Inhoud blog
  • Deel 16 - Spanje
  • Deel 15 - Spanje
  • Deel 13 - Spanje
  • Deel 14 - Spanje
  • Deel 12 - Spanje
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Nikolai Bellic

    08-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 6 - Engeland

     

    Na de avonturen van de afgelopen dagen was ik wel toe aan een beetje rust. Ik had nood aan een totale verandering van omgeving dus kocht ik een lastminute vliegticket naar Londen. Ik hoopte dat ik dan ver genoeg verwijderd zou zijn van Sofia en niemand mij achterna zou komen om mij er toch van te overtuigen dat ik de ‘Uitverkorene’ was om de wereld te redden. Ik. De Uitverkorene. Hoe komen ze er toch op. Maar hoe belachelijk ik het idee ook vond, ik kreeg het maar niet uit mijn hoofd. Daarom hoopte ik dat Engeland voor wat afleiding zou zorgen. Ze zeggen toch altijd dat Engelse dames zo losbandig zijn dus dat wou ik wel eens testen.

     

    Aangekomen in Londen ging ik op zoek naar een goedkope plek om te overnachten. Ik vond uiteindelijk een hostel in een verlaten steegje. Helemaal niet verzorgd maar het was er spotgoedkoop en hier zouden ze mij toch nooit vinden. Wie ‘ze’ ook maar mogen zijn.

     

    Ik kreeg stilaan toch een beetje honger en dacht dat het misschien wel eens een goed idee zou zijn om de Londense eetgelegenheden te verkennen. Ik ging een gezellig restaurantje binnen voor een snelle hap. Toen ik betaald had en naar buiten wilde gaan, hield de serveerster mij tegen. Ze stak snel een enveloppe in mijn handen en snelde terug naar de keuken. Verward stapte ik naar buiten en liep terug naar het hostel terwijl ik de brief nauwkeurig bekeek. Op de enveloppe stond niets dus deed ik hem maar open. Er stak een brief in waarop stond:

     

    “Vanavond, 22u, Bedford Court, kom alleen”

     

    Ik las het briefje opnieuw, en opnieuw, en opnieuw, wel zo’n twintig keer. Ik was helemaal in de war. Ik liep terug naar het restaurant en zocht de serveerster. Ik vroeg of de barman toevallig wist waar ze was, maar blijkbaar was haar shift juist afgelopen en was ze een minuut geleden vertrokken. Ik liep naar buiten en keek rond om te zien of ik haar ergens zag lopen. De straat was verlaten op een enkele man na die zijn hondje uitliet. Ik ging op de stoeprand zitten om na te denken wat ik zou doen. Het kon weer één of andere valstrik zijn van Sofia maar aan de andere kant, veel meer kon er niet meer mis gaan. Als alles er slecht uit ziet, kan het toch alleen maar beter gaan? Ik keek op mijn horloge. Half tien. Nog een halfuur. ‘Misschien moet ik toch maar gaan’, dacht ik. Ik liep de straat uit en vroeg aan een voorbijganger of hij toevallig wist waar Bedford Court lag. Hij gaf me een paar aanwijzingen en zei dat het een 20 minuten wandelen was. Ik zou dus op tijd komen.

     

    Door de richtlijnen te volgen van de man, kwam ik snel aan in Bedford Court. Ik liep een beetje rond in het donkere steegje op zoek naar een aanwijzing waarom ik hier zou moeten zijn. Toen ik juist op het punt stond terug te vertrekken, bedenkend dat dit een slecht idee was, kwam er een donkere gedaante op me af. ‘Kom mee’, was het enige wat de man zei en hij liep door. ‘Wie bent u? Naar waar moet ik meekomen? En waarom?’ riep ik hem achterna. Maar hij bleef doorwandelen dus volgde ik hem. Aan het einde van het doodlopend steegje stopte hij en draaide zich abrupt om. ‘Ik weet wat u allemaal hebt ondergaan. Ik weet dat u wordt bestempeld als de redder van de wereld en dat veel mensen op u rekenen. Ik weet dat u er niets van gelooft en dat u ze allemaal voor gek verklaart maar u moet weten dat dit geen grap is. U bent de Uitverkorene die de aarde moet redden. Maar u moet wel weten dat u niet alleen bent. Ik ben er ook nog.’

    08-11-2012 om 19:58 geschreven door Nikolai  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 5 - Tsjechië

    Nadat ik uit de apotheek stapte, besloot ik nog niet meteen terug te keren naar huis. Ik moest ervoor zorgen dat Sophia voor eens en voor altijd uit mijn hoofd zou verdwijnen. En hoe doet men dat tegenwoordig: via internet. Dus zocht ik naar een plaatselijke bibliotheek, die ik pas , na lang zoeken en véél de weg vragen had gevonden.

