Zaterdag
2 februari 2013. Wetteren ten Ede. Jan Willems gaf een feesje voor zijn 40 jaar. Het verstand komt
met de jaren zeggen ze, maar in Jan zijn geval wordt dat blijkbaar nog wat
wachten. Want: Wie legt er nu zijn feesje net op de moment dat het
wereldkampioenschap cyclocross wordt uitgezonden op den TV!!?? Vandaar dat de
modderfokkers maar tegen 10 uur toestekken op Jan zijn feesje, als de koers
gedaan is. Op Jan zijn feestje is er ook een schepen van Kalken (niet moeilijk,
want alle schepenen van Laarne zijn nu van Kalken, haha!), maar er is een mens
die dat niet gelooft. Daarom vraagt die schepen mij om te bevestigen dat hij
wel degelijk schepen is. Wat kan ik anders doen? Maar ik voeg er aan toe: Ja,
meneer, inderdaad, die is schepen, maar vraag mij ook niet hoe zoiet mogelijk
is. Mensen doen zotte dingen in het stemkotje!
Zondag 3 februari
2013. Ritje op de weg naar Oosterzele (een km of 50). Ivan houdt nu een
stand bij van wie er de zondag komt rijden. Natuurlijk omdat hij zelf nog geen
enkele rit gemist heeft en aldus op kop staat, voor de eerste keer in zijn
leven dat hij ergens op kop staat. Broer Rudy en whiskykenner Axel T staan mee
op kop. Ik sta 1 rit achter, want verleden week was het echt te zot weer. Met 7
zijn ze toch gaan rijden, t is te zeggen 35 kilometerkes en ze waren doorweekt
tot op het bot. Ik vind dat die rit niet zou mogen meetellen, wegens te kort,
maar ik ga niet flauw doen, want Ivan mag ook eens een klassement winnen. Ik
denk van vandaag toch op 1 van die 3 mannen een streepje in te halen, maar nee
hoor, ze zijn er alle 3. Hebben die echt niet anders te doen?
Karel had gezegd dat hij op de weg ging rijden, want te
smerig voor het veld. Nee, Karel, zeg ik, op mijn pensioen kan ik nog zoveel op
de baan rijden als ik wil, maar ik ga mee met de bende en in het veld rijden.
Op het kerkplein zet ik mijn banden wat zachter om in het veld wat meer grip te
hebben. En dan, ja dan, dan beslissen ze om op de weg te gaan rijden! En geeneen
die iet zegt als ik mijn banden slapper zet.
Het is koud, er is veel wind, en het tempo ligt bijwijlen
zeer hoog. Dus merk ik op (bij wijze van grap, jaja): Hoe leuk toch, geen
windje, lekker warm, gezapig tempootje en goei companie. Waarop Ivan antwoordt:
Mario, dat de companie voor jou best meevalt, daar kan ik inkomen, maar ge
moet dat ook eens van onze kant bekijken, hé.
Danny F trekt het hele eind naar Oosterzele, bergop en
windop, kop. Als we omkeer maken, komt Rudy R op kop. Ja, zo is het niet
moeilijk, zegt Danny. Rudy heeft echter Els wat assistentie moeten verlenen,
onder andere om het eindeloze vals plat met klimmekes van de Geraardsbergse
Steenweg te overleven. Bij de passage in Oosterzele moeten we nogal veel wind
gemaakt hebben, want 2 dagen later lagen er daar een paar daken tegen de grond.
Verder in het weerkeren, vlamt Stefan Imschoot de pannen
van het dak. Naar het schijnt doet hij elke dag 72 km (36 heen en 36 terug)
naar zijn werk. Daarvoor krijgt hij een maandelijkse fietsvergoeding van 1600
Euro (ik wil er een nul van af zijn), zonder te klappen van de naft die hij
uitspaart en daarenboven is hij met al
de files nog 5 minuten rapper thuis dan met de auto, en volledig ontspannen. En
vaneigens dat ge de zondag dan kunt uitpakken met uw form. Ik ga veranderen van
werk, peins ik. En toen gebeurde het onvermijdelijke: Stefan Im-schoot uit zijn
klikpedal. t Is eigenlijk gene waar, maar ik vond het een goeie woordspeling, die
ik de lezer niet wilde onthouden, maar waar ik echter verder eigenlijk ook geen
weg mee weet.
En o ja, proficiat aan onze voorzitter en zijn eega. Al
de tweede grootvader onder ons, de tweede Rudy. Kleinzoon Sebe was nog maar 2
dagen ter wereld of hij stond ook al in de gazet, een aartje naar zijn
grootvaartje. Nee, verjongen gaan we er niet op doen
Mario
|