Tot enkele maanden terug waren er weinig tot geen armen die mij aanstuurden. Enkel liefdevolle gebaren en futiele schouderklopjes ontving ik van een select groepje. Maar nu zijn er veel armen die mijn dag verloop bepalen en mij doen werken als een Brabants trekpaard. Die van mij verwachten dat ik klare taal spreek en al mijn kaarten op tafel leg. Zopas heb ik een beloftvolle tekst over armoede onder handen genomen van een vereniging die het hart op de juiste plaats heeft. Als deze reflectienota een verschil maakt is de impact enorm en deze verantwoordelijkheid laat me niet los. Ik voel gigantisch veel armen aan mij trekken en mij genadeloos naar voren duwen. Elke zin bepaald of ze een cadeautje in hun handen krijgen of helemaal niets. Voetnoten slaagden erin om mijn hoofd te doen tollen. Haar referenties vertelden me waar die duizenden armen naar graaien en telkens weer naast grijpen. Moest dit nu alles zijn dan zou ik twee icecoffees ad fundum hebben leeggedronken en maniakaal het onrecht dat armoede met zich meebrengt al editend bestrijden.
Helaas is mezelf smijten niet genoeg buiten mijn baas zijn er nog andere monden die me tot bij hen roepen. Vergeef me dan ook dat ik naast mijn overvolle handtas gebukt ga onder een torenhoge papieren stapel van dringende todos. En ja mijn lieve schat dat ik daar bovenop nog eens lijsten van lijsten maak. Ik heb geen ander keus dan al deze gênante vertoningen te ondergaan want langs alle kanten word er aan mij getrokken. Zelf al zou ik het privilege hebben om plots zes armen bij te toveren dan nog moet ik mijn beste evenwichtsoefeningen weer boven halen. De items die ik allemaal moet beantwoorden in mijn mailbox nestelen zich in de palm van mijn hand en hun herinneringen om hen af te werken circuleren in elk mogelijk medium rond. Geen dag gaat voorbij of ik werk een puntje af en er komen er plots weer drie bij. Een trouw plannen lijkt wel het proces van Echternach.
Het rare is dat in mijn slaapkamer en voornamelijk mijn kleerkast geen organisatorisch talent te bespeuren valt. Op gepaste tijden en onder lichte dwang van mijn partner zeg ik vaarwel tegen de sloddervos in mij. Krijg ik al plooiend en weggooiend een klare kijk in mijn hoofd en vouw ik mijn beminde blouses zo keurig op dat ik ervan bloos. Zo houdt deze ordelijke façade enkele dagen stand. Dit doe ik al jaren zo en dat vind ik fijn jammer genoeg hanteren de lijsten waar ik nu meezit enkel de logica van punctualiteit. Hun deadlines zijn niet weg te moffelen. Haar einddata komen met de minuut genadeloos dichterbij en doen me over en weer razen als een kip zonder kop. Het duurt dan ook niet lang voor ik armen te kort kom.
Lichtjes teleurgesteld begin ik aan mijn paasrelaas. Dit jaar hebben geen mensen aan mijn voordeur aangebeld om het bruine goud te verkopen. Ik heb er zelf nachten van wakker gelegen. Stel je voor dat deze paaseieren niet op mijn adres kunnen geïnd worden omdat ik niet voldoende cash in huis heb? Ik had zelf meerdere dozen gekocht een stuk of drie en graag gedeeld. Met plezier had ik willen twijfelen welke smaken en grootte mijn voorkeur hadden. Als mijn appetijt ervoor zorgt dat mensen een aangenaam tijdverdrijf kunnen hebben of een mondje meer kunnen vullen had ik edelmoedig deze doos geledigd. Neen, ik ben gedoemd om mijn generositeit en liefdadigheidsgevoelens te projecteren op eitjes van Aldi en als het een vette maand is Carrefour. Bakkers gun ik het minder zij maken hun klanten dik en geven enkel maar gevloek op de weegschaal en knopen die plots losschieten. Liever wil ik de officiële aankondiging van de lente met een goede smaak en vooral goed gevoel vieren. Want Pasen is meer dan dat de klokken die terugkeren van Rome. Elke bim bam bom en opgevulde paasmand verwijzen naar de vrijheid waar elke scholier zo naar verlangt. De dag dat de lelijke poort voor de laatste keer achter je dicht valt of je alweer het klaslokaal te laat binnenstormt lopen ten einde. De eindmeet is in zicht op de marathon naar de vakantie met een grote V. Je koffers staan al naar je te lachen en het is niet langer je spuuglelijke turntenue die je wekelijks in je tas steekt, maar je bikini die je liefdevol tussen al je wilde plannen steekt.
Tussen twee treinen in zat ik terug te denken aan een wonderlijke dag. Het leek wel vijf minuten geleden dat ik eindelijk de schrijferkenning kreeg waar ik al zo lang op wacht. Er zijn weliswaar wat werkpunten maar ik moet zeker de pen blijven hanteren. Gedachten hoeven niet logisch te zijn voor mezelf maar wel voor de lezer. Entertainen met blauwe inkt of kleine toetsjes wie had dat ooit gedacht. Nergens kan ik mij in mijn kindertijd herinneren of op de schoolbanken dat taal en ik vrienden waren. Integendeel ik gruwelde van zinsbouw en nam het niet zo nauw met syntaxis. En nu weef ik op majestueuze wijze de meest onverwachtse verbanden aan mekaar. Ja tussen twee treinen zat ik middenin mijn dromen en de nakende realiteit. Friste ik mij op voor een nieuw schrijf verdrijf en hoorde ik in de verte een uitgever mijn naam roepen. Proefde ik eens de smaak van victorie en genoot nog meer van mijn simpele maaltijd. Na elke hap droomde ik meer en meer weg. Op ettelijke seconden tijd zat ik niet langer in Luik aan een tafeltje te nippen van mijn amaretto maar wachtte ik in een stoffig kantoor van een uitgever ongedurig op zijn of haar verdict. Tussen twee treinen in besefte ik dat ik al mijn gal met plezier mag uitspuwen op tientallen paginas en er een boek in de maak was. Tijdens het lakken van mijn nagels gingen massaal veel deuren voor mij open en resen onbekende paden als paddenstoelen uit de grond. Ik stapte de trein op met dezelfde vastberadenheid als een mythische krijger die klaar was om zijn queeste aan te vangen.
Deurne is zalig om te wonen maar Antwerpen blijft de stad van mijn dromen. Wat heb ik graag in de grootste parking van het land gewoond. Ik besefte toen ik aan het shoppen was in de Nationalestraat welke gouden kasseien mijn schoenzolen raakten. Alles is razendsnel Antwerpen kent qua mode en bruisen geen gelijken. Ik zal altijd een citygirl for life blijven. Een neus blijven hebben voor winkeltjes die neen zeggen tegen alles wat ik al honderd keer gezien heb. Met de meest hotte snits rondlopen en blijven fashion ademen tot mijn laatste snik. De geluiden van de tram en het geroezemoes van t stad vallen zo harmonieus samen met de Antwerpse a en ja dat klinkt als muziek in mijn oren! De Waterpoort is mijn Arc de Triomphe. De Chatleroi is mijn Buckingham Palace en de Kloosterstraat Rodeo Drive.
