Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Ik ben onlangs, vroeger dan verwacht, op de arbeidsloze markt verzeild geraakt en maak nu van de gelegenheid gebruik om een droom werkelijkheid te maken.
Na een wereldtrip, samen met m’n mam, ben ik m’n hartje verloren in het Verre Oosten. Sinds deze reis laat het gevoel me niet meer los om meer te ontdekken van de interessante cultuur in Zuidoost-Azië. In tegenstelling tot de “luxe”reis van toen zal er nu alles veel meer basic en low-budget aan toe gaan met backpack en alle mogelijke vervoersmiddelen.
Ik vertrek op 31 januari, samen met m’n achternicht Elsje en Stijn (uit Brugge) naar Bangkok, om van daaruit waarschijnlijk een bezoek te brengen aan mijn maatje Koen die duikinstructor is op Koh Tao.
Hoe en met wie de reis verder zal verlopen staat nog in de sterren geschreven.
Als het jullie interesseert waar we uithangen en welke avonturen we beleven, kunnen jullie hier een kijkje komen nemen en ik hoop op reacties en nieuwtjes van het thuisfront.
01-08-2007
still alive......no worries...voortzetting van de riviertocht
Kheb eindelijk nog eens de tijd, mogelijkheid en goesting gevonden om verder te schrijven aan mijn blog. Sorry dat jullie zo lang hebben moeten wachten....... Kort samengevat ben ik in het totaal twee en een halve maand in Laos gebleven i.p.v. de geplande maand (het voordeel van alleen te reizen is dat je natuurlijk heel flexibel bent he). Ondertussen ben ik ook al een maand in Maleisie aan het rondtouren geweest samen met Miek en Stefan (2 hartsvrienden uit Belgenland) dus ik heb jullie nog het een en het ander te vertellen van de voorbije tijd...Het zal wel niet meer zo uitgebreid zijn als in het verleden anders zit ik hier volgende week nog in het internetcafee. Waar was ik gebleven...? ah ja ....de riviertocht in Noord Laos. Mijn dagboek vertelt mij dat we de volgende dag werden opgewekt door een stralende zon en we besloten om er een actief dagje van te maken. We maakten een wandeling waarbij we eerst een beetje uit het zicht ontrokken tempel ontdekten door het gegieber van spelende kinderen. We ruilden bij deze opgewekte kinderen onze zure pruimen in voor een nog zuurdere lokale appel zonder sap (geen goede deal dus). Onze wandeling ging verder langs en door rijstvelden temidden van een schitterende bergcoulisse. We zagen hierbij toe hoe de rijst door handenarbeid werd afgesneden met behulp van een kleine sikkel en werden hierbij uitgenodigd om het ook eens zelf te proberen...gene zever zo een ganse dag voorovergebukt te staan in de blakende zon. Na veel zwoegen en zweten als ne reiger zochten we afkoeling in een bergstroompje waar een visser met een zelfgemaakt net zijn geluk beproefde en ons fier zijn kunsten toonde. Terug op de hoofdweg beland gingen we op zoek naar een grot die in onze reisgids werd vermeld. De grot had in de oorlog dienst gedaan als schuilplaats voor de hevige bombardementen en als ziekenhuis voor de gewonden. Met gemengde gevoelens hebben we dan de grot ontdekt via bambooladders die op de moeilijk passeerbare plaatsen waren aangebracht. Op de terugweg hebben we aan het sunsetrestaurant aan de rivier genoten van een lokaal gerecht 'chicken laap' genoemd. Dit gerecht bestaat uit zeer fijn gehakte kip gemengd met allerlei verse kruiden en chillies....het bestaat in allerlei varianten: pork, duck, buffalow, beef,.....en wordt meestal met steamed rijst opgediend. Na de sunset boven de rivier zijn we teruggegaan naar de bungalow waar we de voordeur van de buren bijna niet meer zagen door de ontelbare vliegende mieren die aangetrokken werden door hun balkonlampje (gelukkig hadden we ons lichtje uitgedaan). De Aziatische buren vertelden bij thuiskomst dat hun "uitgenodigde gasten" gefrituurd een lekkernij waren....
het zonovergoten mong kiao......uitgangspunt van een indrukwekkende riviertocht
We werden in L.N.T. in de ochtend gewekt door kletterende waterdruppels en we namen daarom de eerste de beste bus naar hopelijk zonnigere oorden. We verbrachten het grootse deel van de dag in de lokale bus en kwamen in de late namiddag aan in het droge Mong Kiao. Al wandelend over een monstrueuze brug over de Nam Ou zagen we in de verte meteen leuke basic bungalows. Na prijs-kwaliteit vergelijk van 2 soorten hutten,de ene ruim en stijlvol luxueus ingericht (zoals in de Neckerman brochures) voor 20 us dollar. De andere petieterige hut met bed en muskietennet zonder douche maar met het gelijke prachtige uitzicht vanop het terras konden we al voor 4 dollar krijgen en zo besloten we om het maar alweer eens op zijn hollands te doen om ons 's avonds met het gespaarde geld op z'n Belgisch eens lekker te verwennen met een dineetje bij candlelight en rode wijn. Jammergenoeg was de rode wijn net azijn maar het lekkere eten en leuke gezelschap maakte alles goed.
vervolg van het reisverhaal in Luang Nam Ta en omgeving
Onze zoektocht naar de waterval hadden we dus opgegeven en zo besloten we om de kaart te laten wat ze was en op ons gevoel een beetje rond te toeren. Een 20-tal km verder noordwaarts wilden we in een klein Hmong bergdorpje iets drinkbaars gaan zoeken. We lieten de moto staan aan de voet van de berg en maakten ons te voet op weg naar de bamboohutten in de verte, we werden na 5 minuten zo overrompeld door kinderen die ons zelfgemaakte armbandjes wilden verkopen zodat we onze dorst snel vergaten en ons op de terugweg richting dal maakten. In Luang Nam Ta was er bij terugkomst een soort van dorpsfeest op poten gezet welk veel weg had van de ouderwetse Vlaamse kermis. Na een paar spelletjes te spelen (o.a.balonnen schieten, blikjes werpen..) deelden we de snuisterijen die we wonnen uit aan de kinderen die er superblij mee waren. Zelf trakteerden we ons op een frisse pint Lao-beer en een paar gegrilde vleesspiezen. Als nagerecht at ik nog een paar knapperige krekels die volgens mij aan pesticiden waren gestorven want de volgende 2 dagen had ik racekakka om u tegen te zeggen...........
Op de volgende dag stond een bezoekje aan Muong Sin en omgeving op het programma. De route liep dwars doorheen een mooi beschermd natuurgebied en bestond uit een bochtige geasfalteerde bergweg. Bij het verkennen van de onmiddelijke omgeving stonden we opeens aan de Chinese grens waar we onmiddelijk door de typisch slechtgezinde norse douanebeambten werden verzocht om rechtsomkeer te maken. De grensovergang was naar het schijnt enkel en alleen bestemd voor de locals en niet voor de "domme" toeristen. Via kleine onverharde bergwegjes zijn we in een dorpje terechtgekomen waar we al van ver werden verwelkomd door het vrolijke sabaidee sabaidee sabaidee (hello,hello,hello) geroep van de kinderen. Met behulp van communicatie met handen en voeten kwamen we er achter dat we via een lus weer op de hoofdweg konden geraken en we hierbij zoals later bleek nog 2 primitieve Akah dorpjes zouden doorkruisen. Op de terugweg naar L.N.T. hebben we nog een kleine wandeling gemaakt naar een waterval in de jungle waaronder ik een zeer verkwikkende douche nam. Ik had nog maar 2 seconden mijn broek terug aan toen er opeens vreemde geluiden uit de jungle kwamen en als uit het niets een Laotiaanse filmploeg verscheen die een reportage aan het maken was over het natuurgebied (van good timing gesproken....). De laatste 32 km van de rit werden we nog onaangenaam verrast door een fikse regenbui waardoor we drijfnat en verkleumd in ons guesthouse verschenen. Gelukkig dat ze in het noorden van Laos het warme water al hebben uitgevonden en we na een hete douche en siesta ala Lao weer helemaal fit waren voor de traditionele song en danscontest die 's avonds plaatsvond. De mensen uit de omringende bergdorpen kwamen in hun traditionele feestkledij samen om hun "grappige" dansjes aan de geïnteresseerde lokale menigte tentoon te stellen. Buiten ons waren er nog 3 nieuwsgierige toeristen aanwezig op dit spektakel. Op de terugweg naar het guesthouse kregen we nog ff kippevel toen in de onverlichte straten opeens mannen in burgerkledij met kalaschnikovs om de schouder kwamen voorbij gewandeld. Moesten we ons nu onveilig of juist veilig voelen?(we weten het tot op heden nog altijd niet...gelukkig maar) De volgend dag viel letterlijk en figuurlijk in het water omdat het regenseizoen nu definitief begonnen was...het regende nog altijd dezelfde pijpestelen als de dag voordien en zo maakten we van het natte weer gebruik om eens lekker niets te doen en ons vol te proppen met Seaweed chips en na lange, lange tijd nog eens t.v. te kijken.
Op zoek naar eigen vervoer in Luang prabang en Luang Nam Ta
De volgende dag bereikten we na een 9 uur durende busrit via verschillende bergpassen in de vroege vooravond het busstation van Luang Prabang. Groene heuvels en met tropisch regenwoud bedekte bergen vormen de natuurlijke omgeving van deze stad. L.P. is de op 1 na grootste stad van Laos maar qua schoonheid gaat zij zeker en vast met de eerste prijs lopen. Eerst en vooral is er de ligging; op een smalle landstrook aan de samenvloeiing van de Mekong en de Nam Khhane, beide rivieren met modderkleurig water. Bovendien heerst er een vrij aangenaam klimaat omdat de stad op 600 hoogtemeter is gelegen welk de hitte draaglijker maakt. Ook op cultureel vlak heeft de stad veel te bieden. Ze heeft een immens bewogen geschiedenis achter de rug (waarvan ik jullie ga sparen). De geschiedenis kan je aflezen aan de uitzonderlijk weelderige religieuze monumenten, de rijkste van het land, werkelijk prachtig. De UNESCO heeft de stad op de lijst van te beschermen erfgoed geplaatst. Na onze aankomst op het station namen we vervolgens een tuktuk op zoek naar een slaapplaats in de buurt van het stadscentrum. Zo kwamen we terecht bij een Lao opa die ons met zijn sympathie en een korting "speciaal voor ons" wist te overtuigen om in zijn guesthouse(sysomphone) de komende nachten te verbrengen. De Opa zijn hobby was pasfoto's verzamelen van al zijn gasten sinds het bestaan van zijn pensionnetje. Er werden 4 dikke albums met 100den,wel niet 1000den, van daar gestrande reizigers gepresenteerd en opa ging vlijtig op zoek met ons naar andere Belgen en Duitsers die we misschien kenden........ Om de beentjes nog even te strekken na de lange busrit wilden we naar het oude stadscentrum gaan. We zijn in het totaal 3 rondjes gelopen maar kwamen steeds weer op hetzelfde kruispunt uit. Om verdere "frustratie" te vermijden zijn we dan maar de eerste de beste chinees binnengestapt om de honger te stillen en lieten we het centrum op ons wachten tot de volgende dageraad. dag2: We gingen na een bananenpancake (door oma gebakken en overheerlijk) op zoek naar een gemotoriseerde tweewieler maar kregen al snel te horen dat de wetgeving een jaar geleden was veranderd en je in L.P. en omgeving als toerist niets meer kon huren. De touragentschappen en de taxichauffeurs hadden zich samen met de plaatselijke politie aan een tafel gezet en dit was het resultaat..............ons plan om met eigen vervoer noord Laos gaan te verkennen viel in duigen. In plaats daarvan huurden we dan maar 2 minifietsjes zonder versnellingen en kozen we voor een route waaruit al snel bleek dat een mountainbike geen overbodige luxe was. We bezochten, op zoek naar de elephant track (mooie wandeling volgens andere reizigers), een weversdorp aan de oever van de rivier waar we M150 (soort van redbull) dronken om in de zinderende middagzon terug op krachten te komen. Een paar KM en heuvels verder bleek bij Seda dat het drankje niet het gewenste effect had en lieten we de wandelroute voor wat ze was..... Op onze terugtocht bezochten we nog enkele typische markten die in Laos net zoals in de andere Aziatische landen dagelijks plaatsvinden. Een van de markten was zeer op toeristen afgestemd en een beetje esthetischer als de andere, er werden door de mensen uit de omliggende bergdorpen allerlei souvenirs verkocht. De verkopers zelf waren in hun traditionele dracht wat voor een mooie aanblik zorgde. 's Avonds klommen we met de resterende spierkracht nog op de heilige heuvel Pousi om samen met een dozijn andere toeristen van de prachtige zonsondergang te genieten. Na de kleurenpracht vonden we een gezellig restaurantje onder bij de rivier waar we een heerlijke gegrilde Mekong vis kregen opgediend bij kaarslicht en zwoele Laotiaanse muziek........toch nog een geslaagde dag dus. dag3: Via een vriendelijke man van een reisbureau waren we er achtergekomen dat ze in Luang Nam Ta (60km van de grens met China) wel nog motors verhuurden. Na het tossen van een munt (kop=langer in L.P. blijven, munt=proberen motor te versieren in L.N.T.) besliste het lot dat we 's avonds met een krikkemakkige local nachtbus richting noorden zouden zoeven. Overdag bezochten we nog een paar tempels in L.P. en liet ik mezelf verwennen met een relaxerende massage bij het laotiaanse rode kruis (1 uur massage voor 2.5 euro). Voor de grap vroeg ik de masseuse als ik ze niet verder mee op reis mocht nemen....zij was er wel voor in, maar Seda was er ook nog he..... De chauffeur van de nachtbus (jonge knaap van rond de 25) had precies teveel M150 in zijne giel waardoor de bus vleugels had gekregen en we om 5u30 een uur vroeger dan voorzien in L.N.T. aankwamen. Op de bus hadden we een meisje van Vientane leren kennen die haar boyfriend ging opzoeken. De ouders van haar vriendje hadden een guesthouse waardoor ook mee impesant onze volgende slaapplaats was geregeld. De bus was een heerlijke slaapplaats geworden omdat we net ervoor bij de apotheek nog enkele slaaptabletten hadden weten te versieren en we op de eerste rij zaten waardoor ik mijn voeten op een zak rijst kon leggen en mijn hoofd in Seda's schoot. Mijn tabletten waren eerder uitgewerkt als die van Seda en zo ging ik bij het kraaien van de hanen (en die zijn er massa's in Laos, hanenvechten is hier namelijk een geliefde volkssport) op zoek naar een motorbike. Wat N.B.opvalt hier is dat de Aziaten zoals in de overige bereisde landen heel goed uit de veren kunnen en er om 6 u al een grote bedrijvigheid heerst (mensen gaan naar de markt, wassen zich in de rivier, eetgelegenheden en winkeltjes zijn open...) Ik vond al snel een lichte motor(125cc) en we maakten deze dag nadat de tabletten van Seda waren uitgewerkt een mooie verkenningstocht waarbij we bij gebrek aan bruggen de kleine ondiepe beken met de motor trotseerden in de hoop dat hij waterbestendig was. De kaart die we bij de motor hadden gekregen was voor de afwisseling niet gedetaillerd genoeg en zo gaven we na een uurtje onze zoektocht naar een waterval op.
Na een zweterige nacht in ons 4 dollar pensionnetje zonder vensters repten we ons na een stevig pannekoekenontbijt met fruitshake naar het busstation. We hadden namelijk gereserveerd voor de 11 uur bus welke dan uiteindelijk (naar Laotiaanse stiptheid) om 13 uur haar trip richting Vang Vieng startte. De bus was een lokale schrotbus waarvan we allesbehalve zeker van waren dat ze de 4 uur durende rit zonder panne zou halen. Maar niets was minder waar en we arriveerden samen met een handvol andere toeristen veilig en wel op onze bestemming. De temperatuur was zoals gehoopt draaglijker en we waren vanaf de eerste seconde gefascineerd door het mooie landschap. Aan de ene zijde van de rivier Nam Song heb je de kleine stad en aan de andere oever heb je de bergen met steile rotswanden en afwisselend afgeplatte en puntige bergtoppen. Het gebied leent zich uitstekend voor wandelen, mountainbiken, caving (speleologie), kayakken, tubing (stroomafwaarts drijven op een grote traktorbinnenband) en daar hebben we de komende dagen ook gretig gebruik van gemaakt. Via onze reisgids alias de Trotter vonden we temidden van deze natuurpracht een sfeervol guesthouse. Je slaapt er temidden van een prachttuin met blik op de bergen in traditionele bungalows en wordt er dagelijks getrakteerd op een schouwspel van dartelende tropische vlinders. Het guesthouse wordt geleid door Joe (een zeer eigenzinnige maar interessante Ier) en zijn goed uitziende vrouw Vanh (uit Laos). Het guesthouse heeft hij vanaf de grond zelf gebouwd en is gedoopt naar de naam van hun dochtertje Maylin. We verkenden de dag van aankomst de streek rond het guesthouse te voet (kwestie van de benen eventjes te strekken na de busrit) en werden bij de terugweg verrast door een verkwikkende regenbui. 's Avonds zaten we samen met reizigers uit alle wereldhoeken en werden de reiservaringen uitgewisseld bij een bier Lao en een overvloedige heerlijke maaltijd gekookt door de gastvrouw.
Op dag 2 maakten we ons met een plattegrondscopy en een stevige picknick op weg om meer van de streek te verkennen. Van de andere reizigers, die al langer daar waren, vernamen we dat er veel grotten zijn die je op eigen houtje kan verkennen mits dat je voorzien bent van een lichtbron. Van de 3 die we bezochten was er een heel avontuurlijke grot bij waarvoor je eerst stevig klimwerk moest verrichten om de ingang te bereiken. De andere grotten waren toegankelijker gemaakt door middel van amateuristische bambooladders. In de grotten zagen we mooie formaties en kleuren maar op onze zoektocht naar vleermuizen werden we teleurgesteld. De enige levende wezens die we aantroffen waren megaspinnen die voor het nodige kippenvel zorgden. De meest spectaculaire grot was jammer genoeg met prikkeldraad gebarricadeerd en zonder hulp van een gids niet toegankelijk. Van al dat klimmen en wandelen hadden we een berehonger gekregen en deelden we op een schaduwrijk plekje onze sandwichen met een 4 jaar oud jongetje waarvan de ouders een beetje verder op het veld aan het zwoegen waren (ze bereidden nl. de rijstvelden voor voor de volgende oogst op het einde van het regenseizoen). Het jongetje bleek zich alleen prima te amuseren en had alternatieve speelkameraadjes gevonden zoals een gekko en een sprinkhaan. Op onze terugweg belandden we bij de rivier in het beruchte backpackersparadise van Vang Vieng. Het is opgebouwd uit een dozijn van halfopen bamboohutjes met view op de rivier en de bergen en er zijn hopen van kussens en hangmatten aanwezig waarop je dan kan chillen naar wellust. Er hangt een heel leuk sfeertje en de mensen zijn heel vriendelijk en goedlachs( als dat iets met de aangeboden happymenu te maken heeft?). We werden verrast door het snelle vallen van de avond en moesten op onbekend terrein ons afgelegen guesthouse zien te vinden. Het orientatiegevoel was na het overvloedig chillen ook niet meer dat wat het eenmaal was en de zoektocht werd een waar avontuur doorheen rivierbedding, rijstvelden, hoog gras en een boerenerf. De aan de waterpijp zittende hoogbejaarde boer probeerden we dan met hand en voet uit te leggen waar we heen moesten. Hij had zo te zien zijn erf al jaren niet meer verlaten want hij stuurde ons door nog hogere grasvelden krioelend van de insecten. Gehavend door muggen, spinnen en weet ik wat voor beten zagen we dan in de verte opgelucht het lichtje van het guesthouse........pfieuw. We vielen na een slaapmutsje (om de goede afloop te vieren) als een blok in slaap.
Op dag 3 hebben we bij het guesthouse een mountainbike gehuurd om de grove kasseienweg richting noorden verder te gaan verkennen. We passeerden hierbij kleine dorpjes en vonden op aanwijzing van een paar kinderen een verfrissende lagoone. Buiten 3 Japanse meisjes waren we de enige toeristen tussen enen zwerm van Laotiaanse kinderen die hun kunsten aan ons tentoonstelden. Een paar van hun klauterden in een hoge boom en lieten zich al plonsend in het water vallen terwijl de anderen zich met een zelfgefabriceerde swing amuseerden. In de buurt van de lagune was ook nog een mooie grot die we in alle rust konden exploreren. We waren net op tijd want deze kroost lagune kinderen hadden de net aangekomen toeristen weten te overhalen om hun in de grot in ruil voor een paar Kips te begeleiden. We waren 's avonds net op tijd terug in ons guesthouse om fris gedouchet op de b.b.q. party te verschijnen.
dag 4: Kayakken....ja dat leek ons wel een avontuur op de Nam Sou rivier. Omdat we onze neus vol hadden van de begeleide tours in Vietnam probeerden we het kayakken op eigen houtje te organiseren. We gingen met de duim via de hoofdweg +-8km rivieropwaarts en maakten bij de ecolodge een goede deal om een tandemkayak te huren. Even scheen een hevige regenstorm roet in het eten te strooien maar hij verdween gelukkig zo snel als hij was komen opzetten. De scenery vanop de smalle stroom, omgeven door vele groene bergen en steile rotsen, was heel indrukwekkend. Na 3km kayaken hadden we nog altijd geen levende ziel bespeurd (op een paar waterbuffalos na) tot we opeens een paar jeugdige locals op de oever zagen zitten die ons uitnodigden om met hun een glaasje LaoLao (de plaatselijke whiskey) te drinken. De vlegels bleven maar inschenkenen, wij (uit beleefdheid natuurlijk) leegden het goedje elke maal in een teug zoals het ons enthousiast werd voorgedaan. Een paar kilo lichter in de kop zetten we onze bootsvaart verder en werden onder invloed van de Laolao in de rapids (stroomversnellingen) een beetje overmoedig toen we ze probeerden rugwaarts te maken. Toen Seda als gevolg van een onberekend manoevre van kapitein Mike bijna haar hoofd crashte op een rotsblok hebben we het dan maar een beetje rustigeraan gedaan. Bij km 5 was het uit met de rust van moeder natuur en speelden grote boxen met slechte bas nog slechtere housemuziek. Er waren tal van Tubers die zich verkroegden aan de "geneugden" of moet ik zeggen "zonden" des levens. Alcohol en softdrugs in overmate aanwezig en 1 megaswing om het adrenalinegehalte een beetje op te krikken. Na een paar swings en een bucket van lao-wisky coctail besloten we wijselijk om de kayak te laten waar hij was en al liftend naar V.V. terug te keren.
van vermeend juppie backpacker,tot bedrogene sloeber in een mum van tijd
sabai dii (hello int Laotiaans) everybody, terug van weggeweest....kheb jullie ditmaal lang laten wachten op de reisnieuwtjes maar beter laat dan nooit he. Om de slopende 24-28 urige busrit van Vietnam naar Laos te vermijden heb ik de 24ste april in de vroege ochtend het vliegtuig genomen van Hanoi naar Vientiane (hoofdstad van Laos). Aangezien de reisgidsen en een paar toeristen me tegenstrijdige informatie hadden gegeven i.v.m. cash geld afhalen in Laos nam ik het zekere voor het onzekere en bevoorraadde mij in Vietnam met het nodige kleingeld uit een normale bankautomaat. Op de luchthaven van Vietnam na een uurtje vliegen nog halfslapend aangekomen wisselde ik dan mijn handvol dongs (4cm) in een nog grotere handvol Kips (+-10cm). In het vliegtuig had ik een snel rekensommetje gemaakt met het resultaat dat ik +-1000.000 Kips zou krijgen voor de 16.000.000 Dongs. Bij het verlaten van de luchthaven (deelde een taxi met een Frans koppel richting stadscentrum) kreeg ik het gevoel dat er iets niet klopte. Ik had daareven zo een groot pak geld gekregen waarvoor de portefeuilles nog moeten worden uitgevonden en zei de bankbediende niet 6.200.000 i.p.v. 1 miljoen Kip........??? In het stadscentrum aangekomen trof ik mij voor het Plazahotel met............jawel Seda. Seda had in Bangkok besloten om toch niet naar Australie te reizen en mij in Laos verder te vergezellen. Na een blij weerzien zei ik haar dan dat ze haar rugzak in het 4-dollar guesthouse mocht gaan halen en we de komende nachten in het 5-sterren Plaza hotel zouden verbrengen (kwestie van afwisseling...niet dat ik de luxe al mis hoor) en dit alles zou worden gesponsord door de gunstige wisselkoers van de airport. Toen Seda, duidelijk beter uitgeslapen dan ik, het ganse rekensommetje nog eens natrok kwam zij tot het besluit dat de bankaangestelde waarschijnlijk in Plaza zou slapen en wij op de straat..... In mijn rekensommetje was ik 1 pietluttige nul vergeten welk als gevolg had dat ik voor 350 dollar was afgezet. Zo zijn we dan holderdebolder met de eerste beste tuktuk naar de luchthaven gegaan om het overige geld waar ik recht op had op te eisen. De bankaangestelde liet me weten dat er een commissie op het wisselen zat maar toen ik voor zijn ogen uitrekende dat deze commissie bijna 40 procent bedroeg en zoiets onmogelijk kan zijn, probeerde hij me te paaien door een mijljoen Kip meer te geven. Na veel heen en weer gediscuteer (op een bedaarde toon, zoals dat in Azie gebruikelijk is) stond ik er tenslotte op om mijn Dongs terug te krijgen. Dat was volgens "mister afzetter" niet mogelijk omdat deze Dongs in tussentijd de luchthaven al hadden verlaten.Toen ik aan de noodrem trok en hem te weten gaf dat ik via de luchthaveninformatiedienst er wel achter zou komen wie zijn vooraanstaande was,werd dit ganse theater snel beëindigd en had ik een kwartiertje later mijn Dongs terug..... Ondertussen was ik wakker geworden van de begeleidende adrenaline in mijn aderen en maakte ik met Seda een stadswandeling van de ene drankvoorziening naar de andere. Na het koele noorden van Vietnam (25 graden) was de hitte bijna ondraaglijk (41 graden en een luchtvochtigheid om u tegen te zeggen). We besloten 's avonds al half op de bodem zittend en liggend in een romantisch restaurantje aan de rivier om de bezienswaardigheden van deze capital te skippen en opmars te maken naar het koelere noorden.
Het noorden van Vietnam per motorbike.......een aanrader!!!!!!
Hello hello.......mijn laatste hoofdstukje is pas een week geleden geschreven maar omdat ik de laatste 6 dagen zoveel beleefd en gezien heb breng ik jullie nog een kort relaas. Na onze trip in Halong bay hebben we de volgende dag nog een paar kiekjes gemaakt van het alledaagse reilen en zeilen in de straten van deze hectische hoofdstad (Hanoi). Bij het maken van een foto van een grote etende hond (de meeste honden zijn hier van die kleine keffers....dus dit was een uitzondering die op de beeldplaat moest worden vastgelegd) liet de hond zijn eten ff wachten om eerst een lekkere hap Belgische steak te proeven (mijn kuit). Ik volledig in paniek en schreeuwend op de hond moest daarbij ook nog toekijken hoe plezant de Vietnamese medemensen dit voorval vonden en i.p.v. mij te helpen lachten ze zich bijna kreupel (grappig he.......not voor het slachtoffer). Gelukkig verstond de hond een beetje Vlaams en na veel godverd....en gemiljaar gaf hij het op. Al bij al viel de beet nogal mee (maar een beetje bloed en 4 mooie tandafdrukken als souvenir) en konden we zo met de nodige angstzweet en grote bogen om de stadshonden makend onze tocht op zoek naar lunch verder zetten. We vonden een leuk plaatsje met een extra aardige serveerster die toen ik haar de beet liet zien nog voor ik iets kon zeggen op haar scooter sprong en bij de apotheek de nodige verzorgingsmiddelen voor me ging halen. Na deze dag besloten we om 's avonds nog ff op de biercorner ons onder de andere toeristen te begeven en het super goedkope bia hoi te genieten (10 pintjes voor..............1 euro). Jullie raden nooit wie we hier opnieuw troffen........... jawel de mensen uit Lier en Amerika Denise(waar ik nu ben achter gekomen dat ze eigenlijk Elise heet). Zij hadden voor de komende 3 dagen de Halong Bay trip gepland en we spraken iets af voor de 12de april (de dag dat Seda me zou verlaten). Seda en ik genoten de komende dagen van de stadssfeer en bereidden ons psychologisch voor op ons naderende afscheid. Best wel vreemd als je zo een intense tijd samen hebt gedeeld. Maar we hebben ons met de gedachte getroost dat we elkaar later misschien nog eens kunnen treffen(Salzburg en Munchen is nl. een kattesprong). Na ons droevig afscheid trof ik me dan de volgende dag met de 3 andere musketiers... en hadden we nog leuke ervaringen in een niet toeristich stadsgedeelte aan de riverside. We merkten dadelijk dat de mensen hier veel gemeender vriendelijk zijn zonder bijbedoelingen. Na een tijdje toekijken werden we door een partijtje kinderen uitgenodigd om mee elastiek te springen (lang geleden maar het lukte nog enigzins). De kinderen hadden de dikste lol en wij daarom niet minder... In de late uurtjes besloten we na een heerlijk dineetje (inktvis met knoflook en caramel) om nog een stapje in de wereld te zetten en we belandden na een tijdje zoeken op een kleine party op een vrij afgelegen plekje aan de rivier (called the lighthouse). In de vroege uurtjes op weg naar huis werden we dan nog lastig gevallen door een paar hoertjes die ons achtervolgde en geen noooooooooooooooooooooo....wilden verstaan. Volhardend als we zijn bereikten we dan toch na veel ontwijkingsmanoeuvres alleen ons hotel. Op zondag besloten we (David en ik vergezeld van de nodige kater) om een motorbike te huren en ons op te warmen met een stadsritje voor ons geplande uitstapje naar Bac Vi National Park. We wilden de ochtendspits op maandag vermijden en vergaten hierbij dat de Aziaatjes beter uit hun bed kunnen als wij, met het gevolg dat we ons om een uur of 6 in het crazy stadsverkeer van Hanoi bevonden. Aangezien we ons zo moesten concenteren om geen ongeluk te veroorzaken verloren we elk richtingsgevoel en onze ongedetailleerde stadskaart baatte ook niet veel. Met als gevolg dat we, na anderhalfuur door de stad te dolen op zoek naar de juiste ontsnappingsweg, besloten om de eerste beste highway te nemen en onder het motto we zullen wel zien waar we uitkomen.We reden Hanoi uit in zuidelijke richting en merkten na 45 km dat we een goede keuze hadden gemaakt want in de verte waren de bergjes al te zien die we zochten. Eerst hadden we een ontbijtje in een ontoeristisch dorp waar de broodsmessen nog moesten worden uitgevonden en we in de plaats een schaar uit de jaren stillekes kregen om ons stokbrood met eitje vorm te geven. Aan de belachelijk lage prijzen merkten we dadelijk de ontoeristische zijde van dit dorp (1,5 euro voor 3 frisdranken, drie broodjes met ei en groenten, en Vietnamese thee naar believen). Na een tijdje cruisen op de countryside (platteland) maakten we een tussenstop om weer op krachten te komen en werden we door de plaatselijke jeugd en Opa om 10 uur 's morgens uitgenodigd om de typische Vietnamese pijp te roken die als je het niet gewoon bent voor het nodige licht gevoel in je hoofd zorgt. Na een tijdje koffie (de koffie is hier meestal met zoete melk en heeft een apart smaakje) drinken en koekjes eten om dat licht gevoel kwijt te raken (verantwoordingsbewust zoals we zijn...) ging onze tocht richting bergen verder. Lukraak sloegen we dan een onverhard zijwegje in en i.p.v. in een natuurpark te belanden kwamen we in the middle of nowhere terecht in een soort van Vietnamees opvangtehuis voor bejaarde leprapatienten. Dit oord bevond zich te midden van een prachtig ongerept grasgroen bergachtig landschap. Na de nodige gesprekken (met handen en voeten natuurlijk) met de oudjes voelden we ons eventjes als Pater Damiaan in Vietnam. We waren heel welkom bij de oudjes maar een of andere opzichter maakte ons met gebarentaal duidelijk dat we ons op verboden terrein bevonden en werden we "vriendelijk" verzocht deze oord te verlaten. Lang hebben we niet getreurd want bij de volgende kiekjestussenstop werden we door boer (was het nu Huong of Muong??) al uit de verte toegewuifd en gaf hij ons te verstaan dat we zijn kinderen moesten fotograferen. Zo een kans lieten we ons natuurlijk niet ontgaan en een kwartiertje later zaten we samen met hem aan de de thee en zelfgebrouwde schnaps. We hebben ons enigszins verstaanbaar gemaakt door op de nodige plaatsnamen op de kaart te duiden en hebben daarbij allen goed gelachen. Een uurtje later en op krachten gekomen door zijn zelfgekapt suikerriet maakten we ons langzaam op de terugweg richting Hanoi. Hierbij hadden we nog 1 pitstop voor de lunch waarvan het aangeboden dessert bestond uit een soort van slangenbloedachtige gelei met lemoen en peper en nog een paar andere ondefinieerbare dingen. David zei vriendelijk nee maar ik moest het toch uitproberen meende ik en 5 minuten later wilde mijn maag het ongewoon soepje teruggeven maar ik heb het na veel slikken en de nodige cola als medicijn nog net kunnen voorkomen. Onze timing was weer perfect en we kwamen in volle avondspits terug in Hanoi aan en reden deze keer zonder veel omwegen direct naar de motorshop. David en ik kregen hierbij een kleine adrenalineshock toen we merkten dat we ons in een eenrichtingsstraat bevonden (in de verkeerde richting natuurlijk) en omkeren vanwege de drukte niet mogelijk was (in deze stad heb je geen bobbejaanland nodig). Maar ja einde goed alles goed..... Ik had gedurende deze trip weer een nieuwe liefde gevonden, Seda al vergeten.....nee toch niet, deze keer was het een Russische rode oldtimer(MINSK) van om en bij de 35 jaar en een powerfull betrouwbaar hartje met 125cc......... Eerst had ik gepland om met de trein naar Sapa te gaan. Sapa is een bergstad (1500 hoogtemeter) gelegen in het noord-westen van Vietnam op zo'n kleine 200 km van de Chinese grens. Maar aangezien me de motorbiketrip van de dag ervoren zo goed was bevallen besloot ik om mijn schatje mee te nemen en heb ik meteen ook maar een gids gezocht die me door de mooiste en spektaculairste landschappen van zuid-oost Azie zou begeleiden. Je kan zo een trip ook op je eentje doen welk ik aanvankelijk van plan was maar aangezien er hier in Vietnam eenmaal uit de stad de wegaanwijzers op 1 hand te tellen zijn en mijn technische kennis van oldtimermechanika ook volledig beneden peil is nam ik dan toch maar het zekere voor het onzekere en vond zo Hue. Hue is een 23-jarige Vietnamese gids die opgegroeid is op het platte land en om centjes te verdienen naar de grootstad is gekomen op 13-jarige leeftijd om daar de eerste 4 jaren op de straat te leven. Hij heeft al zijn spaarcentjes verzameld om Engelse les te gaan volgen en om dan aansluitend onofficieel als gids te kunnen werken. Na de nodige onderhandelingen spraken we af dat ik de motors en de benzine zou betalen en hem daar bovenop nog 12 dollar (8euro) per dag zou geven. Met volle motivatie vertrokken we dan dinsdag bij ochtendgloren en ruilden we de stad in voor moedernatuur die zich gedurende de komende 5 dagen van haar mooiste zonnige kant liet zien. Er stonden ons 4 dagritten van om en bij de 200 km elk te wachten... een dagrit van 200 km zullen jullie denken... awel daar stond ik ook van te kijken. Hue had namelijk een route uitgestippeld die ons over de verschillende bergpassen met de meest onmogelijke miserabele zand, kiezel, modder, en geradbraakte beton zou leiden. Het grote voordeel hiervan was namelijk dat we ons zo buiten de gewoonlijke toeristenpaden begaven en de ongerepte landschappen en ongeschonden dorpen van de etnische bergvolkeren konden bezoeken.
hello liefste lezers....hier zijn we weer, terug van weggeweest. Mijn plan om van Pnom Penn naar Ho Chi Minh City (alias Saigon) te reizen, is vlekkeloos verlopen. Na een busreis "du luxe" inclusief een beetje strubbelingen aan de grens (omdat mn visa al een paar dagen verlopen was) mochten we onze reis over een moderne Vietnamese autostrade verderzetten. Eens in de stad aangekomen hebben we na een klein uurtje ronddolen in kleine steegjes een cheap (2.5 euro p.p) en gezellig hotelletje gevonden in de jaren 70 stijl. De eerste dag hebben we met gebruik van de lonely planet (de reisgids) een fikse toeristische stadswandeling gemaakt van om en bij de 8 km. Gedurende onze wandeling werden we net als in Cambodja op elke hoek van de straat aangesproken door opdringerige fiets- en motorfietstaxi's die het woord wandelen duidelijk niet in hun woordenboek hebben. We hebben deze keer wel voet bij stuk gehouden en de ganse ronde met oude tempels, kathedralen, koloniale gebouwen en skyscrapers met onze eigen voeten afgelegd. Saigon is een heel dynamische stad met duizenden en duizenden minibrommerkes die zich wonder boven wonder door deze mierennest weten te wringen. Omdat al dat verkeer ook een hels lawaai met zich meebrengt in de aard van "wie heeft er de luidste toeter" waren we na deze halve dagtrip weer blij om van de rust van het hotelletje te genieten. De volgende dag hebben we om de hitte (32 graden) te vermijden meer de "koelte" opgezocht in een labyrint van schaduwrijke smalle steegjes. Hier hebben we een blik geworpen op het alledaagse leven van de gemiddelde Vietnamese stadsmens. De meeste woningen zijn heel smal en een paar verdiepingen hoog. Ze zijn zo gebouwd dat ze overdag aan de voorkant volledig open zijn en je zo een blik kan werpen in woon- slaapkamer en keuken. We merkten gedurende ons geslenter dat de Vietnamese mensen niet zo fotogeniek zijn als die van het buurland en kregen dan ook van tijd tot tijd een heel duidelijk nooooooooooo!!!!!! als ik vroeg om een kiekje te maken. 's Avonds zijn we op zoek gegaan naar een open busticket richting noorden . We waren versteld van de vele concurrentie en hebben na een beetje zoeken een heel gunstig ticket gevonden voor 124000 dong (10 euro). Je hebt met deze bus de mogelijkheid om 4 à 5 tussenstops te maken gedurende de 1600 km lange reis en je bent vrij om overdag of 's nachts te reizen. Je moet je enkel op de voordag bij het reisbureau kort aanmelden. We zijn dan de volgende dag met de nachtbus op een slopende reis richting het Vietnamese Blankenberge (alias Nha Trang) vertrokken. We konden toch niet zo slapen zoals we zouden willen vanwege plaatsgebrek, fiepende en krakende zetels, en een chauffeur die elke vijf voet op zijn toeter drukte. Bijgevolg kwamen we als zombies aan en hebben we de eerste dag niet veel meer verricht dan naar het mooie witte strand te gaan en daar te chillen onder de palmbomen en onze dorst te lessen met een een verfrissende kokosnoot. We hebben dan 's avonds in ons hotel een snorkel -en boottoer geboekt voor de komende dag. Onze eerste indruk wanneer we in alle vroegte bij de boot aankwamen was .....help!!!!!!!!!!!!dit wordt niets!!!! We hadden een kleine romantische boot verwacht met een dozijn andere toeristjes. Niks daarvan...........een megaboot met om en bij de 60 toeristen vol met luide krakende muziek en daarbij nog een lichte kater van de vodka redbull (voor een halve euro is heel verleidelijk..) van de vooravond. Gelukkig waren er een paar fijne mensen op de boot namelijk Eva en David (respectievelijk 27 en 30 jaar en beide afkomstig van het Belgische Lier) en Denise (21-jarige wereldreizigster en van de U.S.A. afkomstig) waarmee we vele reiservaringen hebben uitgewisseld. Op de boot zaten ook een stelletje goedgezinde uitgeslapen Chinezen en jawel.....ze boeren na het eten maar moesten er net als ons westerlingen smakelijk om lachen. Gedurende de boottrip werden we nog getrakteerd op een liveconcert, gegeven door een paar lolbroeken van Vietnamezen. Al bij al was het dus toch nog een leuke dag geworden en om de dag goed af te sluiten besloten we om samen met de 2 andere Belgen en Denise van de goedkope redbull te profiteren.....en hebben nog eens goed gelachen. De volgende dag waren we in alle vroegte opeens klaarwakker toen Seda me in alle vroegte in paniek wakker maakte en vertelde dat we in de nacht bestolen waren. De dieven zijn via de balkondeur binnengekomen en moeten een soort van ninjas zijn geweest want de mogelijkheden om op het balkon te geraken op de eerste verdieping waren minimaal. Ze hebben waarschijnlijk een soort van slaapgas gebruikt want in de flashbacks die ik had in de volgende dagen heb ik vaag mensen gezien maar mijn lichaam kon niet reageren. De dieven zijn aan de haal gegaan met mijn 2 digitale camera's, een spiksplinternieuwe gsm, een 200-tal American dollar en nog wat Vietnamese dongs. De gsm die ook als wekker fungeerde hebben ze tussen ons beide kopkussens uitgehaald en das toch wel creepy....he. Na een half uurtje op het politiestation gezeten te hebben merkten dat we de voorbije nacht niet de enige ongelukkigen waren (een 4-tal andere beroofde toeristjes kwamen ontzet opdagen). Al bij al waren we opgelucht dat onszelf niets is overkomen en hopen we dat de verzekering de opgelopen schade dekt. Gelukkig hebben ze ons paspoort en de bankkaarten daargelaten zodat we besloten om deze oord de volgende dag zo snel mogelijk te verlaten en het in te ruilen voor een mooi oud stadje Hoi An genaamd. Het stadje is in de Vietnamoorlog niet verstoord geworden en herbergt een paar heel mooie steegjes en huisjes en is volledig (volgens sommige reizigers een beetje teveel) op de toeristen afgestemd. We vonden weer een prijswaardig hotelletje in de oudstad en kwamen tot de constatatie dat onze overburen ons heel bekend voorkwamen nl. het boottrio (zie boven). We troffen hun in de namiddag na een zweterige fietstocht op een tropisch strand een paar kilometer verderop. Na een paar plonsjes en nog een paar kilometers meer in de benen (o.a. door een gezellige ontoeristische volksbuurt) hadden we voor de afwisseling weer een leuke dag achter de rug en hebben hem bekroond met een heerlijk Vietnamees dineetje. De volgende dag namen we de namiddagbus naar het Bac ma nationaal park om samen met het andere trio een verregende oerwoudwandeling te maken. Van de wildlife zoals verschillende apensoorten, tijgers, slangen, tropische vogelsoorten....kregen we jammer genoeg niets te zien. Af en toe kregen we een kort fluitorkest te horen en een paar aapjes in de bomen hebben ons drijfnatte mensjes vanop een veilige afstand uitgelachen. Het grote voordeel van deze regendag was dat de vele watervallen die we zagen een grote indruk nalieten, net zoals de bijna 1 meter lange regenwormen (zie foto's). Seda en ik besloten om in de namiddag de 17 km lange wandeling (1200 hoogtemeter) richting dal te starten en hadden de daarop volgende dagen dan ook de gebruikelijke spierpijn. De volgende dag troffen we bij de bushalte op de hoofdweg de andere Belgjes en Denise en namen we na een paar Vietnamese koffietjes en zelfgesmeerde broodjes de bus richting Hue. Eenmaal in Hue gearriveerd besloten we om een overnachting uit te sparen en dadelijk in de late namiddag de nachtbus richting hoofdstad (Hanoi) te nemen. Dit was een 13 uur durende rit met deze keer iets minder krakende en piepende zetels maar hiervoor kregen we ter compensatie een gekke buschauffeur in de plaats die levensmoe was (hij had de rare gewoonte om af te wachten tot er een bocht in zicht was en begon dan op z'n dooie gemak vrachtwagens in te halen). Onze engelbewaarder is nog altijd mee op reis en we kwamen gelukkig veilig en wel (zombie) in the old quarter van Hanoi aan. Na een tijdje zoeken vonden we voor 4 euro een tweepersoonskamer met een schuchtere huismuis inclusief. De kamers zijn hier in het algemeen heel oud maar toch relatief netjes en proper. Vanaf het eerste moment waren we een beetje verliefd op deze stad met het Aziatische levensritme en Parisienne flair. The old quarter draagt al een meer dan 1000 jaar oude geschiedenis met zich mee. In de 13de eeuw hebben zich hier 36 handelaren gevestigd en openden i.p.v. 1 winkel een ganse straat met tientallen winkels, allen met soortgelijke handelswaar. Met de jaren heeft zich dit geheel uitgebreid tot meer dan 50 sfeervolle winkelsteegjes. De straatnamen beginnen allemaal met Hang(welk zoveel betekent als handelswaar) en dan de naam van wat er wordt verkocht. Om een paar voorbeelden te geven, Hang chai (flessen), Hang da (leder), Hang dong (koper), Hang thuoc bac (kruiden medicijnen), Hang ga (kip), Hang Ca (vis), Hang Khoai (zoete patatte), en ga zo maar verder....Midden in the old quarter ligt er ook een meer nl. het Huan Kiem Lake waarvan gezegd wordt dat er nog schildpadden in leven van rond de 250 kg, mythe of realiteit, wij hebben er in ieder geval nog geen gezien. Na 2 twee dagen de stadssfeer opgesnuifd te hebben waren we toch wel weer toe aan frisse zeelucht en rust en besloten we om een tweedaagse boottoer te maken in het wereldbekende en prachtige natuurwonder van Vietnam, nl.Halong bay. Het bestaat uit plusminus 3000 eilanden die als groene torens uit de golf van Tolkin reizen (vlak tegen de Chinese grens). Deze kleine eilandjes zijn in sommige gevallen omringd met stranden; het zandsteen waaruit ze zijn opgebouwd is vaak zo verweerd door storm en water zodat de prachtigste vormen ontstaan. Door dit natuurgeweld zijn ook de indrukwekkende grotten ontstaan die speciaal voor ons toeristjes in alle kleuren worden verlicht en de vormen van de duizenden stalagtieten nog beter tot hun recht doen komen. Zoals bekend zijn er bij elk natuurwonder de nodige massa toeristjes aanwezig maar we wisten alsnog op de houten boot een heel romantisch en "tweezaam" plekje te vinden op de met drakenkop versierde boeg (voelden ons een paar mooie uurtjes in de film Titanic, zonder het zinken natuurlijk). We boekten voor de nacht via ons hotel in Hanoi een kamer van iets hogere klasse(maar nog steeds gunstig) in het Princess hotel op Cat Ba eiland. We waanden ons bij de entree ook heel eventjes als prins en prinsesje maar die droom viel al snel in duigen toen er bleek dat het hotel boemvol zat en wij niet op de lijst stonden. De taxichauffer heeft ons dan mee naar het hotel genomen waar hij zijn gebruikelijke procentjes had en we legden ons dan maar bij de situatie neer en probeerden er nog een leuke avond van te maken met 13000 dong op zak (iets meer als een halve euro). Op de boot werd er ons namelijk verzekerd dat er bankcontacten op het eiland waren, ma noppes...We zijn dan bijgevolg maar vroeg "schaapjes gaan tellen" in de hoop dat we de volgende dag genoeg gratis eten en drinken op de boot konden bemachtigen. Het eten was inderdaad in de toerprijs inbegrepen maar we moesten het die dag stellen met 1 blikje cola dat we na een beetje afpingelen wisten te versieren. Alsof we die dag nog niet arm genoeg waren merkte Seda 's avonds bij aankomst in Hanoi dat haar portefeuille met bankkaarten en identiteitskaart was gestolen. Ze had ze 5 minuten van tervoren in de bus nog in haar hand gehad en onze enige hoop was dat ze op een of andere manier dan toch op de bus was gebleven. We versierden zo snel als mogelijk een motortaxi om op zoek te gaan naar de bus die ons net ervoor had afgezet. Het kwam ons voor alsof we in een film met wilde achtervolgingsjacht zaten toen we nonstop claxonnerend door de stad flitsten. De bus was jammer genoeg in het drukke avondverkeer verdwenen en gingen dan vervolgens met mijn bankkaart het nodige geld afhalen om de taxichauffeur te betalen die van de gelegenheid gebruik maakte dat we op voorhand geen prijs met hem hadden afgesproken (dat kon er ook nog wel bij!) Nu verstaan jullie waarschijnlijk de titel van dit hoofdstukje Vietnam beter.......Geloof het of niet maar deze dag had toch nog een heel vrolijk einde toen er een man in het hotel verscheen om te zeggen dat de portefeuille met inhoud op de straat was gevonden en hij ze voor 10 dollar kon terugbezorgen. Het geheel kwam ons wel heel verdacht voor en waarschijnlijk kende de man de teleurgestelde dief (of was hij het zelf?) en wilde op deze manier toch nog een centje bijverdienen. Maar dat kon ons op dat moment alles worst wezen want wij hadden een goede afloop te vieren.............tijd voor een nieuw hoofdstuk