Beste lezer, Commissaris Volbloed geniet nu van een welverdiende lange vakantie. Ondertussen schrijf ik verder aan de verhalen van zijn collega commissaris Punaise. Die zit op een ingewikkelde en zeer verdachte zaak. Met Herman Brusselmans in slechte papieren. Toch een voorspoedig 2009 gewenst. Jules Naemelucs
Thriller met en over Herman Brusselmans Spannende belevenissen van Herman Brusselmans en zijn vrouw Tania
14-02-2009
TaniaMania Episode 62 en 63
TaniaMania Episode 62
Eén uur 's nachts. De oproerpolitie maakt zich klaar om vanuit Sint Pieters de aanval in te zetten. Het Gents station is dicht, de omliggende wegen zijn afgesloten. Het spoorwegverkeer ligt plat. De commandant van de anti-terreur brigade bespreekt de laatste details met twee officiers. 'Is dat niet wat overdreven, een aanval op die wagon op eindspoor 8?' 'Orders zijn orders, Jef.' 'Voor één halvegare trut een heel commando-team mobiliseren?' 'Die cultuurminister, die vent die op teevee altijd begint te bleiren, hoe heet die ook weer?' 'Anciaux.' 'Juist, die nieuwe van de open S.P.A.!' 'Neen, open is de VLD. Ja, die overjaarse scoutsleider, die heeft dat geeist, Jef!' 'Waarom zeg?' 'Om die Patricia Temmerman aan te houden, haar inboedel in beslag te nemen en haar te folteren tot ze prijs geeft wat ze met die Brusselmans uitgespookt heeft!' 'Maar kruisraketten op die wagon richten, vind ik toch overdreven, chef!' 'Minister Clem, die van ons leger, wil simultaan zijn nieuw aangekochte kruisraketjes uittesten, vooraleer ze in Afganistan in te zetten. Hij grijpt deze gelegenheid om twee vliegen in één slag te slaan!' 'Ach zo!' 'Pas op: het kan zijn dat Brusselmans daar in die wagon zit, met dynamiet rond zijn midden. Dat ontploft als we ongevraagd binnentreden in die wagon! Vandaar dat we een verrassingsaanval met raketten moeten uitvoeren. Die Anciaux wil kost wat kost ons literair cultuurpatrimonium verdedigen, nu hij nog minister is. Hij wil herinnerd worden als de meest krachtdadige minister die de Vlaamse literatuur ooit gekend heeft. Een auteurverdediger tegen boosaardige anti-culturele krachten van buitenuit.'
TaniaMania Episode 63
'Schrijft die Brusselmans eigenlijk wel echte literatuur, chef? Mijn nonkel-pastoor zegt dat die halve porno neerpent, die Brusselmans. Nonkel Jozef zegt ook nog dat die schrijver zijn vrouw, Tania De Metsenaere, ongelukkig maakt, al jaren lang. Kijk maar naar die foto van Herman en Tania, op zijn eigen Brusselmanssite! Hij probeert dat hondje van zijn vrouw zelfs te wurgen, voor het oog van de camera nogwel, wie doet zoiets nu? Tenzij hij een halve psychopaat is, zegt mijn nonkel pastoor altijd.' 'Heet die nonkel van u toevallig Bonte, Jef?' 'Ja baas, hoe weet gij dat?' 'Uwe nonkel heeft in de gazet gestaan in verband met Tania, jongen. Uwe nonkel pastoor droomt ook maar rare dingen over die Tania, vind ik hoor! Ik zal u dat artikel eens laten lezen. Nonkel of gene nonkel, voor een pastoor over de schreef vind ik!' 'Laten we nu de aanval inzetten op die Temmerman en haar wagon en hopen dat die Brusselmans dat overleeft!' 'Hoe zijn we zeker dat die schrijver daar zit?' 'Commissaris Punaise heeft eergisteren een anonieme telefonische tip gekregen!' 'Ach zo!' 'Code ROOD,' klinkt door de walkietalkie van de commandant. 'Drie, twee, zero, attack.' Boven Gent worden kleine Belgische kruisraketjes afgevuurd richting Patricia Temmerman en haar wagon. Hopelijk is ze niet thuis. De nacht kleurt geel en rood. Half Gent schrikt wakker van het gedaver en de grondverschuivingen.
Dorus Donderwiet luistert mee, vanuit zijn kantoren. Al wat die Jan Multi uit de doeken doet, in café Het Grensgeval, hoort hij luid en duidelijk. Geweldig, denkt hij, met die moderne communicatieapparatuur kan een mens God spelen. Overal en altijd aanwezig zijn! Mijn zaak gaat nog groeien. In de kelder van zijn privéwoning zit een vrouw opgesloten. Ze heeft grote spijt. Haar echtgenoot, die wel nooit thuis was wegens zijn beroep, zomaar in de steek laten en onverwachts verlaten, zou ze nooit meer doen denkt ze. Tranen blinken in hun groene ogen. En dan nog voor zo'n casanova! Die haar nu opgesloten heeft, om redenen die ze niet begrijpt. Ze krijgt wel eten en drinken en alles wat een mens nodig heeft om te overleven. Hij is ook vriendelijk tegen haar en zegde reeds meermalen dat ze vrij zal komen. Maar wanneer weet ze niet. Dat zal afhangen van uw halve trouwboek en van nog enkele mensen, zegde charmeur Dorus. Was ik maar bij mijn Punaise gebleven, denkt ze nu. Tenminste een trouwe en serieuze man, die het goed meende. Maar naspijt baat niet, mevrouw Punaise! Ontrouwe vrouwen moeten, nadat ze op een ander gezeten hebben, nadien op de blaren zitten! Wie zei dat ook alweer? Eén of andere onbekende filosoof?
TaniaMania Episode 61
'Daar nu van afzien is contractbreuk plegen, volgens de wet en dat betaalt u cash, heren en dames, dat weten jullie ook.' 'Welke wegen blijven open, Jan?' wil Sofie weten. 'We kunnen Barman en Erik voor een tijdje naar Brazilië sturen.' 'Zijt ge zot Jan, ik kan niet tegen de hitte!' antwoordt Barman. Barman drinkt nog een Palm en Erik twee. Ons blijvend bezatten is ook een oplossing denken ze beiden. Jan Multi pauzeert even. Zijn adamsappel wipt op en neer. Dan vervolgt hij: 'Ik kan ze om de tuin leiden, als jullie volledig meewerken. Mijn plan is niet simpel maar kan werken. En jullie blijven buiten schot! Als je precies doet wat ik opdraag, niet meer en niet minder, en vooral niet loslippig worden.' 'Hoe dan?' zeggen enkele aanwezigen, met weinig enthousiasme weliswaar. En de miljonair Jan Multi vertelt hen over zijn plan... Een groot schema ligt op de tafel, met namen, plaatsen en dagen van uitvoering. 'Maar nu Herman en Tania onvindbaar zijn, valt dit plan toch ook in duigen?' fluistert Sofie. 'Herman heb ik gisteren eindelijk kunnen traceren. Ik tracht hem nu vrij te krijgen, zonder kleerscheuren.' 'Zit die dan ergens gevangen, Jan?' vraagt een nieuwsgierige en geschrokken Sofie. 'Ja en neen, Sofie,' antwoordt Jan. Erik die aan zijn derde Palm is denkt: die Jan laat nooit het achterste van zijn tong zien, ook niet aan zijn zogezegde kameraden!
Lieve mensen, Ik kan het niet laten hier te melden dat mijn dochter Barbara vandaag een zoontje Luka gebaard heeft. Ik ben dus een (nog jonge?) bompa geworden. Mama, papa en zoontje stellen het wel. Vatten doe ik dat nog niet. Daar moet tijd overheen gaan. Wat ik nu meer dan ooit besef is dat het leven té snel voortdondert, veel té snel, dramatisch rap gaat het..... Jules
In haar atelier in Antwerpen wordt hard gewerkt aan een nieuwe collectie. Ann, de bazin, praat met Ann, haar directe medewerkster. 'En meisje, lukt het wat? Heeft die commissaris u ondertussen nog lastiggevallen met bijkomende ondervragingen?' 'Neen, ik heb echt alles gezegd wat ik wist.' 'Niet slim van jou, meid, om zulke betalingen te doen zonder enige terugkoppeling! Dat geld zijn we kwijt.' 'Ik weet het, Ann' 'Had die kidnapping doorgegaan, ik had die langharige Gentse bosmens willen zien wegkwijnen, de rotzak, zijn Tania weg, hij in alle staten, de vuilbek!' Ann zucht en vervolgt: 'En dan die domme hetero-madame van een Tania die zich bindt aan die aap van een langharige roddelschrijver van mijn voeten!' Ann Demeulemeester windt zich op en maakt zich duidelijk boos. 'Ik zou er veel plezier aan beleefd hebben. Maar ja, het is mislukt!' 'Spijtig, Ann, ik had Tania graag bij ons gehad, voor een tijdje.' 'Hebben ze bij die Donderwiet nog aangedrongen op enige bekentenis?' 'Niet in het minste denk ik, Ann. Die Donderwiet is een gewiekst oplichter. Geen spoor van enig document,contract of correspondentie met mij of wat dan ook hebben ze daar gevonden. Die Donderwiet gebaart van kromme haas. Hij geeft wel toe mij te kennen, van die fuiven bij Jan. Hij bekende dat daar wel eens lachend gebabbeld en gefantaseerd werd over het schaken van Tania.' 'Schaken?' 'Kidnappen bedoelen ze dan. Ik ben nu in behandeling bij die professor psychiatrie Zwijgnicht voor mijn obsessie over Tania. Dat helpt, Ann. Ik hoop maar dat Tania snel teruggevonden wordt.' Tranen rollen over Ann De Kaarsmaekers haar wangen, zelfs haar bazin Ann laat zoutwaterpareltjes vloeien en zegt: 'Het is godgeklaagd dat zo een mannelijk monster en bietekwiet uit Gent zo een verstandige en mooie vrouw aan de haak kan slaan. Het is onrechtvaardig. Bestonden er maar pillekes om leuke hetero-vrouwen om te toveren naar lesbiennes. We zouden massa's pillen nodig hebben, niet Ann?' Beide Annen glimlachen bij die gekke gedachte.