Geen enkel straat in Deurne kan aan de plaveien van de koekenstad tippen. Geen enkel gerecht kan zo fris en kcal gerekend goed smaken als in mijn stad. Menig zakjes komen uit haar contreien en menig rekeningen van op terrassen verzanden in mijn tas. Ja ik woonde hier heel graag 1 voet buiten en ik had alles wat ik wou behalve de mensen die ik zo graag mag. Altijd zal ik met plezier het Museumplein oversteken en de Nationalestraat doorwandelen. De straten hebben geen idee waar ze mij naartoe hebben gebracht en hoe ze mijn leven hebben verrijkt. Haar schatkist van originaliteit en bedrijvigheid hebben mij verdreven uit de eenzaamheid.
Ja Antwaaarpen gij ze gij voor mij alles wat ik nu ben wie ik zal worden en waar mijn kinderen later van dromen. Een stad met een machtig hart een wereld apart. Antwerpse meisjes weten waarom een blik op de Kathedraal deuren heeft geopend die we nooit in onze stoutste dromen hadden verwacht. Zaterdag ga ik haar in volle glorie aanschouwen met de man die vier en half jaar geleden mijn biotoop beter wilde leren kennen. Onze eerste blik op haar gouden gloed deed ons branden van verlangen naar de liefde waar we jaren van droomden en dachten nooit te voelen. Nu stappen we binnen enkele dagen op de belangrijkste treden van ons leven en daarom lieve baken van licht kan ik niet anders dan je blijven eren.
Op een stralende lentedag zat ik mokkend op mijn logeerbed. Steeds dezelfde woorden te herhalen: Elke keer beloofd hij om een taak samen met mij te doen en elke keer begint hij enthousiast aan een taakje dat ik met 1 hand ook kon gedaan krijgen. Een ijskast uitkuisen doe ik zelf wanneer ik ondertussen stofzuig en de keuken dweil. Hoe erover is het dan niet dat hij voor deze randactiviteit zo fier naar mij kijkt, terwijl ik ziek op mijn knieën de vuiligheid van mijn vogels omkiep en bijna door mijn zware hoestbuien letterlijk in het stof bijt. De vogels zijn leuk om naar te kijken maar hun huisje proper houden neen dat doet hij niet. Liever geeft hij op mijn brood dat ik niet voldoende in huis doe omdat ons salon eruit ziet alsof er net een tornado op bezoek is geweest. Deze tornado is niet een meteorologisch verschijnsel maar dat ben ik.
Ik raas door mijn huis als een wervelwind steeds op zoek naar de dingen die ik nodig heb en leg hen telkens te rusten op de verkeerde plek. Niet omdat ik lui of moedwillig ben. Ik verspreid ze in alle hoeken omdat ik gewoon geen tijd heb. Zie je dan niet dat ik al moet rennen naar mijn halte dat ik door te reageren op jou mijn outfit niet meer kan afmaken met mijn meest stijlvolle pumps maar met de schoenen waar ik het snelste mee kan rennen? Omdat ik anders weer te laat ben op mijn werk. Wegspurten uit een vuil huis is uit den bozen maar het hebben van een beetje rommel. Daar heb ik volmondig voor gekozen. Dit zijn al mijn gedachtensporen. Ik kan mijn hele dag vertellen door enkel mijn tafel gade te slaan.
Ja alle taken zijn gedaan maar de tafel is de stortplaats van al mijn agendapunten. Het containerpark van mijn salon, alleen is in deze pacht elke vorm van orde afwezig. Bezoekers hoeven mijn werkpuntjes niet te weten. Wanneer mijn gasten langskomen, maak ik zonder morren de tafel leeg en gooi ik mijn bezigheden ver van het blote oog weg. Toch zal je zien dat mijn aanwezigheid vrij prominent is. Vergeef me tijdens het schoonmaken van mijn vertrek, zorgen honderd nieuwe taken dat ik mijn spullen weer op de verkeerde plek leg.
Enkele weken terug had ik een dag waar ik met alles geconfronteerd werd wat ik net niet had. Aan de tramhalte hoorde ik een kersverse mama zeuren over minuscule details van haar geboortekaartjes. Eens ik van haar gedram verlost was zag ik een kinderwagen waar ik niet naast kijken kon. Toen haar wielen mijn tenen raakte, wou ik moord en brand schreeuwen, maar ik zei niets. Nog leger dan ik al was stapte ik de metro af. Hoe vervelend dit alles ook was, toch wenste ik dat ik ook een gejaagde mama was.
Dit waren dingen waar ik zelf niet meer aan durfde te denken. Laat staan hardop over te dromen. Omdat de realiteit mij genadeloos in mijn gezicht had geslagen. De dag ervoor zat mijn babytje nog op mijn blaas. Nu was het enige wat daar nog de scepter zwaaide een bloedbad. Bloed, zweet en tranen maar dan allemaal verkeerd. Werken was het enige wat een beetje hielp, hoewel ik die dag maar een schim van mezelf was. Ik hoop dat mijn baas zijn afspraken meer aandacht hadden voor de dingen die hij uitsprak, dan wat er op hun bord lag. Jammer dat het al vier uur was, tijd om opnieuw de dingen te ervaren zoals ze waren en niet hoe ze zouden kunnen zijn.
In de metro het kielzog van onverschilligheid en eigenschermstaarderij welden mijn tranen op. Mijn innerlijke pijnscheuten bereikten een hoogtepunt toen er iemand de metro opstapte die als twee druppels water op mijn broertje leek. Ik wou hem vertellen hoezeer zijn aanwezigheid deed beseffen dat ik mijn broer miste en nodig had. Ik zag een filmpje in mijn hoofd afspelen waar ik met deze kerel een gesprek begon. Vervolgens troostte hij me onbevooroordeeld en wierp me diezelfde warme blik toe die ik zo mis. Maar ik zei niets een andere kwellende gedachte speelde aan het Sportpaleis in mijn hoofd. Misschien was dit dezelfde metro waar ik mijn misselijkheid bejubelde en mijn chocoladeverslaving de hemel in prees. Nu besefte ik dat het louter een vieze smaak was in mijn mond. Het bloed begon nog harder te kruipen waar het niet kruipen kon.
Gebroken stapte ik de metro af onderweg naar het huis dat niet meer werd bewoond door drie of meer. Maar enkel wij twee en deze min doet pijn. Deze aftrekking had ik niet willen maken. De dokter zei wel degelijk dat er een vruchtje was ik geloof zelf dat ik het eitje bij mijn gynaecoloog had gespot. Welnu, datzelfde eitje kon niet bij mij zijn terwijl het meer dan welkom was. Ik heb nog nooit zo liefdevol mijn handen op mijn buik gelegd als die acht dagen. Jammer dat ik het niet grijpen kon.
