Natuurlijk begon de honger te knagen en snakten we naar warme gezelligheid, die vonden we in de Midzeelhoeve zelf, waar de gedekte tafel al stond te wachten. Na een aperitiefje kon de ene genieten van een vleesmenu en de andere van een vismenu. En of het smaakte!
De pauzes tussen de gerechten waren welkom, want het praten waren we nog niet verleerd. Ik verbaas me er telkens weer over dat we elkaar precies al jaaaaren kennen. Alles kan verteld worden en men luistert. Iedereen heeft belangstelling voor elk-ander. Kortom: het klikt!
Gerda en Robert wilden graag een datum afspreken voor volgende keer, dan nemen zij de dag in handen. Het wordt 12 oktober.
De dag was weer veel te vlug voorbij, ook al was het ondertussen reeds laat en moesten sommigen nog naar "de Limburg".
HetGroentemuseum Midzeelhoeve is het eerste groentemuseum in België, het is echter nog volop in opbouw. Je kan er kennismaken met oude en moderne werktuigen ,zaden, de grondsoorten en de ondergrond van akkers. 't Grom voert ook promotie voor gezonde voeding. Je kan er kooklessen volgen en er worden ook kooksessies ingericht voor scholen en toen vergat ik weer even dat ik op pensioen ben en niet meer met een groep 11-jarigen op schok was.('k Kan het soms echt missen.)
Om de serres en de moestuinen te bezichtigen was het echter nog te vroeg op het jaar.
De hele dag kregen we te horen dat we groenten best op een koele plaats bewaren, maar niet in de ijskast, die is te koud. De kelder is prima!
Maar wel in een slaserre, in een familiebedrijf (vriendelijke mensen). De zoon toonde ons trots hoe de plantgaten voor de jonge slaplantjes machinaal worden gemaakt. Een vijftigtal gebruiksklare kroppen werden afgesneden en op een lopende band tot bij "het verpakken" gebracht, ze belandden in een Flandria-verpakking, kregen nog een frisse douche en lagen dan te pronken in de bakken die naar de veiling moesten.
De zoon toonde ook fier, en terecht, de afvalkar die hij als eindwerk gemaakt had in de landbouwschool.
Wat ik me daar moest bij voorstellen? Reusachtige serres, waarin vooral tomaten, paprika's en sla geteeld werden, met de bedoeling allerlei groeiwijzen uit te proberen. In de ene serre lag de temperatuur wat hoger of lager, in de andere werd de vochtigheid wat veranderd. Ook het verschil in afscherming tegen de hitte werd uitgetest, de bestuiving, het snoeien en enten, de bemesting, verschillende soorten planten, ...... Telers konden er altijd raad komen vragen.
Een grote teeltoppervlakte, maar toch zagen we er meer hommels dan mensen aan het werk.
Tijdens ons middageten kwam men Willy verwittigen dat één van zijn buren, die in één van de gebouwen werkt, ons verder wou laten kennismaken met een ander deel van het bedrijf. Hij nam ons mee langs de controle van binnengebrachte groenten, de koelruimtes, stapelplaatsen, het verpakken van groenten, het klaarmaken van de kartonnen bakjes en de wasserij voor de grote plastiek bakken (Je kan je niet voorstellen wat sommige winkels, meestal de warenhuizen, achterlaten in de lege(?) bakken.). Hij kon zo sappig vertellen (beroepsliefde), dat de tijd voorbij vloog.
Om 9 u 30 kwam de gids ons ophalen. Terwijl we het reilen en zeilen in de veilingzaal konden volgen, kregen we een uitgebreide uitleg over het ontstaan, de evolutie, de werking en het voordeel daarvan voor de telers. Dat dit een nuttig en groots bedrijf is konden we met onze eigen ogen zien. Het geheel had wel wat van de beelden die je soms ziet over de "beurs" , maar hier was het veel stiller. Hoe de inkopers erin slagen zomaar 7 schermen in 't oog te houden en gepast te reageren, is me nog steeds een raadsel. Aan het einde van de rondleiding kregen we elk een schaaltje witloof (de culinaire trots van België) aangeboden.
Onze gids ad-interim bracht ons wat vroeger naar de cafetaria en dan maar tateren en smullen van de lekkere snack die vergezeld was van een grote portie groenten. Hoe kon het ook anders!
Op vrijdag 23 maart, vroeg uit de veren, want om 9 uur werden we verwacht in de cafetaria van de Mechelse veilingen. Samen met de Houffalizers zouden we er een groentedag van maken.
