Een in het oog springend berichtje op de website van de VRT:
Burundese rebellen leggen wapens neer
zo 19/04/09 12:54 - Agathon Rwasa, de leider van de Burundese
rebellenbeweging Forces Nationales de Libération (FNL), heeft
tijdens een ceremonie laten weten dat hij definitief de gewapende
strijd opgeeft. De burgeroorlog in Burundi duurde dertien jaar.
De FNL is de laatste grote rebellenbeweging in Burundi.
Rwasa deed de uitspraak tijdens een ceremonie voor de vredesakkoorden
die onlangs gesloten werden. "Voortaan laten we de wapens zwijgen en
gaan we ons toeleggen op de politieke strijd", klonk het in Rubira,
zowat 20 kilometer van de hoofdstad Bujumbura.
Bij de plechtigheid waren onder meer vertegenwoordigers van de VN, de
Afrikaanse Unie en enkele duizenden rebellen aanwezig.
Rwasa (foto) overhandigde symbolisch zijn wapen, een kalasjnikov, aan
een Zuid-Afrikaanse soldaat. Daarna onderging hij een medisch onderzoek
en ontving hij een erkenning als "gedemobiliseerd strijder."
De FNL telde naar schatting 20.000 leden. Een aantal van hen zal worden
geïntegreerd in het leger. De FNL zou volgende week al geregistreerd
worden als politieke partij.
Tijdens 13 jaar van etnische conflicten in Burundi zijn naar schatting
300.000 doden gevallen.
19-04-2009 om 22:11 geschreven door jeroen
17-04-2009
Zuidwaarts!
Mwiriwe neza!
Eerst en vooral bedankt voor de vele
verjaardagswensen! Ik heb niet op alle berichtjes gereageerd, maar ik
heb ze wel met veel plezier gelezen! Merci merci!!!
Ondertussen zoeft de tijd verder
en zijn ook Pasen en Paasmaandag alweer gepasseerd. En hoewel ze hier
nog nooit van paaseieren gehoord hebben, heb ik toch opnieuw een
heerlijk weekendje achter de rug!
Vrijdag moest ik voor een vergadering
in Bujumbura zijn. Net als een vorige keer was het een onderonsje
voor de 4 Burundese landbouwprojecten, om een interne visie te
formuleren omtrent de nodige inspanningen van de BTC voor de
landbouwsector en dat voor de komende 3 jaar. Volgende week wordt
immers een groot atelier georganiseerd om te discussiëren rond het
PIC, het Programme Indicatif de Coopération. Er ligt voor de periode
2010- 2012 in totaal 121 miljoen euro op tafel voor Burundi, dus daar
kan al eens over gepalaverd worden.
Maar goed, tot zover het werk, nu terug
naar het weekend. Vrijdagavond hadden we een etentje gepland met de
Burundese én Rwandese vrijwilligers. In een chic Indisch restaurant
waar ik de volle 10 euro betaalde! De Rwandezen hadden een paar dagen
vrij en hadden daarvan geprofiteerd om het mondaine Kigali in te
ruilen voor het rurale Bujumbura. In Rwanda brak 15 jaar geleden
immers de genocide uit (in de nacht van 6 op 7 april '94, kort na de
vliegtuigcrash waarin de Rwandese en de Burundese president omkwamen)
en dat werd er herdacht met een aantal massabijeenkomsten. Dit in
tegenstelling tot de kille stilte die volgens mijn Rwandese
bronnen normaliter gehandhaafd wordt omheen de genocide. Ze
vonden dat er al een aantal dagen een vreemde sfeer in Kigali hing en
dat ze de stad liever eventjes ontvluchtten.
Na het schransen was er uiteraard nog
tijd om even de beentjes te strekken in Kibira Bar, waar de
reggaecultuur schijnbaar aanwezig is en lokale muziekgroepjes
regelmatig het podium beklimmen. De volgende morgen moesten we
(dankzij de travaux communautaires) gelukkig niet te vroeg uit de
veren...
Toen chauffeur Ali ons met de huurwagen
kwam ophalen regende het pijpenstelen en ik vervloekte mezelf
binnensmonds omdat ik mijn regenjas in België gelaten had. Aprilse
grillen, de weergoden kennen er hier ook wat van! Maar goed, van een
spatje regen gaat een mens niet dood, zeker niet als het ondertussen
toch nog altijd tegen de 25 graden aanloopt. Dus hup, daar gingen we,
Aline, Lorraine, Anne-Charlotte en ik, Bujumbura uit, de weg
zuidwaarts volgend richting Bururi/Rutana.
De weg van behoorlijke kwaliteit
met slechts hier en daar een stevige put in het asfalt - klom flink
omhoog en een uurtje later vertoefden we rond het stadje Ijenda al op
een hoogte van pakweg 2000 meter, op een plek niet ver van de Mont
Heha, met zijn 2670 meter de hoogste van Burundi. Ijenda zelf is een
klein stadje, maar de katholieke kerk is hier net als overal in
Burundi aanwezig! En er staan vreemde maar schitterende bomen!
Ook hier bleven de wolken dreigend
grijs boven het prachtige landschap hangen. De 1300 meter extra
lieten zich natuurlijk wel voelen: van de 25 graden bleven er
misschien hoop en al nog 15 over; de meisjes haalden dan ook truien
en sjaals tevoorschijn om zich stevig in te pakken tegen de kou. Een
van de jongens (want ook Ali had zijn vestje aangedaan) probeerde
zich als een stoere Belg te gedragen, niet uit zijn lood te slaan
door de 'ietwat frisse temperaturen'.
Rond Ijenda zagen we vele theevelden.
Thee is na koffie het tweedegrootste exportproduct van Burundi en dus
cruciaal om de sterk hellende handelsbalans toch een klein beetje
terug in de juiste richting te duwen. In Ijenda zelf bevindt zich een
van de theeverwerkende fabrieken van het land.
Op de foto is het niet superduidelijk,
maar de huizen in deze regio zijn anders dan in de rest van het land.
