Lourdes of Compostela?
We konden het niet nalaten om even bij Bernadette Soubirous
langs te gaan natuurlijk. De jong overleden kloosterzuster ligt er opgebaard in
de Espace Bernadette. Het is een bijzonder schouwspel. Alsof ze slaapt. Is dit
een echt mirakel of zitten hier mensenhanden achter. Hoe dan ook, stof om over
na te denken, believer of non-believer. En onze Jeroen draagt zijn rit op aan
zijn recent overleden Tante Bernadette, één van de Huntington-patiënten in zijn
familie.
Een 15tal km verder ontmoeten we eerst Jorre. Schrijnwerker,
net afgestudeerd. Op weg naar Compostela. Helemaal alleen. En even later Kris
en Bart uit Diepenbeek, op weg naar de Pyreneeën. Alleen kraakt er toch iets
aan de fiets van Bart. Jeroen had het al van ver gehoord en bij het binnenkomen
van La Grenouille worden we fietsvrienden. Binnen de kortste keren wordt het achterwiel
van Bart vakkundig geopereerd door Jeroen. Alleen is er iets met de
kogelllager. Een en ander kogeltje heeft toch wel een tikje gehad en zorgt voor
een kraakje. Een beetje vers vet aan beide kanten van het wiel moet de lagers
nieuw leven inblazen maar dat lukt maar gedeeltelijk. Toch is er enige
verbetering te speuren en gaat het trappen dan toch iets gezwinder voor Bart.
En zo trekken Kris en Bart dan maar een aantal kilometer samen met ons verder.
De mobiele fietsherstelplaats van Jeroen hebben we dan maar
omgedoopt tot eerste stop. En dus was het tweede deel van deze rit dan toch wel
iets langer dan voorzien. Hoe dan ook, perfect binnen de timing landen we op
een overdekt terras van een café-restaurant recht tegenover de kerk. Peter had
intussen de eigenaar-chef-garçon overtuigd om het terras te mogen bemiddagmalen
met zeven cyclistes. Het klassiek broodmenu werd deze keer aangevuld met echt
frisse colas Kyriad Nevers had niks willen koelen en vers (nou ja,
ontdooid diepvries) -fruit) met chantilly.
Een korte powernap later klimmen we alweer op onze
strijdrossen voor de volgende 60 km, richting Montluçon Saint-Victor. En de
middagrit verloopt eigenlijk merkwaardig stil. Iedereen bezint zich over van
alles en nog wat dat hem persoonlijk aanbelangt maar de voorspiegeling van de
rit van morgen doet nadenken. Een hele dag klimmen met diverse percentages. Hoe
zullen we dit verteren. Lokale weervoorspellers beloven ons een beetje milder
temperaturen en we weten ook hoe hoger we klimmen, hoe milder de temperatuur
wordt. Maar de zon blijft wel branden.
Morgen duiken we dus het Centraal Massief binnen en wie de
streek een beetje kent, weet dat de cols aldaar en heel speciaal grillig
karakter kunnen hebben. We zien wel en fietsen voort.
Aangekomen in Montluçon beseffen we dat we nu echt
halverwege zijn. He geeft moed dat we al zover geraakt zijn. Zonder
noemenswaardige accidenten. De geplaagden zijn ongeveer weer op hun positieven:
Dries zijn knie doet het behoorlijk maar een kuitspiermassage deze avond zal
hopelijk wonderen verrichten; De geteisterde kuit van Maarten heeft zich
omgevormd tot een echte sportkuit en Frank beleeft zijn eerste dag zonder
platte banden of wespensteken. Franky heeft opnieuw de kracht van de Vlaamse
recoveryshake ontdekt en Ivan kreeg vandaag een gezel aan de kop van de groep.
Stefaan coachte op zijn Picassos: gezwind, met in Frankrijk verboden oortjes
en alert de volgende fietsers met het oog op zijn rug in het oog aan het
houden.
We gaan een beetje vroeger eten en zullen de rit van morgen
nog eens bespreken. Misschien vragen we wel aan onze Tourdirecteur om eens voor
echt te doen: in de zwaarste beklimming van de dag zou het misschien wel eens
handig kunnen zijn dat we al rijdend een verse drinkbus aangereikt krijgen.
Want op ander publiek dan Peter en La Mama moeten we niet rekenen.
We zullen eenzame fietsers zijn morgen in de
beklimmeningeningeningen, en hoe sterk zullen we zijn als we kromgebogen over
ons stuur niet de wedstrijd, want er is geen wedstrijd, maar onzelf overwinnen
en het Centraal Massief overwinnen.
Tot blogs
Jarrive
|