Onderzoeksjournalistiek over ophefmakende gerechtszaken in België
Op zoek naar de volledige waarheid achter het nieuws Informatie die je nog niet wist over belangrijke gerechtelijke dossiers in België. Feiten die nauwelijks of niet aan bod kwamen in de mainstream media.
28-10-2015
Een ex-premier voor 63 miljoen - Histories
Uitzending van het Canvas-programma 'Histories' uit januari 2001. De ontvoering van de flamboyante en controversiële politicus-zakenman Paul Vanden Boeynants (VDB) op 14 januari 1989 was het begin van een affaire die overal in België op verbazing en ongeloof werd onthaald.
Het gerecht tast aanvankelijk volledig in het duister. Het eerste echte contact met de ontvoerders komt er op 30 januari 1989 via mijnheer 'Léon'. 'Léon' - naar alle waarschijnlijkheid Patrick Haemers - belt Jean Natan op, een relatie van Paul VDB. De eis is een losgeld van 63 miljoen Belgische frank. De onderhandelingen gebeuren los van de politie. Op 10 februari 1989 overhandigt Jean Natan in Genève het gevraagde bedrag. Drie dagen later wordt VDB door zijn ontvoerders vrijgelaten aan het station van Doornik. De gijzeling is voorbij.
Later wordt Patrick Haemers, een sleutelfiguur in de ontvoering, samen met zijn vriendin in Brazilië aangehouden. Op 19 april 1993 begint het proces tegen de bende. Een kleine maand later pleegt Haemers zelfmoord in zijn cel. 'Een ex-premier voor 63 miljoen' reconstrueert deze ontvoeringszaak. Het archiefmateriaal wordt aangevuld met exclusieve beelden, reconstructies en gesprekken met bevoorrechte getuigen. Een documentaire van Dirk Leestmans.
28-10-2015 om 00:00
geschreven door webmaster
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (12 Stemmen) Categorie:Ontvoeringen Tags:Histories, Canvas, Paul Vanden Boeynants, VDB, ex-premier, PSC, Patrick Haemers, Philippe Lacroix, Basri Bajrami, bende-Haemers, ontvoering, kidnapping, losgeld, 63 miljoen, Le Touquet, BSR, Kaplan Murat, gevangenis,ontsnapping, Harry Van Oers, Jean Natan
Toch denkt Jefke dat daar nog ergens miljoenen liggen - Douglas De Coninck
In het kippenhok misschien. Of in een sok onder een matras. Jefke Peeters, 23 jaar geleden medeontvoerder van Anthony De Clerck, verdenkt zijn toenmalige kompaan Danny Vanhamel ervan
een deel van het losgeld achter te hebben gehouden. Niks van, zegt Vanhamel. Maar waarom liep Jefke-met-enkelband dan zo'n risico? Douglas De Coninck op zoek naar de mogelijke restantjes van 256,6 miljoen Belgische frank aan losgeld.
"Wij zijn de ontvoerders van Anthony. Wij stellen vast dat gij onze boodschap goed hebt ontvangen. De losprijs die wij u vragen: 2 miljoen Franse Franken, 1 miljoen gulden, 1 miljoen Duitse marken, 6 miljoen Amerikaanse dollar. Onze voorwaarden die gij eerder hebt ontvangen niet vergeten. De vrijlating van Anthony zal alleen gebeuren wanneer wij de losprijs zullen hebben nagekeken en gecontroleerd."
Bij de brief, op 12 februari 1992 door Jozef Peeters en Salvatore Calatabiano verstuurd naar Dominiek De Clerck in Wielsbeke, zat een geluidscassette: "Dag mama en papa. Hier spreekt uw zoon Anthony. Met mij is alles goed. Ik kom niets tekort. Ik weet nu toch dat jullie gisteren op tv geweest zijn en dat papa alles zal doen om mij terug te krijgen. Wees niet ongerust, want ik word heel goed behandeld en krijg wat ik wou. Ik heb zelfs een computerspel gekregen en veel boeken. Ik mis jullie en hoop vlug bij jullie thuis te zijn."
Wat vonden we het toch grappig. Moeder Martine De Clerck voor de tv-camera's, twee dagen na de ontvoering, in het parochiezaaltje in Belsele: "Anthonyke, gij zijt ne toffe jongen". Was dit echt? Was dit Vlaanderen? En was die vader, Jan De Clerck, textielmagnaat, wel 'zuiver op de graat'? Hoe vaak is niet herhaald dat justitie zoveel meer aandacht had voor Anthony dan voor andere verdwenen kinderen?