     

    Ik kwam binnen en de geur van oude boeken kwam me tegemoet. Het deed me glimlachen, aan oude herinneringen denken. Ik ging naar de balie en daar zag ik een niet onaantrekkelijke vrouw zitten. Ze was nog jong, van mijn leeftijd, en ik vroeg me af waarom ze hier zou werken.

     

    Toen ik haar naderde keek ze op van het boek dat ze aan het lezen was en glimlachte naar mij. Hierdoor bracht ze me ineens op een goed idee: wat is er nu beter om een vrouw uit je hoofd te krijgen, dan haar door een andere te vervangen. Ik moest gewoon maar de magie laten werken en misschien zou mijn tijd hier in Tsjechië niet eens zo onaangenaam zijn.

     

    ‘Hallo, wat doet zo’n schoonheid als jou met je neus in de boeken?’ vroeg ik. Want ja, welke vrouw kon mijn charmes nu eenmaal weerstaan. Maar tot mijn verbazing verdween de glimlach van haar gezicht. ‘Bedoelt u dat mooie meisjes niet slim kunnen zijn?’

     

    Oké, ik moest eerlijk zijn, dat had ik niet zien aankomen. Zoiets was mij nog nooit overkomen. ‘Nee, nee! Dat was gewoon een compliment. Sorry!’ Ze keek me bedenkelijk aan. Ik slikte. ‘Kan ik hier ergens op een computer op het internet?’ vraag ik. ‘Ja’, antwoordde ze me. Ik bleef wachten op het vervolg van de zin, maar die kwam niet. Deze vrouw kreeg mij echt nerveus, en dan bedoel ik niet op de positieve manier. ‘En waar dan?’ vroeg ik haar uiteindelijk maar. ‘Boven naar rechts.’

     

    Ik verkeerde in een shock. Ik, dé Nikolai Bellic, afgewezen door een vrouw. Dat was echt slecht voor mijn ego. Maar daarvan bleef, dankzij Sophia, toch al niet veel meer van over. Dit is helemaal de schuld van die stomme syfilis.

     

    Ik was helemaal in gedachten verzonken dat ik niet merkte dat ik in een donkere kamer stond. Hoe was ik hier gekomen? Ik keek om me heen. Er waren wel zeker vier deuren in deze ruimte, maar ze waren allen gesloten. Uit welke deur kwam ik en waarom had ik die gesloten? Ik stapte naar de houten deur, die zag er namelijk het meest uitnodigend uit, wat niet gezegd kon worden van de andere drie metalen deuren. Eenmaal dichterbij zag ik dat de kruk van de deur was gehaald. Vreemd, dacht ik. Dan maar de andere deuren. Stuk voor stuk zag ik dat ermee hetzelfde gebeurd was.

     

    Ik zat dus opgesloten in een kale, donkere ruimte. Dan zat er nog maar één ding op: ik moest uit het raam springen. Ik liep ernaartoe en probeerde het te openen. Vast. Wat een verassing. Ik keek om me heen, maar zag niets wat als hamer kon dienen om het glas te breken. Dan maar een aanloop nemen en een arm breken.

     

    Net toen ik me omdraaide om dit te doen, verscheen er een fel licht in de ruimte. Ik moest mijn ogen wel sluiten om niet blind te worden. ‘Nikolai!’ hoorde ik een machtige stem zeggen. Het leek wel of deze van onder de grond kwam. Het deed de kamer huiveren waardoor ik op mijn knieën terecht kwam. ‘Wie is daar? Wat wilt u van mij?’ schreeuwde ik in paniek terug. ‘Rustig maar Bellic, ik kom je alleen maar waarschuwen. Luister goed want ik kan dit maar één keer zeggen en vertel dit vooral aan niemand door.’

     

    Ik had geen idee of de eigenaar van deze stem mij kon zien, maar ik begon hevig te knikken. ‘Ze komen er aan. Je moet je haasten, anders zal je te laat aankomen en dan zal de wereld gedoemd zijn ten onder te gaan.’ ‘Wat bedoelt u? Wie komt er aan? En waar moet ik aankomen?’ ‘Haast je, Nikolai. Alleen jij kan ons nog redden. Ik leg het lot in jou handen.’ Na deze woorden werd de kamer weer donker en keerde de rust terug.

     

    Ik weet niet hoelang ik daar gezeten heb, mijn hart tekeergaande, maar een stem wekte mij uit mijn trance. Ik keek op en het was het meisje van de balie die me aankeek alsof ik gek was. Als ik eerlijk moest zijn twijfelde ik daar zelf ook aan na heel het gebeuren van daarnet. Ik stond op en keek om me heen. Ik werd omringd door boeken en een paar oude computerschermen. Had ik alles van daarnet dan gedroomd. ‘Ga je nog weg of moet ik je hier opsluiten?’ vroeg de vrouw spottend, hoewel haar toon me al helemaal  niet meer kon schelen. Ik liep de bib uit, de nachtelijke koelte tegemoet. Wat ik niet wist was dat er in een zwarte auto met geblindeerde ruiten twee paar ogen mij volgden.

