April. En de Geldenaaksebaan slingert nevelig door het Haasroodse dal. Een karavaan trekt op naar de stad. Tergend langzaam. Bij het licht van een zakkende zon turen we langsheen de glimmende flanken van de Peugeot 307 voor ons, in de richting van de oorzaak van dit slepende tempo. Twee wagens voor ons rijdt een okeren Opel Rekord van het jaar 1981. Twee ijle schaduwen vooraan in de wagen. Zich niet bewust van hun gevolg.
De jonkheer in de 307 reikhalst nerveus om zich te vergewissen van de afwezigheid van tegenliggers. Geen koplampen vanuit die richting. Maar volle lijn. Zware overtreding. Een handpalm weifelend boven het claxon. En dan toch maar de overtreding. Hoekig, schurdig, kort.
We tomen onze paarden in. Honderdvijftig, om precies te zijn. En tuffen aan 45 km/u achter de Rekord aan. Kristof wordt nerveus. Wíj begaan geen overtredingen. En nog steeds volle lijn. Maar we houden wel van een beetje vooruitgang. Het mag al eens vooruitgaan. Kristof wordt nerveuzer.
De contouren van de schemerige silhouetten in de ouwe Opel worden concreter. Althans in mijn hoofd.
Kijk!, mijn stem is hees, die zijn vandaag een dagje weggeweest.
Kristof zijn verveeldheid smelt als sneeuw voor de zon. Een grijns vol fantasie wordt op onze gezichten geschilderd.
Fons en Marie. Hij is 82, zij 85. Wonen in de Broekstraat in Heverlee. In een klein huisje. Knus ende gezellig. Waar men niet vloekt. En de Leuvense stoof af en toe nog gebruikt wordt. Daar zijn ze gelukkig. Tweeënzestig jaar getrouwd.
Het was nogal wat, het feest, twee jaar geleden. Een diamanten bruiloft, noemen ze dat. Fons kon het niets schelen wát ze het noemen. Hij vond het geen prestatie. Hij was altijd gelukkig geweest met zijn Rieke. En zij altijd lief tegen m.
Vandaag was het Marie haar verjaardag. En Fons had haar verrast met een ontbijt op bed. Glaasje melk en goeie oude briochen. Hij had enkele dagen tevoren hun zoon Julien even de oude Opel laten nakijken, want hij zou zijn Rieke meenemen voor een dagje wandelen in het Meerdaalwoud.
Marie voelde haar benen niet meer. Ze hadden een mooie wandeling gemaakt. Ze had er de vermoeide benen graag voor over. Er gaat niets boven de geur van een bos in een tussenseizoen. En ze was zo trots op Fons. Hij had haar een heerlijke dag bezorgd.
Ik schrik uit mijn dagdroom en merk dat we aan een lekkere snelheid door de stadscanyon scheuren. We zijn bijna thuis.
Na een korte doch belangrijke nieuwsflash op ons dierbare blog vorige donderdag bleef het alte lang stil. Wij zijn ons hier terdege van bewust. Excuses noch uitvluchten kunnen hier op hun plaats zijn. Daarom: een greep uit het gamma taboesmoezen en excuustruzen.
Afgelopen weekend breiden we een typical Larsson en in the end feestelijke conclusie aan ons voorjaarstripje langsheen schone jeugdhuizen, donkere clubs en premature zomerfestivalletjes.
Affligem zal ons nooit vergeten, althans de tien mensen die zich onzichtbaar hielden in die betonnen hal met een capaciteit van 5000. De installatie was top notch en we mochten er een half uur gebruik van maken. Onze geluidsjuffrouw liet zich gaan ze was ergens in de verte te bespeuren achter een mengtafel waar geen eind aan kwam. Kristof en Jo genoten. VDW en Dimi waren kwaliteit, zoals gewoonlijk. Ik was al blij dat ik niet in een hoestsalvo verdronk na de eerste klanken in die microfoon, en hoefde me niet te generen om om de twee nummers mijn neus te snuiten. O, maand mei, o, gij wrede. Dat de ijsheiligen maar gauw hier zijn.
Rock Affligem was vooral niet om ons te doen, maar om gezelligheid en nostalgie. De groep was nog eens compleet, wij vijven, Deb, Franky, Veronique. Toekomstplannen sponnen enthousiast een web boven de tafel in de kantine. Contentement en kameraderie. Uit heimwee even naar het gereüneerde Metal Molly gaan kijken (- ik versprak me bijna geruïneerde -) en daarna uiteraard : De Kreuners. Bij gebrek aan wat De Kreuners ten tijde van Hier en Nu (1990) zo geniaal maakte, nl. Berre en zijn heldere en doorleefde backings, ontsproten in ons de kiemen van een achtergrondmannenkoortje, aldaar, aan die nadar, vlak voor die mengtafel
Zaterdag avond was de laatste voor een lange tijd. Pas op 7 juli staan we weer een wei te schudden. En dat betreuren we, die pauze. Maar ze zal ook deugd doen.