Er was dat ene moment, 22 september 1997, vijf jaar na de feiten. Jan en Martine De Clerck in Brussel gearresteerd op verdenking van financiële fraude. Wie voerde Het Belang van Limburg op als leverancier van deskundige commentaar? Daniël Vanhamel, aan de telefoon vanuit de nor: "Ik ben wel in mijn nopjes dat ze nu beseffen wat het betekent opgesloten te zitten, je kinderen achter glas te moeten zien. De familie heeft ons altijd als uitschot beschouwd." Ja, hoe zou die daartoe gekomen kunnen zijn?
"In de rechtszaal voelde je dat niet, maar daarbuiten hing een lacherig sfeertje", zegt advocaat René Verstringhe, die op het assisenproces de burgerlijke belangen van de familie De Clerck verdedigde. "Het ging hier wél om een jongen van elf die op een ochtend, op weg naar school, door mannen met bivakmutsen en een revolver uit de auto gesleurd werd en een maand lang in een cel opgesloten zat. Die psychische terreur, op hem, op de familie... Ik vind dat bijzonder ernstige feiten, sorry."
Dat we geneigd zijn het allemaal zo lollig te vinden, is mede te danken aan de strapatsen van Daniël - 'zeg maar Danny' - Vanhamel en Jozef - 'Jefke' - Peeters, in een populaire krant treffend omschreven als de Gaston en Leo van de Belgische misdaad. Ervaren gangsters hebben een vluchtplan. Die ochtend, 4 februari 1992, iets na achten, kwamen Vanhamel, Peeters en kompaan Isidro Sanchez na hun vertrek uit Belsele in hun Mercedes met een spartelende Anthony in de koffer 20 minuten vast te zitten in de ochtendfile op de E17 nabij de Kennedytunnel.
Het idee was in 1989 gerijpt in de gevangenis van Lantin, waar Vanhamel, Peeters en Sanchez samen opgesloten zaten en uit de krant meenden te kunnen opmaken dat de publieke opinie 'positief' stond tegenover de bende rond Patrick Haemers. Die had oud-premier Paul Vanden Boeynants ontvoerd. Vanhamel, ooit vechtersbaasje bij de Limburgse motorbende Born Losers en als Vlaamse James Dean opgevoerd in het BRT-jongerenprogramma Inspraak, adoreerde Haemers. Naar zijn voorbeeld pleegde hij, met hulp van Peeters, eind 1988 een gewapende overval op een Securitas-geldtransport in Berloz.
Eind 1991 hadden ze een beter plan: de ontvoering van de dochter van de Nederlandse miljonair Leon Melchior. Ze hadden de omgeving verkend en foto's verzameld van zowel de dochter als Melchiors secretaresse, Christiane Gielen - kwestie van geen stommiteiten te begaan. Op 13 december 1991 werd in een BMW in Maastricht een met kauwgom achter het stuur bevestigd briefje opgemerkt: "Uw dochter werd ontvoerd maar wordt goed behandeld! Het losgeld bedraagt 200 kg staven goud (24 karaat) verpakt in zakjes van 20 à 25 kg plus 4 miljoen dollar in gebruikte biljetten van 100 VS-dollar eveneens verpakt in jute zakken (geen serienummers!)."
Het plan was tot in de perfectie verlopen. Tot Vanhamel, Peeters en Sanchez in de gehuurde chalet in het Ardense Engreux de zak van het hoofd van hun gijzelaar trokken. Die zei: "Ik ben Christiane Gielen". Voorzien van een biljet van 100 frank werd de jonge vrouw een dag later vrijgelaten in de buurt van Riemst.
De bende-Vanhamel ging in Knokke graaf Leopold Lippens observeren. Nadat Calatabiano op diens domein per abuis de zoon van de conciërge had vastgegrepen en daarbij een schoen verloor, werd ook dat plan opgeborgen. Vanhamel kocht de Trends, las iets over het vermogen van Jan De Clerck, en vergat even dat de publieke opinie mogelijk anders zou reageren op de ontvoering van een kind.
Op 5 februari, een dag na de ontvoering van Anthony, stond Vanhamel al met stip bovenaan de lijst verdachten van onderzoeksrechter Leo Tas in Dendermonde. Dat werd er niet beter op na de eerste losgeldbrief, opgesteld in schabouwelijk Frans, in dezelfde stijl en op dezelfde tekstverwerker als bij Gielen. Er kwamen tips uit 'het milieu', onder meer via de later in opspraak gekomen BOB'er Willy Van Mechelen. Hij was de flik die al na één dag zei: "Da's Vanhamel, zeker weten".
Vanhamel? Dat was dan goed nieuws. Die zou Anthony vast geen haar krenken. "We wisten ongeveer alles", zegt een speurder van toen. "Het probleem was dat we niet wisten waar Anthony zat en wie hem bewaakte. Zolang we de jongen niet hadden, moesten we Vanhamel met rust laten."