Verschillende woningen en schuurtjes, meestal alle rond van vorm,
staan dicht opeen en zijn omgeven door een omheining die altijd
cirkelvormig is. Binnenin die omheining scharrelen enkele dieren rond
en worden tevens gewassen gekweekt.
's Middags gingen we iets eten in een
restaurant in Rutovu, blijkbaar eigendom van oud-president Buyoya
(1987-1993), die met behulp van een staatsgreep de derde president
van het land werd. Volgens sommigen een dictator als zovele andere,
volgens anderen een voorvechter van het beleid tegen de corruptie.
Hoe dan ook, hij zat aan het goed uitgeruste tafeltje naast ons en
werd omringd door 3 mooie vrouwen, gekleed als koninginnen... en Ali
zei dat zijn stem nog net zo klonk als destijds op de radio.
Uiteindelijk kwamen we op onze eerste
bestemming aan! De piramide die je hier ziet is bekend in heel het
land, want hij staat symbool voor de scheiding van de bekkens van 2
van Afrika's grootste rivieren: de Nijl en de Congo. Om het even
duidelijk te maken: de regen die noordwaarts van de piramide valt,
stroomt via talloze riviertjes naar de Nijl en mondt uiteindelijk uit
in de Middellandse Zee. De regendruppeltjes die zuidwaarts van de
piramide terechtkomen, zullen na een lange reis via de Congo de
Atlantische Oceaan bereiken.
Als kers op de taart heeft Burundi zich
het recht kunnen toeëigenen om te beschikken over de meest
zuidelijke bron van de Nijl! De Nijl, niet zomaar een riviertje, maar
met haar 6677 km de langste rivier ter wereld! En vergeet het
nijlpaard niet!
Aan de grootte van de parking te zien
verwachten ze horden toeristen, en onze auto stond er dan ook een
beetje eenzaam en alleen. Nochtans is door talloze
ontdekkingsreizigers (van Ptolemaeus tot Stanley) jarenlang gezocht
geweest naar deze bron. Het water stroomt via de Ruvyironza naar de
Ruvubu, komt zo in Tanzania terecht en vloeit in Rwanda samen met de
Kagera, om vervolgens in het Victoriameer te belanden. Nabij Kampala
(Oeganda) vervolgt de Nijl (de Witte Nijl) dan zijn weg, om zich in
Khartoem (Soedan) te vervoegen bij de Blauwe Nijl (die in het
Ethiopische Tanameer ontspringt) en als simpele 'Nijl' verder af te
zakken tot in Egypte.
Ik kon het niet nalaten de Egyptenaren
een slokje water te ontfutselen... wel vreemd om een beetje van de
Nijl in mijn buik te voelen klotsen. Ik moest echter al gauw weer
afscheid nemen van het Nijlwater, want de nacht erop voelde ik het
klotsende gevoel ook ter hoogte van mijn darmen... maar het bleef
beperkt tot dat ene nachtje... oef!
In de buurt van de bron stonden
prachtige boomvarens, die de plek een prehistorisch tintje gaven.
Nog een foto van de moderne
ontdekkingsreizigers. Naast mij zie je Anne-Charlotte, daarnaast
Lorraine en helemaal rechts Aline.
Anne-Charlotte was een van de Rwandese
bezoekers, ze werkt in Kigali als cartografe voor een
herbebossingsproject dat in de aanplanting van 10.000 hectare bos
voorziet! Ik moet toegeven dat ik toch eventjes een steekje van
jaloezie voelde... dat klinkt voor een land- en bosbeheerder toch als
een schitterend project!
Lorraine werkt in Bujumbura en pluist
de Burundese procedures rond de 'marchés publics' uit om alle
projecten te kunnen bijstaan waar nodig; een hels karwei als je 't
mij vraagt!
Aline werkt in Gitega (centraal
Burundi) voor een ander landbouwproject dat zich vooral bezig houdt
met de vraag naar zaaigoed, want er zijn grote tekorten en er schort
heel wat aan de kwaliteit van hetgeen de boeren nu gebruiken.
In tegenstelling tot de rest van het
land, leek het zuiden van het land me minder dicht bevolkt. Ik vond
het heel aangenaam om te zien dat er in Burundi nog bossen, moerassen
en grasvlakten overblijven waar het niet krioelt van de mensen.
Doorheen dit magnifieke landschap
volgden we een onverharde weg tot aan de warmwaterbronnen van
Muhweza. Als in een klein paradijsje, verscholen tussen het groen,
tussen klaterende riviertjes namen we daar een deugddoend bad,
ondertussen vriendelijk babbelend of zelfs schaterlachend met de
lokale bevolking. En omdat ik daar geen foto's van genomen heb, kan
ik alleen maar vertellen dat het een superrelaxerende ervaring was!
's Avonds trokken we verder naar Rutana, een
boerengat van niks maar toch de grootste stad van het zuidoosten van
het land. En we sliepen er als prinsen. Zoals eerder vermeld was er
wel één prins met darmstoornissen.
De volgende ochtend wachtten we het
optrekken van de mist af, maar rond 9 uur konden we toch vertrekken.
Bestemming: de watervallen van de Karera. Vlakbij, maar je moet ze
weten te vinden: Ali kent de streek gelukkig op zijn duimpje, hij is
dus naast chauffeur een uitstekende gids!
Toen we toekwamen, stormde een massa
mensen ons tegemoet. Ze waren er bijeengekomen voor de doop van 8
mensen, maar jammer genoeg was dat al gepasseerd. We kregen van
iedereen een handje, ik denk dat ze ons een 'joyeuse Pâques' wouden
wensen.
Eén van de 4 watervallen... prachtig,
en meer hoeft daar niet over gezegd te worden!
Een gigantische duizendpoot of een enorme miljoenpoot? Ik
durfde hem niet omdraaien om te zien over hoeveel paar poten per
segment het beestje beschikte, maar als ik goed kan tellen moet het
een duizendpoot (1 paar poten per segment) zijn?
Net als in Bellewaerde, maar dan gene
plastiek!