TaniaMania Episode 59
'Je hebt geluk dat er ook bij jou geen sporen gevonden zijn van die plannen om Tania te kidnappen. Ge zoudt anders achter slot en grendel zitten, meid. Laten we nu verder werken, er is nog veel te doen.' Ann Demeulemeester kijkt op en roept naar een andere losse medewerkster: 'Patricia kan je hier wat inspringen met naai- en stikwerk, we lopen achter.' 'Oké Ann.' De wagonbewoonster stapt richting de twee Annen. Patricia heeft het gesprek vanop afstand gevolgd. In een plotse opwelling om erbij te horen zegt ze: 'Ann, en Ann, ik heb heel speciaal nieuws. Herman Brusselmans heeft een tijdje bij mij gewoond, kunt ge dat geloven?!' De twee Annen lachen het uit. 'Patricia, grappig kind toch. Bij mij woont de paus, wist ge dat niet?' 'En bij mij Putin.' Weer gelach. 'Lach me niet uit zeg. Het is waar. Hier is het bewijs,' en ze haalt een foto boven. 'Kijk, wie is dat?' De twee Annen staan met open mond te kijken naar een foto uit de wagon van Patricia (Beiden kennen die wagon want ze zijn daar al op bezoek geweest). Op het zandbed ligt een uitgemergelde naakte Herman Brusselmans, volledig ingesmeerd met olie. Beiden schieten in een onbedaarlijke lach. 'Geef mij die foto, Patricia, je krijgt er duizend euro voor. Ik laat hem in alle kranten en tijdschriften over gans België en Nederland verschijnen.' 'Neen gij, mijn Herman in moeilijkheden brengen? En ikzelf ook zeker? Dan komen ze mij halen en vlieg ik er waarschijnlijk achter.' 'Niets van, Patricia,' zegt Ann. 'Ik laat de achtergrond camoufleren. Dan ziet niemand waar de foto getrokken is. Ik geef je er tweeduizend euro voor!' 'Oké dan,' zegt Patricia, die in geldnood zit. 'Maar hoe komt het dat hij bij u zat, terwijl het ganse land naar hem op zoek is?' 'Ik mocht hem schaken en bij mij houden, Ann.' 'Schaken, van wie dat?' Patricia voelt aan dat ze te ver gegaan is, veel te ver om erbij te horen. 'Heu..., zomaar. Ik wil nu verder werken.' Beide Annen kijken elkaar aan, met vragende blik.
Weer in het parlement: 'Waar zit Tania De Metsenaere?' 'Wel,' antwoordt een verkozene des volk, 'collega's, ik heb een kennis die onlangs in Oostenrijk op skiverlof was. Die persoon is er van overtuigd dat Tania De Metsenaere daar ook op verlof was. Tania zat altijd op een blauwe piste waar ook mijn contact dagelijks ging skiën.' 'Iedereen kan zoiets zeggen,' merkt een andere verkozene op. 'Mijn kennis heeft foto's genomen. Kijk hier collega's. Hier ziet u Tania De Metsenaere, in volle ornaat, op een sneeuwpiste met een onbekende man.' Foto's circuleren in het halfrond. 'Maar die vent die bij haar is ken ik,' roept Freya Vandenbossche, 'dat is Frank, mijn vorig lief, advokaat in Gent.' Geroep en getier in het parlement. De dag nadien in de Belgische gazetten, klinkende frontpaginatitels: Tania bedriegt Herman in Oostenrijk. Tania de piste in met een nieuwe vent. HB afgedaan bij veel te jonge Tania. Herman Brusselmans zelfmoord gepleegd nadat Tania hem horens zette? Herman Brusselmans vermoord door zijn ega op skiverlof? De onfortuinlijke schrijver met het lange haar heeft zopas al die kranten gelezen. Patricia levert die steeds. Hij is er het hart van in, en valt weer in een diepe slaap. Uren gaan voorbij.
TaniaMania Episode 57
Vele uren gaan voorbij. Herman Brusselmans ontwaakt opnieuw. Patricia zit naast zijn bed, met nieuwe kranten. 'Tania wou u vermoorden, ziet ge nu, Hermanneke?' 'Maar neen, dwaze gans, dat is één en al roddelpraat.' Hij is pas wakker geworden en voelt zich erg verdoofd. Dan merkt hij de verandering in het interieur. Waar zit ik? Wat gebeurt er? Ben ik dood? Aan 't dromen? Gek aan 't worden? Mijn zandbed is weg. Ik lig op een echte matras, in een echt bed! Ik ben dus waarschijnlijk dood? 'Gij ook Patricia?' 'Wat, mijn jongen?' 'Zijt gij ook in de hemel?' 'Hermanneke toch, niet zo ongerust worden! Ge zijt de kluts kwijt. We zitten nu boven de Igor, ge weet wel, dat café van uw Tania van een paar jaar geleden.' Herman kijkt rond en herinnert zich vaag de omgeving. Hij kwam hier weleens. 'Wat doen we hier, Patricia?' Herman denkt snel. 'Ik wil een wandelingske maken, mijn benen zijn stram en stijf, van weken liggen en zitten. Hoor eens, ik kraak als ik beweeg!' Herman loopt in een rondje tot aan het vensterraam. Gordijntjes opzij. Beneden op straat lopen mensen. 'Hiernaast staat een trainingsfiets, Hermanneke. Die kunt ge gebruiken als ge wilt.' Plots komt een dubbele-meter-kleerkast binnengestapt. 'Ik ben Steven. Ik ben uw bodyguard. Ik waak over u, meneer Brusselmans.' Dan pas merkt de schrijver dat de ketting aan zijn been weg is. Hij is dus vrij! 'Ik ga wat wandelen,' zegt Herman. 'Dat zal niet gaan, meneer Brusselmans. U blijft hier bij mij, blij en vrij. Nog zeker een paar weken. Mijn opdracht. Ik wijk daar nooit vanaf.' 'Dan begin ik te roepen en te tieren, Steven, tot ze me horen in 't café hieronder!' 'Dat café is momenteel gesloten, meneer Brusselmans. En als u te veel gerucht maakt ben ik verplicht u even knockout te slaan. Ik ben daar heel goed in. Mijn opdracht.' Oei, oei en oei denkt de schrijver. Van de regen in de drop.
De nationale en internationale pers zit op de zaak. Als gieren op een dodelijk gewond dier. De geheimzinnige zaak Brusselmans en co begeestert onze journalisten als nooit tevoren. Echtpaar Herman en Tania Brusselmans van de aardbodem verdwenen bloklettert het Laatste Nieuws. De Standaard schrijft: Beroemdste en beruchtste schrijver der lage landen spoorloos. Het Nieuwsblad zijn voorpagina zit vol fotos van Herman en Tania, met als titel: "Toen ze nog gelukkig samen waren". De verontrustende verdwijningen leggen de werkzaamheden van onze regering zo goed als plat. Niet dat die regering sowieso veel uitsteekt, maar toch! Onze nieuwe premier, de oude Van Pomruy wordt zelfs geïnterpelleerd door een meute volksvertegenwoordigers van alle strekkingen. Het parlement staat op zijn kop. Die Anciaux, die regelmatig van vlag verandert, maar nog altijd minister is, van Cultuur nogwel, wordt ingeschakeld door het hof. Dus zelfs de koning bemoeit zich met de nieuwe malaise in dit land. Anciaux in het parlement in het spreekgestoelte: 'Beste vrienden' Een geweldig gejoel vanop de tribune. 'Kameraden!' Opnieuw getier, vooral van de S.P.A banken. 'Klootzakken!' tiert hij nu en iedereen zwijgt. En hij vervolgt: 'U merkt het, dames en heren, hoe één nobel woord uit de werken van onze vermiste Herman, namelijk 'klootzakken', het hele parlement tot een zachtmoedig zwijgen dwingt. Wij moeten dringend een commissie samenstellen met als doel de gerechtelijke stappen die genomen zijn te versnellen! Tevens stel ik voor de noodzakelijke politiehervorming door te voeren in het Gentse commissariaat. Er zit daar maar één rechercheur op de zaak, die er niks van bakt. Dat moeten er minstens tien worden! Dit om onze laatste strohalm geschreven cultuur van de ondergang te redden, zijnde Herman Brusselmans en zijn werken!' 'En wat met die hete Tania De Metsenaere?' roept een geile volksvertegenwoordiger, wiens naam ik niet kenbaar maak, om aanklachten te vermijden.
