Nadat ik met
de trein vanuit Moskou tot in Polen was geraakt, heb ik gelift tot in Warschau.
Je kan je je wel voorstellen dat het al laat werd toen ik daar aankwam.
Omdat ik honger had, ging ik naar een of ander chique restaurant. Om
daar dan tot de constatering te komen dat ik blut was.
Dus ging ik op een drukke hoek van de straat staan, pakte mijn saxofoon
uit en begon een paar blues te spelen. Veel mensen stopten en wierpen me iets
toe, maar het was helemaal niet genoeg om een maaltijd te betalen.
Totdat ik haar zag. Ze was de mooiste vrouw die ik ooit had gezien. Dik,
zijdezacht haar waar je je vingers door wou halen en mooie, volle lippen die
eruit zagen om van te snoepen. De hele wereld stopte met draaien. Ik stopte
zelfs met spelen, iets wat ik nog nooit had gedaan.
Haar stem, zo helder en mooi, als van een engel, bracht me weer naar de
aarde. Ze zei: 'Waarom ben je gestopt met spelen? Ga verder, toe, het was zo
mooi.' Dus speelde ik verder.
Na afloop stelde ze zich eindelijk voor: 'Hartelijk bedankt. Trouwens,
mijn naam is Sofia.' Ze wou duidelijk haar achternaam niet zeggen, maar dat was
niet erg, ik houd wel van mysterieuze vrouwen.
'Aangenaam, mijn naam is Nicolai', antwoordde ik.
'Waarom speel je eigenlijk nog zo laat op straat?' vroeg ze.
Ik legde haar mijn huidige financiële status uit, waarop ze begrijpend
knikte.
'Zal ik dan de maaltijd betalen?' Kon ze soms gedachten lezen? In ieder
geval was ik niet in de positie om de prins op het witte paard te spelen en
accepteerde ik haar aanbod.
Tijdens het diner vertelden we meer over onszelf, nu ja, eigenlijk was
ik het die babbelde. Ach ja, dat vond ik niet erg.
Maar dan onderbrak ze mij, midden in mijn monoloog over de turnkring van
mijn zussen en vroeg ze mij: 'Wat vind jij van een one-night stand?' Meer
uitleg was niet nodig: dit is een vrouw die weet wat ze wil en ik was het
honderd procent met haar eens. Wat daarop volgde was een hartstochtelijke
nacht.
Toen ik 's ochtends wakker werd, was ik alleen. Ik verliet het goedkope
motel en vervolgde mijn reis.
Omdat ik een beetje cultuur van de stad wou opsnuiven, besloot ik in de
voormiddag het koninklijk paleis te
bezoeken. Daar kwam ik een professor tegen die belangstellend aan het
kijken was naar een paar portretten. Toen hij mij in het oog kreeg, besloot hij
een praatje met mij te maken. Hij stapte op mij af en vroeg me naar mijn
achtergrond. Ietwat achterdochtig beantwoordde ik zijn vraag. Toen vroeg ik hem
waarvan hij juist professor was. Hij antwoordde dat hij zich bezighield met de
geschiedenis van de koninklijke families van Europa, vooral de Romanovs
fascineerden hem. Toen ik afscheid wou nemen, zei hij nog iets, maar zijn stem
was veranderd: in plaats van de warme bariton was zijn stem nu rauw en hees.
Het enige wat hij zei was: 'We zullen elkaar nog wel zien.'. Ik wou hem uitlachen,
maar iets in me zei me dat hij de waarheid sprak.
Na deze vreemde gebeurtenis besloot ik dat het tijd was om een hapje te
gaan eten. Ik vond een leuk eettentje juist om de hoek en de prijzen vielen
best wel mee. Nadat ik mijn salade had besteld, besloot ik om in het donkere
hoekje achteraan de zaak, dicht bij de nooduitgang te gaan zitten. Achteraf
gezien was dat niet zo'n goed idee.
Dus terwijl ik daar wachtte op mijn salade en genoot van mijn tas
koffie, voelde ik dat er iemand over mijn schouder leunde. Een sexy stem
fluisterde in mijn oor:' Hey lekker stuk, heb je genoten van vannacht?'
Die stem herken ik uit duizenden. En ja hoor, toen ik me omdraaide stond
ze daar, Sofia. Ik was bang dat ze na die zalige nacht had besloten dat ze niet
zonder mij kon en een vaste relatie wou. Iets waar ik absoluut tegen ben. Maar
omdat ik niet onbeleefd wou zijn, bood ik haar een drankje aan. Die accepteerde
ze en weldra verveelde ze mij enorm met haar gekwetter over zaken als emoties
en liefde. Ik had nu echt wel een break nodig en besloot naar het toilet te
gaan. Op het toilet begon ik een manier te verzinnen om haar af te schepen.
Nadat ik eindelijk de juiste manier had gevonden, ging ik terug naar haar. Maar
om mij te vermannen, dronk ik eerst nog mijn Irish Coffee op. Op het moment dat
ik wil beginnen met mijn briljante dump-speech, leek het wel alsof de aarde om
mij heen draaide en had ik ineens een verschrikkelijk zwaartegevoel in mijn
ledematen. Net voor ik flauwviel, zag ik nog de professor van het museum, die
me zei:'Zie je wel dat we elkaar nog gingen terugzien?'. Toen werd alles zwart.
