Ik belde Waldo op om hem te vragen of hij het zag zitten om mij naar Gent te rijden en mijn auto op te pikken. ' Nu nog naar Gent rijden,DJ? Jij bent niet goed snik zeker? Ik ben verdomme zo zat als een bokaal opgelegde krieken. Nee dus.' brulde Waldo in mijn oren op zijn typisch zatterige manier waar ik een serieuze bloedhekel aan had. ' Nou goed dan, dan bel ik wel naar Randie. Die zal me wel helpen, neem ik aan. Ik zal hem even op...' ' Hahaha, Randie? Dat denk ik niet,DJ! Want Randie ligt hier naast mij in de zetel te slapen, de zatlap. Ik heb hem nadat ik jou had thuis afgezet namelijk wandelend in de Vagandestraat teruggevonden, de sukkel. We hebben onze ruzie bijgelegd met een bakje streekbieren erbij. Dus op Randie zou ik nu niet echt rekenen,DJ.', riep Waldo luid op een toontje die verraadde dat hij het ergens wel leuk vond dat ik op hen, mijn zogenaamde betere vrienden, vandaag niet kon rekenen. Ik duwde zonder iets te zeggen mijn mobieltje af en gooide mijn gsm op het salontafeltje. Jee keek me vragend aan. ' Ze zijn allebei te zat,Jee. Ze willen niet of kunnen niet, wat maakt het ook uit. Ik bedoel maar dat je op die twee kerels niet echt een beroep kan doen als je ze ooit eens nodig hebt.', zuchtte ik diep en bedacht op hetzelfde moment dat ook ik maar bitter weinig meer deed dan samen met hen pinten drinken en onzin verkopen. Toen Waldo eens opgepakt werd door de flikken, nadat hij op café iemand met een biljartstok zowat de dood had ingeklopt, en me vanuit de cel opbelde (hij mocht van die ss-flikkers 1 telefoontje plegen) en me vroeg hem te komen halen, had ik hem geantwoord dat ze hem daar beter konden houden want dat hij eindelijk zat waar hij hoorde waarna ik ons telefoongesprek afbrak en rustig verder ging met Bacardi's zuipen in één of andere stamkroeg. (Ik had meer dan één stamkroeg omdat ik zowat in elk verdomde drankkraam wel min of meer vaste klant was en zo.) Dus had ik maar weinig redenen om te zagen en te kankeren over het ontbreken van hulpvaardigheid van Waldo en Randie. ' Bel dan iemand anders op hé,DJ. Je kent toch wel meer mensen dan die Waldo en Randie,hoop ik. Je bent verdomme DJ,DJ. Jij kent zowat de helft van de aardbol bij naam,verdomme. Kom, bel iemand anders op. Ik heb die auto morgen echt wel nodig hoor. Of ik kan die job wel op mijn buik schrijven, neem dat maar van mij aan,DJ.', sakkerde Jee erop los. Ze keek me beteuterd aan. Jee had de auto inderdaad morgen nodig. Ze moest gaan solliciteren bij een bedrijf dat steunzolen maakte en verkocht aan mensen met scheefgegroeide voeten. Blijkbaar liepen er een heleboel van die idioten met kromme poten rond in ons landje want het bedrijf was dringend op zoek naar iemand die als steunzolenverkoper door het leven wilde gaan. En mijn Jee was dus duidelijk van plan om dat te worden. Ik has zo mijn bedenkingen over de job (Hele dagen aan vreemde mensen hun voeten ( ongewassen voeten, voeten met één of andere stinkende schimmel tussen de tenen, klompvoetjes met van die ingegroeide kalknagels,...) zitten prullen leek me een zeer degoutante bezigheid.) maar liet haar toch maar haar zin doen. Jee zat al bijna twee jaar zonder werk en het werd dan ook hoog tijd dat ze terug iets om handen had. Dus reageerde ik enthousiast toen ze mij ergens verleden week vertelde dat ze op gesprek mocht bij ene meneer Wittebrock of zo. Ik had haar gevraagd of ze alles zou doen om die job te krijgen en ze zei van ja en ik vroeg ook naar bed gaan met die Mister Steunzool en Jee had plagend ja geknikt. Ik had even groen gelachen en hoopte dat ze die job ook op een normale manier kon bemachtigen of dat die Mister Steunzool