Nadat in de nacht van 27 februari een eerste poging tot overhandiging van losgeld fout liep - en Vanhamel even oog in oog stond met rijkswachters, die hem lieten gaan - verkoos hij niet langer te communiceren met oom Dominiek De Clerck, maar met de pastoor van Belsele. Diens telefoonlijn zou de politie vast niet aftappen, dacht hij. Op de lijn in de pastorie hoorden de speurders nu het onmiskenbare Limburgse dialect van de prime suspect. De rijkswacht mobiliseerde al zijn flitscamera's in de omgeving van Belsele. Op één beeld was de Fiat Uno (en nummerplaat) van moeder Vanhamel te zien, kort nadat in de brievenbus van de pastorie een brief en een cassette met de stem van Anthony waren gedropt.
Na een eindeloos parcours van onder zitbanken op autosnelwegparkings gekleefde briefjes met instructies - met wéér Vanhamel die zich om de haverklap liet flitsen - gooide een stroman van de familie De Clerck in de avond van 4 maart 1992 in Maarheeze, nabij Maastricht, drie tassen vol geld over een hek, waar ze werden opgepikt door medeplichtigen Calatabiano en Ivon Huber. Later in de avond leverden zij de tassen in Lummen af bij Vanhamel en Peeters. Van daaruit ging het naar militair Patrick Houdmeyers, een neef van Vanhamel. In diens garage werden de biljetten op de grond uitgestrooid en berekeningen gemaakt. Hier lag voor 256.616.000 Belgische frank.
Het tellen van de buit is voor een crimineel doorgaans de ultieme sensatie. Dat is het in Lummen iets minder als blijkt dat de biljetten vochtig zijn. Er zit overduidelijk een of ander 'spul' op. Het werk van de aan de Duitse Bündeskriminalamt verbonden chemicus Filippo Finnochiaro, zo blijkt later. Hij beklaagt er zich op het assisenproces over dat de Belgische speurders de biljetten na het aanbrengen van zijn chemische wondermiddel te snel op elkaar hebben gestapeld zodat ze zijn gaan klitten: "Normaal mag dat niet gebeuren".
Normaal knallen ontvoerders in zo'n geval hun gijzelaar neer en vertrekken ze met de noorderzon. Niet zo in Engreux. Nadat hij een maand lang de tijd heeft gedood met strips en een computerspel ziet Anthony in de namiddag van 6 maart 1992 zijn bewakers Isidro Sanchez en Thaci Din verwoed de chalet poetsen, zijn spelconsole in een vuilniszak proppen en strips verbranden. Omstreeks 21.45 uur die avond rinkelt de bel in een huis in Massenhoven. Daar staat een jongen: "Ik ben Anthony De Clerck en ik zou graag naar mijn mama en mijn papa bellen".
Tussen geldoverdracht en vrijlating is 48 uur verstreken. Tijd zat, zou je denken, voor een enkeltje Brazilië. Niet zo in Lummen. Als de speurders in de vroege ochtend van 7 maart aanbellen bij Vanhamel ligt die gewoon thuis in bed. Idem dito bij Peeters en Sanchez. Tijdens de huiszoeking bij Vanhamel zien de speurders hoe zijn vrouw Marina Krawinckel iets door de wc-pot spoelt. In de door de rijkswacht over de tuin uitgespreide drek worden papiersnippers opgevist waarop na wat gepuzzel te lezen is: "Wij zweren... - weg zullen... - geen..."
Het is een fragment uit een gecodeerde boodschap die Dominiek De Clerck op 20 februari had moeten uitspreken voor tv-camera's. Verborgen boodschap: "Wij gaan op uw eisen in". Vanhamel was die avond niet tijdig thuis voor het tv-journaal, dus zijn vrouw had vlijtig genoteerd. Ontkennen had geen zin meer. De chalet in Engreux zou misschien nooit zijn gevonden als een Luikse medeplichtige niet op het dwaze idee was gekomen om die na de drie arrestaties in een bui van paniek in de fik te steken.
"Moordenaars, dat kan toch niet?!", krijste Danny Vanhamel toen het Gentse assisenhof hem op 22 december 1994 net als Peeters en Sanchez veroordeelde tot levenslange dwangarbeid. Vijf medeplichtigen kregen lichtere straffen. Krawinckel, Houdmeyers en een secundair hulpje bij de ontvoering van Gielen zagen zich vrijgesproken.
Vanhamel en Peeters gingen in hongerstaking, klaagden in brieven aan de media steen en been over 'klassejustitie' en trokken al van in 1999 verbaal ten strijde tegen justitieminister Verwilghen die "onder de invloed van de familie De Clerck" hun rechtmatige eis voor een vervroegde vrijlating zou dwarsbomen.