TaniaMania Episode 55
We bevinden ons in Sint-Martens-Latem, een prachtige en dure gemeente, met een rijk historisch verleden, vol kunst en cultuur. Een blonde man van rond de vijftig zit aan één van zijn pc's. Af en toe kijkt hij naar buiten, door het enorme glasraam. Hij bewondert zijn mooie tuin. Afgezoomd met struiken en bloemen. Lichtjes afglooiend naar een steiger. Aan die ponton liggen twee motorboten afgemeerd. Een grote veertig voetige en een kleine speed. De man kijkt naar de zacht rimpelende Leie en is in gesprek. Al een tijdje. Op zijn vast toestel. Aan de muren hangen kaders met foto's. U merkt onmiddellijk dat het kiekjes zijn van enkele pittoreske plaatsen uit het mooie dorp Hamme. Op één van die foto's staan twee jongens, van een jaar of twaalf. De ene, met blond haar, laat veel kinder- en jeugdboeken zien aan de andere met een rattenkop. Beide vriendjes lijken erg geïnteresseerd in boeken. Zeldzaam op die leeftijd. Op de achtergrond loopt een jong meisje. De rattenkop lijkt geïnteresseerd naar dat meisje te lonken. De voorbode van een latere vrouwen-verslaving! De man aan de telefoon kijkt weer op. Naar het ganse oeuvre van Herman Brusselmans. Dat staat daar te pronken op zijn schrijftafel. Alle negenveertig boeken en geen enkele prijs! Ook alle boeken van Luc Deflo en van Pieter Aspe vullen zijn boekenkast, met prijzen. 'Goed Stef,' zegt de man. 'Laat ze daar een paar dagen. Ik verstuur de dreigbrieven. We zullen zien wie laatst lacht.' Hij hangt op. Zuchtend loopt hij naar een andere pc, in een hoekje. Hij zet zich ervoor en fluistert: Bijna klaar, beste vriend. Mijn tweede lezing zit erop. Nu is het aan de uitgever om in gang te schieten. Als u goed kijkt, kan u op zijn scherm de titel lezen! Er staat getypt: Mijn haar is lang. Heeft u het ook gezien? Dat is even schrikken niet? Wat doet een gloednieuw manuscript van een verwacht Herman-Brusselmansboek bij een tot nog toe onbekende man in Sint-Martens-Latem?
'Iets opgemerkt in die loft zelf, Speurneus?' 'Alles was overhoop gegooid, chef, de kasten en schuiven leeggehaald. Ze was zeker op zoek naar iets. Wat mij opviel was dat bijna alle mannenkledij incluis ondergoed weg was.' 'Die Temmerman weet waar Brusselmans uithangt, Speurneus, dat is zeker. Ze is die kleren voor hem komen halen om die dan naar zijn schuilplaatst te brengen. Zij is een medestandster van Herman denk ik, en die Brusselmans heeft dus duidelijk iets op zijn kerfstok!' Deze woorden galmen door de burelen van de Gentse flikken. Hun chef heeft nogal een zware baritonstem. Hij verheft die altijd als hij denkt in een zaak op het goede spoor te zitten. Ook een ervaren hoofdcommissaris kan zich wel eens vergissen....
'Waarom zijn jullie zo vroeg gekomen? Ons om drie uur 's nachts uit bed bellen met de gsm? We hadden toch rond acht uur afgesproken! Zonder te betalen een hotel uitvluchten is verdacht, beseft jullie baas dat wel?' De man achter het stuur kijkt naar Tania maar zegt niets. De andere vent zit achteraan en is duidelijk de leider. Hij antwoordt: 'wij doen wat onze chef vraagt, niet meer en niet minder, daar worden we voor betaald.' 'Wat gebeurt er met mijn wagen? vraagt Frank Mores die achteraan zit. 'Onze Steven rijdt daar mee. Die volgt ons wel. Ik ben Stef en dat is Stan. We hebben opdracht om jullie thuis te brengen voor het donker wordt.' 'Waar is thuis eigenlijk?' vraagt Tania Brusselmans, die er erg onrustig uitziet. 'Kan ik van hieruit naar Herman bellen?' 'Niet doen, lady, zo kunnen ze je opsporen, en dat wilt de baas niet.' 'Waar is Herman eigenlijk? Die had al lang nieuws moeten laten.' vervolgt Tania. 'Geen idee, mam, al wat wij doen is horen, zien en zwijgen.' 'Zoals dat beeldje met die drie aapjes?' antwoordt een ontdane Tania. Maar Stef begrijpt de cynische opmerking niet. Gelukkig voor Tania. Die Stef heeft ook nog nooit een boek van Brusselmans gelezen. Hele en halve gangsters lezen geen leuke boeken.
TaniaMania Episode 53
'Waarom moet hij weg?' Herman Brusselmans doet of hij slaapt. Uit schrik om weer seksueel lastig gevallen te worden door die feeks van een Patricia Temmerman. Herman zit nog altijd vast in haar wagon en begint jeuk te krijgen onder zijn pruik. Aandachtige lezers weten immers dat hij zijn haar afscheerde, of is het afschoor? Zoek het zelf eens op zeg! Hij deed dit na de verdwijning van Tania, maar heeft er nu spijt van. 'Waar naartoe zeg je?' hoort hij Patricia zeggen. 'Wanneer dan en hoe doe ik dat?' Herman pijnigt zijn hersenen om dat gsm-gesprek te begrijpen.
In een donkere verlaten steeg ligt café Het Grensgeval. Vanop straat lijkt het gesloten. Gordijnen dicht. Op de deur plakt een papier: dicht wegens ziekte en ander ongemak. Bellen naar nummer 0475 17 46 64 indien nodig. Achter die duistere gevel zitten echter een paar gure en ongure persoonlijkheden dingen te bespreken bij kaarslicht. 'Hebt ge uwen electriek weer niet betaald, Barman? Donker en koud is het hier.' 'Neen Jan, geen centen. We moeten hier stappen gaan nemen of ik verlies mijn job en van dat café kan ik niet eens leven!' 't Is al goed, jong. Sofie? Graag uw inbreng aub! En Erik, wat voor nieuws brengt gij?' Jan Multi zwijgt. De anderen kijken elkaar aan en blijven sprakeloos. 'Zo geraken we nergens, heren en dames. Ik heb de zaken alleen uitgewerkt op de uitdrukkelijke vraag van mijn clienten. Ik heb alles op punt gesteld en op papier gezet. Ik ben niet medeplichtig. Ik ben voor niets strafbaar, in geen enkel geval. Als jurist kan ik het weten! Laten we ook niet vergeten dat geheimhouding door u allen hier aanwezig contractueel vastligt en getekend werd!'
'En, Speurneus?' vraagt een nieuwsgierige hoofdcommissaris. 'Wel chef, ik heb iets raars meegemaakt. Ik volgde die Patricia dus tot in de straat van Brusselmans. Blijkbaar vertrouwde ze het zaakje niet en ze ging langs dat steegje naar de achterkant.' 'Welk steegje?' 'Hier is het grondplan, chef. Ze keek heel de tijd zenuwachtig in het rond. Een sterke vrouw wel, met zo een zware ladder rondheulen en geen krimp geven!' 'Ga verder, Speurneus, en alleen de essentie wil ik horen. De rest is bladvulling, daar heb ik niks aan.' 'Wel, ik had me weggestoken achter een struik en probeerde door die takken te turen. Maar die takken zaten erg op elkaar en het zicht van daaruit was beperkt, want er zaten ook nog kleurige serpentins rondheen die plant.' 'Neus, alstublief, blijf bij de zaak en vertel me al die onzin niet!' 'Oké baas. Ik wou dus weten waar ze zat met haar ladder en toen kreeg ik een blackout of zoiets en viel flauw denk ik.' 'Hebt ge u in de luren laten leggen door zo een vrouwmens?' 'Waarschijnlijk wel baas. Toen ik bijkwam lag ik toch wel in de living van Brusselmans zeker, op de grond. Mijn nieuwe regenjas zat vol slijk van aan die struik waar ik gezeten had toen het voor mijn ogen zwart werd.' 'Neus, ge begint danig op mijn systeem te werken. Wat voor een speurwerk is dat nu? En hoe kunt ge nu in de loft van Brusselmans terecht komen zonder dat ge dat weet?'
TaniaMania Episode 51
'Toen ik bijkwam, ging ik kijken op het balkon van die Brusselmans en wat zie ik: die ladder leunt tegen zijn terras.' 'Die Temmerman heeft u dus naar boven gebracht via die ladder?' 'Ik veronderstel het, chef. Ik heb een geweldige buil op mijn slaap, kijk maar.' 'Oei, dat is inderdaad een ket zeg.' 'Chef, nog iets. Toen ik op die vloer ontwaakte, was mijn broek en onderbroek gezakt tot op mijn schoenen! Daar begreep ik niets van.' Speurneus wrijft over zijn buil en schudt zijn kop. 'Het toppunt is dat rond mijne roodgloeiende charel een grote strik zat met een kaartje eraan vast!' 'Maar jongen toch, wat hebt gij meegemaakt zeg!' fluistert de chef, die geconcentreerd blijft luisteren ten einde een opkomende lachneiging te onderdrukken. 'Stond er misschien iets interessants op dat kaartje? Een verder spoor in de zaak van het verdwenen koppel Brusselmans?' Nu niet proesten, denkt de opperflik. 'Chef, op dat kaartje stond geschreven: 'bedankt voor het cadeauke, wel klein maar dapper, een verschieterke in elk geval.' 'Pfff..,pfff...,' klinkt uit de chef zijn mond, gevolgd door een duidelijke camouflage-hoestbui. 'Een opkomend griepje, baas?' 'Neeneen, gaat u verder.' 'En dan schreef ze er nog bij: "uw kortstondige poepmarie". Ze had er ook nog een hartje bijgetekend!' Nu wordt de flikkenchef beroepsmatig ernstig. 'Geef die brutale aanranding officieel aan, Speurneus, bij uw collega.' 'Chef, ik ben zeer beschaamd, hou dat voor uzelf alstublieft en spreek er met niemand over!' 'Als ge dat zo wilt, goed voor mij Speurneus!'