Op weg naar de volgende attractie: we
sjokten 3 uur lang door de Burundese savanne, achter gids Théofile
aan. Doel: de 'Faille des Allemands', een naar het schijnt
spectaculaire kloof. Ik ben de gids wel vergeten vragen wat de
Duitsers er precies mee te maken hebben...
Een ferm bloemetje langs het pad.
Veel toeristen komen hier niet langs:
we werden belaagd door kinderen én volwassenen die gefascineerd
waren door het kunnen van onze fototoestellen.
Het landschap was in ieder geval
indrukwekkend ruw. Donkere wolken pakten zich echter opnieuw samen en
even later barstte de bui los... doorweekt tot op het bot bereikten
we uiteindelijk de toegang tot de kloof, maar de plots opgekomen mist
verhulde al het moois dat daar op ons wachtte. We doken dan maar de
auto in, om de terugreis naar Bujumbura aan te vatten!
Maar terugkeren doe ik zeker, de faille
des Allemands zal zijn geheimen prijsgeven!
Tuzosubira!
17-04-2009 om 14:50 geschreven door jeroen
02-04-2009
Zesentwintig!
Haai,
Zondag
was een feestdag voor Kirundo: ik blies namelijk mijn 26ste kaarsje
uit en vond dat meer dan voldoende om een vet feestje op poten te
zetten. Bovendien was het een ideaal moment om mijn huis in te
wijden. Ik nodigde een 50-tal vrienden en kennissen én de buren uit;
een avondje exclusief Kirundonezen, want ik zag wel in dat mijn
vrienden uit Bujumbura de drie tot vier uur durende tocht op een
zondagavond niet zouden zien zitten. Misschien een wat gezocht
excuus, want ik wist ergens dat het zowiezo al serieus 'bakske vol'
zijn...
Met de voorbereidingen begonnen we ruim op tijd. De
gardiens van mijn huis (Désiré, Gaspard en Adolphe) waren
reuze-enthousiast en de hele week druk in de weer. Er waren avonden
dat ze rond 22u nog aan de deur klopten om me te vertellen dat hen
nog iets te binnen geschoten was waar we nog niet aan gedacht
hadden.
Zondag zelf was het uiteraard een drukke bedoening. Er
was dan ook een berg kuis- en snijwerk te verrichten: 2 enorme
trossen bakbananen, een 10-tal kilo tomaten en misschien evenveel
ajuinen, enkele avocado's, 12 witte kolen, 40 eieren en tenslotte 12
geitenpoten. Mijn kok en huishouder Michel had er zijn zoon en
Pierre, een vriend van hem, bijgehaald, en tuinman Elias was ook
ingeschakeld. Alles duidelijk onder het motto 'vele handen maken
licht werk'. Daarnaast was er trouwens nog een expert in huis gehaald
voor het bereiden van de brochetten, een specialiteit waar je in
Kirundo (en Burundi) niet om heen kan. De expert in kwestie wordt
hier trouwens de 'vétérinaire' genoemd en dat is zonder twijfel een
nationaal begrip.
Michel (links) en Pierre
(rechts) met het resultaat van hun noeste arbeid in de
handen...
De te frituren bananen werden
vakkundig gepeld door Elias (links) en de zoon van Michel (rechts).
Vergis u niet: het pellen van een bakbanaan is niet te vergelijken
met het snelle handgebaar waarmee een dessertbanaan van zijn jasje
ontdaan wordt: ik heb er zelfs 2 speciale messen voor moeten
kopen!
De vétérinaire aan het werk: er
kwamen wel verdacht weinig brochetten (57) tevoorschijn uit de 12
geitenpoten; ofwel heeft hij mijn raadgeving om het vet voldoende weg
te snijden te grondig uitgevoerd, ofwel is er toch iets over de haag
verdwenen...
Kort na de eerste bezoekers
liep het huis én het terras buiten al snel vol. Toen er plots een
serieuze onweersbui losbarstte, kreeg ik het even benauwd, want ik
had op het terrasmuurtje gerekend en er waren veel te weinig stoelen
om iedereen binnen een plaatsje te geven. Gelukkig trok de bui snel
over...
Oud en jong, rijk en arm, dik en
dun: ik heb echt geprobeerd om iedereen uit te nodigen, wat in een
klassenmaatschappij als de Burundese niet altijd het geval
is...
Tijdens het onweer viel (uiteraard!)
ook de elektriciteit weg. Gelukkig had ik een voorraadje kaarsen
ingeslaan; ik zou anders mijn bezoekers op de tast begroet moeten
hebben... het is echt niet zo gemakkelijk om een zwart gezicht in het
donker te herkennen!
Ik weet niet of ik al
eerder een foto van hem op de blog gezet heb, maar hier rechts zie je
Marcien, de Directeur d'Intervention van ons project, en de Burundese
evenknie van Josée.
Van Justine (rechts),
die voor Agro Action Allemande, een Duitse ngo, werkt, kreeg ik de
enige echte Burundese verjaardagskaart! Blijkbaar is dat hier toch
niet zo de gewoonte...
Vanzelfsprekend
diende ik ook een korte speech af te steken: een Burundese (en
Afrikaanse) traditie als geen ander! Het was pas toen dat ik besefte
dat ik de enige umuzungu (blanke) van de hele bende was... Fabien en
Josée hadden immers laten weten dat ze niet konden
komen.
Vervolgens was het etenstijd!
Aanschuiven maar...
Geef toe dat het er
lekker uitziet! Voor wie de gefrituurde bananen niet zou ontdekken:
ze zijn bedekt met een tomatensausje!
Adolphe,
die die avond geen dienst had, maar me toch goed geholpen heeft met
het ronddragen van de drank, smulde mee.
Emery,
Basile en Déo (vlnr) volgden zijn voorbeeld! Basile is Congolees en
een van mijn beste vrienden hier; hij heeft me ondertussen al
uitgenodigd voor zijn trouwfeest op 18 april in
Bukavu!
