In maart 1977 stond Leonard
Peltier terecht in Fargo,noord Dakota.
De zaak zou eerst voorkomen bij de arrondissementsrechtbank in Sioux
Falls waar rechter Nichol (zie Wounded
Knee) het proces zou voorzitten. Toen deze zich verontschuldigde
werd de zaak toegewezen aan rechter Paul
Benson , die het hele proces naar Fargo verplaatste.
Het moet hier gezegd worden dat in December 1982 advocaat William Kunstler er in een
telefoongesprek met rechter McManus (van het
proces Butler/Robideau ) achterkwam dat het McManus was , en niét Benson, die
voorgedragen was om het proces Peltier voor te zitten . Hij was er heel
verbaasd over dat hij willekeurig verwijderd werd in het voordeel van rechter
Benson.
Tot vandaag is het nog steeds niet duidelijk hoe en vooral door wie dit
manoeuvre werd uitgevoerd.
Het bleek wel dat er gezamenlijke inspanningen geleverd werden om te
voorkomen dat rechters ,die voorheen tijdens rechtszaken vonnis hadden geveld
in het voordeel van AIM- beklaagden, iets met dit proces te maken zou krijgen.
Het FBI deed net hetzelfde zoals bij het Butler/Robideau proces :
geruchten verspreiden over nakende terrorist aanvallen van het AIM. Dat
voerde de spanning in een alreeds anti -Indiaanse omgeving nog op.
Later werd ontdekt dat het FBI ,nog voor het proces begon ,een geheime
ontmoeting gehad heeft met rechter Benson .Het was dan ook niet onverwacht dat alle uitspraken die daarna volgden
in het voordeel van de aanklager waren.
Documenten die later te voorschijn kwamen brachten aan het licht dat de
FBI zijn informanten had in het Wounded
Knee Legal Defense/Offense Committee
tijdens of rond de tijd van Peltiers arrestatie . (Een kritieke tijd waarin de verdediging werd opgebouwd) (*)
De regering weigerde de identiteit van de informanten bekend te
maken.
Infiltratie in het kamp van de verdediging betekende dat de aanklager
onmiddellijk alle informatie rond de verdediging doorgespeeld kreeg.
Dit was een duidelijke schending van Peltiers grondwettelijk recht!
De geheel blanke jury, die in één dag geselecteerd werd, bestond uit 10
vrouwen en vier mannen, ( 2 reserve.)
Zij werden afgezonderd gehouden zolang het proces duurde. Ondanks dat ze nooit in gevaar waren werd hen wel het gevoel gegeven
dat zij kwetsbaar waren voor aanvallen. De bussen waarmee ze naar het gerechtshof werden gevoerd hadden
afgeplakte ramen en ze waren altijd omringd door SWAT (Special Weapons and
Tactics) leden.
De regering kreeg 15 dagen om zijn bewijzen voor te leggen aan de jury,
waarna de verdediging slechts 6 dagen kreeg.
Maar uiteindelijk, door de voortdurende onderbrekingen van de aanklager
heeft de jury maar twee en een halve dag de bewijzen van de verdediging kunnen horen.
Op 19 april, 1977, kwam na 11 uur beraadslaging de jury terug met het verdict: Schuldig
!
Wat later duidelijk zou worden is ,dat de regering fraude gepleegd
heeft en Leonards grondwettelijk
recht meermaals geschonden heeft door het achterhouden van bewijsstukken,
aanvoeren van valse bewijsstukken en om getuigen door intimidatie aan te zetten
tot meineed.
(*) Dit was geen eenmalig feit. Tijdens het proces van
Dennis Banks en Russell Means werd een informant die toegang had tot de zaak
van de verdediging ontmaskerd. De regering had toen
tegenover rechter Nichol hardnekkig ontkent dat er een informant was.
 
|