Het was redelijk druk in het café en dus duurde het een heleboel Hallo's, Jips, goed-en-met-u's vooraleer ik me op een barkruk aan de toog kon nestelen. Tanja, de bazin van de pub was nergens te bespeuren. Dit begon al weer goed. Straks begin ik uit te drogen, dacht ik bij mezelf en zoog de nicotinerook van mijn sigaret diep mijn longen binnen. Er kwam een meisje die ik niet kende naast mij staan. Ze droeg een wit bloesje met daaronder een knalrode rok die net tot onder haar osseknieën kwam. Het leek mij een ontzettend kalf. Maar wel eentje met serieuze tetten merkte ik op toen het wicht zich plotseling naar mij draaide en me vriendelijk aankeek. ' Weet u soms waar Tanja is?, vroeg ze me met een kleuterstem waarvan je spontaan de neiging kreeg te beginnen kotsen. ' Nee. Dat weet ik niet. Ze ligt misschien dood in haar bed. Wie zal het zeggen?', antwoordde ik ongeïnteresseerd. ' Dat kan niet want daarnet liep ze hier nog rond', beet het kleuterkalf me toe. Ze draaide zich om en liep naar een tafeltje waar twee debiele pubers aan het kaarten waren. Stom wijf, dacht ik en gooide mijn halfopgerookte sigaret op de grond om vervolgens een nieuwe uit mijn pakje te halen en aan te steken. Tanja was nog steeds nergens te zien en dat begon nu echt wel serieus op mijn systeem te werken. Ik inhaleerde diep en zag tot mijn gelukzalige verbazing dat aan het verste eind van de toog Smieke Bet zat. Smieke was een fantastisch mooie meid die wellicht het mooiste lijf van Zulte bezat. En dus sprong ik gezwind van mijn barkruk en ging naast haar zitten. Een wolk van de lekkerste geuren (rozen, vers gemaaid gras, Cointreau,...) prikkelden mijn reukorgaan en even voelde ik me in de zevende hemel. ' Maar wie we hier hebben! Dag schat. Kom hier, dat ik jou een zoen geef', zei Smieke met een zacht stemmetje. En voor ik het goed en wel besefte, raakten haar bloedrode lippen even zachtjes mijn rechterkaak. Ik had spontaan zin om haar kus te beantwoorden met een harstochtelijke tongzoen maar iets in mijn hoofd fluisterde me toe dat dit wellicht niet zo'n best idee was. ' Dag Smieke, alles goed?, probeerde ik zo koel mogelijk te reageren. Ze had het gezicht van een godin. ' Neen, niet echt.', klonk het. ' Er is iets ergs gebeurd. Ik was hem bijna kwijt. ' Ze snoof eventjes en keek mij droevig aan met van die kastanjebruine kijkers van haar. Ik tuimelde bijna van mijn kruk van opwinding. ' Toch niks met je vriend Joris?', vroeg ik zo medevoelend mogelijk terwijl ik echt wel hoopte dat er inderdaad wel iets heel ergs met die kloefkapper was gebeurd. Die Joris was de meest degoutante kerel die ik ooit was tegengekomen. Hij was een loser die bij een heel slecht rockgroepje als drummer speelde en die een jaar of twee geleden Smieke na een optreden had binnengedraaid en nu nog altijd een relatie had met mijn, ik bedoel, dat meisje. ' Toch wel. Hij ligt in het ziekenhuis.', antwoordde ze triest. Ik merkte dat haar prachtige ogen vochtig werden en even had ik zin om in haar plaats keihard te beginnen wenen want zo'n meisje verdiende alleen maar geluk en voorspoed en liefde en gigantisch lekkere seks in haar leven. ' Wat is er dan gebeurd?', vroeg ik terwijl ik voelde dat mijn keel zo droog stond als een bussel stoofhout. ' Joris moest gisteren in Wachtebeke optreden met zijn groepje. En nu had hij het idee om tijdens het laatste nummer, Tell me the trout, motherfucker, met diepgevroren forellen te drummen en dan na het nummer zo'n forel de kop af te bijten en dan naar het publiek te spuwen. Je kent dat wel. Een beetje show verkopen. Maar ze wisten niet dat die rockavond georganiseerd werd door een GAIA-fanclub of zo met als gevolg dat de halve zaal woedend werd op mijne Joris en met alles naar zijn hoofd begonnen te gooien. Hij kreeg zo'n houten klapstoeltje tegen zijn hoofd, viel achterover en slikte per ongeluk een deel van die forellenkop naar binnen waardoor hij begon te stikken ' verduidelijkte Smieke me. Ik zag hoe haar immens mooie borsten hevig op en neer gingen bij het vertellen van dit toch wel zeer leuk verhaal. ' En waarom ligt hij dan in het ziekenhuis?, wilde ik weten. Want het leek mij nu toch niet nodig om voor zo'n stom gedoe in een ziekenhuis te gaan liggen en daareen beetje op de zenuwen van echt zieke mensen te gaan werken. ' Wel,...' ' A, wie we hier hebben. Dag Dj', onderbrak plots een zware tabaksstem. Het was de stem van Tanja die blijkbaar ongemerkt achter de toog was komen staan. ' Een Bacardi-cola, zeker?' ' Ja, dat mag.', zei ik oprecht gelukkig. 