     

    08-11-2012 om 19:53 geschreven door Nikolai  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 4 - Tsjechië

    Mijn gedachtegang werd plotseling onderbroken toen mijn 16-jarige zusje, Carolina begon te roepen: ‘Komaan Niko we gaan hier toch geen hele avond op dit perron blijven staan.’ Typisch voor haar, ze had van jongs af aan al nergens ergens geduld voor… Maar ze dreef haar willetje toch door. We namen drie taxi’s aan de uitgang van het station, die ons bracht naar het landhuis waar mijn zussen al enkele weken voor hun optredens verbleven. Het was een groot landelijk gelegen huis met een grote voortuin vol met bloemen. Eenmaal binnen gekomen, plofte ik neer in de zetel en probeerde mijn hoofd leeg te maken. Ik had nooit aan rust… Mijn verlangen werd echter niet ingewilligd, daar er wel altijd een zus tegen mij aan het door ratelen was. Ik ving af een toe enkele woorden op zoals: ‘idioot publiek, gierige mensen’. Blijkbaar waren ze niet echt tevreden over hun optredens in Tsjechië. 

    De volgende morgen werd ik wakker in een bed – vraag me niet hoe ik er gekomen ben maar ik kon het me niet meer herinneren, ik moest doodop geweest zijn – vervolgens kleedde ik me aan en ging naar beneden. Met een goed excuus leidde ik mijn zus om de tuin en zei ik dat ik nog iets in de stad moest gaan halen. Het ware motief van mijn tripje hield ik echter wel voor mezelf, ik moest iets aan die syfilis doen! Ik nam de bus naar de stad en ging het ziekenhuis binnen, ik zei dat het een nogal intiem probleem was en er zou meteen een dokter gestuurd worden. Ik moest enkele ogenblikken wachten en toen kwam de dokter binnen, een bloedmooie blondine van een jaar of 25 – totaal niet het type dat je als dokter zou verwachten – en toch kwam ze me bekend voor… Ze deed me denken aan die vrouw van op het station, die vrouw die zo hard op Sophia leek… Lap, weer die Sophia, hoe hard ik het ook probeerde, ze bleef altijd maar in mijn gedachten terugkomen…

    Ik lichtte de dokteres in over mijn probleem en ze noteerde alles zorgvuldig. Vervolgens zei ze: ‘Meneer Belić, het feit dat u zweren op u gezicht heeft staan impliceert niet per se dat u syfilis heeft opgelopen, nader onderzoek lijkt mij wel nodig. Maar kom laten we het eens van dicht bij bekijken, leg u maar op de onderzoekstafel en kleed uit maar uit.’ Die laatste zin klonk nogal raar in mijn hoofd, ik vroeg haar of ik mijn onderbroek mocht aanhouden en ze zei spottend: ‘Neen best niet, anders kunnen weinig zien he, maar maakt u uw maar geen zorgen wij zijn dokters en u hoeft zich nergens voor ze schamen.’ Ik kleedde me uit en legde me op de onderzoekstafel – als ik eerlijk moest zijn vond ik het helemaal niet zo erg om naakt te zijn in het bijzijn van die dokteres – … Voor ik het doorhad, verliet de bevallige blonde de kamer en zei dat er dadelijk iemand zou terug komen. In plaats van de 25-jarige vrouw, kwam er nu een gezette mens van een jaar of 50 binnen. Mijn hart begon sneller te slaan, al was dat nu niet van opwinding, die vrouw van daarnet was blijkbaar zijn assistente…

    De dokter kwam bij mij staan en zei: ‘Wat is er jongen, wat te wild geweest de afgelopen weken? Maar ja, dat is normaal hoor, op jou leeftijd was ik ook niet te stoppen.’ Ik zal eens kijken, ik voelde zijn hand naar mijn mannelijke onderdelen gaan en hij zei spottend: ‘Ja ja, je hebt het zitten. Kleed je maar terug aan, ik schrijf je een kuur antibiotica van 2 weken voor, dat zal alles wel oplossen. Nog een fijne dag verder. Fijn kon ik deze dag absoluut niet noemen, ik begon me al af te vragen wat ik vreemder vond: dit of het voorval met die oude dame die aan het jammeren was over een of andere vloek. Mijn leven leek vanaf die dag plots een andere wending gekregen te hebben. Het was alsof de man niet meer was die al die jaren al was geweest. Eén naam bleef keer op keer door mijn hoofd spoken … ‘Sophia’.