Plots werd ik wakker door een emmer ijskoud water die over me heen werd
gegoten. 'Opstaan lieveling.' zei Sofia, terwijl ik merkte dat ik was
vastgebonden. 'Laten we nog wat plezier maken.' Waarop ze me begon uit te
kleden. Onder andere omstandigheden zou ik hier echt wel van genieten, maar het
feit dat de professor alles filmde, deed me realiseren dat dit toch wel een
beetje vreemd was.
Voor ik het wist, had ik een sexy verpleegster-pakje aan. Toen stiftte
ze mijn lippen met een bloedrode lippenstift. Ook mascara en eyeliner deed ze
aan bij mij en als kers op de taart moest ik zwarte netkousen aandoen.
De professor had zijn filmtoestel verruild voor een camera en begon foto's
te trekken. Zijn gezicht vertoonde een vreemde, opgewonde rode kleur.
Toen vond Sofia het wel genoeg, ze had een bunny pakje voor mij
klaarliggen. Het duurde wel eventjes voor ik omgekleed was en ik vreesde ervoor
dat de roze blush op mijn wangen mij niet echt sierde. Aangezien ze mij toch al
aan het verkleden waren, had ik liever dat ze mij een stoer cowboy pakje
aandeden, of een piratenpakje. De sabel zou mij wel beter hebben gestaan dan de
roze blush. Na afloop gaven ze mij een drankje ter verkoeling. Naïef als ik
was, dronk ik het gulzig op. Waarna alles weer om mij heen draaide. Net voor ik
flauwviel, hoorde ik de professor nog zeggen:'Denk maar niet dat dit het einde
is.'.
Toen ik weer wakker werd door het zonlicht op mijn gezicht, hoorde ik
een rivier naast mij stromen en wat vogeltjes fluiten. Plotseling stond er een
oud vrouwtje voor mij, het evenbeeld van Baba Yaga. Haar wapperende witte haren
omkransden haar gerimpeld en verweerd gelaat.
Tussen al die huidplooien zag ik glinsterende kraaloogjes en haar
gezicht vertoonde eveneens een vreemde, opgewonde rode kleur. Was dit soms een
of andere epidemie die heerste onder de plaatselijke bevolking? Of kwam het
door mijn stoere, begeerlijke, onweerstaanbare verschijning en mijn sexappeal?
Haar tandeloze grijns sprak boekdelen en gaven haar intenties weer: ze
wou iets van me...
Ze streelde mijn gespierde arm en mompelde:' Mijn schatje, mijn
lieveling, mijn hartediefje, doe dit oude vrouwtje een plezier.'
Mijn hart stond stil: de nachtmerrie van de professor stond nog op mijn
netvliezen gebrand. Schunnige beelden doken op voor mijn ogen terwijl ik
afwachtend naar haar keek.
'Zou je me willen helpen? Wil je mij ontlasten? Toe, alsjeblieft, ik ben
in zo'n grote nood.'
Op dit moment wou ik gewoon schreeuwend wegrennen, maar ik stond
verstijfd van de angst en de shock. Dit was me teveel. Ik kneep in mijn arm om
te zien of ik niet droomde: misschien was het drankje nog niet uitgewerkt?
Ondertussen bleef ze maar mompelen, ik ving woorden op zoals:' ...grote nood...
helemaal alleen... lang geleden...'. Mijn fantasie speelde mij parten en ik
dacht dat ik een hartaanval ging krijgen. Een man kan maar zoveel verdragen.
Ik dacht de confrontatie maar aan te gaan. Dus vroeg ik haar wat ze nu
wou.
Haar antwoord was het volgende:' Ik ben al zolang alleen, er is niemand
die voor mij zorgt. Mijn lichaam begint af te takelen en de last wordt te
zwaar. Zou je me willen helpen deze twee grote zakken te dragen en daarna hout
te hakken? Ik heb het toch zo koud thuis.'
Ik was zo opgelucht dat ik haar wel kon kussen. Maar dit leidde
misschien tot andere situaties die ik absoluut wou vermijden. Ik toonde direct
mijn goede inborst door haar zakken op te tillen. Toen ik haar vroeg de weg te
wijzen, sprong ze zonder pardon op mijn rug en haalde een twijgje boven. Haar
gegiechel klonk schril in mijn oren en beloofde niet veel goeds. Voor ik het
wist, sloeg ze met het twijgje op mijn achterste en riep ze verheugd:'Ju,
paardje, ju.' De rit was zwaar: de zon scheen hard en het leek wel alsof mijn
bagage met de meter zwaarder werd.
Na een tijdje door het bos te hebben gelopen, bereikten we een open plek
waar in het midden een hutje stond. 'Hier is het.', zei ze. Ze sprong
onverwacht van me af, waardoor ik bijna met mijn gezicht in de vijver belandde.
Dit was de perfecte gelegenheid om mijn beeltenis eens te zien, wie weet,
misschien had ik nog altijd mascara op. Tot mijn grote ontsteltenis zat ik vol
met zweertjes. Als man van de wereld en van de vrouwen, herken ik natuurlijk de
symptomen. Zeker toen ik mijn uitgedunde haar had gezien. Ik telde één bij één
op en wederom stond mijn hart stil - ik ging echt nog eens sterven aan een
hartaandoening.
Eén gedachte: syfilis...
Het leek alsof de wereld stilstond, alles draaide rond. Voor ik voor de
derde keer die dag flauwviel, hoorde ik nog het spottend gekakel van het oude
vrouwtje...