Jefke Peeters mocht in april 2004, na twaalf jaar, de gevangenis verlaten. Hij kreeg van de dienst elektronisch toezicht een enkelband om. Sinds oktober 2004 geniet ook Danny Vanhamel dat voorrecht. Onder voorwaarden. Elke niet-werkgebonden verplaatsing dient gemeld aan de justitieassistent. Niet op café gaan. Geen contact hebben met medeveroordeelden van weleer.
Zaterdag 20 november 2004. In de garage van de villa in de Priesterse Heidestraat in Lummen, dezelfde villa als waar de politie destijds de beerput kwam leegpompen, staat Vanhamel rustig te schilderen als achter hem een vertrouwde stem klinkt. Jefke Peeters is 's ochtends met zijn kleindochter in Lummen naar de begrafenis van zijn schoonbroer gegaan, heeft na afloop wat pinten gedronken en is samen met het kind even tot hier gereden. "Wij zagen dat meteen", klinkt het op de dienst elektronisch toezicht. "Op het computerscherm zag je het signaal van de ene gedetineerde oplichten in de box van de andere. En juist díé. Alle alarmsystemen gingen af." Zaterdagavond zitten Danny en Jefke weer in de gevangenis. Geïnterpelleerd door zijn justitieassistent, zei Peeters: "Dat bezoek aan Danny, dat was de grootste stommiteit van mijn hele leven". Het is waar, met die zaak-Anthony is het om de een of andere reden altijd lachen geblazen.
In eerste instantie liet Peeters de wereld via advocaat Jan Keulen weten dat zijn bezoek niets dan nobels had beoogd. "Hij ging naar Vanhamel om hem te vragen een brief te schrijven aan de familie", aldus Keulen, maandag. Inmiddels krijg je van de advocaat maar twee woorden meer te horen. "Geen" en "commentaar".
Volgens zowel Vanhamel als Peeters duurde de conversatie "twintig minuten". De computer van de dienst elektronisch toezicht laat wat anders zien: 36 minuten. "Een beetje lang voor een gesprek waarover Vanhamel nu beweert dat zijn deel zich ertoe beperkte Peeters de deur te wijzen", vindt men daar. Toch is het zo gegaan, houdt Michel Du Tré, advocaat van Vanhamel vol: "Mijn cliënt heeft meteen gezegd: 'Ben je gek geworden? Dit mag niet, ga weg!' Hij kon er niks aan doen dat Peeters in die garage bleef staan. En ja, dat verhaal over die brief aan de familie De Clerck, dat is natuurlijk quatsch. Als dat de bedoeling was, hoefde Peeters enkel zijn advocaat te vragen om mij aan te schrijven."
Waarover spraken Peeters en Vanhamel dan wel? "Geld", verduidelijkte Marina Krawinckel (42) in enkele kranten. Om zich een dag later te corrigeren: "Ik weet niet precies waarover het gesprek tussen Danny en Jefke ging. Over geld maar zeker niet over losgeld dat is betaald voor de vrijlating van Anthony." Kan ook niet, zegt advocaat Du Tré. "Het voor de vrijlating van Anthony betaalde losgeld is in 1992 allemaal teruggevonden. Het is heel eenvoudig. Vanhamel en Peeters zijn ook veroordeeld voor die Securitas-roof in 1988. Securitas speelde het hard en eiste van mijn cliënt de terugbetaling van 40 miljoen frank. Dat is een astronomisch bedrag dat hij nooit bij elkaar zal krijgen, hoe hard hij ook werkt. Toch, puur uit principe, handhaaft de firma het loonbeslag."
De advocaat haalt er de cijfers bij. Na een voorbeeldig parcours in de gevangenis kreeg Vanhamel de enkelband om omdat hij kon voldoen aan de laatste van alle voorwaarden: een baantje vinden. Hij ging als chauffeur aan de slag bij de Kringloopwinkel in Lummen. "Hij verdient een kleine 1.250 euro netto per maand", zegt Du Tré. "Daarvan moet hij maandelijks 700 euro afbetalen aan Securitas. Peeters is voor dezelfde feiten veroordeeld en zit ook met zo'n afbetalingsplan. Het water staat hem tot de lippen. Hij staat onder budgetbeheer. Straks wordt zijn huis openbaar verkocht. Volgens mij is hij uit pure wanhoop bij Vanhamel langsgegaan."
En toch. In het naar de hoogste regionen van het ministerie van Justitie doorgestuurde dossier zegt Vanhamel: "Peeters kwam me spreken over de verdeling van de buit." Welke buit? Jawel, die. Vanhamel kon zijn ex-kompaan enkel op het hart drukken dat er niks meer was, maar zo te horen was Jefke Peeters ook na 36 minuten nog niet helemaal overtuigd.
