Onderzoeksjournalistiek over ophefmakende gerechtszaken in België
Op zoek naar de volledige waarheid achter het nieuws Informatie die je nog niet wist over belangrijke gerechtelijke dossiers in België. Feiten die nauwelijks of niet aan bod kwamen in de mainstream media.
05-01-2016
Komt het Monster van Woensdrecht volgend jaar vrij?
In 1994 was er Dutroux. En 3 jaar eerder was er Ludo De Beukelaer. Het 'Monster van Woensdrecht', zoals hij ook wel genoemd werd, ontvoerde en vermoordde begin jaren negentig 2 kinderen in de Antwerpse kempen en ontvoerde en verkrachtte daarnaast nog minstens 6 andere meisjes. De Beukelaer werd in september 1992 door een rechtbank in het Nederlandse Breda tot twintig jaar celstraf veroordeeld en een terbeschikkingstelling van de regering met dwangverpleging.
Sinds 2003 verblijft de geweldenaar in een psychiatrische instelling. Op 1 april 2011 was zijn straf volledig uitgezeten. De advocaat van de dader ijvert dan ook al een tijd voor een voorwaardelijke vrijlating of begeleid verlof. Tot opluchting van de nabestaanden oordeelde de voorzitster van de rechtbank in Breda in 2015 dat de man nog met te grote stoornissen kampt en verlengde zijn verblijf in de psychiatrische instelling met 2 jaar. Volgens de rechtbank is er bij De Beukelaer immers nog altijd sprake van een persoonlijkheidsstoornis en is de kans op herhaling te groot als de dwangverpleging zou komen te vervallen.
Rita Eggermont, de mama van de vermoorde Inge Breugelmans, woonde de zitting bij. 'Ook na 22 jaar wilde ik hier absoluut bij zijn. Ik ben bezorgd om de maatschappij. Als ik al die kostbare kinderen zie rondlopen, dan denk ik steeds: Er mogen geen nieuwe slachtoffers vallen', zegt ze. 'Eigenlijk zou die man geen nieuwe kans meer mogen krijgen. Ik wil niet dat hij opnieuw in de samenleving komt.'
In de kofferbak van de ontvoerder
6 oktober 1991. Catherine is zeventien. Zoals elke zondag maakt ze zich klaar om te gaan joggen. Een lange toer door het groen, langs het militaire domein in Brasschaat, en dan richting Wuustwezel. Het is een vaste gewoonte: op zondagochtend loopt ze, samen met haar vader. Vandaag vertrekt ze bij hoge uitzondering alvast zonder hem. Hij wil altijd als eerste aankomen, waarna zij een hele dag uitgeteld in de zetel hangt. Ze denkt: ik neem een voorsprong, aan het eind van de toer haalt hij me wel in. Maar opeens zit daar, als een smakeloos cliché in een weekendfilm, een man achter een rododendron. Alleen: de man is echt. Hij heeft een snor. En een mes, en een plan.
Als ze hem ziet, is het al te laat: ze loopt recht in zijn armen. Hij grijpt Catherine met beide handen vast - het mes moet hij inmiddels weggestoken hebben - en sleept haar naar zijn wagen, die even verderop in een zijwegje geparkeerd staat. Een kleine wagen, ziet ze, type Golf, of een kleine Peugeot. Ze heeft weleens lachend horen zeggen dat je 'wel weet waar je moet slaan' als je door foute types wordt benaderd, maar tegen een psychopaat bij wie de adrenaline door de aderen giert, valt weinig te beginnen, en Catherine is klein en tenger gebouwd.
Als ze merkt dat haar pogingen om zich los te worstelen niets uithalen, laat ze zich vallen. Maar onafwendbaar, meter per meter, komt de openstaande koffer van de wagen dichterbij. Ze begint nu hardop te smeken voor haar leven: 'Alsjeblieft, néé. Néé.' Concrete gedachten - aan doodgaan, verkracht worden, eenzaam begraven worden op een afgelegen plek in het holst van de nacht - komen niet in haar op. De diepe, wezenloze paniek die haar overspoelt laat maar ruimte voor één gedachte: wég. Níét in die koffer. Níét in die auto.
En al die tijd, gedurende de minutenlange schermutseling, geeft de man geen krimp. Hij zucht niet, hij vloekt niet als ze hem raakt, hij gromt niet. Catherine wordt in de koffer geduwd. De koffer valt dicht. De man stapt in en start de wagen. En dan geeft ze - tegen beter weten in - een duw tegen het kofferdeksel. Het gaat open. Ze struikelt de koffer uit en rent voor haar leven. In de achteruitkijkspiegel ziet de man haar ontsnappen, maar hij rijdt gewoon door.
De ontvoering van Catherine, vertelde Ludo De Beukelaer later aan de politie, was niet voorbereid. Het was een impulsieve daad geweest. Hij had zijn wagen op een verlaten wegje in een bos geparkeerd. Toen Catherine langskwam, had hij toegeslagen.
Achteraf zou blijken dat Catherines T-shirt vol gaatjes zat. Het had dubbel geplooid tussen het kofferslot gezeten. Haar T-shirt had haar leven gered. Maar 2 andere kinderen hadden minder geluk.
Lange lijst van slachtoffers
Twee maanden na de mislukte ontvoering van Catherine, op 30 december 1991, sloeg het Monster van Woensdrecht opnieuw toe. Die dag werd de veertienjarige Inge Breugelmans uit Wuustwezel ontvoerd, misbruikt en vermoord. De verdwijning van Inge gebeurde midden de feestdagen. 'Het kerstfeest was de laatste gebeurtenis waarbij we nog allemaal samen waren', zegt de mama van Inge. Een gebeurtenis die ook in het collectieve geheugen van de Kempenaren geprent staat, want meer kinderen verdwenen in die periode.
Op 27 april 1992 vertrok Ines Van Muylder (16) uit Essen naar de Chiro-happening Dag van Jan en Alleman. 'Papa, het wordt een plezante dag', waren haar laatste woorden. Amper een kilometer verder werd ze aangereden, ontvoerd en misbruikt. Beide meisjes werden door De Beukelaer begraven in een bos in het Nederlandse Putte. Op 28 april 1992 werden hun lichamen gevonden.
Verder was er ook nog de ontvoering en verkrachting van Eva (11), poging tot verkrachting van Issa (15), Sevarina (13) en An. Voor de verkrachting van zijn stiefdochter Else wordt De Beukelaer uiteindelijk vrijgesproken.
Op 30 december 2011, precies 20 jaar na haar verdwijning, werd een monument onthuld voor Inge Breugelmans in Wuustwezel.
Voorlopig blijft De Beukelaer dus nog in de psychiatrische instelling waar hij momenteel verblijft. Tot in 2017. Dan moet de rechter opnieuw beslissen of het Monster van Woensdrecht klaar is om opnieuw in de samenleving te worden losgelaten of niet.
Bronnen: Het Nieuwsblad, Humo, Omroep Brabant, NOS