'Maar met niet teveel ijsblokken.' Ik merkte dat Tanja intussen verder was gelopen naar de andere kant van de toog waar het kleuterkalf met de oerlelijke rode rok als een mentaal zieke kikker op en neer sprong en een hele bestelling drank naar Tanja's hoofd slingerde. 'Vertel verder,Smieke', zei ik en ik dacht hoe zalig het zou zijn om met Smieke langs het strand te wandelen en romantische dingen te doen en de sterren te tellen en haar te liefkozen en ... ' Wel ja', onderbrak het meisje mijn gedachtengang. ' Er is toen een 150 kg zware kerel van het Rode Kruis op het podium geklommen en die heeft dan met zijn gigantische kolenscheppen van handen beginnen kloppen op de borstkas van Joris. En gelukkig floepte het stuk vis er na een minuut of zowat uit want Joris begon al blauw te zien. Maar door die harde klappen, is zijn borstbeen nu gebroken en kan Joris maar heel moeilijk ademen. Hij moet nog zeker een week in het ziekenhuis blijven.' Smieke dronk een nipje van haar fruitsapje en keek me aan alsof de wereld zou vergaan. ' En zo was die vriend van jou bijna om het leven gekomen,' zei ik zacht. Waarom had die klootzak niet zitten drummen met twee knoerten van kabeljauwen, spookte het door mijn hoofd. Waarom toch niet? ' Ja, erg he?', sniffelde Smieke. Ze opende haar peperduur handtasje, haalde er een maagdelijk wit zakdoekje uit en snoot eventjes alle emoties langs haar neusgaten naar buiten. ' Heel erg, maar nog erger is het feit dat ik verdomme nog steeds mijn Bacardi-cola niet gekregen heb', zei ik koel. Drie seconden later kwam Tanja aangewaggeld en plofte een longdrink godendrank voor mijn neus. ' Voila zie,DJ. Sorry dat het zolang duurde maar dat meisje met haar rode rok wou weten of alles goed met me was want blijkbaar had iemand gezegd dat ik misschien wel dood in mijn bed lag.' zei Tanja en ze keek me aan alsof ik diegene was. ' Wil je Smieke ook nog iets te drinken aanbieden,Tanja?', vroeg ik geïrriteerd. ' Neen, dank uw wel, schat. Ik moet weg. Ik moet Joris nog bezoeken.' antwoordde Smieke snel. Ze stond recht, wreef eventjes door mijn haren, gaf Tanja een zoen en liep het café uit. Ze is verliefd op mij, dacht ik bij mezelf. Of ik op haar. Dat kon ook. Alles kon. Ik gooide mijn onaangeraakte maar volledig opgebrande sigaret op de grond en dronk een flinke slok Bacardi-cola.
' Of ik kan haar ook simpelweg omverrijden', schoot het door mijn hoofd toen er plotseling een politieagente van achter een geparkeerde wagen op de rijweg tevoorschijn sprong en met haar strak omhooggestoken arm der wet mij wellicht duidelijk wilde maken dat ik beter vaart minderde en misschien wel best volledig tot stilstand zou komen. Hetgeen ik dan ook maar deed want een flikkenwijf overhoop rijden leek me toch net iets te drastisch en totaal overbodig temeer ik helemaal niks gedronken of geslikt had (omdat ik tot halfzeven 's avonds zo ziek als een otter in mijn bed had gelegen wegens het massaal nuttigen van enkele glazen bier, Bacardi, witte wijn, blonde Leffes, een Kwak en een paar joints de avond ervoor). En verder leek het me onmenselijk om dat arme schaap nog meer ellende aan te doen dan datgene waarmee ze nu reeds dag in dag uit moest leven. Politieagentes werden al meer dan genoeg scheef bekeken omdat ze meestal meer snor hebben dan hun mannen-collega's of omdat ze meestal net iets te klein zijn om op een deftige manier met zo'n flikkenbus rond te rijden zonder ook nog door het leven te moeten met een beentje of oortje minder. Het zou niet de eerste keer zijn dat door zo'n voorval er zich een familiedrama voltrekt ( 'Toen die gek mij omverreed en ik vervolgens mijn been en oor kwijt geraakte had ik de duivelse drang om mij man Jef, de drie kindjes en Flora, de Chinese dwergpoedel dood te knallen met mijn dienstwapen, meneer de rechter'.). En dus minderde ik vaart om vervolgens netjes naast het vrouwmens tot stilstand te komen. Ik schoof mijn autoruitje naar beneden en voor ik goedeavond kon zeggen, drong ze haar debiele zeehondenkop al zowat een halve