'Haalt die verloren papieren dan uit de copie in de kluis!' 'Die papieren zijn niet verloren maar gestolen! Die zitten niet in de copie, chef.' 'Hoe kan dat, Punaise?' 'Ik heb die niet laten copiëren, chef!' 'Waarom niet in godsnaam?' 'Ik heb die onrechtmatig verkregen en wilde achteraf geen problemen als de zaak voor het gerecht zou komen! Ge weet wel: scheiding der machten en andere shit.' 'Haha, uw koffietruc, vriend, ik dacht het wel, goed gedaan, maar slechte punten in uw beoordeling van volgende week!' Punaise zit erbij als een kleine jongen. 'Vier fouten gemaakt, Punaise, voor een commissaris is dat geen voorbeeld.' 'Welke dan?' '1)Papieren van een bezoeker onrechtmatig ontvreemden, 2)Die documenten niet toevoegen aan het officieel dossier, 3)Uw overste niet op de hoogte houden van deze slinkse daden, 4)Uw dossiers niet achter slot en grendel bewaren.' Punaise laat een lange diepe zucht ontsnappen en antwoordt: 'Chef, ik verdenk die Speurneus van die diefstal! Ik betrouw die voor geen haar.' 'Punaise, zijt ge daar weer, met uw paranoia?' 'Chef, ik denk dat hij in het dossier Brusselmans een partij is.' 'Welke partij? De SPA, VLD, CD&V, NVA, LDD of het VB?' 'Neen, dat hij niet alleen onderzoeker is maar ook iets te maken heeft met die hele zaak!' De chef verheft zijn stem: 'Dat zijn zware beschuldigingen! Weet ge dat zeker? Waarop baseert ge u?' 'Eén blad van die documenten van Jan Multi was geparafeerd door een aantal mensen. Eén paraaf was volgens mij van Speurneus. Identiek aan wat hij hier op bureel handtekent.' 'Nu sta ik paf, Punaise, laat me dat papier zien.' 'Kan niet, chef, juist dat blad is verdwenen.'
TaniaMania Episode 49
Een lange stilte heerst in het bureel van de opperflik. Dan neemt de chef zijn gsm en tikt een nummer in. 'Hallo Speurneus.' 'Dag chef.' 'Waar zijt ge nu?' 'Ik schaduw die Patricia Temmerman. Die loopt momenteel richting de loft van de verdwenen Herman en Tania Brusselmans. Ik wil weten wat die daar gaat zoeken, chef. Ze sleurt zelfs een ladder mee.' 'Goed werk, jongen. Kan jij morgen eens langs het bureau komen? Ik heb wat te bespreken.' 'Oké, chef.' 'Wat?' vraagt Punaise. 'Ik zal hem morgen uitvragen, Punaise. Wat stond er eigenlijk in die verdwenen papieren?' 'Een lijst. Met opsommingen, datums en plaatsen. En een hoofdstuk 'Doelen' en 'Middelen' Onderaan op de laatste pagina ook een paragraaf 'Personen'. Die lijst begon met de naam Ann Demeulemeester, met adres en al. Het volgende blad, o zo belangrijk waarschijnlijk, mis ik chef.' 'Pech gehad Punaise, maar ik waardeer uw initiatief.' 'Zou het kunnen dat beiden dood zijn?' fluistert Punaise. 'Tania en Herman?'vraagt de chef. Neen, Suske en Wiske denkt Punaise maar zwijgt. Dan vervolgt hij: 'Of iets op hun kerfstok hebben en het land uitgevlucht zijn, naar Zuid Amerika bijvoorbeeld?' 'Alles kan, Punaise. Maar dat eerste hoop ik niet. Ze zijn nog zo jong, in de fleur van hun leven. Herman klaagt wel over nekpijn, kopzwevingen, inzinkingen en vertwijfelingen, maar verder is die toch tevreden, denk ik. Ik lees wel eens een boek van hem. Soms wel wat overdreven gelul, gefoef, gekak en gereet, maar anders wel 'geestig' geschreven. En die Tania mag er zijn. Ik zag ze onlangs op die boot tijdens de voorstelling van zijn laatste boek. Schoon wijf man, zou Herman zeggen.'
Commissaris Punaise, die boos aan 't worden is, vervolgt met donkere stem:
Maar toen begon het pas. Iemand trok toch mijn slip naar beneden en iedereen op dat volle plein lachte luid! Ik schrompelde nog meer in mekaar en mijn pietje ook, zeker met die koude buiten. Vijf graden onder nul is niet warm! In mijn kerk bleef Madonna maar doorzingen. Toen voelde ik iemand aan mijn lul zuigen, dat was achtentwintig jaar geleden zeg! Ik fluisterde : 'Tania, zijt gij dat mijn schat?' In een wip stond hij rechtop, wijzend naar onze heer in de hemel. Ze antwoordde niet. 'Tania, zijij....t, zijij...t g....ijijij da...aaat?' kwam eruit en toen schoot ik die kerstboom vol spermawit. Vlokken langs alle kanten. Weer een ovatie van het publiek op dat plein. Maar die deerne bleef maar zuigen, tot ik een tweede salvo loste. Ik voelde mij in de hemel, met al die vleselijke heerlijkheden. Weer riep ik uit: 'Heer vergeef hen, want ze weten niet wat ze doen!' Toen werd ik wakker in een nat bed. Man, wat was ik blij.
'Is dat geen duidelijk bewijs dat u schuldig zou kunnen zijn aan de vermoedelijke kidnapping van Tania Brusselmans, meneer pastoor? En al die foto's van Tania Brusselmans die we in uw auto vonden, is dat normaal?' 'Meneer de commissaris, laat wat ik nu ga zeggen uw geheim blijven alstublieft. Ik ben een priester, en ben al jaren platonisch verliefd op Tania Brusselmans. Ik kende haar al voor mijn priesterschap. Zij wilde mijn liefde niet delen. Toen besliste ik pastoor te worden en het wereldse af te zweren.' Arme sukkelaar denkt Punaise.
TaniaMania Episode 47
In het flikkengebouw in Gent heerst er op de eerste verdieping een zekere onrust. Voornamelijk in het bureel van commissaris Punaise. Hij ontdekte zopas dat uit zijn dossier Brusselmans en co documenten verdwenen zijn. Als een razende loopt hij richting zijn chef. Zonder kloppen of wat stormt hij het bureel binnen. Even denkt hij: whauw, toch een chic bureel, lederen zetels, Picasso schilderijen aan de wand, een hoekbar met veel taboeretten en gezellig licht. Waarom heeft een hoofdcommissaris zo iets nodig? Ik moet het doen met mijn versleten karig tafeltje, een bureaustoel met gaten in de zitting en zonder armleuningen. Nota van de redactie: het ziet er inderdaad miserabel uit bij Punaise maar zoals elke politiek-wijze lezer wel weet: er is geen geld meer in de staatskas. Alles wat binnenkomt van u en mij gaat naar de negenenvijftig ministers die ons apenland telt, naar hun cabinetten, hun onderzoekscommissies, hun vzw's voor vanalles en nog wat. Blijft dus over: peanuts, niks om Punaise zijn bureauke mee op te fleuren, hoogstens om wat op te knabbelen. Punaise stormt dus binnen bij zijn chef. 'Chef, ze hebben bij mij ingebroken! Uit een dossier belangrijke papieren gepikt!' hijgt Punaise. 'Gelukkig hebben we van elk dossier een copie in de kluis, Punaise. Welk dossier, en hoe hebben ze dat kunnen stelen, doet ge uw bureel niet op slot als ge er niet zijt?' 'Meestal wel chef.' 'Dan gebeurde de diefstal in de tijdspanne buiten uw meestal, nietwaar?' De chef doet weer cynisch denkt Punaise. 'Alleen enkele papieren zijn eruit weggenomen,' antwoordt de aangeslagen commissaris. 'En waarom ziet ge er zo aangeslagen uit, jongen?' U merkt het: de flikkenchef in Gent ziet alles.
Deze raadgevingen voor onvoldane dames worden pas in één van de volgende episodes vrijgegeven. Ik moet er nog aan werken. Ondertussen, lieve lezeres, blijft u nog even op droog zaad zitten, mijn excuses hiervoor. Maar uw welwillend geduld zal beloond worden, wees verzekerd! Als tijdelijke tussenoplossing voor het gebrek aan spring- en wipkracht van uw partner kan u altijd rechtstreeks bij mij terecht, voor raad en daad! Voor degenen die mijn adres niet zouden kennen: gelieve u te wenden aan de kassa van de webmaster van de HB site. Die doet wel het nodige.
Episode 44
'Waarom heeft u mij geconvoceerd, commissaris?' Pastoor Jozef Bonte zit er wat beteuterd bij. 'Meneer Pastoor, u had massa's vrouwenkousen in uw auto, zijt ge dat ondertussen vergeten?' 'Commissaris, die kousen zijn voor een sociale organisatie in mijn parochie! Dat waren wel zijden kousen. Die zijn veel waard en brengen tweedehands veel geld op voor de armen in mijn dorp!' 'Bonte, leg dan eens uit waarom ge op de site van Brusselmans, niet zo lang geleden uw liefde voor Tania Brusselmans verklaarde. Ik heb uw tekst afgedrukt.' Een geërgerde Punaise leest luidop. 'Dat schreef u, Pastoor Jozef. Is dat normaal? Ik citeer enkele frasen uit uw bericht dat verscheen in het HB gastenboek:
Beste Tania, Bij aanvang van de mis zaten weer mijn drie trouwe gelovigen op de eerste rij. Drie ouwe vrouwkes van in de negentig! Verder alles leeg. Toen heb ik de muziek hard laten loeien en de kleurenspots op de draaiende spiegelbol gericht. De drie vooraan zijn gillend weggespurt, alhoewel niet overdrijven: weggeschuifeld. Na een half uur waren ze de kerk al uit. Ondertussen was de kerkpoort opengeduwd door een bende jeugd, scouts en gidsen, en ook de socialistische vakbond die vlak over de kerk een lokaal heeft en daar aan het vergaderen was, kwam in grote getale kijken. Ik zag ook jonge koppels met kinderen binnenstormen. Die begonnen te dansen en te swingen. Het werd een echt feest. De communie en heel de eucharistieviering viel weg.
Episode 45
'Dat kan nog door de beugel, meneer pastoor, maar dan...' zegt een roodaanlopende commissaris Punaise en leest verder:
Plots zag ik toch wel Herman Brusselmans binnenkomen in mijn kerk, met één of andere Triple in zijn hand. In de andere hand hielt hij Tania vast. Ik liep naar haar toe en kuste haar op de mond. Herman keek wat boos maar deed niets. 'Tania' zei ik. 'Wie zijt gij?' vroeg Tania. De feeks deed of ze me niet kende. 'Maar we zijn nog ooit samen op weekend geweest naar de grotten van Han. Weet ge dat niet meer? In een piepklein tentje, wij getwee?' Tania keek naar Herman en deed verbaasd, de commediante! Ik pakte haar terug vast, met mijn ene hand op haar kont en de andere in haar bloese. Brusselmans had dat niet graag. Hij gooide zijn pint naar het altaar, greep me vast, duwde mijn mijter over mijn kop tot onder mijn kin. Ik stikte bijna. Die Brusselmans moet veel aanhangers onder de jeugd hebben, want die hadden alles gezien en een hele bende stormde op me af, sloegen me neer, sleurden de kleren van mijn lijf. 'Niet zijn onderbroek!' riep Tania naar die gasten, 'Hij heeft maar ne kleine, 't is geen zicht!' Dus lieten ze mijn slip rond mijn achterste hangen. Ze sleurden me de kerk uit naar de grote kerstboom op het plein (die kerstboom is daar wel heel vroeg vind ik trouwens, maar de burgemeester, een vrijdenker, doet dat expres om mij te pesten denk ik.)... dus naar die enorme kerstboom in mijne bijna bloten; hangen ze mij daar in die boom en binden mij daarin vast! Steken dat dat deed, al die naalden in mijn handen en mijn voeten en in mijn kont. Ik riep in paniek: 'Heer vergeef hen, want ze weten niet wat ze doen.
'Patriciake?' 'Ja Hermanneke.' 'Ik moet dringend eens naar Tania De Metsenaere bellen. Mag ik uw gsm gebruiken? Anders gaat mijn vrouw ongerust worden, zich afvragen waar ik zit en krijgt ge de complete federale politie op uw dak. Die gaan dan in pure rambo-stijl uw stilstaande trein bombarderen tot ge mij vrijlaat. Dan ligt uw riante woning hier in puin en bij minus 15 graden Celsius gaat ge doodvriezen.' Onnozel doos, ik hoop dat ge daar inloopt en mij laat bellen denkt Brusselmans, die toch al een kiloke of vijf kwijtgeraakt is. En dit ondanks al die boterhammen met choco die hij heel de dag vreet. 'Ik laat u niet vrij, gij zijt mijn vrijer. Ik wil samen met u, arm in arm, lijf op lijf, en goed gepenetreerd gelukzalig sterven.' Weer een slechte zet van mijne kant denkt Herman. Hoe komt het dat ik in mijn boeken al die vrouwen rond mijn vinger kan draaien en met die Temmerman lukt niets? Ik probeer wat anders. 'Patriciake, ik mis wel mijn pc van thuis, meiske. Die zit vol met literaire teksten voor nog veel boeken in wording. Als ge die bij mij thuis haalt dan laat ik u in avantpremiere al mijn onuitgegeven romans lezen!' Dit voorstel lijkt in de smaak te vallen bij zijn regelmatige verkrachtster. Ik heb ze bij haar foef, denkt hij en glimlacht. 'Waarom lacht gij, lieverd?' vraagt Patricia. Oei shit, dat mens heeft ogen in haar kop. Ik moet lijmen. Dringend. Wacht. 'Omdat ik zo graag bij u ben, mijn grote schat,' grient Herman.
Episode 42
'Kom dan hier mijn Hermanneke, doe mij nog eens klaar komen,' en het mens gaat weer uit de kleren. Ik zie graag tieten, denkt de schrijver, maar te veel is trop! 'Patriciake, ik heb wel geweldige koppijn en kopzwevingen en hartkloppingen, is een simpele kus in de nacht niet genoeg voor deze keer? 'Neeeen en neen, ik wil alles, je speeksel, je ballen, je harde paal, en je zaad, de volle lading,' tiert de naakte vrouw die zich op de arme Herman werpt. 'Oeps daar gaan we weer,' is het laatste dat hij nog kan zeggen. Patricia zit al op zijn aangezicht en beweegt op en neer. Ze denkt dat hij dat graag heeft. Ze las dat ooit in één van Herman zijn geschriften (ode aan zijn Tania). Ik moet stoppen met altijd die seksuele onzin neer te pennen denkt Brusselmans. Die hete domme wijven nemen dat allemaal letterlijk.
Een uur later is een voldane Patricia op weg naar Brusselmans zijn loft, om die pc op te halen. Hoe de schrijver het volhoudt om onverzadigbare vrouwen telkens weer te verzadigen, is een wonder maar vooral zijn groot talent. Weinig venten kunnen dat, nietwaar lezeres? Denk maar eens aan uw eigen spring-in-'tveld. Twee keer in de week springen is al veel voor hem zeker? Een goede raad: laat hem wat meer boeken van Brusselmans lezen! Wedden dat hij na het lezen van enkele korte krachtige passages, zelfs meer wil springen dan u lief is! Als u wenst, juffrouwen, mevrouwen, duid ik de meest opwindende Brusselmans-passages, opgedeeld per roman, tekstkracht en bladzijde(n) aan. Zo van A) rustig aan, B) toenemende passie, en C) erotische explosie. U moet zelf kiezen, lezeres in eronood, welke passages u aan uw lover laat lezen om een goed resultaat te halen en bedsucces te boeken.
Na drie dagen is Punaise eindelijk terug. In Gent. Weliswaar met één been in de plaaster, een verstuikte nek en een gebarste pols. Hij loopt er krom van. Maar zijn chef heeft geen compassie. Als ge zo onnozel kunt doen op uw leeftijd, kunt ge met dat been komen werken was zijn besluit. Punaise: 'Speurneus, waar hebt ge zo lang uitgehangen?' 'Ik ben op zoek gegaan naar de identiteit van die Erik R. Ik heb ontdekt dat hij die webmaster is van de Brusselmanssite.' Punaise denkt even diep na. Hij vertrouwt die Speurneus niet en houdt de gegevens uit de papieren van Jan voor zichzelf. 'Speurneus, laten we alles op een rij zetten.' Zijn collega begint onmiddellijk stoelen en taboeretten op één lijn te plaatsen. 'Speurneus, te hard nieuwjaar gevierd zeker?!' De groenachtige Speurneus kijkt op. 'Aha, dat bedoelt ge.' 'Collega Neus, laten we een analyse maken van de feiten die we kennen en een profiel van alle verdachten. En twijfelgevallen catalogeren!' En commissaris Punaise die geen nieuwjaar vierde, wegens het ontbreken van zijn echtgenote, die ervandoor is met een jongere vent, een zekere Dorus Donderwiet, begint aan een samenvatting. 'Tania op een nacht verdwenen of opgestapt? Herman Brusselmans na verhoor gevlucht! Dan daagt op: de Herman-fan-stalkster Patricia Temmerman. Die kent een Ann De Kaarsmaekers, die kleren ontwerpt en die ze verdenkt. Een privédetective, Erwin genaamd, duikt dan op. Hij schaduwt Herman, in opdracht van een zekere Sofie uit Leiden. Dan hebben we die miljonair Jan, die een wagon cadeau gaf aan die Patricia. Ik geloof Tania gezien te hebben in dat park van die Jan Multi. Ben ik er nog vergeten, Speurneus?' 'Laat me even peinzen, Punaise.' 'Die rare pastoor Bonte. Dat Mieke Bos die werkt voor die Gentse avokaat, Frank Mores genaamd.' 'Avokaat is met een d, Speurneus! Te veel gezopen in uw café, met die feestdagen?' 'Al goed, Punaise, gij kunt toch nijdig doen! Die Mores heeft wel contacten met die Jan en met die Erik R.! Simpel is het niet hé, Punaise.'
Episode 40
'Ik heb wel goed nieuws. Ik weet waar die Webmaster Erik R. uithangt!' 'Waar dan? Ik wil die aan de tand voelen!' 'In Lint, kameraad!' 'Speurneus, wij zijn collega's, geen vrienden, laat het 'gekameraad' en ander getut dus achterwege!' 'Amai, slecht geziend dat ge zijt, vent. Niet meer aan je trekken gekomen de laatste tijd?' 'Moei je niet met mijn privé-leven, Speurneus. Of ik zeg onze chef dat ge een café openhoudt en meer daar zit dan hier op den bureau! En nog iets over deze zaak: die Ann Demeulemeester, dat mens haar foto kom ik regelmatig tegen bij sommige verdachten! Wat is die haar rol in dit Gents gezinsdrama? En waarom krijg ik geen telefoons met opeisingen en dreigementen van de kidnappers? We zitten zo vast als wat, vriend.' 'Punaise, geen 'gevriend' en getut tussen ons hebt ge zopas gezegd.' De aandachtige lezer merkt dat de sfeer op het Gents commissariaat niet denderend is, wat onze burgervader ook durft beweren. Akkoord, de rechercheurs zijn er overwerkt sinds de vreemde verdwijningen van Tania Brusselmans en hare harige vent Herman, pardon, langharige vent. Zelfs de schrijver geraakt overwerkt...
Herman Brusselmans zit nu al méér dan twee weken opgesloten in die woonwagon van Patricia Temmerman. Hij heeft voor de eerste keer zijn kale kop gewassen. Daarvoor moest hij zijn pruik afzetten. Een verschrikking voor de man die van lang haar houdt. Waarom ben ik in godsnaam zover gegaan om me kaal te scheren? Uit liefde voor mijn Tania die ik meer en meer mis? Op zijn zandbak, een soort bed, valt hij weer in een diepe slaap. Zit in al dat eten van die zotte trien slaapmiddel vraagt hij zich af en dommelt in. Zonder zijn pruik is hij onherkenbaar. U moet zich dat eens voorstellen: een Brusselmans met een witte schedel en één centimeter haarstoppels. Om van weg te lopen. De vraag is nu hoe gaat zijn grootste fan Patricia daarop reageren? Herkennen gaat ze hem zeker niet. Wellicht wordt ze razend en verwijt ze hem de plaatst van de echte Herman ingenomen te hebben. In haar keuken liggen veel slagersmessen, het één al wat langer en scherper dan het andere. Herman heeft ze al eens weggestoken onder de afwasbak, uit voorzorg, maar die gekke Temmerman heeft ze nietszeggend terug op het aanrecht geplaatst. Gerust is hij er niet in. Eén keer heeft ze al eens gedreigd met twee van die messen, toen hij trachtte via het raampje in het sanitaire hokje te vluchten. Dus oppassen is de boodschap denkt hij steeds. De man zit echt in nesten.
Episode 38
'Hallo.' 'Chef, met mij, Punaise.' 'Nog altijd te veel sneeuw om terug te keren?' Commissaris Punaise belt vanuit Serfaus en moet met tegenzin bekennen dat de wegen van en naar het bergdorp al lang sneeuwvrij zijn. 'Ik wil je hier morgen op bureel zien, Punaise, weet ge wat dat kost? Je skipas kunt ge uit eigen zak betalen en die alcoholische dranken ook, en al die gehuurde pornofilmen.' 'Hoe weet gij dat allemaal chef?' 'Ik wist dat niet, jongen, maar die truk werkt altijd. Nu weet ik het dus!' 'Chef, ik heb ongelooflijk nieuws. Die Frank Mores die was hier met een vrouw en is plots opgestapt zonder het hotel te betalen.' 'Weet ik Punaise, het hotel heeft me dat doorgeseind. Ze wisten dat die advokaat Mores voorkomt in de dossiers van de verdwenen Tania en Herman Brusselmans. Vanuit de internationale pers. Die Brusselmans is wereldberoemd, tot in de bergen van Oostenrijk! Veel beroemder dan ik dacht, Punaise.' 'En chef, ik heb een foto gevonden in het hotel, van die Mores en zijn vrouw. Wel allebei met een moembakkes aan.' 'Een wat, Punaise??' 'Een moembakkes, baas, een soort carnavalsmasker dat de gasten hier met nieuwjaar droegen. Ook één foto van hen zonder masker, erg van opzij getrokken. Ge zoudt zweren dat die vrouw Tania Brusselmans is, chef.' 'Allé Punaise, hoe kan dat nu. Dat is toch onzinnig. Eén van de advokaten van Herman gaat wat skiën met zijn vrouw Tania? Soms trekt ge toch voorbarige conclusies, commissaris, een zwakte van u!' 'Misschien wel,' antwoordt Punaise. 'Maar zeg eens, iets anders, wat is dat regelmatig geschuif dat ik hoor?' 'Mijn skies, baas, ik ben een zwarte piste parallel aan 't afsnellen. Niemand kan mij volgen.' 'Met een gsm in je hand? Ben je gek Punaise, dat is gevaarlijk! En mag dat van de pistepolitie? Met één hand skiën?' 'Zonder handen mag ook, chef. Ge hebt zelf nooit op de latten gestaan zeker?' Plots hoort de Gentse politiechef een duidelijk lang aangehouden gegil. Dan stilte.
In de wagon in Gent-Sint-Pieters stinkt het naar de seks. De bewoonster lucht nooit wegens de extreme kou. Herman Brusselmans ligt meestal op zijn zandbed. Patricia komt elke nacht en soms tweemaal daags (als ze niet naar de zoo moet) naast hem liggen. Ze wrijft hem dan helemaal in met soyaolie. Gezond zegt ze en goed voor uw velleke. Herman blinkt dan als een spiegel, niet van fierheid maar van de olie. In de poes naaien is hij gewoon met zijn bijmeisjes uit zijn boeken. Hij kan dat als geen ander. Maar in een wolvinnenhol naaien is andere koek. Hij is blij dat Patricia veel olie gebruikt, de ene fles na de andere. Het voelt minder schuurpapierachtig aan. Soms gebruikt ze zo'n vettige flessenhals voor haarzelf. Dat betekent dan een korte rustpauze voor hem. Rust en pauzes kan hij gebruiken. Hoe lang zit hij daar nu al? Een week of drie zeker. Weinig hedendaagse venten zouden dit aankunnen. Maar Herman is van geen kleintje vervaard. Voor hetere vuren heeft hij gestaan. Onlangs vroeg hij het bedzand te vervangen wegens de geur. Rondheen hun achterwerken lijkt zelfs een groenachtige schimmel te ontstaan en Herman twijfelt eraan of dat peniciline is. Het woord penis zit daar wel in, maar komt het daarvan? 'Hermanneke, hoe komt het dat in de Humo weer een schoon columnke staat van uw hand?' 'Taniake, pardon Patriciake, (u merkt als lezer dat de schrijver met het lange haar zich snel kan aanpassen aan wisselende omstandigheden), pardon Patriciake, ik schrijf al die stukjes voor de Humo op voorhand, in één keer, voor een gans jaar.' 'Maar de ganse pers schrijft in 't lang en 't breed over uw verdwijning en die van Tania, en die Humo geen woord daarover! Is dat normaal?' 'Die Humo-venten zijn egoisten, meiske.' Voila, weer hetzelfde: meiske. Dat zegt ge toch niet tegen uw gijzelingneemster, tenzij ge erbij wil blijven! Op deze manier gaat Herman veel aanhang verliezen, ik vrees ook zijn eigen aanhang, die op het ogenblik dat ik dit schrijf weer bewerkt wordt door die Patricia Temmerman. Veel slaolie.
Episode 36
Als detective Erwin Van Dien weg is doorloopt de hoofdcommissaris de pakken foto's. Enkele fotos laten Herman zien in bijzijn van een onbekende vrouw, steeds dezelfde. Op de achterzijde van de foto's leest hij commentaar van de detective en de datum en uur van de shot. Ik ken die dame op die foto mompelt hij. Wat ging Brusselmans daar doen in godsnaam. Ik krijg er kop noch staart aan denkt hij bij zichzelf. Morgen zijn we al twee weken bezig en Punaise staat nog nergens! Op de tafel liggen de foto's door elkaar. Zijn vermoeide ogen overlopen diverse koppen, soms Herman alleen, soms met iemand erbij. Dan merkt hij Tania op, in gesprek met enkele vrouwen en Herman op de achtergrond, pratend met een vent die hij vaag kent. Ik vraag me af... De chef mailt foto en achterkant naar hotel Furgler. Punaise bekijkt ze. Dat is Dorus Donderwiet, die er met mijn vrouw vandoor is! Commissaris Punaise krimpt in mekaar. Wat deed die daar? Wat zegt de achterzijde? Kasteel Bahnhof staat er. Leiden. De datum? Getrokken vier dagen voor de verdwijning van Tania! Punaise wordt er stil van. Slaap overmeestert hem. Op zijn bed, in zijn hotelkamer dommelt hij in. Allerlei dromen overvallen hem. Zijn vrouw met die Donderwiet, beiden op één ski, de afgrond in. Hij kan niets doen. Alleen lijdzaam toezien.
Privé-detective Erwin Van Dien wordt weer aan de tand gevoeld, door de chef van Punaise. Punaise zit vast in Serfaus, in een sneeuwstorm nog wel, al drie dagen. Erg vindt hij dat niet. Eindelijk wat vakantie en ontspanning, op de kosten van de belastingbetaler. Op zo'n moment is hij blij een soort ambtenaar te zijn! Zijn chef werkt echter. Die Erwin is destijds, vlak na de verdwijning van Tania, komen verklaren dat hij Herman Brusselmans schaduwde op vraag van een cliente uit Leiden, een zekere Sofie. De chef wil weten wie die Sofie is. 'Erwin, vertel mij, hoe dikwijls heb je die dame al gebriefd?' 'Een tiental keren sinds ik die opdracht kreeg.' 'Waar ontmoette je die dame dan?' 'In een café.' 'Welk café?' 'Een danscafé.' 'Ik wil de naam en het adres.' 'Het Grensgeval, op de grens tussen België en Nederland. Met mijn GPS reed ik er blindelings heen.' 'Haar familienaam?' 'Weet ik niet.' 'Hoe leerde je haar dan kennen?' 'Via de site van Brusselmans. Eerst op zijn gastenboek. Nadien stuurde ze me mails. Zo gebeurde het.' 'Waarom moest je Herman schaduwen?' 'Vooral op vreemdgaan en tijdens de nacht, dan is hij actief.' 'Heeft u foto's?' 'Enorm veel, hier zijn ze.' Detective Erwin gooit twee dikke bruine omslagen op tafel. 'Hier, al mijn werk. Als het helpt Tania Brusselmans te redden, heeft het tot iets gediend.' 'Hoe werd u betaald door die Sofie?' 'Gestort op mijn rekening.' 'Die stortingen wil ik laten uitpluizen.' 'Hier zijn de uittreksels, commissaris.' De flikkenchef doorloopt ze snel. 'Man, dat zijn nogal bedragen, om u tegen te zeggen. Detective spelen, dat brengt op zeg!'
Episode 34
In de wagon in Gent-Sint-Pieters stinkt het naar de seks. De bewoonster lucht nooit wegens de extreme kou. Herman Brusselmans ligt meestal op zijn zandbed. Patricia komt elke nacht en soms tweemaal daags (als ze niet naar de zoo moet) naast hem liggen. Ze wrijft hem dan helemaal in met soyaolie. Gezond zegt ze en goed voor uw velleke. Herman blinkt dan als een spiegel, niet van fierheid maar van de olie. In de poes naaien is hij gewoon met zijn bijmeisjes uit zijn boeken. Hij kan dat als geen ander. Maar in een wolvinnenhol naaien is andere koek. Hij is blij dat Patricia veel olie gebruikt, de ene fles achter de andere. Het voelt minder schuurpapierachtig aan. Soms gebruikt ze zo'n vettige flessenhals voor haarzelf. Dat betekent dan een korte rustpauze voor hem. Rust en pauzes kan hij gebruiken. Hoe lang zit hij daar nu al? Een week of drie zeker. Weinig hedendaagse venten zouden dit aankunnen. Maar Herman is van geen kleintje vervaard. Voor hetere vuren heeft hij gestaan. Onlangs vroeg hij het bedzand te vervangen wegens de geur. Rondheen hun achterwerken lijkt zelfs een groenachtige schimmel te ontstaan en Herman twijfelt eraan of dat peniciline is. Het woord penis zit daar wel in, maar komt het daarvan? 'Hermanneke, hoe komt het dat in de Humo weer een schoon columnke staat van uw hand?' 'Taniake, pardon Patriciake, (u merkt als lezer dat de schrijver met het lange haar zich snel kan aanpassen aan wisselende omstandigheden), pardon Patriciake, ik schrijf al die stukjes voor de Humo op voorhand, in één keer, voor een gans jaar.' 'Maar de ganse pers schrijft in 't lang en 't breed over uw verdwijning en die van Tania, en die Humo geen woord daarover! Is dat normaal?' 'Die Humo-venten zijn egoisten, meiske.' Voila, weer hetzelfde: meiske. Dat zegt ge toch niet tegen uw gijzelingneemster, tenzij ge erbij wil blijven! Op deze manier gaat Herman veel aanhang verliezen, ik vrees ook zijn eigen aanhang, die op het ogenblik dat ik dit schrijf weer bewerkt wordt door die Patricia Temmerman. Veel slaolie.
Als Punaise na een helse tocht door de sneeuw en na twintig steile haarspeldbochten, eindelijk arriveert aan de ingang van Serfaus, wacht hem nog miserie. Voor de niet-kenners van dit mooie sneeuwdorp: Serfaus is autovrij. Punaise staat aan een slagboom. In zijn beste Duits legt hij uit wat de reden voor zijn onverwachte komst is. Maar geen goed nieuws voor hem. Hij mag niet verder rijden, ook niet tot aan hotel Furgler, deels omdat hij geen boekingsdocument kan voorleggen maar vooral omdat de bareelbediende geen snars begrijpt van wat Punaise aan halfduitse klanken uitstoot. Dus gaat hij tevoet. Met zijn lederen schoenen bijzonder moeilijk, want spiegelglad is het daar. Hij is al een honderdtal keren de grond opgegaan vooraleer hij hotel Furgler bereikt. Mooi hotel denkt hij. Volledig onder de sneeuw schuift hij de inkomhall binnen. Dan ziet hij een politieman in gesprek met de hoteleigenaar. Na vertrek van de oostenrijkse agenten maakt Punaise zich kenbaar. Van de hotelmanager verneemt hij de reden voor dat politiebezoek. De man vertelt: De bewoners van kamer zes en kamer acht zijn blijkbaar zoek. Ook de wagen waarmee ze kwamen is verdwenen. Ze zijn weg, met bagage, maar zonder te betalen. 'Wanneer dan?' 'Moet deze nacht of heel vroeg gebeurd zijn. Nochtans is meneer Mores een vaste klant. Hij komt elk jaar op skiverlof bij ons, al meer dan tien jaar. Meneer Mores had ons gisterenavond gemeld dat hij onverwachts deze morgen moest terugkeren.' 'Waarom?' 'Zoiets vraag ik nooit aan mijn klanten!' Zeg dat het niet waar is; deju, deju en deju, denkt Punaise. 'Kan ik een kamer hebben? Ik ben uitgeput en blijf hier volgende nacht slapen.' De baas kan op zijn kop staan, denkt de commissaris. Binnenpretjes doen hem glimlachen.
'Wie had kamer zes en wie kamer acht,' wil Punaise nog weten. 'De heer en mevrouw Mores waren het,' antwoordt de man achter de receptiedesk. 'Waarom dan twee kamers in godsnaam?' 'Vonden wij ook raar, commissaris, maar de klant is koning,' glimlacht de bediende. 'Misschien broer en zus?' 'Zo leek het alvast niet, meneer.' Punaise kan er niet om lachen. Als hij doodmoe naar zijn kamer sukkelt, ziet hij in een hoek aan het onthaal foto's hangen. Van de nieuwjaarfeestviering in het hotel. Veel foto's van gasten, met gekke hoedjes en toeters. Zou die Mores met zijn vrouw daar ook bijzitten bedenkt hij? Maar Punaise is te moe om dit nog in detail te bekijken. Straks misschien, als ik wat geslapen heb, gaat door zijn uitgebluste hersenen.
Episode 32
Speurneus zit in zijn café Het Grensgeval en staat zoals steeds achter de bar. Hij verwacht bezoek van een zekere Jozef Bonte. Ik ben pastoor zegde de man aan de telefoon. Hij wilde Barman spreken. Om belangrijke redenen zei de priester. Ook Palmboy zit in het café, van een Palm te genieten. Wat dacht je? Palmboy was opgepakt door Punaise, kort na de verdwijning van Tania, maar de onderzoeksrechter wilde hem niet langer achter de tralies houden. 'Punaise,' zei de onderzoeksrechter, 'ge hebt geen bewijzen dat de man schuldig is of zelfs betrokken is bij deze zaak. Als het aan jou lag, commissaris, ge zoudt ze allemaal in hechtenis nemen tot ze al dan niet terechte bekentenissen aflegden. Zo werkt dat niet, commissaris!' Punaise was er het hart van. Want hij bleef bij zijn besluit dat Palmboy iets op zijn kerfstok had. Was het niet voor deze zaak, het was voor iets anders. Punaise zag aan zijn snoet dat er wat mis was met die Palmboy. Als webmaster had Palmboy zijn site Herman Brusselmans weer op gang gekregen, nadat Punaise hem kortstondig in beslag nam. Maar in plaats van er interessante info uit te halen had de onkundige Punaise hem grondig verknoeid. Dit was nu rechtgezet door Palmboy. Wat hij echter in dat café uitspookte weten we niet.
Commissaris Punaise zit bij zijn chef. 'Punaise, die advokaat Mores uit Gent, zit die vent nog altijd op de wintersporten?' 'Volgens zijn assistente Mieke Bos wel, chef. Hij verblijft in Serfaus, in hotel Furgler.' 'Punaise, vertrek vandaag nog naar ginder. Ik wil dat ge die man ondervraagt over zijn contacten met sommige verdachten in deze zaak.' 'Ik heb geen kettingen, chef.' 'Ge moet hem niet aanhouden, en zeker niet ketenen, Punaise. Zijt ge weer overwerkt of wat, met je kettingen?' 'Sneeuwkettingen, baas!' 'Ach zo. Ik leen je die wel.' In het prachtige sneeuwlandschap in Oostenrijk zit een zekere Frank in de bar van zijn hotel. Na een dag skiën hete wijn te zuipen. Op de kosten van zijn clienten. Naast hem een mooie welgevormde deerne, met stralende ogen. Ge zoudt als vent voor minder jaloers worden. 'Ik heb al lang niets meer gehoord van Herman,' zegt de vrouw, die daar nog in ski-outfit zit. 'Vreemd toch.' 'Ik weet het meisje, we zouden beter terugkeren denk ik. Er is wat aan de hand. Iets klopt niet, denk ik.' In het holst van de nacht rijdt commissaris Punaise richting Serfaus, met een kaart op zijn schoot. Wanneer gaan ze bij de recherche eens een GPS aanschaffen denkt hij. Tegen de slaap drinkt hij koffie uit een thermosfles en slikt regelmatig druivensuikertjes. In hotel Furgler gaan Frank Mores en de vrouw naar bed. 'Tot morgen Tania. We vertrekken hier rond zeven uur, niet overslapen dus!' 'Geen problemen Frank, slaapwel.' Beneden in de receptiehall klinkt telefoongerinkel. 'Hallo.' 'Hier met Jan Multi uit Nederland. Kan u mij doorschakelen naar kamer zes, alstublieft?'
Episode 30
Als Punaise na een helse tocht door de sneeuw en na twintig steile haarspeldbochten, eindelijke arriveert aan de ingang van Serfaus, wacht hem nog miserie. Voor de niet-kenners van dit mooie sneeuwdorp: Serfaus is autovrij. Punaise staat aan een slagboom. In zijn beste Duits legt hij uit wat de reden voor zijn onverwachte komst is. Maar geen goed nieuws voor hem. Hij mag niet verder rijden, ook niet tot aan hotel Furgler, deels omdat hij geen boekingsdocument kan voorleggen maar vooral omdat de bareelbediende geen snars begrijpt van wat Punaise aan halfduitse klanken uitstoot. Dus gaat hij tevoet. Met zijn lederen schoenen bijzonder moeilijk, want spiegelglad is het daar. Hij is al een honderdtal keren de grond opgegaan vooraleer hij hotel Furgler bereikt. Mooi hotel denkt hij. Volledig onder de sneeuw schuift hij de inkomhall binnen. Dan ziet hij een politieman in gesprek met de hoteleigenaar. Na vertrek van de Oostenrijkse agenten maakt Punaise zich kenbaar. Van de hotelmanager verneemt hij de reden voor dat politiebezoek. De man vertelt: De bewoners van kamer zes en kamer acht zijn blijkbaar zoek. Ook de wagen waarmee ze kwamen is verdwenen. Ze zijn weg, met bagage, maar zonder te betalen. 'Wanneer dan?' 'Moet deze nacht of heel vroeg gebeurd zijn. Nochtans is meneer Mores een vaste klant. Hij komt elk jaar op skiverlof bij ons, al meer dan tien jaar. Meneer Mores had ons gisterenavond gemeld dat hij onverwachts deze morgen moest terugkeren.' 'Waarom?' 'Zoiets vraag ik nooit aan mijn klanten!' Zeg dat het niet waar is; dedju, dedju en dedju, denkt Punaise. 'Kan ik een kamer hebben? Ik ben uitgeput en blijf hier volgende nacht slapen.' De baas kan op zijn kop staan, denkt de commissaris. Binnenpretjes doen hem glimlachen. 'Wie had kamer zes en wie kamer acht,' wil Punaise nog weten. 'De heer en mevrouw Mores,' antwoordt de man achter de receptiedesk. 'Waarom dan twee kamers in godsnaam?' 'Vonden wij ook raar, commissaris, maar de klant is koning,' glimlacht de bediende. 'Misschien broer en zus?' 'Zo leek het alvast niet, meneer.' Punaise kan er niet om lachen. Als hij doodmoe naar zijn kamer sukkelt, ziet hij in een hoek aan het onthaal foto's hangen. Van de nieuwjaarfeestviering in het hotel. Veel foto's van gasten, met gekke hoedjes en toeters. Zou die Mores met zijn vrouw daar ook bijzitten bedenkt hij? Maar Punaise is te moe om dit nog in detail te bekijken. Straks misschien, als ik wat geslapen heb, gaat door zijn uitgebluste hersenen.
Commissaris Punaise is ingedommeld als hij met de trein vanuit Mechelen de fameuze Temmerman-wagon passeert. Weer een gemiste kans voor Herman Brusselmans. Die eet uit frustratie nog wat boterhammen met choco. Hij slaapt daar geweldig goed en lang van, want Patricia heeft er slaapmiddel tussengemengd.
'Speurneus, klopt het dat gij in uw vrije tijd een café uitbaat?' 'Klopt, Punaise, hoe weet ge dat?' 'Ik heb mijn bronnen, Speurneus. Gij staat daar in al uw vrije tijd en ook tijdens uw politiewerkuren achter de bar, begrijp ik.' 'Hoe weet ge dat allemaal?' 'Van horen zeggen, Speurneus. Zijt gij wel zuiver op de graat in dit dossier, Speurneus?' 'Punaise, als collega's moeten we elkaar vertrouwen, anders moet ik overplaatsing aanvragen.' Die Speurneus gaat daar vlot overheen, zonder bijkomende vragen, dat vind ik raar denkt Punaise. 'Wie gaan we nu ondervragen?' 'Een zekere Ann, Speurneus. Die komt zichzelf aanbieden en beweert te kunnen helpen in de zaak Tania Brusselmans.' Een jonge vrouw begeleid door een agent stapt de verhoorkamer binnen. 'Mevrouw, gaat u zitten. Mag ik uw identiteitskaart? 'Ann De Kaarsmaekers. Wat heeft u te melden?' De vrouw wriemelt met haar handen en lijkt erg nerveus. 'Zegt u het maar mevrouw.' 'Ik heb Tania Brusselmans ontvoerd, commissaris!' Punaise en Speurneus staan versteld. Even is het ijzig stil in verhoorkamer één. 'Wat zegt u daar? Dit is ernstig mevrouw De Kaarsmaekers, beseft u dat?' 'Ja, commissaris, volkomen.' 'Waar is Tania Brusselmans dan nu? Bij u thuis?' 'Ik weet het zelf niet commissaris.' Punaise bekijkt Speurneus. 'Ga onze chef halen,' zegt de geschrokken commissaris. Speurneus richt zich op en verdwijnt.
Episode 28
'Bent u daar zeker van, Ann.' Een beetje gemoedelijk doen en met de voornaam aanspreken helpt de verdachte tot rust te komen heeft Punaise geleerd. 'Zij moest bij mij afgeleverd worden, de tweede dag na de kidnapping, maar ze kwam niet opdagen.' Ofwel weer één die goed gek is denkt Punaise, of anders een misplaatste flauwe grap. Geërgerd kijkt hij Ann aan en verheft zijn stem: 'Mevrouw, ik heb andere dingen te doen dan naar nonsens te luisteren. 'Het is echt waar, meneer de commissaris. Ik heb alles gepland en betaald.' 'Betaald aan wie in godsnaam?' 'Aan een evenementen-bureau, meneer.' 'Hoe heet dat bureaudinges?' 'Donderwiet reality-experience B.V.,' zegt de wenende vrouw. Punaise kan niet tegen wenende vrouwen. Hij staat dus snel op en zegt: 'ik ben zo terug.' Door de gang loopt hij naar zijn chef. 'Chef, waarom kwam je niet? 'Niemand vroeg dat, Punaise,' 'Is Speurneus bij u niet langsgeweest?' 'Niet gezien jongen. Waarom ziet je er zo bleek uit, Punaise.' 'Ik heb een wenende vrouw in verhoor, die beweert Tania B. te hebben ontvoerd of willen ontvoeren. Kunt u dat geloven?' 'Ik kom dadelijk,' antwoordt de verbaasde politiechef. Terwijl Punaise terugkeert denkt hij: Donderwiet reality, etc.. waar heb ik dat nog gehoord? Dan valt zijn nikkel. Donderwiet? Is dat die vent die met mijn vrouw weg is? Dat zou toch een duizendste toeval zijn denkt hij. Flarden van zorgen en pijn borrelen weer op. Steken in de borst. Dorus Donderwiet, zou dat dezelfde smeerlap zijn? Achter gesloten deuren legt Ann De Kaarsmaekers alles uit. Punaise schrikt zich een aap en vraagt zich tegelijk af waarom die Speurneus plots opgestapt is.
Herman Brusselmans is erin geslaagd de wagon waarin hij vastgeketend en opgesloten zit in beweging te brengen. Door lang aan de mechanische rem te prutsen. Het groot handwiel dat de remmen blokkeert, kreeg hij losgewrikt. Zonder blokkeerremmen begint de wagon langzaam de lichte helling af te rijden. Eerst met geknars en gekraak, dan wat vlotter. Nu gaan ze me opmerken, bedenkt hij. Als dat mens nog een tijd wegblijft word ik bevrijd! Hij schept weer moed.
Gent Sint Pieters. De NMBS-districtmanager heeft zojuist het bevel gegeven een wagon die vervaarlijk dicht bij de snelverkeersporen genaderd is te verwijderen. 'Waarom is die wagon verplaatst?' 'Weet ik niet, chef, maar hij behoort toe aan het OCMW van Gent. De socialisten hier in de stad, de burgemeester voorop, beschermen deze speciale treinwagon, als een symbool van sociale zekerheid voor de eenvoudige man en vrouw. In dit geval is het een vrouw, een zekere Patricia.' 'Hoe weet ge dat? 'Van horen zeggen, meneer. Soms liggen er zelfs biefstukken voor haar wagondeur. Mijn vrouw plaatst wel eens een zak patatten in haar vuilbak. Het menske moet toch ook eten zegt ze me dan.' 'Charel, verdomme toch, die wagon staat daar gevaarlijk, op nog geen halve meter van de Thalyslijn!' 'Hij is wel bewoond, meneer!' 'Weet ik, maar ik wil hem weg hebben, nu! Haal hem van eindspoor acht en zet hem op de keien naast de werkplaats. Dat is veiliger.'
Episode 26
Nog geen uur later arriveert een spoorkraan die de ganse wagon in één keer lift en weer neerzet achter de stootblok van eindspoor acht, vlak tegen de werkplaats, op een strook grint. In de wagon gaat Herman Brusselmans hevig te keer. Hij roept tot heesheid toe en klopt met zijn kettingen tegen alles wat hij in zijn nabijheid kan raken. Het groot kraankabaal overstemt echter zijn pogingen om aandacht te trekken. 'Hoor jij iets?' vraagt een spoorwegarbeider aan zijn collega. 'Ja, de trein vanuit Brussel.' 'Neen, ik bedoel iets in de wagon, lijkt me.' 'Potten en pannen en inboedel die omver vallen zeker. Niet aantrekken, maat.' 'Neen, precies geschreeuw of zoiets.' 'Kan niet, maat, ik heb die rare madam die daar alleen woont vanmorgen weten vertrekken. Je verbeelding waarschijnlijk!' 'Gaan we toch eens binnenkijken?' 'Sorry maat, maar mijn dienst zit erop. Overuren betalen ze ons niet meer, weet je. Ik ga naar huis, maat.' 'Okay dan, tot morgen, Charel.' Herman zijn kraakstem is ondertussen verandert in een nauwelijks hoorbaar hees gemompel.' Door een spleet in de gordijnen kan hij de twee spoormannen zien vertrekken. 'Stomme klootzakken, idioot klootjesvolk, onderontwikkelde zakkenrollers, achterlijke stompzinnige hersenloze ambtenaren.' Dit alles kwam uit de mond van een bijna stemloze Herman Brusselmans en droeg niet ver. Ook niet bij tot een oplossing voor de onfortuinlijke schrijver...