De Houffalizers? Een groep van 7 koppels die we zo noemen omdat we elkaar voor het eerst ontmoetten in Houffelize tijdens een seminarie van de Lodewijk-De-Raedt-stichting, nu 2 jaar geleden, waar we voorbereid en begeleid werden om te leren op pensioen gaan. Ondertussen was dit onze derde uitstap, die deze keer door Willy en Liliane in elkaar gestoken werd.
Willy stond ons al op te wachten op de parking. En het half uurtje dat we hadden vooralleer we aan de rondleiding begonnen bleek te kort te zijn om alle nieuwsjes uit te wisselen. Maar geen nood, de dag was nog lang.
't Is ongelooflijk. Waarom koos ik toch die titel bij vorig bericht? 'k Heb het nu wel echt zitten (bijna: gehad).
Maandagmorgen belde Joris om te vragen of we Robbe zelf konden komen halen, want zij waren allebei ziek. Natuurlijk deden we dat graag. Zo'n kereltje uit bed halen, wassen en aankleden is iets dat je niet alle dagen doet. En tot onze verwondering ging hij zonder morren mee.Ook al was hij levendig en speels, toch was hij niet echt op "z'n eet", maar we (met z'n drieën) hebben ons reuze geamuseerd. Moe kon hij dus 's avonds in z'n bed. Je raadt het zeker al, die avond had ik "prijs". Na een onrustige nacht kon de geur van eten me echt niet bekoren, het werd dus een thee-dag.De volgende nacht voelde Jef zich niet op z'n plooi. Wat er volgde: twee dagen geroosterd brood en slappe thee.
Gelukkig is het ergste nu voorbij, vandaag smaakte het gewone (magere) eten weer. Enkele dagen ziek-zijn strooit toch wat roet in het eten: geen wandeling, geen kant-les, niet turnen, niet naar de viering van 35 jaar COV, niet naar bomma en bompa (want buikgriep is één van z'n ergste vijanden) en afwachten of we morgen naar Sint-Katelijne-Waver kunnen. We hebben er goede hoop op.
Meestal surf ik in de voormiddag naar de site van gva, dan weet je toch wat meer over het binnen- en buitenlands nieuws. Vandaag ontdekte ik daar een pareltje van een tekst: de inhoud maar ook de manier waarop het geschreven is, maakten me stil. Phara is zonder twijfel een uitstekende journaliste, maar de warmte en humor vloeit zo naar je toe!
De Aguirre heeft het in Pink Ribbon ook over de angstaanjagende kwetsbaarheid die elke kankerpatiënt overvalt. Borstkanker is geen buikgriep, zo besluit ze haar column. Het is een aanslag op je Twin Towers, een tsunami die je zekerheden wegspoelt. t Is niet omdat we met steeds meer zijn dat het minder erg wordt. En ieder jaar gaan er clubleden dood. Ook vrouwen van 44 en 45. In de fleur van hun leven, dachten ze. Doe me een plezier, zorg ervoor dat u geen lid wordt.
Wel, Phara, ik doe mijn best om geen lid te worden, maar of ik het allemaal in de hand heb????
Wat is vroeg? Dat is nog altijd drie kwartier later dan toen we gingen werken: 6.30 uur. En waarom onszelf zo pijnigen ? Precies of dat uurtje vroeger maakt het verschil. Wel we hadden reeds twee vriesnachten na elkaar en voor vannacht voorspelde Sabine de koudste. Dan denkt iedereen natuurlijk dat je best lekker warm in bed blijft en dat vind ik eigenlijk ook. Maar omdat we dit jaar geen vriesdagen krijgen, moeten we het vanmorgen doen.
We kleden ons dus snel aan, gaan naar de bergplaats, nemen de schuiven uit de diepvrieskast en zetten die buiten afgedekt met een laken. Dan op elk schap een kom warm water, naar de keuken en een lekker ontbijt verorberen.
Als we dan terug naar de bergplaats gaan, is het ijs van de vriezer al ferm aan't ontdooien. En een dik uur later is de klus geklaard. Geen problemen om de producten bevroren te houden en veel sneller klaar!
Enkele straten en etalages verder bereikten we het Nationaal Jenevermuseum. Aan de balie kregen we een korte uitleg en een blad met bijzonderheden bij de rondgang.
We begonnen met het einde, maar wel héél belangrijk: het nippen aan een bessenjenevertje! Daarna konden we de oorsprong en de productie van allerlei soorten jenevers volgen. Ook de productiemiddelen, verpakkingen en .... geuren waren aanwezig.
De vriendelijke mevrouw achter de balie zocht voor ons het vertrekuur van de rechtstreekse trein naar Antwerpen op, zodat we rustig een snack konden gaan eten. De croque of het gegarnierde broodje smaakten overheerlijk, al aten we voor de honger die zou komen.
