Zondag 4 maart 2012.
Waasmunster of Oosterzele.
9 uur aan de kerk. Rudy V, Axel T, Tom N, Guy R, Ronny
VH, Jo R, Francois DeLaPierre, ook gekend als Frank Vansteen rijden met de
vrouwen een deel zelfs met hun eigen vrouw (en als ge nu peinst dat ik die ook
nog eens allemaal ga opnoemen, dan zijt ge goed mis) - naar Oosterzele. De 85
km die ze gaan doen, brengt ze terug in de Beize, om 20 na 12! Ja, moeder.
Rudy
R rijdt in de Westvlaanders rond met een buske vol VIPs (Very Impotent People).
Elk zijn goesting, zeg ik maar.
Twee
jonge snaken, Cedric Laureyns en Davy Poelman, rijden mee met twee iets rijpere
mannen, Dirk De Boever en Stefaan Imschoot, die zelf meerijden met een nest
oudgedienden, Ivan Rogiers, Luc Krick, Dirk Hanselaer en Rudy De Clerck, en met
een heel heel oude gediende, ondergetekende, richting Waasmunster.
Luc
en Rudy DC doen de hele tijd kop. Historisch, want dat zijn we van Luc echt
niet gewend. Rudy V had er moeten bij zijn om het te filmen, tiens.
Nog
maar in het Hussevelde staat daar een proper, pront wijveke te wuiven uit haar
vensterke, op zondagmorgen naar mij. Zo zouden alle zondagmorgenden mogen zijn.
Alhoewel, het is ook misschien wel omdat
Ivan zijn drinkbus vergeten was en Christine ze hem door de voorvenster
aanreikte, ik wil er van af zijn.
De
eerste 15 km zijn op de weg aan een gezapige 28 per uur. Dan de zandbak binnen
en een lastig vals plat. Bovengekomen weet Stefan te melden dat het wat mistig is
in zijn hoofd. Bedoelt hij nu dat zijn bril is aangeslagen of dat hij een beetje
suf is van de inspanning? Even verder wordt het al gauw duidelijk, als we de
dichtste brug over de E17 nemen. Suffe Stefaan probeert als enige op het
voetpad naast de reling te jumpen. Een straf geval van zelfoverschatting, want zijn
achterwiel knalt op de borduur en een snakebite is het gevolg. Blijkt zijn
reserveband dan ook nog lek te zijn. Stefan dacht dat we na de brug rechtsaf
gingen afslaan langs de E17 en wou al een hoek afsteken. Als we hem vertellen
dat het gewoon rechtdoor is, roept hij luid: Maar waarom doe ik dat dan? Ja,
Stefan, dat vroegen wij ons al de hele tijd af waarom gij dat doet, en had ge
daar nu zelf efkes vroeger op gepeinsd, dan stonden we hier geen 20 minuten
tijd te verliezen. En nog maar 500 meter off road gereden ook, en het is al
bijna 10 uur.
Nog
een vals plat, aan het oud vliegveld in Waasmunster, bij die grote doening van
De Clerck (neenee, niet die van Rudy. Een groote doening, zeg ik juist). Ik ben
gelijk goe bezig en ik weet dat het een lastig stuk is. Deze keer zet ik me op
kop en begin te terten gelijk zot. Dat ze me er deze keer niet gaan afrijden.
Als ik 100 meter verder op de rug kijk van 3 man, die steeds kleiner worden, natuurlijk
Dirk DB en Cedric erbij, is dat een serieuze knak in mijn ego.
Cedric
is nogal een peet van een vent, en er zit serieus kaliber op ook, want als hij vol
windop de kop pakt, is het gas geven om in zijn wiel te blijven, al zit ge goed
uit de wind en al houdt hij zich dan nog in. Ik kan mis zijn, maar ik had het
gevoel of Rudy R de kop pakte.
Bijna
op terugweg naar huis, krakt Dirk H zijn garde bou af. Hij steekt die dan boven
op zijn rug onder zijn truike, zodat die links 30 cm op zij van zijn kop uitsteekt.
Geen zicht.
Even
verder, het mag gezegd, ik reed op kop, ook al vanwege de perikelen met Dirk
zijn garde bou, KRAK. In 1 keer mijn zadel af. Ivan heeft dat, in de tijd toen
hij nog meer dan 100 kg woog, 3 keer voorgehad. Waarna hij eindelijk gemotiveerd
was om te diëten. Nu moet ge soms kijken om het verschil te zien met Dirk DB.
Ook hoog tijd voor mij dus om te beginnen diëten. Vanaf nu, nooit meer meer dan
3 Orvals na de rit, dat is beloofd!
Dat
van dat zadel lijkt misschien leutig, maar met nog 18 km voor de boeg, zie ik
zo al elk deel van die afstand in elk detail voor me. Zonder te kunnen zitten!
Gelukkig kan ik af en toe mijn los zadel onder mijn gat schuiven en toch nog
iets zitten. Dankzij hier en daar wat duwwerk merci mannen, gaan we toch niet
onder de 25 en halen we soms meer dan 30. Natuurlijk dat een uitsteeksel in de
nabijheid van een achterwerk aanleiding heeft tot moppen van mijn homofobe
modderfokkervriendjes, moppen die niet voor publicatie geschikt zijn. Doen ze u
dan nog de hele tijd lachen, gelijk alsof het zo al niet lastig genoeg is
zonder zadel. Ha, Mario, daar zit uw ego. Zo laag gezakt, man. Stefan stemt wel
toe om straks mijn zadel rap op te vangen, als ik me rechtzet voor de sprint.
In
Zele staan we voor de gesloten overweg. Als de trein passeert, haal ik mijn
zadel van tussen mijn billen om eens mee te zwaaien en de machinist toetert gezellig
terug. Misschien was het Eddy Troch wel, zonder enige twijfel de beste
treinbestuurder van alle modderfokkers ooit. Met Dirk met zijn zijlings
uitstekende garde bou erbij, staan we daar - nog meer dan anders als een
zootje ongeregeld. Om nog niet te spreken van de eenvoudige aanwezigheid van
Ivan en Stefan.
In
de Beize is het waarempel een warme hap, maar niemand kan thuisbrengen wat het
is. Gevulde Veerle, denkt Stefaan. Neenee, gewoon gevuld kieken, zegt Ivan, met
de nadruk op gewoon. Het blijkt gevuld speenvarken te zijn. Ha, maar dan is
het gevulde Koen, weet Ivan. Goed gevuld, maar zadelloos, dan maar weer naar
huis. t Heeft weer deugd gedaan, maar niet aan mijn achterwerk.
Mario.
|