     

     

     

    22-10-2012 om 23:13 geschreven door Nikolai  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 3 - Tsjechië

    Na die verschrikkelijk vreemde situatie met die vrouw die beweerde dat ik de wereld kwam redden, had ik dringend even tijd voor mezelf nodig. Het was niet zozeer het hele ‘u bent de verlosser!’-idee dat me had getroffen, dat vond ik nog vrij grappig, het was meer – en het verbaasde me zelf – het gevoel dat ik had toen ze Sophia’s naam zei. Sophia. Drie prachtige lettergrepen. Kan niets misgaan met een naam met drie lettergrepen, zei mijn vader altijd. Sophia. Met haar glinsterende ogen, haar prachtige glimlach, die schattige kuiltjes in haar wangen… Ik realiseerde me dat ik niet zo oppervlakkig was als ik altijd had gedacht. Ik kijk niet alleen naar het uiterlijk. Ik ben geen flierefluiter.  Die gedachte was niet zo opvrolijkend als ze zou moeten zijn, maar het plan dat ik bedacht was dat wel.

    Ik moest weg van deze verstikkende omgeving. Ik besloot dus verder te reizen naar Tsjechië, waar mijn kleine zusjes een wedstrijd hadden met hun turnteam. De hele reis ging als vanzelf voorbij, zoals wanneer je ’s avonds gaat slapen, en de wekker twee minuten later al weer lijkt af te lopen. Ik wandelde het station uit, en voelde me plots ongelukkig, al wist ik niet waarom: ik had me gerealiseerd dat ik niet oppervlakkig was, dat ik niet alleen naar iemands uiterlijk keek, dat ik geen flierefluiter was. En ik zou mijn zusjes terug zien. En voor ik er verder over kon nadenken, hoorde ik gegil van zo’n 7 vrouwelijke stemmen, ik werd langs alle kanten besprongen en even zou ik zweren dat ik overvallen werd door een groep cheerleaders. Maar toen ik iemand ‘NICKY!’ in mijn oor hoorde gillen, wist ik dat ik goed was terecht was gekomen, tussen mijn 7 zussen die ik liever zag dan wie ook. Zelfs liever dan Sophia.

    En als je van de duivel spreekt… daar stond ze.  Alleen, ze stond er niet. Ze leek op de vrouw die er stond. Ze hadden hetzelfde haar, hetzelfde gezicht, hetzelfde figuur. Maar het was ze niet. Het was iemand anders, en het opgewonden gevoel dat ik zonet had gevoeld, leek uit mijn lichaam weg te smelten. Zelfs toen mijn jongste zusje “ ‘k Heb je gemist, Nicky’ in mijn oor fluisterde, kon ik de kracht niet opbrengen zelfs maar terug te glimlachen.

     Maar toen, toen vond ik mijn kracht terug. Ik wist het weer. En toen ik weer het wist, kon ik haast niet geloven dat ik het ooit niet meer had geweten. Ik wist het beter dan ooit. Ik ben wél oppervlakkig, ik kijk wél alleen naar het uiterlijk, ik ben wél een flierefluiter. Ik had nog steeds syfilis (moest ik dringend iets aan laten doen, trouwens). Ik was Nicolai Bellic. Ik BEN Nicolai Bellic. Ik had een afleiding nodig, en één ding was zeker: ze zou niet Sophia heten

    15-10-2012 om 22:56 geschreven door Nikolai  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    30-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 2 - Polen

    Nicolaj Bélic tuimelde voorover het ijskoude meer in. Het koude water omarmde hem onmiddellijk in een dodelijke omhelzing. Nicolaj was goed aangekleed en zijn lekker warme kleren werden nu nat en zwaar. De kou drong zijn hele lichaam binnen en maakte zijn ledematen stijf, waardoor het eerst nog wilde gespartel van zijn armen en benen steeds trager en trager werd tot het uiteindelijk stil viel. De loodzware kleren zogen Nicolaj mee naar beneden en het duurde niet lang voor ook het topje van zijn knappe maar bezoedelde hoofd onder water verdween. Nicolaj kreeg geen lucht meer, maar hij vocht ook niet meer om weer boven te komen.

    Hij nam er vrede mee. Hij was toch ziek en hij was lelijk. Misschien ging hij nu wel liever dood op een onbenullige manier dan nog langer te blijven leven zonder de aandacht van knappe vrouwen. Het leven was niets zonder de liefde, niets zonder Sophia. En zij was net degene die hem dit had aangedaan, dus misschien was het wel beter als er nu gewoon een einde aankwam. Het werd zwart voor zijn ogen en hij liet zich gaan alsof hij insliep en al wist dat er een mooie droom ging komen. Hij ging naar de hemel, daar was hij van overtuigd, en hij was er ook van overtuigd dat daar overal bloedmooie engelen rondvlogen.