Zaterdag, 19u, Jeugdhuis t Veldeke, Holsbeek. Niet makkelijk te vinden, aangezien ze rare dingen aan het doen zijn met het Klein Langeveld. Een drummer die vóór ons daar is ; waar gaan we dat schrijven ? Een klankman die er vol van is. Vandaar weinig commentaar. Een organisator die wat vreest voor een lage opkomst. Een avond na een storm.
Het eten was van de bovenste plank. De lol ook. Gelukkig, want op dat moment was de rest een beetje huilen met de pet op. Na Affligem weer voor geen kat spelen, zou wel eens pijn kunnen doen.
Half elf stipt en we stappen die planken op. Met goesting, véél goesting. Na het eerste nummer merken we dat de 30- à 40-tal aanwezigen hun best doen om nóg meer lawaai te maken dan wij. Zoiets komt niet vaak voor, maar als het er is, dan gebeuren er kleine mirakeltjes.
Het werden drie kwartier op wolkjes, gedragen door een crowd van 40 man en vrouw. Op zon momenten komen de breaks, de inzetten, de improvisaties en de lollekes van den zanger allemaal op het perfecte moment, met een perfecte timing, een naturel, een sfeer en heel erg veel zweet. Maar van dat lekker zweet.
Zaterdag avond in t Veldeke heeft iedereen iedereen zn avond goed gemaakt.
Als dat nu eens meer kon gebeuren. Vaak. En op veel plaatsen. Op deze aardkluit.
_snelnieuws : nieuwe wapenwet goedgekeurd___ofte: voor het overige... (part II)
BRUSSEL - De Kamercommissie Justitie heeft unaniem het wetsontwerp van nieuwe wapenwet goedgekeurd. Dat wijzigt de wet van 1933 en maakt alle vuurwapens vergunningsplichtig. Voor de aankoop van jacht- en sportwapens moet een jacht- of sportlicentie worden voorgelegd. donderdag 18 mei 2006 | Bron: Belga
Stommelings stalen we onze naam van zijn shirtje. Achter zijn rug, vliegensvlug, op een avond in juni. 2004. Het kan bijna niet anders of we profiteerden van de verwarring in De Zestien die volgde op het doelpunt tegen de Italianen.
Niemand had wat gemerkt. Hijzelf voelde niet meer dan een bevreemdend zuchtje wind in de nek. Nochtans was de actie volstrekt onvoorbereid en greep ze plaats voor de ogen van miljoenen schouwlustigen. Hun opengevallen monden, minuten later, toen ze merkten dat zijn naam ineens ontbrak!
Niemand was van tevoren op de hoogte. Niemand zat te wachten op de komst van dat moment.
Ook wij niet. Wij deden niks. Of dat dachten we toch. Enfin, we herinneren ons niets meer van die scène. De diefstal moet dus uit een of andere neurose zijn voortgekomen, aangedreven vanuit een plaats in ons ik waartoe we doorgaans slechts heel beperkte toegang hebben. Het drong pas tot ons door toen we de naam al in handen hadden, in conclaaf bijeen in ons geheime rovershol. Om beurten mochten we hem vast houden. Iedereen was het erover eens: hij was perfect. Niet te zwaar, niet te licht, geheimzinnig genoeg en toch ook weer niet betekenisloos. We waren er erg voorzichtig mee. Sprongen er niet lichtzinnig mee om.
Gelukkig raakten we nooit in de problemen. Niks geen lastig parket te bespeuren. Ook de pers bleef op een afstand. Henrik was er ook de man niet naar om veel ruchtbaarheid te geven aan het akkefietje.
Het was nooit (en ik herhaal: nooit) onze bedoeling geassocieerd te worden met een voetballer (en ik herhaal: voetballer). Maar gisteravond vervulde een warme gloed van voetbaleske heroïek mijn gemoed. Henrik Larsson (geboren te Helsinborg, Zweden, op 20.11.1971; 178cm groot, 75 kg zwaar), wat een held.
Met pensioen gaan maar eerst nog snelsnel even de Champions League winnen. In alle coolness eventjes de finale beslissen met twee prachtige assists. Altijd tussen de lijnen lopend, volgens geometrische figuren die andere voetballers nog lang niet bevatten.
Relaxt.
At ease.
En toch flitsend.
Tik-Tak!
Dat wasm. Je hebt het niet gezien? Maak je geen zorgen, dat ligt niet aan jou.