homo, necrofiel of asexueel was of zo. ' Tuurlijk ken ik nog mensen,Jee. Ik ken mensen genoeg. Al is de vraag of er iemand bereid is mij te helpen.', zei ik stilletjes. ' Bel anders mijn pa op, die zal je wel brengen,DJ!', zei Jee en keek me aan alsof ze het nog meende ook. Ik verkleinde mijn oogjes eventjes en zei toen dat ik wel eerst een paar andere mensen zou opbellen vooraleer ik overging tot wanhopige activiteiten. Ik ging nog liever te voet naar Gent dan een halfuur met die idioot van een vader in eenzelfde voertuig te moeten vertoeven. Ik kon de vader van Jee helemaal niet uitstaan. Hij was een gepensioneerde militair die mij uitschot vond en me bij elke ontmoeting (meestal een drietal keer per jaar, drie keer teveel dus) vroeg of ik nog steeds schijfjes draaide en wanneer ik van plan was om eens een echte job te zoeken want dat iemand die zijn dochter neukte er ook maar best kon voor zorgen dat die dochter alle luxe kreeg die ze nodig had. Ik reageerde meestal koel op zijn uitlatingen en zei dan dat ik als DJ wellicht meer geld verdiende dan een heel peleton soldaten uit ons lachwekkend leger samen waardoor hij me nog meer haatte en zo. Kortom, onze relatie was niet opperbest en dus kon ik maar beter voor een andere oplossing zoeken. Ik nam mijn mobieltje terug vast en liep mijn contactenlijst af. Een namenreeks met de meest ongelooflijke idioten vloog voorbij en dus koos ik maar de grootste idioot uit en belde hem op. ' Wie bel je?', vroeg Jee ongeduldig. Ik deed teken dat ze haar mond moest houden. Ze keek me boos aan en liep de woonkamer uit, de keuken in. Na een paar tonen werd er aan de andere kant van de lijn opgenomen. ' Dag Stefaan, DJ hier. Alles goed, man?', zei ik vriendelijk. ' DJ! Dat is lang geleden. Alles goed he,man. Alles goed. En met u?', antwoordde een stem. ' We mogen niet klagen,Stefaan. We leven nog, zijn min of meer gezond en vinden af en toe de tijd om eens iets te drinken.', zei ik en kuchtte eventjes. Ik hoorde een lange bulderlach aan de andere kant van de lijn. Jij onnozele kankerlul, floot het door mijn kop en ik had al lang weer zin om dit telefoongesprek te beëindigen. ' Ik heb al gehoord van Randie dat jij nog steeds zo zuipt,DJ. Als een koe water, zei hij erbij,DJ.', lachte Stefaan nog steeds luidlachend. Ik had zin om hem vast te grijpen bij zijn gigantische flaporen(Stefaan had echt van die gigantische oren aan zijn kop hangen. Je kon het je bijna niet voorstellen.), hem door mijn gsm te sleuren, een paar serieuze stampen tegen zijn sjokkedijzen te geven en hem vervolgens duidelijk te maken dat ik niet méér dronk als vroeger. Wellicht ook niet heel veel minder maar zéker niet meer. Dat ik het onder controle had. Dat ik wel wist wat ik deed. En dat ik zelf wel zou bepalen hoe ik zuip. Misschien wel als drie koeien water, of als een school zeehonden Sprite en ga zo maar door. En nadat ik de oren van zijn gigantisch lelijke troniesmoel had gedraaid, zou ik hem vertellen dat die Randie beter zou beginnen zwijgen want dat ik binnenkort een wapen had, geen spectaculaire Bazooka of zo, dat nu ook weer niet, maar toch alleszins een ordinair pistool of iets dergelijks, en dat Randie wel eens de eerste zou kunnen zijn die een kogel door zijn patattenkop gejaagd werd. Dat waren de dingen die in zowat drie seconden door mijn zieke hersens flitsten. Ik zuchtte eventjes diep en antwoordde : ' Geen enkele koe, zelfs geen koe met 8 magen, kan zoveel zuipen als ik, Stefaan. Schrijf dat maar op een blaadje, man.' Stefaan lachte nog steeds als een gediplomeerde lachbandinlacher, maar nu in korte hevige stoten alsof hij net de grap van de eeuw gehoord