Mijn verloofde koestert een wens die nooit in vervulling zal gaan. Hij is zopas de trotse bezitter van een eigen volkstuintje geworden en hij wil zijn nieuwe tweede thuis graag samen met mij delen. Hier mijn zoetje sla je de bal toch grondig mis. Nooit zal ik gelukkig worden van dingen te oogsten of het gretig uitroeien van onkruid. Ik heb graag voeling met de aarde zonder dat haar smurrie aan mij kleeft. Rubberen laarzen zou ik nog niet kopen als ik het tweede paar gratis kreeg. Het enige gummi dat ik in mijn leven ken zijn die op potloden staan en die doen tenminste iets nuttig. Zolang er geen resultaten belanden op mijn bord is jouw moestuintje niet meer dan een stuk grond. Soms zeggen mensen wel eens tegen me dat dit komt de innerlijke boer in iedereen manifesteert zich ooit wel eens. Wel dan kan ik nu al tegen deze groene asperga getuigen zeggen dat dit archetype mij nagenoeg volledig ontbreekt.
Oké ik had een zwak moment toen ik op jouw smeekbedes inging. Vooruit dan maar laat je groene wereldje maar eens zien maar onderweg liep het al mis. Geef toe wie maakt zich nu op om wat grond en plastiek te bezichtigen? Dit was al een onheilspellend voorteken, want ik heb die dag enkel vanuit de auto zijn walhalla gezien. Zodra ik dacht aan wat me te wachten stond, bevroren al mijn ledematen. De grens is gewoon mentaal en fysiek te groot, het is een grens die ik heel mijn leven wil behouden. Ik keer het boerengeluk de rug toe ik blijf een volbloedige citygirl. Ik staar liever nog een halfuur naar die eendjes dan vijf seconden een hark in mijn handen te nemen of enthousiast mee beginnen te ploegen. Ik krijg al schrik als ik aan al die viezigheid op mijn tere lichaam denk. Het enige wat boeren mij mogen geven is dat ze ooit een manier vinden om Moeder Natuur al mijn gestolen uren in tienvoud terug te geven.
Want soms gaat zoetje jouw liefde voor het vegetatieve toch net iets te ver. Als ik na de betere me and you time cynisch zeg: Wat als je nu een lampje hebt dan kun je er ook s nachts naartoe gaan. Dan verwacht ik niet dat je de enige plek waar erop een andere manier leven wordt gekweekt niet midden in de nacht wil verlaten. Jouw plantjes willen ook slapen. Ik hoorde het dan ook in Keulen donderen dat Aldi voor de nachtbrakers in de tuin een olielamp in promotie had voorzien. Ik zeg je één ding als je papa wil worden zal je toch de boerenlucht en vuile handen wat meer moeten laten. Ik laat mijn lichaam niet benaderen door resten van tomaten, gft en mest. Neen dat is voor mij een brug te ver. Dus als je geen beste vriend met je linkerhand wil worden blijf je s nachts bij mij liggen in bed!
Ik vind niet dat je daar om moet treuren ik supporter je tuinliefde al genoeg. Denk je dat ik soms alle dagen heel de Bisschoppenhoflaan afwandel om de laatste serre van Aldi te kunnen bemachtigen? Alsof dat niet genoeg was sleurde je me ook nog de Axion binnen een winkel die ik haat. Tussen al de chaos en prullen door vind je dan nog iets om mij te jennen een elektrische heggenschaar. Goed dacht ik dan koop ik wel potten voor bloemen in te zetten want die ruiken altijd en eisen enkel wat verfrissing. We hadden nog maar net afgerekend of hij wou zijn serre al meteen gaan opzetten. Dat lieve schat maakte mij een beetje boos er waren zelf motieven om die serre in onze tuin op te zetten. Ik zag meteen onze prachtige tuin veranderen in een lelijk stinkend patattenveld. Dus maakte ik nogmaals duidelijk dat ik niet betrokken wil raken met zijn moestuin en dat onze tuin geen dumpplaats mag worden van nog meer boerengeluk.
Er volgden enkele dagen rust hij was bezig met zijn tuintje en ik liet hem met plezier gaan. Alles viel op zijn plooi tot aan de Proefmenu. Daar met hem zitten in de zaal waar we onze verbintenis uitgebreid gaan vieren , deed me zachter worden. Hoewel ik herstellende van een zonnebrand was en er een bruine fond serieus op mijn maag lag, wou ik toch niet dat hij zijn leven op het spel zette voor een tomaat. Hij was al moe toen we naar onze locatie reden, ik moest hem gefocust houden. Maar wat ik zeer vreemd vond is dat deze overweldigende slaap plots verdween, toen hij zijn overall aantrok. Hij ging maar eventjes wegblijven zei hij, ik geloofde hem. Hij was niet ten machten om mij te belazeren. Ik zal wel een tekstje schrijven geen probleem zei ik.
Maar de lokroep van zijn hof overwon het van de romantiek die tussen ons gaande was. Hij had andere dingen te prijzen zoals zijn augurken natuurlijk! Moest ik zijn zaad zo bejubelen ik zou honderd nakomelingen hebben. Het grote verschil is dat je de ene opeet en de andere juist die dekselse groenten insteekt. Bah, ik snap al zijn idolatrie voor wat knollen in de grond niet. Als ik drie maanden moet wachten op een volle zak dan is bij mij de keuze voor Carrefour snel gemaakt. Als ik de wansmakelijke lucht van tomaten nooit meer hoef in te ademen of mijn been moet schoonmaken van al het ongedierte dat naar mij kruipt dan kies ik voor tomaten uit een plastieken zak. Als ik 30 uur per week meer aandacht van hem krijg zonder dat hij in zijn hoofd zijn patatten al aan het oogsten is dan wil ik delen in zijn boerengeluk.
Jammer genoeg nemen de groene vingers op de danspasjes nu de overhand. Mijn gedachten werden even donker als de lucht tijd om zijn tuin te verlaten. Als je meer dan twintig minuten aan het claxonneren bent omdat een uur echt wel lang genoeg is en er is geen response. Dan word mijn afkeer tegen de tuinwinkels bij elke toet groter. Elke aankoop meer betekent weer tien minuten minder per dag voor mij. Dit geeft me extra frustraties en ik wil niet langer de minuten aftellen tot jij van je plantjes gedag zeggen kan. Lieve schat je snapt toch dat ik nooit nog op jou wacht aan je tuinpracht!