Daarna weer de bus op richting station en nu misten we de trein niet. De treinrit leek veel korter en we waren nog helemaal niet uitgepraat bij het eerste afscheid in Lier en later aan de verschillende bushaltes.
We sporen zeker nog terug naar Hasselt, want een Limburgse vlaai mogen we echt niet missen.
In de trein vertelden we al onze verwachtingen over het modemuseum: de evolutie van vroegere naar hedendaagse kleding en de wellicht mooie toiletjes.
Er ging echter een tentoonstelling door van Kaffe Fassett een textielkunstenaar, internationaal bekend voor zijn kleurrijke breigoed- en patchworkontwerpen. Vooral de patchworkdekens(?) trokken mijn aandacht omwille van de harmonie in kleuren en ontwerp en hun bruikbaarheid in het dagelijkse leven.
Dat we de eigen historische collectie van het museum tijdens deze tentoonstelling niet konden bezichtigen vonden we een tegenvaller. Dat wordt dus voor een volgende keer.
Een etentje bereiden voor onze kinderen verhinderde dat ik mijn verhaal verder afwerkte.
Waar was ik gebleven? We zaten op een bommel, maar het deerde ons niet. En maar tateren!... Bijna misten we daardoor onze overstap in Aarschot. Het landschap slaagde er soms in onze babbels te doorbreken: het water van de Demer stond zeer hoog en de weilanden rondom stonden onder water, het heeft ook zoveel geregend de laatste tijd. Het was elf uur voorbij toen we in Hasselt aankwamen. Gilberte en Madeleine zaten in het stationsbuffet op ons te wachten. Na een warme drank stapten we de gratis-lijnbus op richting centrum. Die rit duurde maar even en bij het afstappen van de bus zaten we bijna op de bank naast een lieflijk paartje (zie foto), dat verwelkomde ons op de Grote Markt.
Van daaruit zagen we de ietwat speciale toren van de Sint-Quintinuskathedraal, die nodigde uit voor een bezoekje. De niet-zo-grote kerk is de moeite waard: prachtige schilderijen, kleurrijke glasramen en een prachtig orgel. Een korte wandeling door de rustige straten voerde ons naar De Groene Hendrickx, het middagmaal was welkom: gerookte zalm met asperges en krielaardappeltjes. De kelner was vriendelijk en spontaan.
Het is alweer drie dagen geleden dat we met 8 oud-collega's naar Hasselt spoorden. En het verslag daarover is echt de moeite waard. Ze zeggen altijd dat mensen op pensioen geen tijd hebben, wel ik heb tot nu nog geen moment gehad om het in te tikken.
We zouden met 6 in het centraal station van Antwerpen om 09.34 u. de trein naar Hasselt nemen en in Lier zouden er nog 2 opstappen, dat was de bedoeling! Samen met Juliette sta ik aan de bushalte op de bus van 08.47 u. te wachten. Maar dat tijdstip naderde snel en Maria Cl. , die normaal altijd de eerste is, was nog niet in aantocht. We belden haar op, maar zowel de huistelefoon als haar GSM bleken doofstom. Dus liep ik naar haar appartement (100 m terug) en belde aan, maar ook daar... geen reactie. Juliette, die aan de bushalte wachtte, werd echt ongerust. Ik opperde nog dat Maria waarschijnlijk al een bus vroeger genomen had, maar dat was geen zekerheid. Dus ... ik terug naar het appartement. De postbode die in hetzelfde gebouw woont, kon ons ook niet verder helpen. Maar ik geraakte tot op het eerste en bonsde met mijn twee vuisten op haar voordeur ... geen gehoor! Gelukkig dacht ik eraan bij Lia , in het gebouw ernaast te bellen. Zij wist te vertellen dat Maria zeker springlevend was, want het deel van de krant dat ze elke dag bij Lia in de bus stak, zat er al in. Opgelucht spoedde ik me naar Juliette. We namen de bus van 09.07 u. , onderweg maakten we plannen over wat we zouden doen als we de trein misten.
Maar onze trein stond er nog en ... Maria ervoor. Maar waar waren de drie anderen? In de trein natuurlijk! Vergeet het . Terwijl de trein zich traag in beweging zette, kwamen ze uit het cafetaria aangelopen. Toch gemist! Wat nu met de twee die in Lier stonden te wachten? Na enkele mislukte pogingen konden we ze met de GSM bereiken om te melden dat we een trein later namen, die vertrok een kwartiertje later, maar reed over Aarschot en was .... een bommel.
Zaterdag heb ik een groot deel van de dag besteed aan het bekijken en uitzoeken van foto's van onze reis naar Noorwegen. Jef fotografeerde daar met een digitale camera (500 foto's) en ik met een gewone (90). Hij gaat er een powerpointpresentatie van maken en ik een foto-album. Dus besloot ik mijn foto's aan te vullen met een deel van de zijne, maar daar spendeerde ik wel wat tijd aan.