     

    Plots werd hij bij zijn kraag gegrepen en omhoog gehesen. Eens bovengekomen, hapte hij naar adem als een vis op het droge. De duisternis was nog niet helemaal verdwenen en hij kon ook niet zien wie zijn redder was, aangezien die hem vasthad bij zijn kraag vanachter aan zijn nek. Hij liet zich gewillig naar de oever van het meer trekken, maar had ergens toch spijt van die engelen. Wat had hij graag van hun gezelschap genoten! Nu ja, die tijd kwam nog wel.

    Hij werd op de oever getrokken en bibberde zo’n beetje uit zijn vel. Eindelijk kreeg hij zijn redder te zien, die over hem kwam staan om het water uit zijn longen te persen.

    Hij ging ervan uit dat hij waanbeelden zag. Hij moest nog in shock zijn van zijn bijna dood ervaring. Het oude vrouwtje dat hij naar deze plek had gedragen, boog zich over hem en begon met haar gerimpelde handen op zijn borstkas te duwen.

    Zij had hem gered? Zij?! En dan nog wel met een badmuts, een zwembril, een neusklepje en een roze badpak van speedo? Nee, onmogelijk op haar leeftijd in deze kou, onmogelijk. Hij had vast hallucinaties, droombeelden onderweg naar het paradijs. Dan ging hij dus toch de engelen te zien krijgen! Hij hoopte het met heel zijn hart want de vrouw die hij voor zich zag, was absoluut geen engel, eerder een verrimpelde oude trol, die zich had klaargemaakt voor carnaval.

    Hij hoestte en proestte zijn longen leeg, dankzij de reanimatie van het oude vrouwtje. Hij verschoot ervan hoeveel kracht ze in haar armen bleek te hebben. Nu het overtollige water uit zijn longen was, begon ze hem uit te kleden en meteen schoot Nicolajs vorige nachtmerrie door zijn hoofd. Dit wilde hij niet! Dit wilde hij helemaal niet! Uitgeput en verzwakt als hij was, deed hij tevergeefs een poging de fitte zwemster tegen te houden.

    ‘Rustig toch jongeman! Ik ga je echt niet verkrachten hoor! Ik ben gewoon je kleren aan het uittrekken omdat ik wel houd van een opwindende striptease na een partijtje ijsberen. Daar krijg ik het weer lekker warm van.’ Ze forceerde een tandeloze grijns naar hem, die er waarschijnlijk verleidelijk uit moest zien en ging met haar tong over haar gebarsten, blauwe lippen.

    Nu werd Nicolaj helemaal hysterisch en omdat hij gewoonweg met zichzelf geen blijf wist, begon hij te gillen als een klein meisje. ‘Hooo. Fopje, flauw mopjeee!’ Het oude vrouwtje lachte haar vrolijke kakelende lach. ‘Als ik nu je natte kleren niet uittrek, vries je dood voor ik je tot in mijn huisje heb kunnen sleuren. Pff, zonder kleren weeg je eigenlijk nog te veel, maar bon! Ik geloof dat de mannen van tegenwoordig niet echt op hun lijn letten zoals ze dat zouden moeten doen, is het niet?’

    Nicolaj was ondertussen al wat bekomen van de schrik, ze had het goed met hem voor. Ze liet zijn kleren buiten liggen en voor Nicolaj echt besefte wat er gebeurde, tilde ze hem op, zoals een bruidegom dat met zijn kersverse bruid doet, en droeg hem de drempel over. Ze liet hem in haar salon vallen, gooide hem een dekentje toe en verdween naar een andere kamer van haar huisje. Het haardvuur brandde gezellig, Nicolaj sloeg het deken om zich heen en warmde weer helemaal op bij het vuur.

     

    Net op het moment dat hij aan het indommelen was, kwam er iemand de salon binnen. Nicolaj draaide zich om en zag tot zijn grote verbazing een knappe jongedame binnenkomen. Ze had lang rood krullend haar, dat met een kleurrijke sjaal uit haar gezicht werd gehouden. Grote gouden oorringen en talloze kleine ringetjes versierden haar oren en ook in haar wenkbrauw en in haar neus had ze een klein gouden ringetje hangen. Haar hele verschijning straalde een vrolijkheid uit, een levenslust, die Nicolaj nog niet veel gezien had. Haar slanke lichaam was gehuld in stoffen die alle kleuren van de regenboog en de vreemdste motieven bezaten.

    Maar Nicolaj was duidelijk niet de enige die niet wist wat er gebeurde. Ze staarde hem onbeschaamd met open mond aan. ‘Nicolaj Bélic, eindelijk’ mompelde ze. ‘Eindelijk, ik heb hier zo lang op gewacht.’

    Nicolaj verstond nauwelijks wat ze zei, maar zijn naam had hij wel opgevangen. Hij wachtte tot ze nog meer zou zeggen, misschien iets specifiek tot hem gericht, maar er kwam niets. Ze bleef hem alleen maar aanstaren alsof ze een geest zag.