Nadien was het tijd voor de taart,
die ik cadeau gekregen had van... Cadeau, ook een goeie vriend van
me. Hij had ze speciaal laten maken door enkele zusters van een
katholieke kloosterorde hier vlakbij. Hij had ook één grote kaars
gekocht, maar die zou de taart zowat verpletterd hebben, dus heb ik
er zelf maar een gewone kaars in geplant. Een kaars die symbool staat
voor mijn 26e jaar zeg maar, mijn Burundi-jaartje.
Hoewel ik er wat show
rond verkocht heb, was het deze keer, in tegenstelling tot andere
jaren, dan ook niet de lastigste keer om de kaarsjes uit te blazen...
Daarna was het snijden
geblazen...
En ik moet zeggen: het
smaakte helemaal niet slecht!
Vervolgens was het aan
Bashy om zijn trukendoos boven te halen: hij had speciaal zijn
muziekinstallatie meegebracht om iedereen eens flink uit zijn dak te
laten gaan...
... wat dan ook gebeurde!
Opzwepende Afrikaanse
ritmes, een mens zou er verslaafd aan geraken!
Cadeau (links) en Rachid,
een halve Omaniet, dronken nog een glas, ik veronderstel op mijn
gezondheid...
Later op de avond werden
er echte broederschappen gesmeed. Hier met Arcade, Rachid en Joseph.
En nog later vonden Désiré
en Gaspard dat het zeer goed geweest was! En die mening deel ik met
hen!
Jullie zien het: een mens
moet niet thuisblijven om zijn verjaardag te vieren! Wat natuurlijk
niet wil zeggen dat ik hier niemand gemist heb!
Vele groetjes!!
02-04-2009 om 20:45 geschreven door jeroen
28-03-2009
Atelier de sensibilisation
Gisteren was een topdag voor ons
project: in de gebouwen van de DPAE (provinciale overheidsdienst voor
de landbouw) organiseerden we ons eerste grote 'atelier de
sensibilisation', waarvoor we 150 mensen uitgenodigd hadden.
De voornaamste gasten onder hen waren
de vertegenwoordigers van de rijsttelers, melkveehouders, vissers en
viskwekers, aangezien het doel van de bijeenkomst was hen de
doelstelling van het project volledig uit de doeken te doen, met
nadruk op de activiteiten van het CAI (Centre d'Appui aux
Initiatives). Daarnaast waren er de gemeentelijke en provinciale
landbouwingenieurs en veeartsen, de vertegenwoordigers van alle ngo's
actief in de provincie...
... en nog een aantal imposante
persoonlijkheden, waaronder de altijd goedlachse gouverneur (links) en Paul
Van Impe (rechts), de plaatselijke vertegenwoordiger van de BTC te Burundi.
Justin (de directeur van het CAI,
links) en Fabien in volle actie!
Er werd aandachtig geluisterd... zolang
het in het Frans was, natuurlijk! Rechts van mij zie je Nestor, onze
boekhouder, en daarnaast zit Françoise, secretaresse en
administratieve duizendpoot van ons project.
Om het hier heersende overwicht van
mannen wat te breken, hadden we ook een 10-tal vrouwen uitgenodigd.
En ze lieten zich in ieder geval zien! En af en toe ook horen!
Vervolgens was het Antoines beurt, die
in het Kirundi uiteenzette hoe de efficiëntie en impact van het
project opgevolgd en geëvalueerd zullen worden. Aangezien ik de
projectie in het Frans op de achtergrond diende te verzorgen, was het
even overleggen hoelang ik moest doen over een slide. En hoewel ik
mijn best deed om het Kirundi te volgen, moest ik er op het einde
toch nog snel snel 4 slides doordraaien...
Vervolgens was het aan mij: ik kon, met
Antoine als tolk Frans-Kirundi aan mijn zijde, gelukkig in het Frans
aan de slag. In mijn uiteenzetting had ik het over 'La protection de
l'environnement et le développement durable', een transversaal thema
van de BTC dat hier in Kirundo van cruciaal belang is. Geen
landbouwontwikkeling zonder oog voor het milieu! Het hele ecologische
wel en wee van de provincie draait immers rond de moerassen en de
meren van de provincie. De moerassen zijn als grote sponzen die het
water dat valt in het regenseizoen lang vasthouden en langzaam
vrijgeven. Aangezien zij van nature zowel stroomop- als
stroomafwaarts van de meren voorkomen, regelen zij ook het
waterniveau ervan. Momenteel zijn de moerassen in grote mate in
cultuur gebracht (70 tot 80%), maar vaak worden zij, door ondoordacht
te werk te gaan, te intensief gedraineerd. Dit veroorzaakt de
teloorgang van de veenachtige structuur van de bodem en dus ook de
waterabsorberende capaciteit van het moeras. Wat niet alleen het
einde betekent van een goed opbrengend stuk grond, maar ook als
het moeras stroomafwaarts van een meer ligt een gedeeltelijke tot
totale uitdroging van het meer met zich mee kan brengen.
Nu, ik was nadien tevreden, want ik had
toch de indruk dat de boodschap goed overgekomen was; hoewel ik
nadien van een enkele journalist te horen kreeg dat ik het iets te
technisch had aangepakt...
Natuurlijk werd ook de inwendige mens
niet vergeten...
Chauffeurs Richard (links) en Patrice
(midden) en Josée, directeur van het project PADAP, alle drie in de
kleuren van het BTC. Merk ook op dat sommige Vlaamse kranten zelfs in
hartje Burundi aan hun publiciteit werken...
Doei*
28-03-2009 om 22:55 geschreven door jeroen
22-03-2009
Fietstochtje
Vandaag een mooie afsluiter van het weekend: ik leende een fiets
van een vriend van mijn kompaan Cadeau en samen zijn we naar de
Rwandees-Burundese grenspost gereden.