Het strafdossier vertelt de lichtjes hilarische geschiedenis van het losgeld, in maart 1992. Vanhamel, Peeters en Sanchez zaten al in de cel. Hun namen en foto's prijkten dagelijks op de voorpagina's. Toch dachten Marina Krawinckel, Patrick Houdmeyers en zijn vrouw Sabine Vervloesem nog een kans te zien om het losgeld uit de klauwen van justitie te houden. Het stel kwam medio maart langs bij Krawinckel met een koffer vol vochtige guldens. Krawinckel dacht wel raad te weten met 'dat spul' van de politie. Ze stak de hele berg guldens in de wasmachine. De akte van beschuldiging: "Zij werden gestreken en per pakje van 100 biljetten gestoken (...). Tevens werden dollarbiljetten uit de koffer gehaald dewelke door Krawinckel werden gewassen en in de droogtrommel gestopt. De biljetten werden door Krawinckel en Vervloesem gestreken."
Een heler werd gevonden in de figuur van Guy Awouters uit Hasselt, die nog had geholpen bij de ontvoering van Gielen. Hij ging in Nederland op pad met het gewassen en gestreken geld, liep recht in de armen van een undercoveragent en werd op 18 mei 1992 gearresteerd in Diegem in het bezit van 350.100 dollar en 600.000 gulden. Inmiddels was een deel van het losgeld in Luik bij helers terechtgekomen en ook daar kon de politie nagenoeg alles onderscheppen. Toch wettigt het strafdossier de indruk dat Vanhamel en Krawinckel her en der nog wat hadden verstopt. Zij wezen justitie op 22 mei 1992 de weg naar het kippenhok achter het huis van de ouders van Vanhamel. Daar lag voor 3 miljoen frank aan dollars, marken en guldens in een plastic zak tussen het stro. Een laatste schijf werd gevonden nadat een van de helers ruzie kreeg met zijn vriendin. Op 3 juni 1992 belde zij de politie met de melding dat er 'iets' bij haar op zolder lag.
Zoveel hoopjes geld, her en der. En altijd weer Marina Krawinckel die wasmachine en strijkijzer hanteerde. Jefke Peeters is straks dakloos. Vanhamel, zo kon Jefke met eigen ogen zien, woont nog steeds in die leuke villa. Met zwembad.
In verschillende media was sprake van zo'n 37 miljoen frank die nooit zou zijn teruggevonden. "Klopt niet", zegt advocaat René Verstringhe (familie De Clerck): "Er is een verschil tussen wat de familie aan losgeld heeft betaald en het totale financiële verlies dat ze leed. Of je nu Jan De Clerck heet of niet, probeer maar eens in één dag 250 miljoen frank bij elkaar te krijgen." Ook begin 1992, toen de kleine Anthony nog spoorloos was en alle media beheerste, was het woord sentiment van geen tel in het bankwezen. Jan De Clerck klopte aan bij de Nationale Bank van België die de francs, dollars, guldens en marken liet overkomen uit het buitenland. Voor transport, verzekering en 'vernietiging' (door de chemische stof werden de biljetten bij voorbaat waardeloos gemaakt) rekende de Nationale Bank blijkens het strafdossier 37.333.822 frank aan. "Die kosten heeft de familie helemaal zelf gedragen", zegt Verstringhe. "37 miljoen frank, dat is toch al niet meer om mee te lachen."
Maar het losgeld zelf is integraal teruggevonden? "Niet integraal. Een klein deel is ergens via dat circuit van zwarte helers 'in de natuur' verdwenen. Het ging, als ik het goed herinner, niet om een astronomisch bedrag hoor." Na het proces was sprake van 5 miljoen frank. "Dat zal er al dichter bij zitten, al maakt het weinig uit. Als iemand al die vreemde valuta (buiten de dollars inmiddels allemaal vervangen door euro's, DDC) na al die jaren uit een of ander putje tevoorschijn haalt, wat moet hij er dan mee? Naar de bank gaan? Dat chemische spul gaat er nooit af. Die biljetten worden onmiddellijk herkend als waardeloos."
Eind 1992 scheidden Vanhamel en Krawinckel. De villa kwam op haar naam te staan. Het paar hoopte het zo te vrijwaren voor een door de familie De Clerck geëist bewarend beslag. De familie eiste 5 miljoen frank. "Maar ze stemde achteraf in met een dading", zegt advocaat Michel Du Tré (Vanhamel). "Hoewel hij in de gevangenis zat, wist mijn cliënt 1,5 miljoen frank bij elkaar te krijgen om de De Clercks uit de betalen. Die hebben daar toen mee ingestemd en formeel afgezien van elke verdere claim. Dat lijkt me een heldere indicatie dat er geen losgeld meer circuleert. Als er nu sprake is van 1,5 of 5 miljoen frank die is 'zoek geraakt', vergeet dan niet dat er in 1992 allerlei dubieuze operaties zijn uitgevoerd tegen wisselkoersen die niet echt overeenstemmen met die op de beurs."
