David Mitchell in een essay:
‘Waarom houden we van literatuur’ (De Standaard van 2 juni 2006)
Er zijn vijf clusters om te lezen (…):
Vervoering, Politiek, Bevrijding,
Metafoor en Schoonheid.
Elif Shafak in gesprek met
Michaël Bellon
Ik moet zeggen dat het einde van mijn
boeken ook voor mij een verrassing is.
Eenzaamheid speelt een belangrijke rol in fictie.
(…)
Ik ben dat soort opschriften over het
storten van vuil beginnen te noteren, waardoor ik me een afvalverzamelaar begon
te voelen. Ik verzamelde iets waar
niemand naar omkeek. Op dezelfde manier verzamel ik verhalen en stukjes van
verhalen die verborgen liggen tussen het puin van de stad.
(…)
Daarom ga ik op zoek naar woorden om ze
in mijn boeken te gebruiken. Veel Turkse
lezers zijn verbaasd dat ik die ‘oude’ woorden nog gebruik, maar hoe kan een
woord nu oud zijn? Turkije is een interessante en dynamische samenleving, maar
ze is erg op de toekomst gericht en daardoor heeft ze weleens last van
geheugenverlies.
Jonathan Safran
Foer in
gesprek met Kathy Mathys
Ik ben geen sociaal-realistische
schrijver. Waar het mij vooral om gaat,
is het effect van mijn romans. Mijn boeken zijn heel evocatief en de respons
van de lezer is belangrijker dan de inhoud van de verhalen. Ik heb er dan ook niets op tegen om bepaalde
realistische elementen op te offeren om een bepaalde reactie uit te
lokken. Voor mij zijn verhalen die geen
emotionele respons teweegbrengen inferieur.
Boeken die over raciale, culturele en nationale grenzen heen mensen
raken, zijn de enige die echt van belang zijn.
(…)
Fictieschrijvers moeten net gebruik
maken van de ongelooflijke vrijheid om in de huid van een ander te
kruipen. Ik vind dat die vrijheid net zo
goed geldt voor het schrijven over gruwelijkheden, of het nu gaat om de
Holocaust of om een terroristische aanslag.
Schrijvers mogen die heikele onderwerpen nooit uit de weg gaan.
Philippe Claudel in gesprek met
Marijke Arijs
Als schrijver ben ik in de eerste
plaats geïnteresseerd in de anderen.
Mijn belangstelling gaat spontaan uit naar de lijdende mensheid, want de
gelukkige mensheid heeft mij niet nodig.
Het is iets vanzelfsprekends voor mij om personages op te voeren die
getekend zijn door het leven, die getroffen zijn door een sterfgeval,
ballingschap, oorlog enzovoort.
Misschien probeer ik op die manier ook mijn eigen angsten te bezweren:
ik ben doodsbang om weduwnaar te worden.
(…)
Ik weet van tevoren niet waar ik
naartoe wil. Meestal vertrek ik van een
beeld, een gevoel of een enkel woord.
Deze keer had ik het beeld van een oude man voor ogen, die heel alleen
op een stoel zat te wachten met een kind in zijn armen. Meer niet.
(…)
Ik wil romans schrijven vanuit een
gedrevenheid, een noodzaak. Schrijven is voor mij van levensbelang. Ik denk dat
je die oprechtheid in mijn boeken proeft.
Als het maakwerk is, dan voelt de lezer dat.
Annelies Verbeke in gesprek met
Tine Hens
Schrijven staat me toe op een
geconcentreerde, gebalde manier bezig te zijn met de brij in mijn hoofd. Als ik niet schrijf, blijft het gewoon
brij. Maar schrijven is ook
communicatie. Uiteindelijk wil je iets
meedelen, iets wat jij op dat moment belangrijk vindt.
(…)
Het is niet altijd eenvoudig om het
evenwicht te vinden tussen schrijven en leven.
(…)
Voor de literatuur gaan, is niets
anders dan een bedrijfsleider die leeft voor zijn zaak of iemand die zich
opoffert voor zijn gezin. Uiteindelijk
verkopen we allemaal onze ziel aan iets.
Ik vind het alleen griezelig om alles op één paard in te zetten. Als het wegvalt, ben je ineens alles kwijt.
Saskia De Coster in gesprek met
Tine Hens
Schrijven is voor een groot stuk
spelen. Dictatortje spelen. Je perst
verschillende identiteiten bij elkaar en jij houdt de touwtjes in handen. Jij
bent de baas. Je moet dat ook zijn. Anders wordt het een versplinterd
geheel. Het gevolg is dat je tijdens het
schrijfproces voortdurend zwalpt tussen de complete euforie en de al even
complete wanhoop. (…)
Voorlezen is soms een goede graadmeter.
