stelen van een graafmachine samen met een vriend, die hij evenwel niet had verklikt. Mijn vader heeft toen geprobeerd om hem terug op het rechte pad te brengen. Ze woonden vlakbij elkaar, mijn vader nodigde Weinstein regelmatig uit om bij hem tv te komen kijken en gaf hem vaak wat te eten en te drinken.' Volgens dochter Francine bekoelde de vriendschap snel.
Haar vader haalt op zeker ogenblik een tweede wapen in huis en legt het schietklaar onder zijn bed. Wie of wat hij vreest, daarover kan weinig twijfel bestaan: 'Hij legde me uit dat Bernard Weinstein er vaak 's nachts op uit trok', zegt Francine. 'Hij vond dat verdacht. Enkele weken voor zijn dood vertelde mijn vader me dat Weinstein een rode pastille in de waterbak van zijn hond had gelegd. Volgens wat mijn vader vertelde, zat Weinstein in de zetel en liet hij zijn arm op een bizarre manier tot boven de bak hangen. Toen de hond weigerde van het water te drinken, vond mijn vader dat vreemd en ontdekte hij de rode pastille op de bodem. Hij was erg boos. U moet weten dat zijn hond zijn hele veiligheid betekende (...). Hij vertelde me ook hoe op zekere dag de hond in het holst van de nacht blafte. Mijn vader werd gewekt en nam zijn geweer. Hij opende het raam en hoorde Weinstein roepen: "Niet schieten, ik ben het." Mijn vader vond het gedrag van Weinstein bijzonder vreemd.'
Het is 28 juni 1995 wanneer mijnheer Gosselin met hevige pijnen naar het Hôpital Civil in Charleroi wordt overgebracht, waar hij twee dagen later zal worden geopereerd en op 4 juli zal sterven. Op 24 juni 1995, vier dagen daarvoor, zijn Julie en Mélissa ontvoerd. Nog anderhalve maand later, in de nacht van 22 op 23 augustus, schaken Marc Dutroux en Michel Lelièvre in Oostende An Marchal en Eefje Lambrecks. De stoffelijke resten van de twee Hasseltse meisjes worden een jaar later ontdekt onder een laag beton in het atelier in de rue Daubresse 63-65.
Reeds voor papa's dood, zegt Francine Gosselin, liet Bernard Weinstein heel duidelijk verstaan dat hij graag ook de houten chalet wou: 'Daardoor was mijn vader een beetje geprikkeld. Weinstein had al voorstellen gedaan. Hij wou absoluut het huis van mijn vader, om alle ongemakken met de buren te vermijden en om wat comfortabeler gehuisvest te zitten.'
We mogen aannemen dat dat laatste de verklaring is die Weinstein zelf opgaf, en enige verwondering is dan wel op zijn plaats. Weinstein groeide op als clochard aan de oevers van de Seine in Parijs, en bleef zich zijn hele leven als dusdanig gedragen. Hygiëne was voor hem een abstract begrip, het liefst omringde hij zich met rotzooi en verkoos hij een zo klein mogelijke ruimte om in te leven. Toen de twee dochters op 31 oktober 1995 met Weinstein in de chalet hadden afgesproken om de verkoop te regelen, merkten ze dat hij alvast allerlei spullen naar binnen had gesleept en vanop het nog aangesloten telefoontoestel vrolijk converseerde met - naar achteraf bleek - Marc Dutroux en de moeder van Michel Lelièvre. Weinstein, de man die ze altijd hadden gekend als een marginale sukkel, scheen nu goed te boeren. In de chalet bemerkten de zussen een reusachtig tv-toestel met een plat beeldscherm, een ding dat in 1995 een vijfde moet hebben gekost van wat Weinstein voor de chalet wou betalen: 500.000 frank. De verkoop zou niet doorgaan. In het BBL-kantoor in Lodelinsart bleek dat de hem door zijn moeder vanuit Parijs beloofde storting van 500.000 frank nog niet was aangekomen. Weinstein ondertekende een intentie tot aankoop die geldig bleef tot 15 november, en liet daarna niks meer van zich horen. Hij zou immers worden gedood door zijn 'beste vriend'. Bij gebrek aan nieuws verkochten de dochters de chalet dan maar aan een ander.
Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kunnen we stellen dat de resten van An en Eefje in de rue Daubresse werden begraven in de periode waarin Weinstein er de alleenheerschappij had over de twee huizen. Had Alexandre Gosselin op dat ogenblik nog geleefd, dan was hij een hoogst vervelende getuige geweest. Het is ook in deze periode, begin november 1995, dat Dutroux en Weinstein de chalet gebruikten om er drie jongelui te gijzelen en te verdoven.
'Mijn vader is een natuurlijke dood gestorven', zegt Francine Gosselin. 'Er is geen enkel element dat me doet denken aan een verdachte dood. Het is niet in een operatiezaal dat figuren als Weinstein of Dutroux zullen toeslaan.' Toch denkt niet iedereen er zo over. Peter Rochow, een van de verdachten in het luik-autozwendel van het dossier-Dutroux en vader van een van de drie gegijzelde jongelui, was een oude kennis van Gosselin. Ook Dutroux kende hij, en ook diens vaardigheden als self made pillendokter. 'Alexandre Gosselin verkeerde in goede gezondheid, zowel fysiek als mentaal', zegt Rochow. 'Volgens mij had hij honderd jaar moeten worden. Hij hield een groot schrift bij, waarin hij alle mogelijkheden tot het beperken van pollutie noteerde. Hij was erg hygiënisch en lette heel erg op zijn gezondheid. Als ik nu de evolutie in de zaak Weinstein-Dutroux zie, stel ik me vragen over de doodsoorzaak van mijnheer Gosselin.'
In de nacht van 2 op 3 januari 1997, vier maanden na de ontdekking van de stoffelijke resten van An en Eefje, komt een onbekende de houten chalet in brand steken. Een boze burger, verblind door woede over al wat hier was gebeurd, zo wordt gedacht. Paul Marchal, de vader van An, is niet overtuigd. De huizen in de rue Daubresse zijn hem door de jaren heen blijven intrigeren. Wanneer hij zich rot voelt, stapt hij wel eens in de auto, rijdt hij naar Jumet en maakt hij een praatje met de buren. Per slot van rekening situeert zich hier het laatste teken van leven van zijn dochter naar wie hij een jaar lang elke dag heeft gezocht. Meer dan eens sprak Paul Marchal Langlois aan over de brand. Hij kreeg te horen dat de zaak in handen lag van het parket in Charleroi, en dat de dader nog niet was gevonden. Ten einde raad trok hij zelf wat op onderzoek. 'Degene die de chalet in brand stak, heeft dat op een erg professionele manier gedaan', weet hij inmiddels. 'Dit was geen impulsieve gek die na een nachtje stappen een blik benzine en een aansteker uit zijn schuur haalde. Twee meter naast die chalet stond een ander houten gebouw. Mensen die hier wat vanaf weten, verzekeren me dat het een hele kunst is om een brand zo efficiënt te plannen.'
Voor Paul Marchal kan er weinig twijfel over bestaan: in de rue Daubresse lagen nog sporen, en die zijn begin 1997 uitgewist. Niet alleen door die brand. 'Kort daarna, zo vertelden de buren me, is daar dan op een nacht een man aangekomen met een professionele graafmachine. Die kwam daar wat in de grond woelen, iets zoeken, zo mag je veronderstellen. Dat werd opgemerkt door buurtbewoners, die de rijkswacht belden. Die kwam ook ter plaatse. Ik stelde er vragen over aan Langlois. Hij antwoordde dat hij hier niets van afwist.' Want ook de brand behoort, strikt juridisch gesproken, niet tot het thema van zijn onderzoek.
Het lijk van Alexandre Gosselin kon niet worden onderzocht door justitie. Het werd op 6 juli 1995 gecremeerd. De oude man had daar zelf op aangedrongen. Crematie, zo had hij gezegd, is milieuvriendelijker.
Auteur: Douglas De Coninck (uit het boek 'Dode Getuigen: dertig mensen die niet zullen spreken op het proces-Dutroux', uitgeverij Houtekiet)
 Enkel een sober monument verwijst vandaag nog naar de plaats aan de rue Daubresse in Jumet waar in 1996 de lichamen van An Marchal en Eefje Lambrecks zijn gevonden.
|