Het schoot me plots op het paasdiner te binnen hoe een klein nazaatje mijn dag zou kunnen beter maken. Ik zou niet meer verplicht zijn om verhalen aan te horen waar ik niets van begrijp, noch de humor van inzie. Mijn spreekrepertoire zou ferm opgekrikt worden. Ik zou niet langer hoeven op te boksen tegen diegene die de luidste stem en de grappigste bewegingen heeft. Als het zover is gooi ik met plezier mijn handdoek in de ring. Het zacht gebreide konijntje zou ik in plaats van het honderd keer in mijn handen te wiegen, in de handjes van mijn oogappeltje geven. God wat wil ik graag mij onnozel met mijn nageslacht gedragen en lekker blijven in ons eigen wereldje in een taal en woorden die we beiden verstaan. Waar we beiden geen tandpastaglimlach hoeven te tonen of moeten wachten op een goede oneliner om eventjes in de spotlights te staan. Ja die deel ik zeer graag met jou wanneer je papa weer verhalen aan het vertellen is die je mama bijna vanbuiten kent. Wij creëren samen onze gespreksstof wel elke dag opnieuw een verhaaltje in ons groot leesboek bij. Jij geeft mij de vrijheid om te zijn die ik wil zijn en niet de beleefdste vorm ooit. Niemand moet ons plannetje weten het is ons geheimpje mijn toekomstig kleintje. De dag dat jij mij vergezelt zal geen enkel daad kunnen uitdrukken hoe dankbaar ik voor al jouw toekomstige verhaaltjes ben.
Mijn talent zit niet in mijn stem maar in mijn pen. Ik haal sterk uit en breng een hele concertzaal in verroering. In Word ben ik de baas en steel ik de show. De spotlights zijn op mijn letters en zinwendingen gericht. Bescheiden en klassevol bestorm ik de schrijversarena. Hier ervaar ik dezelfde kick als wanneer een DJ het dak eraf speelt. Ik zie al liefdevolle fistpumps uit de menigte opstijgen. Ik knijp mezelf in de arm droom ik nu of word mijn schrijftalent erkent. Zo wil ik dat mijn teksten worden verwerkt. Zo wil ik dat mijn teksten worden onthaald.
Mijn tekstjes moeten het lichtpunt zijn, de vrijdagavond waar iedereen naar uitkijkt. Een A4tje is mijn bandleider en begeleider van een aanstekelijk refrein. Ik verlang ernaar om passages maken die vragen om een bisnummer. Ik verheug me op de ontwikkeling van een verteltrant dat leest zoals een meeslepend boek dat moeilijk valt dicht te slaan. Iets wat smaakt naar meer en de nekharen doet oprijzen. Dat is wat ik wil bereiken. Mijn gedachten moeten mijn lezers opnieuw veerkracht geven. Ik wil hun mentor zijn, hun goede vriend zonder dat ze mijn plaats op het podium willen afsnoepen. Of mijn album mee bepalen en in mijn teksten snoeien. Ze zijn mijn publiek en mijn helden backstage. Ik kan het niet zonder hen en zij zijn de reden dat ik die duizenden regels schreef.
Zo een artieste wil ik zijn. Zo een entertainer wil ik worden. Ik wil dat mijn lezers mijn zielsinhoud aanschouwen en als het kan ook een beetje bewonderen. Bewonder en verwonder me zonder dat je mij vereeuwigd in marmer. Neen, ik blijf liever met mijn voeten op de grond en bouw met mijn schrijftijd liever mijn eigen prieeltje op. Dan loop ik niemand in de weg en kan ik nadenken over het verdere verloop van mijn repertoire in alle rust.
Elke dag verschijnt er nieuw tekstmateriaal voor mijn geestesoog. Op de meest onverwachte en onmogelijke momenten krijgt deze overvloed aan informatie betekenis. Verzin ik op majestueuze wijze een titeltje en komen mijn teksten tot leven. Wil ik aan mijn lezers mijn gedachten schenken zonder dat zij de préselecties meemaken. Graag zou ik willen dat ze vergeten waar ze zijn en als het kan eventjes wegdromen of zelf hun gedachtenmolen activeren.
Ik wil de artieste zijn die hen verrijkt. Want ze hebben geen idee wat voor vrijheid ze mij schenken. Dankzij hen heb ik een digitale spreekbuis van mijn gedachten. Hoef ik ze al typend niet meteen te begrijpen of ernaar te handelen. Ik hoef enkel mijn schrijfpodium te betreden om met mijn angsten af te rekenen. Een verbeten letterartieste die telkens herboren is na het schrijven van een nieuwe tekst. Dat is wat ik van mijn ingedrukte toetsen wens.
Pracht en praal in Aalst.Personages van allerlei allooi kleuren de
straat. Iedereen staat voor een steek onder de gordel of een schlager paraat.
Overal weerklinken de bassen door de huiskamers en op de pleinen wordt er
gretig gedanst. Een stoet dat stemt tot nadenken. De praalwagens en zorgvuldig
gekozen slogans brengen dit denkproces op gang. Carnaval is een dikke ajuinsoep
gekruid met straffe peper. De machthebbers aan de schandpaal. Voor ene keer
zijn de zotten geen schandaal. Fluo is het nieuwe decreet. Prins Carnaval neemt
alle zonden en misère in een vingerknip weg. Een waterval van woorden verpakt
met travestieten, pandaberen en boze kabouters. Luidkeels verkondigen ze hoe ze
voor 1 keer eens niet tolerant zijn. De straten zijn geplaveid met lege blikjes
en confettisporen. Nu kan het feest echt beginnen. Een potpourri van geveinsde
dwazen en verborgen sterren vinden elkaar in de heldere maar koude nacht vol
pruikenpracht. Ik ben blij dat ik al mijn indrukken kan verwerken op een
appartementje in de Dirk Martens straat. Een boven beste man, maar lang nog
niet zo goed als de kerel die daar nu woont. Zalig zijn die van geest die niet
aan morgen denken.
Geliefden
zorgen niet enkel voor elkaar en brengen al zeker niet iedere dag de hemel op
aarde. Geregeld wordt ons zoetje naar het Vagevuur gestuurd. Vaak is hun
ticketje naar Lucifer al weken op voorhand geboekt. Puur om ons hartendiefje te
behagen ondernemen we een reis waar we ons duivels moeten gedragen. We kunnen geen
kant op. We zitten muurvast in de loopgraven. Als ratten in de val weten we niet
wat de vijand denkt en of hij ons in de gaten houdt. Je weet niet waarom je de
wacht moet houden en je meerdere tegenspreken is uit den boze. Nu is je
wederhelft de commandant en salueer je angstvallig met hen mee.Dit is de keerzijde van de liefde. De liefde
die verwacht dat je paraat staat. Immer klaar om te strijden om een 2.0 versie
van jezelf uit de grond te stampen. Een gevecht dat resulteert in een
significante update van je social skills. Dan word je de loopgraven in
gestuurd en voel je de granaten rond je oren suizen. Alleen zijn die
bommenwerpers gezamenlijk gepland of beter gezegd opgedrongen. Gewoon omdat de
liefde van je vraagt om eens door het slijk te gaan en er met plezier de grond
bij kust als een heilig gegeven. Op zulke momenten is mijn kalender voor mij
een VIP-ticket naar de loopgraven.