Een prachtige tocht, heen en terug 75 kilometer. Met een ommetje via
het natuurgebied Murehe aan de rand van het Lac Rweru, na Tanganyika
het grootste meer van Burundi. Een schitterend uitzicht op het meer was er wel, maar jammer dat er van het primaire bos in Murehe geen spoor meer
te bekennen viel. Officieel zou er tijdens de crisisperiode 4000 van de
5000 hectare gekapt geweest zijn, maar ik heb van de resterende 1000
toch niet veel kunnen terugvinden. Alleen wat savanneachtig secundair
bos, met daartussenin veldjes maniok en bruine bonen én de fundamenten
van wat eens de trotse huizen waren van de Belgen en later ook andere
blanken. Zij dolven in Murehe naar cassiteriet, een erts waaruit tin
gewonnen wordt. Tijdens een inval van enkele Rwandese rebellen in 1972
werd het hele boeltje echter geplunderd, de blanken vluchtten hals over
kop weg en sindsdien blijft dat cassiteriet blijkbaar zitten waar het
zit. Ter hoogte van de voormalige opslagloodsen heb ik trouwens mijn
Nederlands nog eens kunnen bovenhalen: een Zuid-Afrikaanse
gepensioneerde boer leidde er de werkzaamheden voor het oprichten van
een gsm-mast voor Africell. Toen ik vroeg of dat wel kon in een
"natuurgebied", moest hij lachen en vertelde me dat zijn arbeiders de
dag ervoor door de lokale autoriteiten in de gevangenis waren gegooid,
maar dat een telefoontje naar Bujumbura dat geschil snel had opgelost...
De grenspost zelf oogde behoorlijk "clean" en lag als een eilandje in
een zone niemandsland, aangezien de laatste 2 kilometer door een
neutrale zone liep. Wel mooi: vooral aan de Rwandese zijde wordt hier
streng op toegezien en vertaalt dit zich in een ondoordringbare
wildernis.
De rit zelf was anders wel behoorlijk stevig, af en toe een kuitenbijter van formaat... gelukkig was er weinig verkeer en waren de versnellingen van de fiets (een Europees tweedehands exemplaar uit Kampala) betrouwbaar!
Maar jammer genoeg vergat ik deze ochtend de batterij van mijn fototoestel uit de oplader te halen...
22-03-2009 om 20:19 geschreven door jeroen
21-03-2009
Een Moens op bezoek!
Vandaag kreeg ik onverwachts bezoek van
Wim Moens, de broer van mijn oom Hugo! Allez, helemaal onverwachts
was het niet want ik had woensdag al een telefoontje gekregen van het
thuisfront om dat aan te kondigen. Maar het was toch net als een verrassing!
Wim werkt voor BRS (de Belgian
Raiffeisen Foundation, die zich bezig houdt met sociale financiering:
meer op www.brs-vzw.be) en
landde donderdag in Kigali. Doel van zijn reis is het opvolgen van
een aantal projecten in Rwanda, Burundi en Uganda. Gisteren was hij
in Ngozi, op zowat een uurtje rijden van Kirundo, waar de ngo Louvain
Développement (gekoppeld aan de universiteit van Louvain-la-Neuve,
www.louvaindev.org) een
koffieproject lopen heeft in samenwerking met UCODE, een lokaal
actief agentschap voor microfinanciering. Het interessante van de
zaak is dat de mensen van UCODE ook actief zijn in Kirundo, én dus
een toekomstige partner zijn voor mijn project (het project PADAP).
Aangezien lokale boerenassociaties vaak kampen met een tekort aan
garanties om microkredieten te bekomen, zou PADAP een garantiefonds
beschikbaar stellen om die boeren toch de kans te geven bij UCODE aan
te kloppen.
Aangezien het etenstijd was, ging de
hele ploeg een hapje eten en ze wisten het juiste adres te vinden:
een restaurantje waar volgens velen de beste kip van Burundi wordt
geserveerd! De bende was talrijk - naast mensen van UCODE en Louvain
Développement was er ook een adviseur van het Nederlandse Terrafina
(www.terrafina.nl) maar
toch kon ik er moeiteloos de heer Moens uithalen; ofschoon er enkele
cruciale details ontbreken, heeft hij toch veel van mijn oom weg.
Hij komt, hij komt... Op
dag 1 in Kirundo was het al prijs. Monsieur le Président komt
Kirundo bezoeken! Niet dat dit zo uitzonderlijk is, Pierre
Nkurunziza, in de volksmond Pita genoemd, doorkruist de laatste
maanden het hele land om overal het goeie voorbeeld te geven door de
handen uit de mouwen te steken. Bovendien is het een uitstekende
manier om zijn populariteit veilig te stellen. Hij werd ontvangen
door zowat de helft van de inwoners en er werd zelfs even geheupwiegt
op het ritme van enkele liedjes gezongen door een bende keurig
uitgedoste schoolkinderen. Doel van zijn komst was het planten van
een paar boompjes op een strook grond gelegen langsheen de kersverse
weg naar Kigali (Rwanda). Ontbossing is een pijnpunt in dit land en
daar wil de president duidelijk iets aan doen. Na zijn inspanningen
spoorde hij de bevolking eveneens aan zijn werk voort te zetten
tijdens de 'travaux communautaires', de verplichte gemeenschapsdienst
op zaterdagochtend van 8 tot 10 uur.
Vervolgens vertrok hij
weer, en met hem zijn kolonne bestaande uit enkele zware en
geblindeerde jeeps, een ziekenwagen en een reeks pick-ups volgeladen
met militairen. Ik besefte maar al te goed dat ik het advies van mijn
werkgever in de wind had geslagen... maar ik heb me wel voorgenomen
in het vervolg dergelijke volkstoelopen te vermijden, hoe zeer mijn
collega's me ook trachten te overtuigen. Desalniettemin is de kans op
een aanslag drastisch afgenomen sinds op 4 december 2008 een akkoord
ondertekend werd met de laatste actieve Burundese rebellengroepering
(FNL/Palipehutu). Haar militanten zouden zich ondertussen aan het
terugtrekken zijn uit het nationaal park van Kibira, waar ze zich
verscholen hielden onder het dikke lover van het laatste stukje
tropisch regenwoud dat Burundi nog rest...
17-03-2009 om 21:09 geschreven door jeroen
03-03-2009
Twee maanden later
Mwaramutse!
Eindelijk begin ik eraan!