Serieus. Wat een wedstrijd. Zo technisch, zon tempo!
De flits van Etoo, de onschuldig ogende meester-killer.
De noodrem van de Pruis in het doel, de ongeslagenheid hoog in het vaandel.
Het afgekeurde doelpunt.
De bedrijvige Henry, de ontroostbare delver des onderspits.
De talloze steekpasses van Ronaldinho, de olijke, geniaal ballende jongen.
De uitstekende wissels van Rijkaard; hij wist de wedstrijd op te bouwen.
Bram is ziek. Veel beterschap, Bram. Iris is ook ziek. Veel beterschap, Iris.
Joan is niet ziek. Joan is in goede doen. In zijn nopjes. Op het internet, vrij voor iedereen te bekijken, te downloaden, uit te vergroten, af te drukken, staan immers prachtige foto's van zijn immens mooie materiaal. Voor u zich tevergeefs verlekkert: het zijn geen naaktfoto's, geen erotische prenten die Jokkes mannelijkheid onbedekt laten. Het zijn foto's van zijn instrument, zijn gerief, zijn marchandies.
Inderdaad, hoe ik ook probeer, het wordt er niet minder schunnig op. Dat kan geen toeval zijn.
Hoe komt het toch dat muzikanten zo fier zijn op hun instrumenten, zo graag pronken met dat stukje bezit? En waarom houden zij onder elkaar ellenlange causerieën over deze gitaar of gene snare-drum, over stomp box X of versterker Y? Uren en uren kunnen wij (ook ik, en niet het minst) lullen over onze gebruiksgoederen, over de toestellen die we gebruiken om muziek te maken. En fier dat we zijn op onze favoriete gitaar, op die versterker die we gekocht hebben van de overjaarse bluesrocker uit Zwolle of de verzamelaar uit IJmuiden; we rijden zonder verpinken 500km om dat ding toch maar in huis te kunnen halen. Om alweer een stukje bezit te verwerven.
"Ja, want het loont de moeite! We hebben die spullen echt nodig! Zonder lukt het niet! Alles voor de sound!"
De mens is het enige dier dat zichzelf bedriegt, en wel tegen 200 per uur. Ieder weldenkend mens weet dat je met 1 degelijke gitaar en 1 goed gekozen versterker alles kan doen wat je wil.
Maar nee, wij houden liever lang uitgerokken ruiltochten; we beginnen met 1 gitaar en 1 versterker en een paar jaar later hebben we die versterker eerst geruild met opleg van onze kant tegen iets beters, waarna we die versterker verkochten om een uitgelezen kans niet te laten schieten, met als gevolg dat we ineens twee gitaren hadden en geen versterker, zodat de minst prestigieuze gitaar dringend in de verkoop moest, want we hadden een versterker nodig, en wat voor één, dat zou weer een serieuze opleg vragen, maar dat is niet erg want we versjacheren nog snel die effectpedaal die daar al jaren ongebruikt ligt, met als resultaat nu 1 prachtige gitaar, 1 prachtige versterker en vele euro's verlies. Dan opeens kennen we een financiële meevaller (eindejaarspremies of vakantiegeld zijn uitstekende voorbeelden) en kunnen we dus die gitaar die we hebben gezien op marktplaats.nl kopen, zonder iets anders te verkopen of te ruilen en we hebben die gitaar écht nodig, want ze is zo mooi, althans toch op de foto die die kees heeft gemaakt in zijn tuin, en met die gitaar zullen we zonder twijfel veel beter klinken op het podium en in de studio, dat kan gewoon niet anders! En hoe cool zullen we gevonden worden door collega-muzikanten! Opnieuw rijden we, samen met andere verslaafden, de halve wereld - Roadtrip! - en pikken dat ding op. Fantastisch! Alleen zou de gitaar nòg beter tot haar recht komen op een versterker van het type Z en dus speuren we het internet af naar exact dat speeltje tot we het hebben gevonden en dan blijkt er toch wel een pedaal te bestaan die alles werkelijk zou afmaken en
Zo gaat het maar door. Het houdt nooit. Telkens wanneer de muzikant denkt dat hij nu echt alles heeft wat hij nodig zou kunnen hebben, duikt er alweer een tipgever op die hem iets onweerstaanbaars aanraadt. En het verwerven gaat door. Het is een ziekte, door sommigen met fierheid (in plaats van schaaamte!) Gear Acquisition Syndrome (GAS) genoemd. De vaste activa nemen toe, de kosten lopen op en de sound van de muzikant wordt beter, al moeten we toegeven dat die verbetering lang niet recht evenredig verloopt aan het oplopen van de kosten. Een momentopname van het ziektebeeld, zoals het zich bij Joan manifesteert, vindt u hier: http://forum.offstage.be/showthread.php?t=192 .