Al sinds de jaren zeventig heeft Vanhamel geen job meer gehad. Toen Christiane Gielen werd ontvoerd, gebeurde dat omdat hij financieel aan de grond zat. Van maart 1992 tot vorige maand verrichtte hij wat onderbetaalde klusjes in de gevangenis. Ja, Marina Krawinckel heeft een handelszaak. Maar toch. Die villa. Dat zwembad. Door ons gecontacteerd, kreeg Marina Krawinckel last van een hevige hoestbui: "Kunt u misschien later eens terugbellen?"
Twaalf jaar na de feiten stond de ene ontvoerder van Anthony De Clerck voor de deur bij de andere. De één zit op droog zaad, de ander bewoont een villa met zwembad. Het gesprek duurde 36 minuten en ging dixit Danny Vanhamel over 'de verdeling van de buit', die er volgens hem niet meer is. Hij is wel de man met de villa. Geïnterpelleerd door zijn justitieassistent zei Peeters: "Dat bezoek aan Danny, dat was de grootste stommiteit van mijn hele leven". Het is waar, met die zaak-Anthony is het om de een of andere reden altijd weer lachen geblazen.
Auteur: Douglas De Coninck - verschenen in De Morgen op 27/11/2004
23-10-2015 om 00:00
geschreven door webmaster
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (20 Stemmen) Categorie:Ontvoeringen Tags:Anthony De Clerck, zaak-Anthony, ontvoering, losgeld, buit, Jan De Clerck, tapijt, Daniël Danny Vanhamel, Jozef Jefke Peeters, Isidro Sanchez, Salvatore Calatabiano, Marina Krawinckel, Patrick Houdmeyers, Christiane Gielen, Leo Tas, Engreux, Michel Du Tré
Bende-Haemers hield politicus dertig dagen in Frankrijk vast
Wat zegt u de naam Paul Vanden Boeynants? Je hoeft de Slimste Mens ter Wereld niet te zijn om spontaan de woorden premier, VDB, pijp, ontvoering en "trop is teveel" te noemen. Op 14 januari 2014 was het precies 25 jaar geleden dat de voormalige premier en ex-minister van Defensie door de bende-Haemers gekidnapt werd.
Kan iemand zich anno 2015 voorstellen dat Elio Di Rupo, Yves Leterme of Guy Verhofstadt - net als Paul Vanden Boeynants allen Belgische ex-premiers - door een gangsterbende ontvoerd zouden worden? Nauwelijks. Waarom leek zoiets in 1989 bij de Brusselse slagerszoon en toppoliticus dan wel aannemelijk? Ons land was in de jaren tachtig toen wel wat gewoon. Maar toch.
Het werd nog erger: terwijl de minister van Staat halfnaakt lag vastgeketend in een vakantiewoning in het Noord-Franse Le Touquet, begonnen speurders en media in zijn thuisland te twijfelen aan de echtheid van zijn ontvoering. Kon het niet dat Vanden Boeynants - tegen wie een procedure liep om zijn parlementaire onschendbaarheid op te heffen - zelf zijn ontvoering geënsceneerd had? De vraag stellen was ze beantwoorden.
Wat had de man dan misdaan om zoveel wantrouwen te verdienen? Niet veel. Of toch niet veel dat bewezen kon worden. Want VDB werd dan wel in verband gebracht met smeergeldaffaires op defensie, met drugstrafieken in bevroren vlees, met extreemrechtse staatsgrepen, met de Bende van Nijvel, met louche praktijken in de Brusselse vastgoedsector, met roze balletten en later ook pedofiele netwerken, uiteidelijk liep hij in 1986 enkel een veroordeling op voor fiscale fraude. Een misdrijf dat in de Brusselse volkscafés bovendien op brede sympathie kon rekenen. 'Het is ne linkador, ne pei mè vossekluute', klonk het daar toen aan de toog. En bij de volgende stembusgang in 1988 bezorgden de Brusselaars hem een kletterende verkiezingsoverwinning.
Genadeloze gangsters
We zijn slechts enkele maanden later - de 69-jarige Vanden Boeynants is dan volksvertegenwoordiger en gemeenteraadslid - wanneer hij op 14 januari 1989 om 18.20 uur zoals altijd zijn wagen parkeert onder zijn appartement aan de Brusselse Franklin Rooseveltlaan. 'Ik begaf me naar de traphal, toen ik plots besprongen werd door twee mannen - een grotere en een middelmatige - met bivakmutsen', herinnerde Vanden Boeynants zich later op het proces.
