Nicolaj Bélic tuimelde voorover het ijskoude meer in. Het koude
water omarmde hem onmiddellijk in een dodelijke omhelzing. Nicolaj was goed
aangekleed en zijn lekker warme kleren werden nu nat en zwaar. De kou drong
zijn hele lichaam binnen en maakte zijn ledematen stijf, waardoor het eerst nog
wilde gespartel van zijn armen en benen steeds trager en trager werd tot het
uiteindelijk stil viel. De loodzware kleren zogen Nicolaj mee naar beneden en
het duurde niet lang voor ook het topje van zijn knappe maar bezoedelde hoofd
onder water verdween. Nicolaj kreeg geen lucht meer, maar hij vocht ook niet
meer om weer boven te komen.
Hij nam er vrede mee. Hij was toch ziek en hij was lelijk.
Misschien ging hij nu wel liever dood op een onbenullige manier dan nog langer
te blijven leven zonder de aandacht van knappe vrouwen. Het leven was niets
zonder de liefde, niets zonder Sophia. En zij was net degene die hem dit had
aangedaan, dus misschien was het wel beter als er nu gewoon een einde aankwam.
Het werd zwart voor zijn ogen en hij liet zich gaan alsof hij insliep en al
wist dat er een mooie droom ging komen. Hij ging naar de hemel, daar was hij
van overtuigd, en hij was er ook van overtuigd dat daar overal bloedmooie
engelen rondvlogen.
Plots werd hij bij zijn kraag gegrepen en omhoog gehesen. Eens
bovengekomen, hapte hij naar adem als een vis op het droge. De duisternis was
nog niet helemaal verdwenen en hij kon ook niet zien wie zijn redder was,
aangezien die hem vasthad bij zijn kraag vanachter aan zijn nek. Hij liet zich
gewillig naar de oever van het meer trekken, maar had ergens toch spijt van die
engelen. Wat had hij graag van hun gezelschap genoten! Nu ja, die tijd kwam nog
wel.
Hij werd op de oever getrokken en bibberde zon beetje uit zijn
vel. Eindelijk kreeg hij zijn redder te zien, die over hem kwam staan om het
water uit zijn longen te persen.
Hij ging ervan uit dat hij waanbeelden zag. Hij moest nog in shock
zijn van zijn bijna dood ervaring. Het oude vrouwtje dat hij naar deze plek had
gedragen, boog zich over hem en begon met haar gerimpelde handen op zijn
borstkas te duwen.
Zij had hem gered? Zij?! En dan nog wel met een badmuts, een
zwembril, een neusklepje en een roze badpak van speedo? Nee, onmogelijk op haar
leeftijd in deze kou, onmogelijk. Hij had vast hallucinaties, droombeelden
onderweg naar het paradijs. Dan ging hij dus toch de engelen te zien krijgen!
Hij hoopte het met heel zijn hart want de vrouw die hij voor zich zag, was
absoluut geen engel, eerder een verrimpelde oude trol, die zich had
klaargemaakt voor carnaval.
Hij hoestte en proestte zijn longen leeg, dankzij de reanimatie
van het oude vrouwtje. Hij verschoot ervan hoeveel kracht ze in haar armen
bleek te hebben. Nu het overtollige water uit zijn longen was, begon ze hem uit
te kleden en meteen schoot Nicolajs vorige nachtmerrie door zijn hoofd. Dit
wilde hij niet! Dit wilde hij helemaal niet! Uitgeput en verzwakt als hij was,
deed hij tevergeefs een poging de fitte zwemster tegen te houden.
Rustig toch jongeman! Ik ga je echt niet verkrachten hoor! Ik ben
gewoon je kleren aan het uittrekken omdat ik wel houd van een opwindende
striptease na een partijtje ijsberen. Daar krijg ik het weer lekker warm van.
Ze forceerde een tandeloze grijns naar hem, die er waarschijnlijk verleidelijk
uit moest zien en ging met haar tong over haar gebarsten, blauwe lippen.
Nu werd Nicolaj helemaal hysterisch en omdat hij gewoonweg met
zichzelf geen blijf wist, begon hij te gillen als een klein meisje. Hooo.
Fopje, flauw mopjeee! Het oude vrouwtje lachte haar vrolijke kakelende lach.
Als ik nu je natte kleren niet uittrek, vries je dood voor ik je tot in mijn
huisje heb kunnen sleuren. Pff, zonder kleren weeg je eigenlijk nog te veel,
maar bon! Ik geloof dat de mannen van tegenwoordig niet echt op hun lijn letten
zoals ze dat zouden moeten doen, is het niet?
Nicolaj was ondertussen al wat bekomen van de schrik, ze had het
goed met hem voor. Ze liet zijn kleren buiten liggen en voor Nicolaj echt
besefte wat er gebeurde, tilde ze hem op, zoals een bruidegom dat met zijn
kersverse bruid doet, en droeg hem de drempel over. Ze liet hem in haar salon
vallen, gooide hem een dekentje toe en verdween naar een andere kamer van haar
huisje. Het haardvuur brandde gezellig, Nicolaj sloeg het deken om zich heen en
warmde weer helemaal op bij het vuur.