    ‘Uhm…Ik ben inderdaad Nicolaj Bélic. Aangenaam.’ Hij stak zijn hand uit, maar ze nam hem niet aan. Ze keek er alleen maar naar met ogen die nog groter werden van ontzetting. Nicolaj ging dan maar verder. ‘Mag ik vragen hoe u mijn naam kent?’

    Er viel een lange stilte tot de vrouw plots uit een soort trance leek te ontwaken. ‘Oh, maar natuurlijk. Ik ben Sophie, de dochter van Lucienne, die hier woont. Ik had u niet verwacht, enfin ik had u wel verwacht, maar net niet op dit moment. Ik ben in ieder geval heel blij dat u er bent. Eindelijk, geloof mij, ik wacht al heel lang op uw komst. Ik ben namelijk een ziener, ik kan de toekomst voorspellen, zeg maar. Uw komst heb ik heel lang geleden al voorzien. U komt ons redden, mij en mijn moeder en uzelf uiteraard ook. De man met het gehavende gezicht, eindelijk is hij gekomen.’ Ze hief haar handen op naar de hemel en er liep zelfs een traan van geluk over haar wang.

    ‘Hoe noemde je mij juist?’

    ‘De man met het gehavende gezicht.’

    Nicolaj vloekte: ‘Godverdomme! Ik zou voorspeld moeten worden als de man met het goddelijke gezicht! God, wat is er mis met u, ik heb u toch niets misdaan!’

    De jonge vrouw glimlachte naar hem. ‘Maakt u zich toch geen zorgen. De wonden op u gezicht zullen weldra genezen als u zich laat helpen door mij.’

    ‘Maar al te graag.’ antwoordde hij.

    ‘Maar eerst wil ik uw hand lezen. Ik moet zeker weten dat u het bent, dat u ons komt verlossen.’

    Nicolaj twijfelde, maar gaf toe. Het maakte niet uit wat ze zei, hij geloofde toch niet in die hocus pocus. Hij reikte zijn hand voor de tweede keer naar haar uit en deze keer nam ze hem wel aan, al was het heel voorzichtig. De armbanden om haar pols tingelden tegen elkaar terwijl ze zijn hand naar haar toe trok. Ze nam zijn hand stevig vast met haar sierlijke vingers, versierd met gouden ringen, en bestudeerde de lijnen op zijn handpalm uitvoerig. Ze knikte en mompelde wat in zichzelf, terwijl de lach die om haar rode, volle lippen speelde steeds groter werd. Ten slotte keek ze op naar hem met een gezicht dat straalde, zoals dat van een engel zou doen volgens Nicolaj. ‘U bent het inderdaad.’

    Nicolaj geloofde niet in zo’n waarzeggerij, hij vond het allemaal bullshit. Maar wanneer hij haar gezicht zo zag stralen, zo overtuigd van haar vak alsof het de puurste waarheid in de hele wereld was, begon hij te twijfelen en hij werd nieuwsgierig.

    ‘En wat wilt dat nu exact zeggen? Wat denkt u dat ik ga doen in de toekomst?’

    Ze keek hem aan alsof hij vroeg hoeveel één plus één was. ‘U gaat ons redden, ons behoeden voor de ondergang. U gaat erin slagen om ons na eeuwen eindelijk te verlossen van de vloek die op mijn familie rust. Een vloek, die is uitgesproken door een seniele professor en een waanzinnige feeks met de naam Sophia.’ 

    30-09-2012 om 00:00 geschreven door Nikolai  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 1 - Polen

    Nadat ik met de trein vanuit Moskou tot in Polen was geraakt, heb ik gelift tot in Warschau. Je kan je je wel voorstellen dat het al laat werd toen ik daar aankwam.

    Omdat ik honger had, ging ik naar een of ander chique restaurant. Om daar dan tot de constatering te komen dat ik blut was.

     Dus ging ik op een drukke hoek van de straat staan, pakte mijn saxofoon uit en begon een paar blues te spelen. Veel mensen stopten en wierpen me iets toe, maar het was helemaal niet genoeg om een maaltijd te betalen.

    Totdat ik haar zag. Ze was de mooiste vrouw die ik ooit had gezien. Dik, zijdezacht haar waar je je vingers door wou halen en mooie, volle lippen die eruit zagen om van te snoepen. De hele wereld stopte met draaien. Ik stopte zelfs met spelen, iets wat ik nog nooit had gedaan.

    Haar stem, zo helder en mooi, als van een engel, bracht me weer naar de aarde. Ze zei: 'Waarom ben je gestopt met spelen? Ga verder, toe, het was zo mooi.' Dus speelde ik verder.