En hij is niet eens zwaarder ziek dan een ander. Boys will be boys, zeker?
Sir Anthony Hopkins heeft me gisteren twee uur lang een warm hart bezorgd. De firma dankt hem daarvoor oprecht. Dit is uiteraard niet nieuw. Zijn vertolkingen in Shadowlands, The Remains of the Day en Silence of the Lambs waren wonderlijk. Deze prent is gewoonweg mooi in het kwadraat, en daar is zijn rol niet vreemd aan. Maar er is hier meer aan de hand.
The Worlds Fastest Indian vertelt het verhaal van Nieuw-Zeelander Burt Munro (Hopkins, met een perfect Australisch accent), die zijn hele volwassen leven besteed heeft aan het oplappen van zijn gestroomlijnde motorcycle (zeg: moowtasikkel), een Indian van 1920. (Een motcyclette, dus hé.) Het is 1963 en Burt is gepensioneerd. Na vijventwintig jaar wil hij graag zijn levensdroom waarmaken : om te zien hoe snel zijn Indian nu eigenlijk wel kan, reist hij de halve wereld rond naar de Zoutvlakten nabij Bonneville, Utah, om deel te nemen aan Speed Week.
De schets van Munros leven in het onaardse Inver Cargill, Nieuw-Zeeland, is beeldig : zijn vertederende omgang met het buurjongetje ; zijn passie voor snelheid (- het eerste waar hij aan denkt wanneer hij wakker wordt) ; zijn houding tegenover de Antarctic Angels (plaatselijke Hells Angels) en hoe ze hem bij zijn vertrek naar Amerika feestelijk escorteren naar de boot ; hoe de dorpsbewoners Burt accepteren maar hem toch aanspreken op zijn hoge dorpsgekgehalte.
Deze film ontspint zich tot een roadmovie om vingers en duimen (en polsen en ellebogen) bij af te likken. Van zijn aankomst in de haven van Los Angeles tot het eindpunt van zijn reis in Bonneville, worden we als kijker verrast door perfect geplaatste en uitstekend vertelde anekdotes, naïeve fait-divers en diepmenselijke, korte ontmoetinkjes. Je vergeet dat dit een film is. Je vergeet dat de acteurs acteren. Dit is klasse.
Meer wil ik niet graag prijsgeven over de plot van dit pareltje, behalve één opmerkelijke zaak : in deze dagen van gruwelijke tijdingen, zinloos geweld en schijnheilig politiek gepalaver , in deze tijden waarin we van een tv-serie of van cinema unhappy endings gewoon geworden lijken te zijn, biedt The Fastest Indian kubieke meters zuurstof, lucht, op lichaamstemperatuur, om je aan te laven, om alle sores van de wereld te vergeten, om opnieuw even te geloven in de eenvoud van een schone mens, de eenvoud van een schone wereld.
De geruchten zijn voor een keer dus niet uit de lucht gegrepen. Arne speelt niet langer bij Larsson. Exact een week geleden hield het op.
[Het waarom doet er niet toe. Sommige dingen blijven niet duren. Waarom weet niemand. We wensen hem in elk geval al het beste toe, en alleen maar het beste.]
Het holst van de nacht, zondagochtend eigenlijk. We stonden wat naar elkaar te kijken daar in Hasselt en beseften dat er onmiddellijk gehandeld diende te worden. Zes dagen later werden we immers opnieuw op een podium verwacht en we mochten er rustig van uitgaan dat het publiek ons op zijn minst zou bespotten en ridiculiseren als we zonder drummer zouden verschijnen.
Doe maar, zei iemand.
Nu nog? Tis midden in de nacht, zei de ander.
Hij deed het toch. Zijn mimiek verried dat de persoon die over luttele ogenblikken aan de andere kant van de lijn zou hangen zijn mobiel toestel nog niet had afgezet.
Hij nam vrij snel op, zo leek het me. Hij moet wel verbaasd zijn geweest, maar voor uitgebreide explanatie, zoals -b dat noemt, was geen tijd. Ik kon maar de helft van de dialoog volgen, dus ik weet niet wat er precies is gezegd. In de Hasseler straten hing daarenboven ook nog eens veel lawaai, zodat ik zelfs van die helft maar de helft verstond.
In afwachting van het einde van het gesprek keken Jokke en ik elkaar nog eens aan. Niks aan te doen hopelijk komt alles goed. De arme man had op de koop toe nog eens een ontstoken voet en hinkte redelijk hulpeloos achterop. We liepen in de richting van Café Het Zwart Schaap. De druk telefonerende bram ijsbeerde in onze buurt.