meter mijn auto binnen. Ze keek me strak aan met van die kleine Pekinees-oogjes en haalde toen haar hoofd terug uit mijn auto. ' Goedenavond, meneer. Politie Deinze. Mijn naam is Martha De Coster, verkeerspolitie. Heeft u alcoholische dranken genuttigd?' vroeg het debiel schaap. Ze keek me aan alsof ze net een nieuwe tampon had moeten steken en ik diegene was die de maandstonden had uitgevonden. Ze kuchtte eventjes en kruiste haar armen. ' Euh,... Eigenlijk niet, nee!', antwoordde ik eerlijk. Ik glimlachte schaapachtig. ' Okee. U ziet er mij ook niet echt het type uit die tegen alcohol kan,' beet de zeehond me toe. ' Dat is ook zo', antwoordde ik vriendelijk terwijl ik meer zin had om haar in mijn auto te sleuren, te ontvoeren en haar aan de oever van de Leie in haar preut te rammen met een fles Poolse wodka. Maar omdat het pas halfacht was en Cheref, de plaatselijke Paki maar om negen uur zijn nachtwinkel opende, was het ietwat moeilijk om snel aan een fles Poolse wodka te geraken. En dus liet ik dit fijne idee maar varen. ' U mag beschikken. Nog een prettige avond, meneer.', zei de agente en wandelde weg. Ik deed mijn autoraampje dicht en reed heel kalm verder om zo mijn reis verder te zetten. 'Een reis vol gekke ontmoetingen', spookte het eventjes door mijn hoofd. Een gedachte die later pijnlijk waar zou blijken.
Ik reed dus verder, richting Olsene. Olsene was een deelgemeente van Zulte en werd door de meeste Zultenaars al eeuwenlang bekeken als een echt schijtdorp al wist niet echt iemand te weten waarom. Maar blijkbaar vond men dit in Olsene een eretitel want zo'n vijftig jaar geleden kwam er één of andere Olsense oelewapper op het idee om in dat schijtdorp heuse Schijtfeesten te organiseren. Een schot in de roos, bleek later want nu nog steeds waren de jaarlijks Schijtfeesten een echte publiekstrekker. En ook ik was de laatste jaren stevast aanwezig op dat stom gedoe (meestal zo zat als een kanon). Want wie daar nuchter kon rondlopen, had een serieuze vijs los. Zo werden de toeschouwers getrakteerd op een wedstrijdje figuurkakken waarbij de deelnemers (vorig jaar vier) een opgelegde figuur en een eigen gekozen ontwerp op de grond moesten schijten. Dan was er zo'n stuk dorpsplein afgezet met nadars en daarin mochten de deelnemers dan hun figuren kakken. Na het fluitsignaal van de schijtsrechter staken die mannen dan hun broek af en scheten zo goed mogelijk een trapezium of een Chinese vaas op de grond. En net als de vorige acht jaar won Jeroen DeFils ook dit keer de wedstrijd door een afgeknotte kegel en een abstracte versie van de aardappeleters uit zijn aars te persen. ('Na lang overleg besloot de jury dat Jeroen ook dit jaar weer de beste is. Vooral de passende bruinzwarte kleurschakeringen bij zijn versie van Van Goghs meesterwerk gaven de doorslag bij de toekenning van de punten. Proficiat,Jeroen!', wist de burgemeester dan met trots te vertellen waarna de winnaar ook dit jaar terug naar huis kon met 500 rollen toiletpapier, geschonken door het gemeentebestuur, en tien flessen Poolse wodka, geschonken door Cheref, de plaatselijke Paki.) Kortom, je moest daar zowat halflamgezopen rondlopen om die waanzin te overleven. En gelukkig was ik altijd zo fucked up dat ik de andere wedstrijden ( hoopschijten en koeienvlaaiwerpen voor blinden) aan mij voorbij kon laten gaan. En nog gelukkiger was ik nu want ik reed wel richting Olsene maar zo ver moest ik echt niet rijden, nee. Ik reed naar mijn stamcafé, de Cervesas, waar ik tijdens het weekend als DJ functioneerde. Ik parkeerde mijn auto op de parking naast het café, kroop eruit, maakte de auto dicht en stak een sigaret op. 'Dat ging vlot. Hopelijk gaat de Bacardi straks even vlotjes naar binnen', dacht ik bij mezelf en stapte de Cervesas binnen.
----------- Volgende deel : Ging ik in op de avances van Smieke Bet? Wie stikte er bijna in een bevroren forellenkop? Waarom kreeg ik een kopstoot van een dwerg? Dit en zoveel meer in het volgende deel van ZULTE LEEFT - de lotgevallen van een drinkende DJ.
Vanaf nu kan je regelmatig een hoofdstuk lezen van mijn roman 'Zulte leeft - de lotgevallen van een drinkende DJ. Wanneer je denkt te moeten reageren op hetgene je leest, doe dat dan gerust.
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.