Nu de eerste twee maanden Burundi er bijna opzitten, wordt het wel eens
tijd om hier iets neer te pennen. Ik had dan ook eventjes tijd nodig
om alles goed tot me te laten doordringen. En internet is hier voorlopig nog een luxe...
Maar allez hup... welkom
in tropisch Afrika! Net als Aline, Lorraine, Laure, Alice, Jessica en
Tom had ik Brussel acht uur geleden achter me gelaten. Op het tarmac
van de piepkleine luchthaven van Bujumbura was de combinatie van
geuren, warmte en vochtigheid onmiskenbaar. De douaniers daarentegen
onhérkenbaar vlug én minzaam. We werden gretig verwelkomd door een
trosje mensen van de BTC, waaronder ook Jelle en Sarah, en een paar
tellen later snorden we al over een vlakke weg door een duister en
nog mysterieus landschap in de richting van de hoofdstad. Silhouetten
van palmboven wuifden zachtjes in de avondbries, sterren flonkerden
aan de hemel, de hand van onze chauffeur lag losjes op zijn stuur...
was het beeld dat ik had van dit land, nog in de ban van geweld en
terreur, dan toch niet helemaal juist? Afwachten maar...
Bujumbura ontplooide zich
de volgende dag in volle glorie, en dat reeds voldoende vroeg,
dankzij de exotisch klinkende maar voor mij toch vooral overijverige
vogels. Na een lekker ontbijtje in ons pensionnetje volgde een kort
maar plezant verkenningstochtje met mijn vier Franstalige
gezelschapsdames. Overbodig te zeggen dat ik serieus mijn best moest
doen om ook een vinger in de pap te brokken te hebben...
Van links naar rechts: Lorraine, Aline, Laure en Alice, op het schitterende Saga Plage met Bujumbura op de achtergrond.
Na het middageten (jaja,
half pension op kosten van de Belgische Staat) gidsten Tom, Jessica
en Eva, de drie doorwinterde vrijwilligers hier, ons al slenterend
door het stadscentrum. Bouwkundig was er niet veel charmants aan te
ontdekken, veel beton en glas en her en der wat oude koloniale
gedrochten, maar wel rustig voor een hoofdstad, met veel groen,
opvallend veel villa's en brede straten en uiteraard schitterend
gelegen aan de rand van het Tanganyikameer. Op de oever van dat
reusachtige meer hoorde ik wat later mijn allereerste nijlpaard
knorren en dronk ik mijn eerste Burundese pint, het nationale vocht
hier, plaatselijk gebrouwen maar dan wel door een van de
paradepaardjes van de Hollandse economie. En ook hier boekt dat
paradepaardje gegarandeerd hoge omzetcijfers.
Zicht op het Tanganyikameer en het donkere Congo aan de overzijde vanuit het 'appartement du lac' van ons project.
Na het nuttigen van het
noodzakelijke passeerden we nog even langs de 'appartements du lac',
het Belgische bastion met een omwalling waar zelfs Vauban van
gedroomd moet hebben. Een beetje overdreven? Misschien wel, maar in
tijden van uitbrekende crisisjes waarschijnlijk toch een
geruststellend veilig oord. Ook ik heb daar ondertussen een stekje
voor als ik eens een weekendje in Bujumbura wil doorbrengen. En reken
maar dat ik daar werk van zal maken! Zeker nu ik de Afrikaanse ritmes
in de discotheken heb opgesnoven en op 'Saga Plage' heb rondgehangen,
wat volgens de boekjes zowat één van de mooiste stranden van het
Afrikaanse binnenland moet zijn. En daar kan ik mij zonder problemen
bij neerleggen!
Een visje eten op het strand om op krachten te komen...
om daarna een partijtje volleybal aan te gaan...
en uiteindelijk ferm verbrand de schaarse schaduw op te zoeken.
Tot zover Bujumbura. Maar
wat met Burundi? Want wie Bujumbura gezien heeft, heeft Burundi nog
niet gezien. Voor de niet-cartofielen misschien nog een kort woordje
over het geografische. Burundi is een klein landje, wat kleiner nog
dan België, iets ten zuiden van de evenaar en net zoals
zusterdwergstaatje Rwanda geprangd tussen de reuzen Tanzania en
Congo. Een plukje op de wereldkaart waar wij Belgen al eens voor in
de atlas moeten neuzen. Nochtans is het een van onze voormalige
koloniën, een Duits cadeautje dat we net zoals Rwanda én de
Oostkantons verkregen na de Eerste Wereldoorlog. Bovendien is het -
op dit moment toch - een van de weinige plaatsen waar wij kleine
Belgen zich eventjes groot kunnen wanen. Niet zozeer omdat het
personeel van de ambassade hier met een in het oog springende CD-01
op hun nummerplaten rondtoert, maar vooral omdat de Belgische staat
een van de voornaamste bilaterale partners is van de Burundese staat.
Vorig jaar droegen de Belgische belastingbetalers samen zomaar
eventjes 40 miljoen euro bij, verspreid over een hele reeks
projecten, met als gemeenschappelijk doel de levensstandaard hier
toch enigszins op te krikken. Een emmer water die naar zee gedragen
wordt? Misschien, maar de Burundese zee lijkt me zeker niet
onmetelijk uitgestrekt, dus zelfs die ene emmer zal zowiezo welkom
zijn.
Maar waar in dat kleine
landje woon en werk ik nu precies? Om even terug te keren naar de
landkaart: Burundi heeft zowat de vorm van een hart, een echt hart
uit de biologieles wel te verstaan en niet het roze of peperkoeken
exemplaar. Als je op zoek gaat naar de aorta van dat hart, helemaal
in het noorden, kom je vanzelf in de provincie Kirundo uit, het
actieterrein van het project waar ik deel van uitmaak. Onze bureaus,
onze uitvalsbasis als het ware, zijn centraal gelegen in het
hoofdstadje van de provincie, het gelijknamige Kirundo, een naar
Belgische normen middelmatig groot dorp van 10.000 inwoners. Dat
klinkt ergens banaal, en zo ziet het er op het eerste gezicht ook
uit, maar het stadje heeft een niet te onderschatten centrumfunctie.