'Ze dachten dat een bejaarde geen kracht meer heeft, maar mispakten zich. Ik heb gevochten als een leeuw. Pas toen ik een klap op mijn hoofd kreeg en even buiten westen raakte, moest ik mij gewonnen geven. Intussen was een wagen met een derde gemaskerde voorgereden. Ik werd op de achterbank gegooid en terwijl een van de gangsters me een revolver in de nek duwde, bonden de anderen mijn handen en voeten vast en trokken een bivakmuts over mijn hoofd.' Op de plaats van de feiten bleven drie sporen achter: een schoen, zijn onafscheidelijke pijp en zijn gehoorapparaat.
Drie lange en bange uren duurde de rit naar de schuilplaats van de daders, een vakantievilla in de Noord-Franse badplaats Le Touquet. Daar werd VDB in een donkere, lege kamer geduwd. Dertig eindeloze dagen zou hij er doorbrengen in volslagen duisternis, zonder tijdsbesef, op een dieet van water en conserven en omringd door gangsters die geen woord met hem wisselden.
Vanden Boeynants had er tijdens zijn gevangenschap het raden naar wie zijn gijzelnemers waren. Dat was maar goed ook, want de bende van Patrick Haemers, Philippe Lacroix en Basri Bajrami had tussen 1983 en 1989 een genadeloze reputatie opgebouwd: in paracommandostijl overvielen ze geldtransporten, banken en postkantoren. Viel daarbij al eens een dode, dan was dat maar zo. Toen het gerecht in 1994 de rekening maakte, had de bende zo'n tweehonderd miljoen Belgische frank buitgemaakt en vier doden op zijn geweten.
Briefjes over en weer
'De eerste dagen heb ik doodsangsten uitgestaan', vertelde VDB na zijn vrijlating. 'De gangsters zwaaiden voortdurend met wapens. Als oud-militair ben ik niet snel bang, maar ik wist totaal niet wie de vijand was. Toen ze na vier dagen enkele kranten binnengooiden, sloeg de schrik me helemaal om het hart. Ik las daar dat ik in handen was van de Brigades Socialistes Révolutionaires (BSR), een bende politieke terroristen. Maar een dag later stelden ze me gerust: die BSR was een truuk om de speurders op een dwaalspoor te zetten. Ik was opgelucht, ze wilden enkel geld en ik wilde mijn vrijheid. We konden beginnen te onderhandelen.'
Achteraf lekte uit dat Vanden Boeynants eerder toevallig en pas veertien dagen voor zijn ontvoering als doelwit uitgekozen was: toen de bende op 31 december aan de Azurenkust oudejaarsavond vierde, kwam er per toeval een boek over de rijken der aarde op tafel. Toen een van de aanwezigen enkele persknipsels bovenhaalde over het vermeende fortuin van VDB was de keuze bezegeld. 'We hadden nog enkele rijkaards in reserve - nee, ik noem geen namen - maar die hadden we uiteindelijk niet nodig', gaf Basri Bajrami ooit toe.
In Le Touquet had Vanden Boeynants na veertien dagen - geheel naar zijn natuur - zelf de touwtjes in handen genomen. Toen hij bekomen was van de eerste schrik draaide hij in zijn hoofd de knop om. 'Ik had gezworen dat ik geen traan zou laten en dat ik niet zou sterven in dit rovershol. Védébé, tu ne vas pas crever ici, praatte ik mezelf in. Die gedachte heeft me recht gehouden', zei hij met veel zin voor dramatiek op de historische persconferentie na zijn vrijlating.
Meer zelfs, niet de gangsters of de politie maar VDB zelf bepaalde hoe, waar (in Genève) en door wie (raadsman Jean Natan) het losgeld overhandigd zou worden. En om de ontluistering van Haemers en co compleet te maken, pingelde hij eindeloos van het losgeld af tot de bende genoegen nam met een schamele 63 miljoen oude Belgische franken.
'Elke communicatie verliep schriftelijk', zei VDB. 'Dat ging zeer moeizaam: zij dachten dat ik miljardair was en ik probeerde ze af te schepen met een aalmoes. Maar dat pakte niet. Op een dag stopten ze een dreigbriefje onder de deur: Genoeg de slimmerik gespeeld, het hangt ons de keel uit, drijf het niet te ver. We willen vierhonderd miljoen. Anders gaat eerst je pink eraf, dan je rechteroor en daarna gaan we je kleindochter halen. Het was misschien bluf, maar toch...'