Soms
ben ik jaloers op een wezentje dat met volle overgave zijn dagelijks badje
neemt. Boordevol enthousiasme flappert hij als een wildeman met zijn vleugels.
Op dat moment bestaan er geen indringers of eitjes waar hij over moet waken en
tracht hij naar geen enkel zaadje of besje. Vertederend en een beetje jaloers
schouw ik zijn kortstondige euforie aan. Wij ervaren een gelijkaardige
gelukzaligheid bij het eten van een stuk chocolade, het roken van een sigaret
of het drinken van een glaasje. Elke beet, trek en slok is een rechtstreeks happiness
shot. Helaas eindigt dit goed gevoel vaak in een kater, een te spannende broek
of een nicotinepleister. Mijn vogel verkrijgt op vijf minuten druppelsgewijs zijn
culminatiepunt en heeft erna geen last van vervelende bijwerkingen.
Integendeel, hoe gretiger hij baadt hoe frisser en beminnelijker hij erna oogt.
Als
ik erover nadenk is mijn jaloezie toch niet zo onterecht. Ik weet dat als ik
onder de douche kruip er een lijdensweg aan vooraf is gegaan. Dat ik niet
anders kan omdat mijn zweetgeur de hele ruimte vult of omdat mijn haar na een avondje
uit ruikt en voelt als een overgelopen assenbak. Het is gewoon noodzakelijk om
opnieuw even fris en beminnelijk te zijn als voor de lijdensweg. En als het kan
nog frisser en beminnelijke alsof mijn geest en lichaam zich niet hebben afgemat,
alsof ze beide bediend zijn geweest door een permanent schoonheidssalon. Alsof
ze onderweg geen barstjes of littekens hebben opgelopen. Alles wat mijn lijf
heeft aangeraakt en mijn geest heeft bekoord stroomt weg in het douche putje. Zingend
vergeet ik alles en iedereen om mij heen. Jammer dat deze extase slechts een
kort leven beschoren is.
Want mijn gedachten zijn
tijdens het scrubben niet altijd even rooskleurig als mijn douchegel. Overal
waar ik kijk zie ik dingen die erom smeken dat er iets met hen gebeurt. Zelf
als ik mij onder de Niagarawatervallen waan dan nog hoor ik mijn droogtrommel
draaien, zie ik mijn stapel handdoeken zienderogen slinken en merk ik dat mijn
wasmand uit zijn voegen barst. Hoe langer ik onder de douche sta, hoe verder ik
in mijn gedachten van mijn badkamer verwijderd ben. Voortdurend ben ik onderweg
en maak ik me op voor plaatsen die ik nog niet ken. Hijs ik mezelf in een mantelpak
om nieuwe tramroutes te memoriseren. Check ik nog eens dubbel mijn make-up om
nieuwe mensen te leren kennen. Nooit zal mijn baadritueel volledig van mij
zijn. Altijd is die ander en het ingetikte adres erbij.
Kakelende
kippen dragen niets schrikbarend in zich. Noch zijn ze even eng als de monsters
onder mijn bed. Toch heb ik een zekere vrees voor iets van hen. Iets wat kippen
altijd tot in de treuren blijven doen. Iets wat een kip tot een kip definieert,
haar gekakel. Geregeld heb ik last van kakelvrees. Vaak ontaarden gesprekken
voor mij in dezelfde toonhoogte en melodie als het kakelen van een kip. Je
verstaat niet wat ze aan het zeggen zijn en je snapt al helemaal niet hun
laaiend enthousiasme over het onbenullige gespreksthema. Daar zit ik dan tussen het gekakel waar ik niet te buiten kan. Over een ander onderwerp beginnen is zinloos. Ze zitten zelfs in het stadium waarin niet enkel hun geluiden overeenstemmen met een kip, maar ook hun bewegingen. Zonder opzet zag ik het hele tafelgezelschap stuk voor stuk transformeren in een kip. Het begon met een kam op hun hoofd en hoe sneller ze begonnen te praten, hoe meer pluimen ze kregen. Een halfuur pluimvee waren ze voor mij. Moet ik dan de kraaiende haan zijn die zorgt voor nieuwe gespreksstof? Neen, want kippen kakelen met plezier. Proestend en schuddebuikend van het lachen, praten ze honderduit over het zinloze thema verder. Soms wenste ik dat ik de vogeltjesdans voor mijn ogen zag, wanneer ik aan het praten was over iets wat mij na aan het hart lag.
Ja
ik bedoel het zoals het daar staat. Ik ben een ware kijkfanaat. Het liefst van
al kijk ik naar ogen die mij terug aanstaren. Die me eventjes terug meevoeren
naar een andere tijd. Het hoeven zelf geen mensenogen te zijn. Aan mijn
eettafel staart een koetje met gitzwarte kijkers mij onafgebroken aan. Een
trofee dat ik eerlijk heb gewonnen. Ze keek naar mij in dat glazen bakje en ik
wist gewoon dat ze die avond mij voor altijd gezelschap ging houden. Sindsdien
hebben haar hoeven al in menig weiden en grassoorten gestaan. Ook verschillende
soorten hoogtes, hoeken en lichtinvallen hebben op haar huid geschenen. Weinige
hebben haar zachte vacht aangeraakt en haar schattigheid naar waarde ingeschat.
Tederheid heeft ze enkel gekend van diegene die samen met mij haar naar huis
wilden nemen. De plof van haar vrijheid zal ik nooit vergeten. De vreugde en
het saamhorigheidsgevoel dat ze toen teweeg bracht, was van ongekende aard.
Deze gebeurtenis brengt ze mij telkens voor de geest wanneer ze in mijn
gezichtsveld verschijnt. En zo kunnen nog veel andere kruisgewijze blikken verscheidene
vriendschappen aan elkaar rijgen. Een zelfde band onthullen die enkel haar deelnemers
aan dit eenmalige evenement begrijpen. Een stilzwijgend pluche beest, dat
nagenoeg geen esthetische meerwaarde aan mijn interieur geeft. Maar dat wel
mijn intern geheugen een ferme boost geeft. Daarom kijk ik zo graag naar
voorwerpen die ik gekregen heb. Kies ik zorgvuldig het beste plekje voor hen
uit. Hang ik ze telkens liefdevol op of leg ik ze te rusten in een prachtige
doos. En als mijn verloofde het dan waagt om mijn memoires naar het
containerpark te brengen, dan word ik boos.
Maar
ergens kan ik het hem niet kwalijk nemen want hij is niet zon kijkgek als ik.