De volgende dag maakte ik dat werk af, nu nog laten ontwikkelen. In de namiddag hielden we moemoe gezelschap, want zondags is ze dikwijls alleen. Ze had haar wandelingetje al gemaakt, dus praatten we maar wat.
Gelukkig konden we vandaag wel buiten met Robbe. Ons tochtje naar de bakker werd dan ook verlengd tot een hele wandeling. Onderweg praat en zingt hij van plezier. Hij wil ook aan alles voelen. Zo'n kind is echt op ontdekkingstocht. Eén van de houten puzzels is ook al goed van pas gekomen. Alle diertjes op zijn plaats leggen lukt nog niet, maar hij probeert er al enkele bij de naam te noemen. En hij noemde mij voor het eerst ... MOEKE!
Na onze computerles, die weer heel interessant en plezierig was, reden we naar Brasschaat om samen met de bomma te winkelen. Vond ik daar toch van die mooie houten kinderpuzzels (voor geen geld 2,99). Drie nam ik er mee: boerderij- en Afrikaanse dieren en ook allerlei soorten auto's. Bompa kreeg die namiddag wel wat te veel bezoek, hij was echt moe.
Wat doe je als het verschillende dagen na elkaar regent?
Zondag heb ik ervan geprofiteerd om allerlei uit te proberen op de computer. Wat voor anderen misschien een routine is, is dat voor mij niet. 'k Heb er werk van gemaakt om een bankkaart aan te maken met een persoonlijke foto. 't Was wel even zoeken, want niet elke foto was geschikt. Eerst verdween er een gezicht achter een chip, daarna verstopte het banklogo een belangrijk deel van het landschap, dan weer viel de kaart wat donker uit ... Tenslotte werd het een foto van onze vakantie in Noorwegen. Benieuwd hoe mijn bankkaart zal ogen.
Maandag kwamen we met Robbe, die gelukkig onder een plastieken beschermzeil zat, kletsnat terug van de bakker. De rest van de dag hebben we ons binnen moeten amuseren. Zo ontdekten we dat we nog altijd kunnen kleuren! Kind met het kind dus.
De volgende morgen kwam ik gelukkig droog in de school aan om Wanchai, een Thais jongetje, te helpen met taal. Maar de namiddagwandeling viel letterlijk in het water. Maar de thee en het praatje dat we hadden in een café deden ook deugd.
Vandaag is het weer niet alleen triest. Yvonne, mijn wijkmeesteres van KAV, werd vandaag begraven. Vele mensen kwamen de plechtigheid bijwonen. Yvonneke was geliefd, ze hielp waar het kon en een vriendelijk woord was nooit te veel.
Vanmorgen reden Maryse, Andrea en ik naar Melle. Een klasgenote uit onze normaalschooltijd, Rosa werd begraven. Tijdens de uitvaartdienst dwaalden mijn gedachten af naar die zaterdag in september dat we met onze klas bijeenkwamen. We vertelden allen onze verhalen. Zij vertelde er één van twee jaar ziekte,ongeneeslijk, van hoop en wanhoop, van hulp zoeken en soms vinden, van zwakte en broze sterkte, van verdriet maar toch ook vreugde. We werden er stil van. Ze lachte met onze belevenissen en nam de schroom weg die we voelden omdat wij gezond waren. Toen haar man haar ophaalde nam ze van iedereen rustig en met een glimlach afscheid.
Vandaag namen we opnieuw afscheid.Maar vergeten is ze zeker niet.
Rosa, ik bewonder je serene manier waarop je vertelde en ons veel geluk wenste. Maar ook je ongelooflijke moed en sterkte.
Vandaag iets prettigers op het menu: een daguitstapje met de oud-collega's. Een dichtbij-uitstap. We bezoeken het Eco-huis, waar we weer wat slimmer worden ivm de zorg voor het milieu. Dat we allemaal ons steentje moeten bijdragen om onze wereld leefbaar te houden wisten we, maar we worden wel met de neus op de feiten gedrukt. 's Middags zijn we nog nooit zo eensgezind geweest: we bestellen allen hetzelfde hoofdgerecht en het smaakt! Onder een zacht zonnetje zetten we onze wandeling voort langs de mediatheek (waar je leermiddelen kan uitlenen om allochtonen onze taal te leren) en met de metro richting Nationalestraat, winkels kijken. Op de Groenplaats lokt de Irish pub en bij een drankje praten we nog honderd uit. We leggen ook onze volgende "school"reis vast: 7 maart naar Leuven met de trein. Om 18 uur steek ik de huissleutel in het slot.