Terwijl ik achter een microfoon sta, wil ik met mijn potlood aan de slag om
zinnen te doorstrepen en te veranderen. Ik
lees in dit stadium ook hardop achter mijn computer. Het geeft een andere kijk. Je wordt voor een stuk de lezer, de derde
persoon.
(…)
De werkelijkheid is een grote bouwdoos
voor mij. Ik pik eruit wat ik kan
gebruiken. Dus naast parasiet ben ik ook
nog vampier.
Mario Vargas Llosa
in
gesprek met Ine Roox
De werkelijkheid is een vertrekpunt
voor mijn romans, er moet mij iets overkomen voor ik mijn pen ter hand neem en
begin te schrijven. Daarna voeg ik er
mijn verbeelding aan toe. Mijn politieke
mening verwoord ik in essays, artikels en vrije tribunes.
Michaïl Sjisjkin in gesprek met
Maria Vlaar
Eigenlijk verzin ik niets maar haal
alles uit de familieverhalen van mijn ouders, mijn vrouwen, mijn kinderen. (…)
Een boek is een eigen universum. Een
schrijver tilt de belangrijke dingen uit de tijd en brengt ze over naar een
andere waarachtige tijd. Waar de dood
niet bestaat. Dat kan alleen de
kunst. De lezer of de luisteraar, als
het om muziek gaat, wordt zelf ook een beetje onsterfelijk.
(…)
Ik probeer een nieuwe taal te scheppen,
die ingaat tegen de kamptaal, de gevangenistaal die vandaag de dag normaal is
in Rusland. Als een ark van Noach vaart
de taal van de literatuur daartegenin.
Joke Van Leeuwen in gesprek met
Katrien Steyaert
Concentratie is voor mij een vorm van
geluk. Soms voelt het als schrijver ook
letterlijk alsof je cadeautjes krijgt in je hoofd. Dan staat er plots iets op papier en denk je:
kijk nou eens!
Philip Claudel heeft een zwak
voor parfums (De Standaard)
Ieder werkwoord heeft een parfum. Ieder
woord roept in het geheugen een plek op met de bijbehorende geuren. En uit het verhaal dat langzaam maar zeker wordt
geweven, dat lukraak wordt gevlochten uit het alfabet en je herinneringen
ontstaat een rivier met vele zijarmen, van het leven dat we geleefd hebben, het
leven dat we gedroomd hebben en het leven dat nog komt. De taal mag af en toe
tekorschieten. In het leven wordt
eigenlijk nooit gesproken als in boeken of films. We zullen altijd verhalen nodig hebben.
Kennelijk zoeken we een rechtvaardiging van ons bestaan en de weerspiegelingen
ervan. Een kwestie van houden van het
leven, maar er niet genoeg aan hebben.
Het feitelijke proces van het schrijven en filmen is voor mij het
belangrijkste. Het brengt diepte aan.
Ranson Riggs verzamelt
snapshots (De Standaard)
Vandaag heb ik dozen en dozen vol van
zulke snapshots. Ik verzamel ze. Vooral
de eindeloze variatie aan menselijke gezichten vind ik interessant. En de onbewaakte momenten, wanneer mensen
nietsvermoedend worden gefotografeerd.
Dat voelt soms een beetje oncomfortabel, maar het is wel het eerlijkst.
(…)
Snapshots vertellen een tweede verhaal. Van een historische gebeurtenis krijgen we
vaak telkens dezelfde iconische beelden te zien. Als je daar dan eens een andere foto van
ziet, schudt dat alle clichés door elkaar. Daarom houd ik er zo van. Ik speel de rol va curator: in iets wat anderen
hebben genegeerd of zelfs weggegooid, vind ik nog iets moois.
Maarten Inghels luistert graag
naar muziek als hij schrijft (De Standaard)
Dat zweept mij op. Zeker tijdens het schrijven van
gedichten. Zonder nog echt naar de tekst
te luisteren, ga ik op in de flow van de woorden, in het ritme. Bij elk boek
zoek ik een beetje naar de juiste toon of
het gepaste nummer
Koen Peeters in gesprek met
Marc Reynebeau
Ja, is er wel één waarheid? En hoe geconstrueerd is de waarheid
niet? Ik begin steeds meer te zien dat
de waarheid ontstaat in het gesprek.
Misschien vinden mensen elkaar halfweg, dat zou al fantastisch zijn.
Paul Auster in gesprek met
Kathy Mathys
Wanneer ik schrijf, gebruik ik niet
enkel mijn mentale vermogens, ik doe dat met inzet van mijn hele lichaam.
(…)
Ik zie het boek als een mogelijk
antwoord op de vraag hoe het voelt om te leven in mijn lichaam. Dat was een bevrijdend uitgangspunt.
|