Visuele herinneringen zeggen hem in negentig procent van de gevallen niets. En
hij heeft geen oren naar de betekenis die de dingen in zich dragen. Zolang hij
niet naar zijn eigen gezicht kan staren of van andere bekenden is het voor
hem louter een item meer wat hij tijdens het afstoffen moet opheffen.
Lieve schat
subtiliteit en verborgen emotionaliteit zijn goud waard! Ik heb geen moment spijt
van de dingen die ik elke dag bekijk. Ze maken mij vanbinnen rijk en hun
aanwezigheid herinnert me aan diegene die mij verblijdt. Al mijn dierbaren
kijken me lachend aan, hun kleurrijke silhouetten en hoge aaibaarheidsfactor
doen me verlangen naar de glimlach van hun gevers. Ja, kijken is voor mij een
aangenaam tijdverdrijf, een leuke dagelijkse bezigheid.
Ik
ben de menselijke versie van een abstract iets. Iets wat op het eerste zicht
niets toe te voegen heeft. Iets wat niet zichtbaar voor de buitenwereld is,
maar mijn blauwdruk in feite is. Twee rode draden lopen door mijn leven. De ene
kant recht, de andere schuin. Beide ondernemen dezelfde reis en stoppen niet
onderweg. Mijn eerste rode draad spint zich rond filosofe en schrijfster.
Ongetwijfeld zijn deze lijnen kaarsrecht. Toch loopt deze rode draad de andere
onvermijdelijk eens voor de voeten of discussiëren ze over wie het bij het
rechte eind heeft.
De
tweede rode draad is een beetje tegendraads. Schuin is haar naam. Vele
kronkels, grillige en dramatische loopjes passeren de revue. Je kunt al raden
waar de eerste draad de drager van is. Fashionista is wat ik met een H&M
portemonnee tracht te zijn. Maison Scotch is niet veelvuldig in mijn kast, maar
rijkelijk aanwezig in mijn hart. De modefanaat in mij vertrekt vanuit de
filosofe en zoekt aansluiting bij de schrijfster. Niet voor lang, een kleine
aanraking volstaat. De compagnon van deze fat is iets waar ik niet altijd weet
van heb en wat deze reis net dat beetje extra geeft. Het is de alom gevreesde onbekende
x. Datgene waar ik op sommige dagen geen blijf mee weet en op andere dagen voor
geen goud ter wereld wil missen.Twee
rode draden delen de lakens uit in mijn denkbeeldig parallellogram. Een draad
die weet wat ik al heb en een draad die voelt wat ik nog wens.
Daarom
word ik niet graag in een hokje geplaatst. Huiver ik van het inkleuren van
bolletjes en van keuzes met slechts één uitweg. Steeds wil ik dat mijn dromen
en fantasieën in debat met mijn geheugen treden. Zonder dat ze weet hebben van
hun bewandeld parcours. Een vierkant lijkt me zo saai. Ik weiger om een horizon
te blijven volgen dat voor mij geen geheimen meer heeft. Ik verkies het
verkennen van andere paden en als het kan verander ik eens van koers. Een
vierkant heeft de pech dat al haar vier lijnen en hoeken verblijven op dezelfde
monotone plek. Bah, ik krijg al kippenvel als ik aan deze eindeloze herhaling
denk.
De
zoektocht naar het onbekende en haar invloed op je levensweg gaat aan elk hokje
voorbij. En zet de chaos en mysterie van de toekomst buiten spel. Een vierkant
weet immers jouw keuzes en of die over tien jaar nog zullen gelden. Neen, ik
hoef deze informatie niet, ik wil kunnen twijfelen over de keuzes die ik nu en
tien jaar later neem. Ik wil mij beroepen op mijn twee rode draden. Ik wil
getuige zijn van hun innerlijke machtsstrijd en hen dwingen tot een compromis
en daarmee mijn verdere levensloop bepalen.
Glimlachend stippel
ik lijntjes en zet ik mijn puntjes op de i in mijn parallellogram. Zijdelings
scheer ik als een kunstschaatser langs mijn lijnen, dwaal ik als een toerist in
mijn eigen dilemmas rond en balanceer ik als een circusartieste op mijn
onbekende x. Kies ik de potloden waar ik mijn omgeving mee inkleur en de vulpen
waar ik mijn levensboek mee beschrijf. Zweef ik graag op mijn roze wolkje en ga
ik mijn problemen uit de weg. Zoek ik koortsachtig naar de balans tussen wie ik
ben en wat ik wens.Mijn onbekende x
ontwart op gewenste tijden de knopen die mijn rode draden hebben gemaakt.
Strijkt opnieuw de plooien tussen de realiteit en de dromenwereld glad. Creëert
hiermee opnieuw een symbiose tussen mijn hart en verstand. Iets waar menig hokje
nog veel van leren kan.
Positiviteitstranen
zijn de scherven van het hart. Ze zijn de veruitwendiging van verdriet dat
ontspruit uit gemis. Het gevoel dat je naar de keel grijpt bij een nakend
afscheid. Wetende dat je dagen niet meer hetzelfde zullen zijn. De wereld is
plots asgrauw, dof en monotoon geworden. Er doemt een leegte op die onmogelijk te
vullen is. Onvermijdelijk bepalen je radeloosheid en onmacht de vragen die je
stelt. Betraande ogen zijn het antwoord dat je steeds krijgt. Maar je bent het
oneens met de tijd. Het is immers altijd te vroeg dat die ander gaat. Eeuwig wil je die ander aan je zij. Een
vliegtuigreis weg is de verste afstand die je nemen wil. Hoe verloren voel je
je dan wel niet als deze afstand niet in kilometers te berekenen is? De
druppels op je wangen zijn het bewijs van een verloren strijd. Je lichaam is
ziek van verdriet. Het gesnik en een kloppende keel is het enige gevoel dat het
nog erkent.Bloeddoorlopen ogen
aanschouwen je kwetsbaarheid in je sidderende lijf. Jouw liefde voor de ander stroomt
vrij door je neerhangende schouders.Je
bevende handen zenden de scherven van je hart naar de andere kant. Weemoedig
blijf je de naam herhalen die je ooit loslaten gaat. Dit zijn de tranen van de
lokroep van het hart, zelden ontstaan uit smart. Een verdriet dat niet te benoemen
valt. De liefde lacht maar met een gebroken hart. En jij gaat voort omdat dit
het enige antwoord is wat de ander van jou verwacht.
Anderhalf
jaar geleden heb ik een grote fout gemaakt. Ik nam het zekere voor het onzekere
en ging nog een jaartje studeren aan het UA. Een dikke aanrader zeiden ze. Je
hoeft niet veel te doen en op een jaartje ben je afgestudeerd. Thesisvrij en
maar twee dagen les, wat kan er nu toch fout gaan? Nog voor je opleiding gedaan
is, heb je al je eerste loonbriefje en liggen jouw Manolo Blahniks in de kast.