had. ' DJ toch, ge zijt nog geen haar veranderd, nietwaar? Man toch! Hoe gaat het met jouw meisje, Fee of hoe heet ze ook alweer?', hoestte Stefaan er op los. ' Jee is haar naam en het gaat er heel goed mee, dank je. Zo goed dat ik van plan ben om eeuwig bij haar te blijven.', zei ik zacht en keek eventjes richting keuken waar Jee eventjes geleden boos was binnengewandeld. ' Dat doet me plezier. Je weet wel dat ik altijd een boontje voor haar heb gehad,DJ.', zei Stefaan plots ernstig. Het gelach was opgehouden. ' Tja, jij misschien één boontje, dat kan heel goed zijn. Maar ik zeker tien bonen of maak daar maar meteen een hele bonenfabriek van,Stefaan.', zei ik opgewonden. Jee had me ooit eens verteld dat die mislukte kameel avances had gemaakt op een fuif waar ik muziek aan het draaien was. Dat hij met haar een paar slows had gedanst en tijdens het dansen steeds haar kontje zat te betasten met zijn lompe poten en zo tot ze hem tenslotte een muilpeer had verkocht en hem had gezegd dat ze niet viel op handtastelijke mannen met flaporen. Hij was tenslotte totaal gechoqueerd de zaal uitgevlucht en sedertdien hadden we niks meer van hem vernomen. Tot nu dus. Al was dat mijn eigen debiele schuld. ' Tja, ik weet het,DJ. De aanhouder wint, is het niet?', zei hij zuchtend. ' Dat is zo,Stefaan. Maar waarvoor ik je eigenlijk bel, zou je het niet zien zitten om mij eventjes naar Gent te brengen? Ik heb daar mijn auto laten staan en Jee heeft die morgen nodig, begrijp je? Ze zou het heel erg appreciëren,Stefaan.' zei ik met een vleiend stemmetje. ' Maar natuurlijk,DJ. Als ik Jee een plezier kan doen, ben ik altijd beschikbaar. Dat weet ze wel.', riep Stefaan opgewonden. Je zou haar het meeste plezier doen door je flaporen onder een pletrol te steken, de hele zoot platgewalste orenbrij te verkopen per kilo en met de winst een vliegtuigticket te kopen naar Zeiksmoel-eiland en daar een beetje aan wijven hun gat te zitten smossen, Dumbo, dacht ik bij mezelf. ' Je bent een fijne kerel,Stefaan. Hoe laat kan je hier zijn?', zei ik rustig. ' Ik ben daar direct,DJ. Ze is toch thuis, hoop ik?', riep Stefaan opgewonden. ' Wie?', vroeg ik onnozel. ' Jee, natuurlijk!Wie anders,DJ?', piepte hij luid. ' Jee is hier,Stefaan. Jee is hier! Dus haast je maar!', zei ik overdreven vriendelijk. Ik had zin om te beginnen kotsen. ' Ik ben al vertrokken. Tot subiet,DJ.', zei Dumbo en haakte af. Ik had al spijt dat ik die krankzinnige had opgebeld en riep naar Jee dat ik alles geregeld had. Jee kwam de woonkamer terug ingewandeld en nam plaats naast me in de sofa. ' Wie komt je halen dan?', vroeg ze zachtjes, geeuwde eventjes en keek me lief aan met haar prachtige ogen. ' Stefaan De Peer!', zei ik suf. ' O nee. Toch niet die schijtlaars,DJ.' riep Jee kwaad. ' Schat, die schijtlaars zal heus niet aan je gat zitten prutsen. Daar zorg ik wel voor.', zei ik kordaat. ' Ik hoop het voor hem. Want het zou wel eens goed kunnen zijn dat ik deze keer zijn gezicht in appelmoes timmer.' riep Jee nog kwader. Ik gaf haar een zoen op haar neusje en zei dat ze toch zo mooi was als ze kwaad werd. Ze wreef eventjes over mijn hoofd en glimlachte. ' Ik zie je graag,DJ.', zei ze tenslotte een heel stuk kalmer. ' Ik ook,Jee. Ik ook.', antwoordde ik eerlijk en dacht aan de tongzoen die ik had gegeven aan de tuttebel met de lelijke hoed en aan Smieke Bet waar ik zo verliefd op was. Ik stond recht, liep de gang door en stak buiten een sigaret op. De zon die daarnet nog fel scheen, was volledig verdwenen achter een sliert regenwolken. Daar komt regen van, dacht ik bij mezelf en zoog de nicotine en alle andere viezigheid diep mijn longen in.