'Gelukkig schreef een journalist de volgende dag dat de hardnekkige geruchten over 850 miljoen smeergeld die ik zogezegd ontvangen had, vals waren. Van dan af raakten de onderhandelingen uit de impasse. Twaalf dagen hebben we briefjes over en weer geschreven. We zijn gestopt aan 63 miljoen. Waarom 63 miljoen? Omdat we gemarchandeerd hebben zoals ik dat op de beestenmarkt in Anderlecht geleerd had. Het had even goed 60 of 65 miljoen kunnen zijn.' Typisch Vanden Boeynants. Altijd het onderste uit de kan halen.
Tot twintig tellen
De vrijlating van Vanden Boeynants op 13 februari was pure In de Gloria, althans volgens Basri Bajrami die VDB in een Lada van Le Touquet naar Doornik bracht. 'De buit was binnen en we wilden VDB liever vandaag dan morgen lossen, maar door de jaarlijkse endurocross krioelde het van het volk in Le Touquet', zegt Bajrami. 'Toen de kust na het weekend weer veilig was, hebben we de ogen van VDB met watten afgeplakt, we hebben hem een zwarte bril opgezet en hem op de achterbank van de wagen geduwd.'
'In Doornik heb ik hem losgemaakt en tegen een muur gezet. Ik heb hem zijn horloge teruggegeven en wat geld voor een taxi en ik heb hem gewaarschuwd. Pas op, ik hou je in de gaten: je telt tot twintig en pas daarna mag je de bril afzetten en hulp zoeken. Goed, ik verstopte mij achter een hoekje en in gedachten heb ik meegeteld. En jawel, precies op de twintigste tel zette de premier zijn bril af. Dat was zo perfect, ik heb mij een breuk gelachen.'
Maar de pret van Bajrami was snel voorbij, want 's anderendaags al werd hij - als verdachte van een reeks holdups - opgepakt in het Franse Metz. Toen de politie tot haar stomme verbazing in zijn zakken ook zo'n vijf miljoen van het VDB-losgeld vond, leidde dat in verscheidene schuifjes tot de moeizame ontmanteling van de hele bende. Haemers, die op dat moment samen met zijn vriendin Denise Tyack en zijn collega-gangster Alex Zeyen in Rio de Janeiro in Brazilië zit, wordt snel opgespoord. Op 27 mei 1989 pakt de Braziliaanse politie hen op. In maart 1990 wordt het drietal uitgeleverd aan België.
Vanden Boeynants had intussen andere besognes. Een groot trauma had hij blijkbaar niet overgehouden aan de gijzeling, want nog dezelfde dag van zijn vrijlating was hij alweer de meester-tacticus die zich afvroeg hoe hij de situatie imagogewijs in zijn voordeel kon beslechten. Het leverde haast hilarische tv-beelden op die tot het collectieve geheugen behoren: VDB die twee dagen later - nog steeds ongeschoren en met veel theater - op een persconferentie aan de fotografen vraagt om op te houden met flitsen, want zijn ogen konden nog geen fel licht verdragen.
Niemand nog in de cel
Het Brusselse gerecht had twee tumultueuze assisenprocessen nodig om zeven leden van de bende van Haemers te berechten. Philippe Lacroix en Basri Bajrami slaagden er in tussentijd nog in om spectaculair uit de cel te ontsnappen. Samen met Kaplan Murat gijzelen ze de inspecteur-generaal van het Belgisch gevangeniswezen, Harry Van Oers. Bovenop de voorruit van hun vluchtwagen hebben ze een personeelslid gelegd, een hallucinant maar iconisch beeld uit de jaren 90. Ze worden later weer ingerekend en tot de doodstraf veroordeeld. Patrick Haemers wachtte het tweede proces niet af en pleegde zelfmoord in zijn cel. Vijf andere verdachten kregen zware celstraffen.
Twintig jaar na de ontvoering zit niemand van de bende nog achter de tralies. Basri Bajrami kwam in 2004 vrij en keerde terug naar zijn vaderland Macedonië. Philippe Lacroix behaalde in de cel een regentaatsdiploma. Ook hij werd in 2004 vrijgelaten. Eerst gaat hij als leerkracht in het volwassenenonderwijs aan de slag. Momenteel geeft hij Nederlands en Engels in het secundair onderwijs. Paul Vanden Boeynants overleed op 8 januari 2001 in een ziekenhuis in Aalst.
Auteur: M. Daniels
16-10-2015 om 00:00
geschreven door webmaster
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (10 Stemmen) Categorie:Ontvoeringen Tags:Paul Vanden Boeynants, VDB, ex-premier, PSC, Patrick Haemers, Philippe Lacroix, Basri Bajrami, bende-Haemers, ontvoering, kidnapping, losgeld, 63 miljoen, Le Touquet, BSR, Kaplan Murat, gevangenis,ontsnapping, Harry Van Oers, Denise Tyack, Alex Zeyen