Natuurlijk was ik zeer opgetogen en hoopte ik dat op het einde van het jaar
mijn bankrekening eens door een ander rekeningnummer werd aangevuld, dan die van
mijn vriend. In gedachten liep ik met mijn manolos te paraderen over de Meir op
zoek naar nieuwe paradepaardjes. Ik zou eens een echt rondje kunnen geven op café en ook eens zorgeloos mee op weekendjes kunnen gaan. Zonder dat ik de
laatste twee weken van de maand elke euro moest tellen.
Helaas,
heeft het lot anders beslist. De opleiding was en is geen fluitje van een
cent. Voor elk onbenullig vak was er een opdracht en als je eens
een les oversloeg, ook al stond het netjes in de cursus of slides, dan was
je de lul. Ik zeg niet klos want dat is te zacht uitgedrukt. Drie keer was ik
zo stom om mijn lekker warm bedje in te ruilen voor een tochtig grauw lokaal. Neen,
ik wou liever rillen van de koorts en honderd keer per uur mijn neus snuiten
zodat ik geen letter van de les gemist had. Ik maakte dit ongelukkige gebeuren
dan goed door eens één keer niet naar de les te gaan, per vak welteverstaan.
Vier
lessen zou ik dan met veel genoegen missen. En nog eens vier door onvoorziene
omstandigheden. De eerste twee door onze lang geplande vakantie naar Griekenland. De keuze tussen ellenlange lessen over geavanceerde classificatiesystemen of het herbeleven van Griekse mythologie was snel gemaakt. De andere afwezigheden waren de schuld van een surprise familiebezoek in La bella Italia. In Knossos schepte ik nog een
keer extra op, dronk mijn glas nog sneller leeg en zakte ik nog meer onderuit. Informatietechnieken? Verdeling van de groepsopdracht, welke groepsopdracht? Meer ouzo en tzatziki eufcharisto. Jammer genoeg kon ik tijdens de surprisetrip niet op dit elan verdergaan. Het was voor mij eerder een zakenreis. Mijn laptop en ik waren
onafscheidelijk en telkens ik een printer vond, sprong ik een gat in de lucht.
Tot aan de zonsopgang werkte ik vloekend, moe getergd en vlijtig aan
mijn groepsopdracht. Je kunt het al raden deze daad van barmhartigheid viel niet in goede aarden. Ik was voor dat vak net niet geslaagd. Grotendeels omdat mijn medestudente
dacht dat een slot aan het einde van een tekst maar een mythe was en een kritische
opstelling een verhaaltje voor het slapen gaan. Dankzij haar verhaalkunst
was ik dus echt de lul. Of beter gezegd goed afgezopen of zoals Van Peel het verwoordde
in mijn gezicht geswaffeld.
Heb ik voor deze kleurloze en smaakloze wetenschap nu 300 euro per maand extra laten
schieten? Slapeloze nachten, barstende hoofdpijn en bitchfits gehad? Mijn lieftallige pc als oud vuil op straat willen smijten? De reden van deze buitensporige gedachten en soms handelingen ligt in de vervloekte naam Ubuntu. De doe het zelf
software en dat mag je zeer letterlijk nemen. De proffen zagen één ding over het hoofd, nl. dat ik een fervent antidoehetzelver ben. Ik gruwel van dingen zelf uit te zoeken. Dus dan haat ik al zeker eerbiedwaardige professor om mijn eigen database samen te stellen. Als ik er al van huiver om mijn eigen bord samen
te stellen of het angstzweet bij me uitbreekt als ik mijn eten moet grillen. Hoeveel leed breng je me dan niet met het opstarten van een database in een ikea software? Voor jullie is werken met databases
en nieuwe manieren om informatie te zoeken en te ordenen het nirwana, voor mij is het de hel.
Analytisch,
structureel en punctueel dat zijn de sleutelwoorden van het métier. Een semester te laat drong het op de ergst mogelijke plaats tot mij door dat dit niets voor mij was. Terugkrabbelen was geen optie met een schaapachtige lach wachtte de professor geduldig mijn antwoord af. Zijn grijns werd breder met de minuut en mijn innerlijke tranen werden groter en zwaarder bij elke tik van mijn horloge. Hij was nieuwsgierig naar mijn hands on mentaliteit en logica. Sorry beste professor, je kunt nog wachten tot Jutemis, want deze student hier past niet in het profiel.
Mijn examen was een regelrechte ramp en het ergste was dat ik er geen schaamte voor had. Toch kreeg ik nog een kans op een geniale inval van zijner twege. Hij vroeg om feedback. En die krijg hij met een lichte stemverhoging en een bijna eisende toon zei ik droogjes dat ik beter studeer met een cursus.
PowerPoint doet het voor mij gewoon niet. Sorry! Ik eis alineas, duidelijke
pagineringen en ondubbelzinnige puntjes. Het resultaat van mijn openhartigheid was 1cijfer. Misschien omdat hij dacht dat ik aan het liegen was, mijn hoofd, mijn bureau en zelfs elke ruimte die ik betreedt ontkomen niet aan mijn chaos. Slechts één ding brengt enige structuur en dat zijn dunne blaadjes vol gekribbeld met data's, opdrachten, markeringen en uitroeptekens: schema's. Elke examenperiode maak ik er tientallen. Ze
geven me houvast en sturen me in de juiste richting als mijn blokken op een laag pitje staat. Wanneer ik mijn cursus door de kamer gooi, haar leesmateriaal in de vlammen
wil zetten en haar leraars de duvel wil aandoen. Dan brengen de kruisjes en aangevinkte items op dit eenvoudig papiertje
mij soelaas. Ik slaak een zucht, nip van mijn icecoffee en ga verder. Zo
heb ik het jaren gedaan met succes.
Alleen
blijft hier dit succes uit. Bijna heb ik het diploma op zak. Er is
slechts één hindernis en dat is mijn allerallerallerlaatste herexamen. Geen
enkel vreugdegevoel of verlangen heb ik naar deze eindpiste. Terwijl ik mij nog
zeer levendig kan herinneren hoe fier en overgelukkig ik was met dat
van filosofie. Ook een richting waar geen haan naar kraait, maar haar inhoud maakt alles goed. Zeer dankbaar ben ik voor al die wijsheid die ik dankzij de
philosophia verworven heb. Vrienden voor het leven leren kennen, onvergetelijke
tijden mee beleefd, alles in die richting smaakte naar meer. Het is ronduit zielig om vast te stellen dat zelfs mijn übervijand en
grootste doemvak logica meer opwinding en animo teweeg bracht dan mijn laatste twee
semesters. Nog nooit heb ik me zo verloren en ongeschikt gevoeld als in het afgelopen jaar.