Een paar minuten later hadden we tenminste een plan. Ziehier het recept van ons plan:
Bedenk de naam van een getalenteerde drummer. Zorg ervoor dat hij beschikt over een gsm en dat je zelf beschikt over zijn nummer. Bel hem op.
Hoop dat hij enthousiast reageert op je verrassende vraag. (Blijkt het ijdele hoop dan houdt het hier op.)
Bezorg hem de volgende dag al je songs in een bruikbaar digitaal formaat.
Spreek, na check en dubbel check van alle relevante agendas, twee avonden af waarop kan gerepeteerd worden.
Herhaal stappen 1 tot en met 4 zo vaak als nodig.
Wij hadden geluk. Stappen 1 tot en met 4 werden slechts een enkele keer doorlopen. En met succes, mogen we zeggen.
Het is geenszins mijn bedoeling hier zwaarwichtig te doen. Ik heb ons blog maar wat graag luchtig. Maar de laatste tijd loopt de gekheid zo hoog op dat het stokje ze niet langer dragen kan.
Iemand moet mij toch eens uitleggen hoe het kan dat je als achttienjarige op een doordeweekse ochtend een vrij toegankelijke winkel kan binnenstappen en de zaak een stuk of wat minuten later weer kan verlaten, een paar euros armer en een dodelijk vuurwapen rijker. Zomaar. Alsof dat niets is.
Ieder mens behoort natuurlijk in de eerste plaats te gehoorzamen aan de kategorische imperatief, althans dat lijkt mij een vanzelfsprekendheid. (Als dat voor iedereen het geval was zou zelfs het gratis uitdelen van vuurwapens nog geen onoverkomelijke problemen veroorzaken.) Maar blijkbaar nemen sommigen het daar al lang zo nauw niet meer mee. Akkoord, onze samenleving moet vrij zijn. Vrijheden waar eeuwenlang voor gevochten is, mogen niet teloor gaan. We moeten de verantwoordelijkheid dus bij het individu leggen. Het individu is vrij. Het kiest. Het is zelfs onaantastbaar. Heeft ontelbare rechten. O wee als iemand anders - ook een vrij individu! - die op de een of andere wijze dreigt te schenden! Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden en mag daarop worden aangesproken en zelfs afgerekend. Goed zo.
Maar houdt het daar op? Is het niet hoog tijd om in bepaalde gevallen eens kritisch te vragen welke vrijheid precies wordt gediend? Waarom zijn wapens vrij verkrijgbaar? Op welke manier precies bevordert dat de vrijheid? Hoeveel schade mag de vrijheid van meningsuiting aanrichten alvorens ze zichzelf opheft?
Alles wordt vaag. Discussies worden harder. Mensen onzekerder. Maar sommige dingen zouden toch vrij duidelijk mogen zijn:
een ander mens het leven benemen kan in geen geval, onder geen enkel beding.
wapens horen niet thuis in winkels die voor iedereen toegankelijk zijn. Er moet een andere manier zijn om ervoor te zorgen dat wie er echt eentje nodig heeft een wapen kan kopen op een legale en liefst niet al te klantvriendelijke manier.
vrije meningsuiting is een onaantastbare vrijheid maar dat maakt sommige meningen niet minder illegaal.
Voor het overige wens ik bijna iedereen een goed weekend toe.
_uiteindelijk dan toch !!! na veel discussies over copyright and such :
Stoofvlees op Jokkes wijze
Benodigdheden:
1 kg rundsstoofvlees
250 g gerookte spekblokjes
2 flesjes bruine Leffe (of ander donker bier van hoge gisting)
2 ajuinen
2 teentjes look
roomboter
1 sneetje oud brood besmeerd met mosterd
tijm, 1 laurierblad, komijn, koriander, oregano
zwarte peper en zout
Bereidingswijze:
1.Open de 2 flesjes bier
2.Drink er 1 op.
3.Doe boter in de pan, wacht tot ze bruin ziet.Voeg vlees toe en kruid het met peper en zout
4.Nadat het vlees mooi bruin gebakken is, neem je het uit de pan. Doe het vlees (met jus) in een kom
5.Bak de spekblokjes tot ze krokant zijn
6.Spekblokjes klaar ? Neem ze uit pan, doe ze bij het vlees in de kom
7.Doe opnieuw boter in de pan. Stoof de, ondertussen fijngesneden, ajuinen en look aan op zacht vuurtje
8.Ajuin gaar ? Doe het vlees, samen met het bier, de boterham, tijm, laurierblad (in enkele stukjes gebroken) in de pan. Water toevoegen tot alles ondergedompeld is.