Kirundo heeft weliswaar nog geen bibliotheek, maar het telt, naast de
verschillende ngo's, een ziekenhuis, een gerechtshof, een militaire
kazerne, een grote marktplaats, een viertal banken, talloze hotels,
bars en restaurantjes, een voetbal-, basket- en tennisplein (jammer
genoeg mankeert er nog een zwembad), een moskee (zonder enig benul
van de wet op geluidsoverlast), een aantal protestantse en
pinksterkerken, een katholieke kathedraal en bijbehorende
kloostergebouwen, enkele tankstations (die vaak droog staan) en
uiteraard een klein discotheekje. Af en toe loopt de tribune van het
voetbalstadion vol, twee keer per week wordt er een grote markt
gehouden en 's zondags gaat iedereen op zijn paasbest naar de
ochtendmis...
Kirundo, met centraal de rode daken van de markthallen.
Het altijd drukke centrum van Kirundo en een opvallend aanwezig, maar normaal opvallend afwezig, verkeersbord.
Voor de rest is de
provincie één groot landbouwgebied. Er zijn weliswaar nog een
aantal andere centrumplaatsjes (de provincie is ingedeeld in 7
gemeenten), maar het overgrote deel van de families leeft dicht opeen
in schamele kleine huizen en moet het rooien met wat hun lapje grond
voortbrengt. En in het wat lager gelegen noorden van de provincie is
zelfs dat de laatste tijd, door het uitblijven van de normale
regenval, niet voldoende. Dat merkten we laatst duidelijk op tijdens
een door ons georganiseerde boerenbijeenkomst in de gemeente
Bugabira. Naast de administratie en de gemeentelijke
landbouwingenieur en veearts, was er slechts één iemand komen
opdagen. De rest had zijn kat gestuurd, omdat juist op hetzelfde
moment een kolonne vrachtwagens, gevuld met zakken voor de
voedselbedeling, de gemeente binnentrok.
De moerassen van Kirundo, nog gedeeltelijk onontgonnen, maar meestal toegewijd aan de rijstteelt.
Ons project, het project
PADAP Kirundo (Projet d'Appui au Développement Agricole de la
Province de Kirundo), is er juist om dat soort situaties in de
toekomst te helpen voorkomen. De voedselproductie verhogen en de
vermarkting ervan stimuleren. Geen eenvoudige opgave. Maar we zijn
eraan begonnen! Deze week hebben we juist de eerste bijeenkomsten in
de verschillende gemeenten afgerond. Deze hadden tot doel de
gemeentelijke diensten en de coöperatieven enerzijds op de hoogte te
brengen van het bestaan van ons project, en anderzijds gegevens te
vergaren over de aanwezigheid en de activiteiten van de coöperatieven
in de gemeente.
Aan het werk in de gemeente Ntega, op een kleine bijeenkomst met als doel ons project voor te stellen aan alle geïnteresseerden.
Een eerste luik van ons
werk zal erin bestaan om met een aantal bestaande coöperatieven
verspreid over de provincie een reeks kleinschalige projecten uit de
grond te stampen. Hierbij richten we ons vooral op coöperatieven die
zich bezighouden met de melkveehouderij, het vangen of kweken van vis
of het verbouwen van rijst, aangezien een voorstudie uitgevoerd door
het Franse IRAM uitgewezen heeft dat deze activiteiten de
veelbelovende troeven voor de provincie vormen.
Aan de oever van het Lac aux Oiseaux in Kirundo, in het gezelschap van Diona, de dolle hond van mijn chef/collega Fabien.
Voor wie wil is er een bootje om een tochtje te maken naar het beschermde eilandje op de achtergrond, waar het zou wemelen van de vogels.
Uiteraard zal de inhoud
van deze projectjes voor een groot deel afhangen van wat de
coöperatieven zelf aandragen. Toch zijn een aantal van onze
actiepunten reeds vastgelegd in het bestaande werkplan, dat gebaseerd
is op de voorstudie van het IRAM. Voor de melkveehouderij zullen we
o.a. de kruising van lokale rassen met rassen uit Oeganda stimuleren.
Dit moet zorgen voor een verhoging van de melkproductie van 1 tot 2
naar 6 tot 8 liter per koe per dag. Daarnaast zullen we trachten een
voormalige kaasmakerij opnieuw op te starten. Voor de visvangst
zullen een aantal aanlegsteigers geconstrueerd worden, evenals een
aantal centra de vis gedroogd of gerookt kan worden. Viskwekers
zullen kunnen rekenen op technische ondersteuning bij het herstel en
onderhoud van hun visvijvers. En voor de rijsttelers wordt een
herinrichting van de rijstvelden voorzien, naast de aankoop van een
aantal machines voor het pellen van de rijst. Tevens zal aandacht
geschonken worden aan het verbeteren van de opslagmogelijkheden, door
een aantal hangars te bouwen. Een belangrijke overkoepelende poot
voor de verschillende sectoren is het verzekeren van de
kredietverstrekking voor de coöperatieven. Daartoe zal het project
zich, na grondige studie van de kredietaanvraag, garant stellen bij
de bank of financieringsinstelling.
Al deze maatregelen
moeten enerzijds als voorbeeld dienen voor de andere coöperatieven,
en anderzijds is het de bedoeling dat het pilootprojecten worden waar
we kunnen uit leren en in een latere fase van het project kunnen op
voortbouwen, zij het dan niet meer door zomaar alles te schenken,
maar wel door kredieten te verlenen. Natuurlijk staat zowat elke
coöperatieve wel te springen om aan deze pilootprojecten deel te
kunnen nemen. En natuurlijk zijn sommigen zelfs bereid enkel daarom
al een nieuwe coöperatieve te beginnen. Maar papieren coöperatieven
kunnen we natuurlijk missen als kiespijn. Daarom zullen wij ons eerst
en vooral toespitsen op het afnemen van enquêtes bij deze
coöperatieven om een idee te verkrijgen over de interne sociale
structuur en de professionaliteit van elk van hen. Op basis daarvan,
en in samenspraak met de vertegenwoordigers van de verschillende
sectoren, van de gemeentelijke en provinciale diensten en van de
bestaande ngo's, zullen wij beslissen met welke coöperatieven we
nauwer gaan samenwerken.