    Na afloop stelde ze zich eindelijk voor: 'Hartelijk bedankt. Trouwens, mijn naam is Sofia.' Ze wou duidelijk haar achternaam niet zeggen, maar dat was niet erg, ik houd wel van mysterieuze vrouwen.

    'Aangenaam, mijn naam is Nicolai', antwoordde ik.

    'Waarom speel je eigenlijk nog zo laat op straat?' vroeg ze.

    Ik legde haar mijn huidige financiële status uit, waarop ze begrijpend knikte.

    'Zal ik dan de maaltijd betalen?' Kon ze soms gedachten lezen? In ieder geval was ik niet in de positie om de prins op het witte paard te spelen en accepteerde ik haar aanbod.

    Tijdens het diner vertelden we meer over onszelf, nu ja, eigenlijk was ik het die babbelde. Ach ja, dat vond ik niet erg.

    Maar dan onderbrak ze mij, midden in mijn monoloog over de turnkring van mijn zussen en vroeg ze mij: 'Wat vind jij van een one-night stand?' Meer uitleg was niet nodig: dit is een vrouw die weet wat ze wil en ik was het honderd procent met haar eens. Wat daarop volgde was een hartstochtelijke nacht.

    Toen ik 's ochtends wakker werd, was ik alleen. Ik verliet het goedkope motel en vervolgde mijn reis.

     

    Omdat ik een beetje cultuur van de stad wou opsnuiven, besloot ik in de voormiddag het koninklijk paleis te  bezoeken. Daar kwam ik een professor tegen die belangstellend aan het kijken was naar een paar portretten. Toen hij mij in het oog kreeg, besloot hij een praatje met mij te maken. Hij stapte op mij af en vroeg me naar mijn achtergrond. Ietwat achterdochtig beantwoordde ik zijn vraag. Toen vroeg ik hem waarvan hij juist professor was. Hij antwoordde dat hij zich bezighield met de geschiedenis van de koninklijke families van Europa, vooral de Romanovs fascineerden hem. Toen ik afscheid wou nemen, zei hij nog iets, maar zijn stem was veranderd: in plaats van de warme bariton was zijn stem nu rauw en hees. Het enige wat hij zei was: 'We zullen elkaar nog wel zien.'. Ik wou hem uitlachen, maar iets in me zei me dat hij de waarheid sprak.

     

    Na deze vreemde gebeurtenis besloot ik dat het tijd was om een hapje te gaan eten. Ik vond een leuk eettentje juist om de hoek en de prijzen vielen best wel mee. Nadat ik mijn salade had besteld, besloot ik om in het donkere hoekje achteraan de zaak, dicht bij de nooduitgang te gaan zitten. Achteraf gezien was dat niet zo'n goed idee.

    Dus terwijl ik daar wachtte op mijn salade en genoot van mijn tas koffie, voelde ik dat er iemand over mijn schouder leunde. Een sexy stem fluisterde in mijn oor:' Hey lekker stuk, heb je genoten van vannacht?'

    Die stem herken ik uit duizenden. En ja hoor, toen ik me omdraaide stond ze daar, Sofia. Ik was bang dat ze na die zalige nacht had besloten dat ze niet zonder mij kon en een vaste relatie wou. Iets waar ik absoluut tegen ben. Maar omdat ik niet onbeleefd wou zijn, bood ik haar een drankje aan. Die accepteerde ze en weldra verveelde ze mij enorm met haar gekwetter over zaken als emoties en liefde. Ik had nu echt wel een break nodig en besloot naar het toilet te gaan. Op het toilet begon ik een manier te verzinnen om haar af te schepen. Nadat ik eindelijk de juiste manier had gevonden, ging ik terug naar haar. Maar om mij te vermannen, dronk ik eerst nog mijn Irish Coffee op. Op het moment dat ik wil beginnen met mijn briljante dump-speech, leek het wel alsof de aarde om mij heen draaide en had ik ineens een verschrikkelijk zwaartegevoel in mijn ledematen. Net voor ik flauwviel, zag ik nog de professor van het museum, die me zei:'Zie je wel dat we elkaar nog gingen terugzien?'. Toen werd alles zwart.

     

    Plots werd ik wakker door een emmer ijskoud water die over me heen werd gegoten. 'Opstaan lieveling.' zei Sofia, terwijl ik merkte dat ik was vastgebonden. 'Laten we nog wat plezier maken.' Waarop ze me begon uit te kleden. Onder andere omstandigheden zou ik hier echt wel van genieten, maar het feit dat de professor alles filmde, deed me realiseren dat dit toch wel een beetje vreemd was.

    Voor ik het wist, had ik een sexy verpleegster-pakje aan. Toen stiftte ze mijn lippen met een bloedrode lippenstift. Ook mascara en eyeliner deed ze aan bij mij en als kers op de taart moest ik zwarte netkousen aandoen.

