Het is me nog maar recent ter oren gekomen. Ik geef het grif toe, het zat er al een tijdje aan te komen.
Mensen hebben al gehoord van een wiskundeknobbel, een talenknobbel, maar een schrijfknobbel? Ik ben de trotse bezitter van een levensechte schrijfknobbel. In tegenstelling tot de andere knobbels is dit ding wel prominent aanwezig. Dit ding heb ik meerdere keren willen wegbranden en weggemoffeld.
Vreemd genoeg ben ik er nooit in geslaagd om het permanent te laten verdwijnen. En mijn linkerwijsvinger zal nooit volledig egaal of knobbelvrij zijn. Zelf ben ik ook schuldig aan dit hele gebeuren. In de eerste plaats omdat ik links ben en altijd over mijn letters ga en in de tweede plaats omdat ik mijn vulpen (en al de andere pennen) niet elegant ter hande neem. En dat mag zeer letterlijk genomen worden. Ik omklemde tot groot ongenoegen van de leraars mijn vulpen tussen mijn drie vingers en soms zelf met brute kracht. Zoals een hond zijn bot vasthoudt zo hield ik mijn vulpen vast. En juist op de wrijving tussen mijn linkerwijsvinger en mijn pen daar ontstond mijn teerbeminde schrijfknobbel. Dus telkens als mijn leraren het waagden om mijn pen af te nemen, zakte voor mij de grond onder mijn voeten weg.
Het liefst schrijf ik met een vulpen. De blauwe inkt heeft een therapeutische werking op mij. Blauw bevordert sereniteit en innerlijke rust. Al mijn gedachten vloeien harmonisch samen op het witte vel papier. De elegantie van een vulpen maakt dat ik meer met literaire krullen begin te schrijven en daarnaast is ze de bezitster van al mijn schrijfcapriolen, van theorie tot praktijk alles zit in haar. Ze is samen met mijn schrijfknobbel mijn schrijfgeheugen iets wat ik niet anders kan dan koesteren.