Rondom het meer zitten talloze vissers op bananenbladeren; hopelijk genieten zij tijdens hun werk ook van de pracht van de natuur die alomtegenwoordig is.
Een tweede luik van het
project omvat de uitbouw van het CAI, het Centre d'Appui aux
Initiatives. Het CAI heeft, zoals de naam het zegt, tot doel een
kenniscentrum te zijn waar coöperatieven, maar ook privépersonen,
terecht kunnen voor raad op technisch, organisatorisch, juridisch en
financieel vlak. Om precies de belangrijkste speerpunten van het CAI
te bepalen, zullen we in de hele provincie een 25-tal interactieve
bijeenkomsten organiseren, waarop iedereen welkom is en uitgenodigd
wordt om samen de belangrijkste noden en tekorten te formuleren. Om
deze thema's nadien concreet en snel aan te pakken, zal het CAI een
reeks opleidingen, gepaard gaand met studiereizen, organiseren. Dit
kan bijvoorbeeld een opleiding zijn rond kunstmatige inseminatie bij
runderen, maar evengoed rond het financieel beheer van een
coöperatieve. Bedoeling is dat het CAI op termijn een op zichzelf
staand en onafhankelijk bureau wordt, dat ook in zijn eigen
financiering kan voorzien, door zich voor zijn diensten te laten
betalen. Op lange termijn, als de commercialisatie zich kan
voltrekken en een aantal coöperatieven over voldoende middelen
beschikt, zou dat mogelijk moeten zijn.
Andere vissers gebruiken boten en vissen met behulp van netten. In het verleden werd daarvoor vaak gebruik gemaakt van al dan niet uitgedeelde muggennetten, waardoor zelfs het laatste kleinste visje spoedig opgevist was en de overheid het vissen zes maanden lang aan banden moest leggen om het visbestand een kans te geven om zich te herstellen.
Eva en ik op stap. Eva werkt vaak in Kirundo, zij controleert er voor de BTC de waterkwaliteit van een aantal nieuw geplaatste waterputten.
Een derde luik bestaat er
juist in de commercialisatie van de producten te versterken. Eigenlijk valt dit derde luik onder het eerste. Opnieuw
zal hierbij in een eerste fase gestart worden met enquêtes, om de
economische keten voor elk van de producten te ontrafelen en een idee
te krijgen van de prijzen en winstmarges. Met behulp van die gegevens
zullen we nadien de nodige maatregelen nemen om eventueel bestaande
monopolies te doorbreken en op die manier artificiële
prijsregulatiemechanismen te voorkomen. Het aanpassen van het
zaaischema en de teeltkeuze behoort tot een van de vele mogelijkheden
om niet alleen de voedselzekerheid, maar ook de marktzekerheid te
vergroten. De verwerking van de initiële producten zal eveneens
gestimuleerd worden. Bovendien kunnen we contacten tussen bepaalde
schakels in de keten proberen versterken, zolang dit er maar toe
bijdraagt dat het inkomen van de kleine producenten gegarandeerd
wordt.
Nogmaals het Lax aux Oiseaux, omgeven door vele bananenvelden.
Het vierde en laatste
luik bestaat in de institutionele ondersteuning. Dit luik is wat ons
project, een bilateraal project, onderscheidt van de projecten van
ngo's die in dezelfde sector werken. De samenwerking met de
gemeentelijke en provinciale diensten die zich toeleggen op de
landbouwsector, is voor ons project een kernpunt. Dit houdt onder
andere in dat de landbouwingenieur en veearts werkzaam in elke
gemeente, een motor zullen krijgen om hun terreinwerk op
professionele wijze te kunnen verrichten. Daarnaast is het vooral de
provinciale dienst DPAE (Direction Provinciale de l'Agriculture et de
l'Elevage), die de gemeentelijke diensten coördineert, die zeer nauw
bij het hele project betrokken zal worden. Bedoeling is dat zij op de
hoogte is van elke stap die gezet wordt en dat zij voor bepaalde
beslissingen mee rond de tafel gaat zitten. De kerngedachte is immers
dat, wanneer het BTC haar troepen ooit terugtrekt uit Kirundo, het
DPAE de opvolging van het project in handen neemt. Om haar taken te
kunnen uitvoeren, wordt zij ondertussen ook voorzien van de nodige
transportmiddelen, computers en allerhande ander nuttig materiaal.
Het bilaterale aspect van
ons project wordt verder beklemtoont door de aanwezigheid van een
tweekoppige directie. Josée, een Nederlandse in dienst van het BTC,
vertegenwoordigt daarbij de Belgische zijde, terwijl Marcien,
aangesteld door het lokale Ministerie van Landbouw, de Burundese kant
voor zijn rekening neemt. Zij tweeën hebben hun bureaus bovendien
geïntegreerd in de gebouwen van het DPAE, om de samenwerking
compleet te maken.
Het CAI, dat zich dus
onder de koepel van het project PADAP positioneert, wordt eveneens
geleid door een Belgisch-Burundese tandem, zij het dan opnieuw met de
nodige mankracht uit één van onze buurlanden. Fabien is immers
Fransman, en wordt bijgestaan door Justin-Marie, die reeds vele jaren
ervaring heeft en zowat elke 'colline' van de provincie kent. En zij
kunnen dan weer rekenen op de ondersteuning van Antoine-Marie en
mezelf. Het CAI bevindt zich op beperkte afstand van het DPAE in een
ander gebouwtje, een afgehuurd huis vlakbij de markt. De ligging is
vooral zo gekozen om boeren en vissers op marktdagen de kans te geven
om snel eens binnen te springen.
Voilà. Tot daar een
korte schets van het project PADAP Kirundo.
Natuurlijk is er nog veel
meer. Maar daarvoor laat ik binnenkort nog wat foto's spreken!