9.Naar smaak kruiden met een hoop komijn, koriander, oregano
10.Laat 2 uur sudderen op matig vuur.Naar het einde toe regelmatig omroeren.
niet te geloven, die jongens van HUMO. aangezien ik pas sedert kort een jaarabonnement heb (- fijn cadeau ! -) en de post mijn HUMO pas rond 10u in de voormiddag brengt, verdiepte ik mij pas deze ochtend in hun pseudo- weergaloze albumbesprekingen en andere would be journalistieke inspanningen.
kon mijn ogen niet geloven toen ik de recensie van de nieuwe Pearl Jam begon te lezen en de eerste regel luidde: "in wat voor een dráák van een hoes hebben ze de nieuwe Pearl Jam nu gestoken!". Stof en ik waren het er twee weken gele- den al unaniem over eens dat deze hoes wel eens de mooiste hoes van 2006 kon zijn !!!
och ja, wie vraagt ons wat ? zeker de mannen van HUMO niet, natuurlijk. and so what! ook betwistbaar zijn natuurlijk die sterren : waarom kon er voor PJ geen vierde ster bij en de miskleun van de Peppers een ster af ?
telkens weer vragen wij ons toch af : is er nu eigenlijk niemand die de grote vedetten nog de vraag durft stellen : "hela, zoudt ge da wel doen, 28 nummers op twee cd's uitbrengen ? Zoudt ge nie beter distilleren en en een straffe plaat uitbrengen met 12 nummers ?"
bedenkingen en theorieën zat natuurlijk. om te beginnen zijn die jongens "binnen", uiteraard. hoeven ze niks meer te bewijzen, laat staan kritisch te zijn op zichzelf. ze kunnen hun goesting doen en dat mogen ze van ons. 't is hun gegund. maar of het de mensheid en/of de muziekgeschiedenis ten goede komt, dat is een andere vraag. zelfde verhaal met de nieuwe morrissey. cru gesteld : is er dan écht niemand (producers b.v.) die durft zeggen tegen die halfgoden dat bepaalde nummers ondermaats zijn ? kan het niet ? mag het niet ? dito voor de nieuwe prince, de laatste dEUS, U2, enzovoort enzovoort...
belachelijk, ergens, vind je niet ? ik vind het erg. het zijn ook mijn halfgoden. ze hebben geschiedenis geschreven, radicaal de muziekgeschiedenis bijgestuurd, geniale nummers geschreven, geniale platen gemaakt. daarom mogen ze voor mijn part altijd goden blijven, maar het zou verdienstelijker zijn om géén platen meer uit te brengen, dan wel tenenkrullende miskleunen die teren op nostalgie. heimwee naar een tijd toen de muze in goeie doen was.
van de artiesten naar de pers dan. wats daar gebeurd, zeg ? de laatste jaren komen er zo veel middelmatige tot bedroevende albums uit van groepen en artiesten die in het verleden bewezen hebben dat ze geniaal kunnen zijn en toch blijven die recensies nagenoeg allemaal ronduit lovend.
durft niemand nog iets zeggen ? of betalen promomachines tegenwoordig grof geld om de door marketingjongens opgestelde en ingestudeerde oneliners ("dit is onze strafste plaat tot nu toe") en anecdotes ("een klein mirakel") te laten zegevieren op realistische, weldoorvoelde en kritische recensies ?
wat een omgekeerde wereld, wat jammer allemaal. 't zal wel een teken des tijds zijn, veel geblaat en weinig wol. wij moeten onze eerste nog maken en hebben nu al het gevoel dat er goeie dingen zullen op staan. een plaatje vol energie, frisheid en drive. en als blijkt dat we er na die eerste of een tweede niet meer in slagen de wereld iets zinnigs voor te schotelen, nou, dan trekken wij mooi onze conclusies. Veel vacatures in den bouw, hoor ik vorige week...
Folks! Vorig weekend in totaal zeven uur op de trein gezeten. Op zo'n momenten zou een mens eigenlijk alleen maar kunnen uitschreeuwen : "Lang leve de mp3-spelers!!". De kreet bleef inwendig, want we luisterden en hoorden verschillende zaken die goed zijn (uiteraard is dit een absoluut subjectieve uitspraak gebaseerd op de meest individuele beleving van de meest individuele emotie ; laat mij parafraseren : "wij hoorden zaken die wij fantastisch vonden" ; en uiteraard mag iedereen het met mij oneens zijn):
- Tool, 10.000 Days : beestige nieuwe schijf van het viertal uit Los Angeles die bij momenten sterk aan de debuut EP "Opiate" doet denken ; meer core dan de vorige albums, vooral in de openingsnummers Vicarious en Jambi. Ook The Pot en Rosetta Stoned verkennen duistere paden langsheen snedige vocalen, tegendraadse partijen en loodzware Les Pauls. De lang uitgesponnen stiltes en 'opbouwsels' en 'outro's' getuigen van de eigenzinnigheid van de groep en zijn niet allemaal even makkelijk te verteren. Maar dan laat ik graag mijn oordeel achterwege ten voordele van een welgemeend "Tja, 't is Tool hé..." en vooral : 't is altijd een schijf troost, zo'n nieuwe Tool ; troost die werkt.
- Sonic Youth, Rather Ripped : bijzonder ironische albumtitel, als je weet dat ik naar de versie van de beruchte perslek zit te luisteren. Het album is te koop op 13 juni aanstaande en kopen is wat ik iedereen aanraad. Dit viertal uit NYC (ze zijn weer met vier!, Jim O'Rourke is er niet meer bij) gaat vlotjes naar de 50 toe, en dat hoor je hoegenaamd niet aan deze nieuwe plaat. Fris, jong, levendig, melodisch, postmodern en bij momenten zelfs wat minimalistisch, en vooral : fan-tas-tische songs. Het is onmiddellijk prijs vanaf nummer 1 (Reena), een díjk van een Kim Gordon nummer : structuur, klankpalet, die stem, dat gevoel en dan die bridge (!!!!) en dan gewoon terug naar wat zo fantastisch was aan het begin van het nummer... Meesterlijk. De Moore nummers (- er zitten ook pareltjes tussen -) wisselen mooi de Gordon nummers af. en het geheel doet eerder denken aan het geniale Murray Street dan aan het voorgaande album Sonic Nurse.
- Wat Pearl Jam op Pearl Jam doet in 2006 is van dezelfde frisheid en vastberadenheid als wat Sonic Youth op Rather Ripped doet, maar dan Seattle style, natuurlijk. Plaat die doet denken aan Vitalogy. Rocken gelijk de beesten met Life Wasted, World Wide Suicide en Big Wave. Absoluut smelten bij het wonderlijke Marker in the Sand. En wegdromen bij een aan Black (uit Ten) refererend Come Back. Puik.
Zat ook nog in mn oren :
- De nieuwe Paul Simon !!! "Surprise" : niet veel meer over te zeggen dan de good old kwaliteit van meneer Simon, your standard American Songwriting, maar dan in een bedje van experiment (Brain Eno aan de knoppen !) en hier en daar een vleugje ethnische invloeden (jammer genoeg niet van het kaliber van Graceland). Interessant om even te beluisteren.
- Appetite van GnR : a mood lifter, every time !!! zexy, vuil en vet. Beestig opwindend blijft ie (zie Recensie infra)
En let op : die treinstellen op IC-lijnen zijn ronduit super comfortabel. Vlotte overstappen. En een weekendbiljet valt ook best mee in prijs.
Er scheelt iets met die kerel. Hij heeft iets. A condition, zouden Amerikanen zeggen. In Vlaanderen is het meteen arrogant. Of sociaal onaangepast. Op zijn minst sociaal onhandig.
Een lichte vorm van congenitale prosopagnosie, zo leert ons het geniale Wikipedia. Hij heeft er, net zoals zijn vader, van kindsbeen af problemen mee om gezichten te onthouden, of tenminste de juiste betekenis te verbinden met het gezicht van iemand die plots aan de overkant van de straat of aan de toog gedag zegt. Sommige mensen kunnen helemaal geen gezichten onthouden en dan krijg je een soort van complete sociale isolatie. Maar tussen de twee is toch ook wel bijzonder vervelend. Vooral voor de derde. Want die begrijpt er niks van.
Komt er nog eens bij dat hij ook moeite heeft om namen te onthouden, dus dat is bijkans blind en doof zijn tegelijk. Gelukkig komt het ene niet vaak samen met het andere voor en lijkt alles nog herstelbaar, op sociaal vlak dan...
Vader loopt zaterdag voormiddag achteraan in de tuin rond, tevreden het stuk grond met nieuw gezaaid gras te inspecteren. In de dreef achter de tuin, komen enkele nordic walkers voorbij (blijkbaar een nieuwe rage, wandelen met skistokken, Nordic Walking). De leidster van de groep zegt enthousiast goeiedag en maakt grapjes over deze sport, die in het verre West-Vlaanderen nog heel wat opzien baart. Vader, master of kwinkslagen, grolt lustig mee. Wanneer de troep voorbijgetrokken is, draait ie zich om en moeder roept : Was dat Els ? (dochter van weet-ik-veel-wie). Vader haalt volledig in vrede met zichzelf en ongegeneerd zijn schouders op en zegt dat ie het begot niet zou weten.
Zaterdag avond, iets na middernacht, Café t Schaap in Hasselt. Het optreden van Nona Mez was intiem en intens professioneel. Het lijkt alsof alle groepen of artiesten uit de Leuvense stal na hun show op Play hier samentroepen. Het kan ook toeval zijn.
Hij staat aan de toog te bestellen en een grote kerel met een baseballpet komt naast hem staan :
-pet (casual): jow, hoe was het bij jullie?
-hij (verrast, moe): eurm, goed, goed! eum, heb jij ook gespeeld dan ?
-pet (going): jaja, in Café Café, daarnet, vreemde keet, maar het publiek kwam toch snel toestromen na het eerste nummer ; dit is pas een cool café, van inrichting, en zo...
-hij (in de war): bij wat speel jij dan ? sorry, eurm, maar ik heb je daarnet in de refter van de hogeschool zien zitten, enkele tafels verder, maar ik kan je niet plaatsen...
-pet (van zijn melk): uh, bij Milow. Milow, natuurlijk...
-hij (nog meer van zijn melk, door de grond aan het zakken) : fuck, Jonathan... ik had u niet herkend...
Daarna kan hij zich nog zo vaak verontschuldigen als ie wil, dit slaat natuurlijk jammerlijke sociale kloofjes...
Het is onvoorstelbaar. Exact drie dagen en vier uren geleden staat hij in de lounge van het Depot met gigantisch kiekenvel te genieten van de Oasis-klassieker Champagne Supernova in de versie van Jonathan alias Milow. Onherkenbaar aan het begin, vol spanning, professioneel en supergevoelig naar een climax gebracht. Kortom top. Krak een maand geleden, weliswaar in de latere uurtjes en na ettelijke glazen samen met Mike, staat hij op diezelfde plaats nog te zwanzen met Milow over een eventuele deelname aan de Open Mic.
Hasselt, vorige zaterdag. His brain lets him down. Its a weird condition.
Als je hem ooit tegenkomt, in al zijn onhandigheid, hou je het dan hopelijk op: t Is ne rare. Arrogantie is bewust bedoeld. Dit niet.
ik weet niet hoe het bij jullie zit, maar ik heb altijd gedacht dat Johan en Pierewiet gewoon twee nevenpersonages waren bij de Smurfen.
twee leuke figuren die af en toe kwamen opdraven (letterlijk) om deze of gene episode op te kruiden.
Johan, een koene ridder, woonachtig in niet minder dan een kasteel. het kasteel is natuurlijk niet van hem. Johan woont lekker bij papa. papa, de koning. ridders-jonkmannen in die dagen zagen er het nut niet van in hypothecaire leningen aan te gaan teneinde zo snel mogelijk eigen vastgoed te verwerven. nee, zij wilden zich vrij voelen, zodat er in hun gemoed en inborst plaats vrijkwam om te doen wat echt belangrijk was: op edelmoedige wijze wat armen uit de nood helpen, op vunzige wijze kroezen gerstennat verzwelgen bij het dozijn, op koene wijze nog snel een stuk of wat verdrukten onverdrukt maken, op achterbakse wijze aanpappen met zoveel mogelijk jonkvrouwen én daar vervolgens in de herberg over opscheppen tegen de makkers ...
gelukkig kon Johan bij de afhandeling van deze vele taken rekenen op twee trouwe helpers: ten eerste is er natuurlijk Pierewiet, de schildknaap, gezeten op een alleraardigst geitje genaamd Sikje. Pierewiet is overigens een muzikaal genie. vergeet dat niet. ten tweede is Beiaard, Johans paard. paard, of ook wel ros in die dagen. het paard, dus het ros... het ros beiaard.
u leest het goed, die Dendermondenaars hebben het volledig verkeerd voor. hun tienjaarlijkse ommegank ruikt naar geschiedvervalsing! het grote houten paard verzinnebeeldt niet het amper te temmen ros van ridder Reinout, zoon van Aymon, de Heer van Dendermonde, en Adelheid, lieftallige nicht van Karel De Grote. zij eren de verkeerde grootheden! ridder Johan behoort gevierd! net als de muzikale schildknaap! en liefst niet slechts om de tien jaar! ik reken op een rechtzetting van formaat.
nader onderzoek leert overigens dat Johan en Pierewiet geen nevenpersonages waren in de Smurfen! nee, zij waren er eerst! zij beleefden reeds vele avonturen lang voor er van smurfen sprake was! in 1958 verscheen 'De toverfluit en de zeven smurfen'. het werd een gigantisch succes. daaropvolgend kregen de smurfen hun eigen verhalenreeks. zij danken hun roem aan Johan en Pierewiet. Johan en Pierewiet effenden voor hen het pad van de showbizz, de weg naar de eeuwige roem.