Gelukkig waren er
twee vakken die me wel konden boeien. Alle twee van dezelfde
professor. Maar sorry lieve man dit kan mijn verdiende driehonderd euro per maand
niet overtreffen. Nog steeds heb ik desondanks jij me zei, dat dit diploma een
golden ticket to werk was, niets. Geen enkele maaltijdcheque, geen enkel loonbriefje,
geen toffe collegas. Je hebt staalhard in mijn gezicht gelogen en nog nam ik
je woord voor waar aan. Mijn laatste inspanning heb ik na dit vervloekte examen
geleverd. Wat mij betreft mag de arbeidsmarkt mijn adres eens opzoeken, want
vinden doen ze mij al jaren niet. Liever die afschuwelijke brieven van de RVA,
dan het gerenommeerde logo van het UA in mijn brievenbus.
Dit zijn twee dingen die ik
mijndierbaren toewens. Ik geef
het toe, het is eens wat anders als een goed jaar, een gelukkig jaar en een
goede gezondheid. In feite zeggen deze drie woorden al deze dingen. Ja, ik ben
filosofe van opleiding dus ik zeg deze dingen niet zomaar, neen deze wens is
goed doordacht.
Want als je het goed nagaat is
in alles bubbels of bruis. Logischerwijs hoef ik geen ellenlange verklaring te
geven over de gebruikte term bubbels. De feestdagen worden er wezenlijk door
gekenmerkt. Of ze nu in je glas, je verpakking of bad aanwezig zijn. Dus als ik
je veel bubbels toewens, hoop ik op veel feest. Talloze plezierige momenten om
samen te delen met een kurk die meters weg vliegt, cadeautjes die je zorgvuldig
inpakt en de vele uren in bad alleen. Of als je geluk hebt met je partner en
ook nog eens bubbels in het glas. Een fles Bernard Massard is voor mij het
summum bonum van bubbels. Je zit te genieten van de zachtheid en speelsheid
van het schuim. Je schenkt nog een glaasje bij of voor de echte partyanimals
onder ons: je nipt nog eens van de fles. Een ogenblik later stroomt het
vloeibare goud over je medebader en kan het feestje echt beginnen. Dit is wat
ik voor iedereen wil: Een jaar vol opportuniteiten om de stemming richting het
dionysische, overvloedige en zorgeloze te keren. Het opsnuiven van een goede
sfeer met duizenden bubbels om je heen. Geschonken en ingepakt met heel veel
liefde en levenslust.
Tot zover de eerste term, nu ga
ik de term bruis wat nader verklaren. Ik neem een eenvoudige stelling als
voorbeeld. Bruisen van energie, bruisen van leven en spuitwater. Want het leven
is niet enkel bubbels en het ontvangen van giften.
Onvermijdelijk
dienen er zich Offdays aan, dierbare verliezen, ruzies en andere vervelende
zaken. Niet dat ik jullie dat toewens, integendeel. Ook ben ik niet in het
bezit van een magische toverstaf dat met een simpele zwaai al het lijden kan
wegtoveren.En al deze smart in
een andere dimensie achter slot en grendel kan steken. Neen ik heet niet
Gandalfof Merlijn. Ik bezit noch
de kunde noch het materiaal om het kwade met een welgemeende straal of
archaïsche spreuk naar de maan te sturen. Wat ik wel kan verwezenlijken in het
ondermaanse is om jullie aan te moedigen om krachtig te blijven zoeken naar het
licht. Blijvend verlangen naar warmte en gulheid en weglopen van kilheid en
verbittering. En daar is slechts één humaan middeltje voor en dat is zoals mijn
mama zegt humor. Wentel je niet in zelfbeklag en zeur niet alsof je al met je
ene been in het graf staat. Je zou ervan verbaasd zijn hoeveel kleine dingen en
onvoorziene omstandigheden een ganse dag of voor de die hard klagers onder ons (de Klaagmuur in Jeruzalem niet hoog en groot genoeg is om hun
misère te dragen) een ganse maand kunnen verknallen. Daarom wens ik jullie wat bruis
om tegen de stroom van gematigdheid, voorspelbaarheid en soms ook veiligheid in
te gaan. Je mag gerust een traan laten, een hele tirade aan scheldwoorden
opsommen of in gedachten angry birds naar iemands aangezicht of andere
lichaamsdelen katapulteren. Maar wees niet zo kleurloos, vormloos en apathisch
als plat water. Blijf gissen en graaien naar de bubbels en als ze er even niet
zijn. Creëer ze dan zelf. Dan loop je al bruisend door het leven en voor je het
weet is jou levensenergie nog explosiever, intrigerender en frisser dan Spa Barisart.
Ik
geef het toe ik ben op het randje een sociaal misbaksel. Eerste indrukken
verkwansel ik, niet door wat er uit mijn mond komt maar wat ik er mee doe.
Zuigen aan een chocolade ventje in de vertrekken van zijn ouders neen dat hoort
niet. Daarna hun wc innig vasthouden en lijden op hun trap stiepelzat dat
helemaal niet. Acties als dit boren mij op de sociale ladder tot diep in het
keldergat. Je zou denken dat deze donkere plek me soelaas bracht helaas niet.
Steeds blijf ik kampioen in het zeggen en doen wat echt niet past. Maar hey,
dat is heus niet altijd zo langzaamaan krijgt mijn houterigheid en sociale
onbeholpenheid wel vorm. Want voor je het weet knijp je je ogen dicht en krijg
je het schaamrood op je wangen. Niet omdat je mij niet ziet of omdat mijn
lippenstift eeuwig dezelfde kleur blijft. Wel omdat je over het muurtje moet
kruipen en de buren angstvallig bekijkt en tegen hen liegt en zegt ik zal er
wel voor zorgen dat ze zwijgt en dat ze van je hortensias wegblijft.
De
tijd gaat toch snel. In een zucht is de zomer voorbij. Het voelt alsof het vijf
minuten geleden was dat je nog in je bikini aan het strand lag. Nu haal je opnieuw je winterjas en handschoenen uit de
kast. S ochtends stap je in de metro en
na vijf keer bellen glijden twintig minuten geruisloos voorbij.De pc op je werk signaleert nog een lange dag.
Secondes later zit je smakelijk je boterhammen te verorberen.Het voorbijglijden van de tijd voelt aan als
een continuüm. Je kunt enkel maar met de stroom mee en op geen enkel ogenblik
is er een pauze neen. Een poging om even te blijven stilstaan is oké, maar als
je aan haar wijzers wil trekken en je je naar een ander jaar wil capituleren
geeft dat enkel maar een zeurende hoofdpijn. Dus als de wijzers van de klok
muurvast lijken en de cijfers blijven stagneren en je in gedachten je al naar
het weekend wil transponeren met een goed glas wijn. Wel kijk dan voor een keer
eens niet naar de tijd. Want voor je het weet word je door haar versmacht,
meedogenloos meegezogen en werken haar stalen wijzers in overdrive. Momenten
later zit je aan diezelfde keukentafel en vraag je je af waarom de tijd zo snel
voorbijgaat en wens je dat ze ietsje trager mag.