    De professor had zijn filmtoestel verruild voor een camera en begon foto's te trekken. Zijn gezicht vertoonde een vreemde, opgewonde rode kleur.

    Toen vond Sofia het wel genoeg, ze had een bunny pakje voor mij klaarliggen. Het duurde wel eventjes voor ik omgekleed was en ik vreesde ervoor dat de roze blush op mijn wangen mij niet echt sierde. Aangezien ze mij toch al aan het verkleden waren, had ik liever dat ze mij een stoer cowboy pakje aandeden, of een piratenpakje. De sabel zou mij wel beter hebben gestaan dan de roze blush. Na afloop gaven ze mij een drankje ter verkoeling. Naïef als ik was, dronk ik het gulzig op. Waarna alles weer om mij heen draaide. Net voor ik flauwviel, hoorde ik de professor nog zeggen:'Denk maar niet dat dit het einde is.'.

     

    Toen ik weer wakker werd door het zonlicht op mijn gezicht, hoorde ik een rivier naast mij stromen en wat vogeltjes fluiten. Plotseling stond er een oud vrouwtje voor mij, het evenbeeld van Baba Yaga. Haar wapperende witte haren omkransden haar gerimpeld en verweerd gelaat.

    Tussen al die huidplooien zag ik glinsterende kraaloogjes en haar gezicht vertoonde eveneens een vreemde, opgewonde rode kleur. Was dit soms een of andere epidemie die heerste onder de plaatselijke bevolking? Of kwam het door mijn stoere, begeerlijke, onweerstaanbare verschijning en mijn sexappeal?

    Haar tandeloze grijns sprak boekdelen en gaven haar intenties weer: ze wou iets van me...

    Ze streelde mijn gespierde arm en mompelde:' Mijn schatje, mijn lieveling, mijn hartediefje, doe dit oude vrouwtje een plezier.'

    Mijn hart stond stil: de nachtmerrie van de professor stond nog op mijn netvliezen gebrand. Schunnige beelden doken op voor mijn ogen terwijl ik afwachtend naar haar keek.

    'Zou je me willen helpen? Wil je mij ontlasten? Toe, alsjeblieft, ik ben in zo'n grote nood.'

    Op dit moment wou ik gewoon schreeuwend wegrennen, maar ik stond verstijfd van de angst en de shock. Dit was me teveel. Ik kneep in mijn arm om te zien of ik niet droomde: misschien was het drankje nog niet uitgewerkt? Ondertussen bleef ze maar mompelen, ik ving woorden op zoals:' ...grote nood... helemaal alleen... lang geleden...'. Mijn fantasie speelde mij parten en ik dacht dat ik een hartaanval ging krijgen. Een man kan maar zoveel verdragen.

    Ik dacht de confrontatie maar aan te gaan. Dus vroeg ik haar wat ze nu wou.

    Haar antwoord was het volgende:' Ik ben al zolang alleen, er is niemand die voor mij zorgt. Mijn lichaam begint af te takelen en de last wordt te zwaar. Zou je me willen helpen deze twee grote zakken te dragen en daarna hout te hakken? Ik heb het toch zo koud thuis.'

    Ik was zo opgelucht dat ik haar wel kon kussen. Maar dit leidde misschien tot andere situaties die ik absoluut wou vermijden. Ik toonde direct mijn goede inborst door haar zakken op te tillen. Toen ik haar vroeg de weg te wijzen, sprong ze zonder pardon op mijn rug en haalde een twijgje boven. Haar gegiechel klonk schril in mijn oren en beloofde niet veel goeds. Voor ik het wist, sloeg ze met het twijgje op mijn achterste en riep ze verheugd:'Ju, paardje, ju.' De rit was zwaar: de zon scheen hard en het leek wel alsof mijn bagage met de meter zwaarder werd.

    Na een tijdje door het bos te hebben gelopen, bereikten we een open plek waar in het midden een hutje stond. 'Hier is het.', zei ze. Ze sprong onverwacht van me af, waardoor ik bijna met mijn gezicht in de vijver belandde. Dit was de perfecte gelegenheid om mijn beeltenis eens te zien, wie weet, misschien had ik nog altijd mascara op. Tot mijn grote ontsteltenis zat ik vol met zweertjes. Als man van de wereld en van de vrouwen, herken ik natuurlijk de symptomen. Zeker toen ik mijn uitgedunde haar had gezien. Ik telde één bij één op en wederom stond mijn hart stil - ik ging echt nog eens sterven aan een hartaandoening.

    Eén gedachte: syfilis...

    Het leek alsof de wereld stilstond, alles draaide rond. Voor ik voor de derde keer die dag flauwviel, hoorde ik nog het spottend gekakel van het oude vrouwtje...

     

    23-09-2012 om 19:27 geschreven door Nikolai  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


    Archief per week
  • 18/03-24/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs