Toch toelichten welk misdrijf ik gepleegd heb.  Interessant en vervolgens aan jullie om te oordelen over mijn lot.  Zal ik hierdoor vrienden verliezen? Voorgoed naar de verdoemtenis verwezen worden? Dat risico loop ik maar goed, daar gaan we :

Een aantal jaren geleden was het echt nodig om mijn zaak te Brugge op te frissen.  De plafonds van mijn kunstgalerij waren met water doorlopen, schimmelvorming was zichtbaar op de wanden door waterinsijpeling via de hogere verdieping, afgevallen pleisterwerk, afgeschilferde verf... Ja, een goeie opknapbeurt drong zich op. 

Zoals een goeie huisvader ga je dan ten rade bij de Stadsdiensten die, gezien de aard van de werken hun fiat gaven.   Tijdens de uitvoering werden meermaals controles uitgevoerd en werd met genoegdoening toegekeken op de uitvoering.     Om in de sfeer van mijn kunstactiviteit te blijven had ik geopteerd voor het aanbrengen van bladgoud op de gordelbogen en werd gekozen voor een parelmoeren verf. Deze combinatie was prachtig en werd geprezen.   De Burgemeester die samen met Minister Geert Bourgeois de heropening verzorgden sprak van een transformatie van een 'boerenstal' naar een 'waar paleis'. 

Op het einde van de werken daarentegen werd ik door een, voor mij, onbekende organisatie 'dienst erfgoed Vlaanderen' gewezen op het ontbreken van een machtiging van de uitgevoerde werken.  Ik had namelijk een machtiging moeten verkrijgen van deze dienst waarvan ik het bestaan niet eens afwist.  Ook werd beweerd dat de gebruikte verfsoort niet de juiste was en dus niet toegestaan.   

De verf zou namelijk niet te rijmen zijn met de historiek van het gebouw en  was naar hun zeggen onvoldoende spanningsvrij en droeg een te weinig kalkgehalte in zich.  

Ik werd gesommeerd de plafonds van het bladgoud te ontdoen en te laten herschilderen in een witte spanningsvrije kalkverf. Een gigantisch werk die uitgevoerd werd nadat verfexperts de juiste productkeuze vastgesteld hadden.  

Na controle en expertise van dezelfde dienst erfgoed kwam men daar tot de constatatie dat de  gebruikte verf niet voldeed.  De werken waren dus niet uitgevoerd naar behoren.    Hun expertise bestond er in feite in om met de mouw over de muur te wrijven.  Aangezien er onvoldoende 'witsel' aan haar mouw bleef kleven werd besloten dat het gekozen verf product niet ok was.    

Daar had ik het even moeilijk mee.   Een herschildering kost al gauw rond de 50.000 euro. De zaak moet twee weken dicht, kunstwerken moeten verhuizen, verzekeringen, het personeelsbestand krijgt extra vakantie en moet naar huis, geen inkomsten.... Het kost handenvol geld. 

Een juridische procedure besloot dat ik effectief 'niets ondernomen had' om het probleem en de eis van Erfgoed Vlaanderen tegemoet te komen.   De rechter had blijkbaar de factuur niet opgemerkt van de uitvoering die zich in het dossier bevond.  Het resultaat was nefast.   De veroordeling was totaal.   

Er zat niet anders op dan de zaak opnieuw te sluiten en de schilderwerken te herhalen maar de mensen van Erfgoed dienden een staal goed te keuren van het nieuwe verfproduct die toegepast zou worden. 

De mevrouw kwam even kijken vanop afstand en zag dat het goed was.  Haar expertise, die zich beperkt tot 'de veeg met haar mouw over de muur' was zelfs niet meer nodig.    Ze stelde nog wat extra bijkomende eisen (de verf moest met een borstel aangebracht worden en mocht niet met een rol en zo...). 

Het staal werd vervolgens in mijn opdracht door een deurwaarder onderzocht en in een rapport kwam te staan dat er geen enkel verschil was tussen de eerste en de nu voorgestelde versie. 

De uitvoering werd vervolgens nogmaals uitgevoerd onder voortdurende controle van de dienst Erfgoed en tot slot werd het identiek resultaat als de vorige uitvoering goedgekeurd. 

Mijn veroordeling werd bevestigd in beroep en zo wordt je dus crimineel met een bezwarend strafblad.   Er werd me een boete opgelegd van 94.000 euro waartegen geen beroep meer mogelijk is.  Ik hoorde nooit eerder zo'n zware veroordeling uitspreken. Noch voor drugdelicten noch voor inbraak, geweldplegingen... .   

Gelukkig leven we in 2017.  150 jaar geleden was ik zeker op de brandstapel terecht gekomen, aan de galg opgeknoopt of met een rake kogel gefusieerd geweest. 

De hele grap heeft me 250.000 euro gekost, een strafblad en een stempel van crimineel want in het vonnis worden deze bewoordingen gebruikt. 

 

Dus.... als je een verwaarloosd plafond herstelt en een lik verf geeft, let wel op!  Het kan ongewild wel een vreemde bocht nemen. 

tot slot daarover :

Al lijkt het verhaal een grap, dit is erngstige waarheid.  

Had de rechter gelijk of niet?   Hij had gelijk dat ik de nodige machtiging niet had en  dus was ik in fout en was het werk niet naar de letter correct uitgevoerd. 

Had de rechter gelijk dat ik niets ondernomen had om de correctie uit te voeren?   Nee, daarin had hij geen gelijk aangezien de uitvoering gebeurd was. Maar aangezien dat de mevrouw van Erfgoed opperde dat de keuze van de verf niet juist was had hij wel gelijk dat de uitvoering niet conform was aan de eis van Erfgoed. Hoewel de uitvoering precies overeen kwam en conform was met de opdracht uit het vonnis werd blind voorrang gegeven de eis van de dienst Erfgoed.

Had de mevrouw van Erfgoed gelijk om te beweren dat de gebruikte verf niet correct was?  Nee - ze heeft geen expertise op de verfsoort gedaan.  Een streek met de mouw over de muur kan men niet beschouwen als een 'expertise'.  Ze weigerde ook aan te duiden welk product haar voldoening zou schenken.  Dit moest ik zelf zien uit te zoeken.  Van een overheidsdienst zou men mogen verwachten dat ze een correct advies verstrekken. 

Een brief aan het kabinet van Minister President Geert Bourgeois heeft geen positief gevolg gehad. Ook daar heb ik begrip voor : Het kabinet Bourgeois kan een rechterlijke beslissing niet beinvloeden noch wijzigen.  Ook kunnen ze   geen gunstmaatregel toestaan voor een individu of voor een individuele situatie. 

Is dit een belachelijke, oneerlijke en absurde situatie?  Ja, dat is ronduit schandalig en het komt zeker het ondernemerschap niet ten goede.  Het ontmoedigd ondernemers en kan hen zelfs heel zwaar in de problemen brengen.  Een fout die aan de basis bij de Stad Brugge lag wegens onjuist advies, wordt doorgeschoven naar de initiatiefnemer die alles in het werk stelde om dit probleem op te lossen.   Er kwam niet de minste medewerking van de dienst Erfgoed, integendeel.