Net op het moment dat hij aan het indommelen was, kwam er iemand de
salon binnen. Nicolaj draaide zich om en zag tot zijn grote verbazing een
knappe jongedame binnenkomen. Ze had lang rood krullend haar, dat met een
kleurrijke sjaal uit haar gezicht werd gehouden. Grote gouden oorringen en
talloze kleine ringetjes versierden haar oren en ook in haar wenkbrauw en in
haar neus had ze een klein gouden ringetje hangen. Haar hele verschijning
straalde een vrolijkheid uit, een levenslust, die Nicolaj nog niet veel gezien
had. Haar slanke lichaam was gehuld in stoffen die alle kleuren van de
regenboog en de vreemdste motieven bezaten.
Maar Nicolaj was duidelijk niet de enige die niet wist wat er
gebeurde. Ze staarde hem onbeschaamd met open mond aan. Nicolaj Bélic,
eindelijk mompelde ze. Eindelijk, ik heb hier zo lang op gewacht.
Nicolaj verstond nauwelijks wat ze zei, maar zijn naam had hij wel
opgevangen. Hij wachtte tot ze nog meer zou zeggen, misschien iets specifiek
tot hem gericht, maar er kwam niets. Ze bleef hem alleen maar aanstaren alsof
ze een geest zag.
Uhm Ik ben inderdaad Nicolaj Bélic. Aangenaam. Hij stak zijn
hand uit, maar ze nam hem niet aan. Ze keek er alleen maar naar met ogen die
nog groter werden van ontzetting. Nicolaj ging dan maar verder. Mag ik vragen
hoe u mijn naam kent?
Er viel een lange stilte tot de vrouw plots uit een soort trance
leek te ontwaken. Oh, maar natuurlijk. Ik ben Sophie, de dochter van Lucienne,
die hier woont. Ik had u niet verwacht, enfin ik had u wel verwacht, maar net
niet op dit moment. Ik ben in ieder geval heel blij dat u er bent. Eindelijk,
geloof mij, ik wacht al heel lang op uw komst. Ik ben namelijk een ziener, ik
kan de toekomst voorspellen, zeg maar. Uw komst heb ik heel lang geleden al
voorzien. U komt ons redden, mij en mijn moeder en uzelf uiteraard ook. De man
met het gehavende gezicht, eindelijk is hij gekomen. Ze hief haar handen op
naar de hemel en er liep zelfs een traan van geluk over haar wang.
Hoe noemde je mij juist?
De man met het gehavende gezicht.
Nicolaj vloekte: Godverdomme! Ik zou voorspeld moeten worden als
de man met het goddelijke gezicht! God, wat is er mis met u, ik heb u toch
niets misdaan!
De jonge vrouw glimlachte naar hem. Maakt u zich toch geen
zorgen. De wonden op u gezicht zullen weldra genezen als u zich laat helpen
door mij.
Maar al te graag. antwoordde hij.
Maar eerst wil ik uw hand lezen. Ik moet zeker weten dat u het
bent, dat u ons komt verlossen.
Nicolaj twijfelde, maar gaf toe. Het maakte niet uit wat ze zei,
hij geloofde toch niet in die hocus pocus. Hij reikte zijn hand voor de tweede
keer naar haar uit en deze keer nam ze hem wel aan, al was het heel
voorzichtig. De armbanden om haar pols tingelden tegen elkaar terwijl ze zijn
hand naar haar toe trok. Ze nam zijn hand stevig vast met haar sierlijke
vingers, versierd met gouden ringen, en bestudeerde de lijnen op zijn handpalm
uitvoerig. Ze knikte en mompelde wat in zichzelf, terwijl de lach die om haar
rode, volle lippen speelde steeds groter werd. Ten slotte keek ze op naar hem
met een gezicht dat straalde, zoals dat van een engel zou doen volgens Nicolaj.
U bent het inderdaad.
Nicolaj geloofde niet in zon waarzeggerij, hij vond het allemaal
bullshit. Maar wanneer hij haar gezicht zo zag stralen, zo overtuigd van haar
vak alsof het de puurste waarheid in de hele wereld was, begon hij te twijfelen
en hij werd nieuwsgierig.
En wat wilt dat nu exact zeggen? Wat denkt u dat ik ga doen in de
toekomst?
Ze keek hem aan alsof hij vroeg hoeveel één plus één was. U gaat
ons redden, ons behoeden voor de ondergang. U gaat erin slagen om ons na eeuwen
eindelijk te verlossen van de vloek die op mijn familie rust. Een vloek, die is
uitgesproken door een seniele professor en een waanzinnige feeks met de naam
Sophia.