Hallo hallo!
Hmmm... misschien iets té enthousiast begonnen, want de laatste weken ben ik de blog
wat uit het oog verloren... er is nochtans heel wat gebeurd! Ter
compensatie, en vooral omdat ik dus wat lui ben, een fotoreportage
met wat beperkte stukjes tekst.
1/ Validation des associations
Op het 'atelier de validation' van 22
april werden, in samenspraak met vertegenwoordigers van de 7
gemeenten van de provincie, de plaatsen vastgelegd waar ons project
de eerste pilootproeven zou uitvoeren. Hierbij werd vooral rekening
gehouden met de troeven van de verschillende gemeenten: wie geen meer
op zijn grondgebied liggen heeft, hoeft geen aanlegsteigers voor de
vissers natuurlijk...

Nadien gingen we aan de slag in de
verschillende gemeenten zelf (hier in Vumbi) om te bepalen welke
coöperaties de pilootproeven in handen zullen nemen.

Alle inwoners van de gemeente waren
hiervoor uitgenodigd, en we lieten het democratisch proces zijn gang
gaan.

Onder de eucalyptusbomen werden soms
verhitte discussies gevoerd.

Maar uiteindelijk slaagden we er toch
altijd in een paar namen op papier te zetten! Natuurlijk is alles nog
onder voorbehoud: er worden eerst nog economische en technische
haalbaarheidsstudies uitgevoerd. Deze zullen deels uitbesteed worden
aan consulenten, maar als alles goed verloopt begin ikzelf op 1 juni
ook aan het uitvoeren van enquêtes die ons duidelijk moeten maken of
wat we voor ogen hebben wel realiseerbaar is! Voor mij wel een
verademing om daadwerkelijk iets zelf te kunnen gaan doen; tot nu toe
was ik toch vooral niet meer dan een aandachtige en kritische
toeschouwer.
2/ Mont Heha
Tussendoor tijd voor een
weekenduitstapje met de Belgische vrienden uit Bujumbura. Op naar het
hoogstgelegen punt in Burundi: de Mont Heha, met zijn 2670 meter geen
reus, maar toch een grotere broer van de Signal de Botrange.
De beklimming was een makkie: onze
huurauto bracht ons via verschrikkelijke wegen op zowat een uurtje
stappen van de top. Het was er wel mistig en koud, en het griepje dat
ik al enige tijd voelde sluimeren, bleek zich daar volledig in zijn
sas te voelen.

Volgens onze lokale gidsen enkele
jongens uit een dorp in de buurt regent het er bijna het hele
jaar rond: het droge seizoen zou hier maar een kleine twee maanden
(juli-augustus) in beslag nemen. Dit liet zich ook duidelijk zien in
de vegetatie, waar soorten in voorkwamen die me zelfs even aan de
Zweedse wouden deden terugdenken.

Niet alleen de flora op deze
sprookjesberg was heel bijzonder, volgens de gidsen kan je hier bij
valavond ook 7 witte olifanten waarnemen. Met slurf en al, maar niet
groter dan een ferme geit. Rarara... maar we kregen ze jammer genoeg
niet te zien!

Een ander mysterie dat volgens Tom, één
van de BTC-vrijwilligers, moest opgehelderd worden, was de hoogte van
de Heha. Hij was er eerder al eens langsgereden en had toen met een
paar collega's verbaasd staan kijken: zijn GPS gaf een hoogte aan van
2400 meter en die berg leek toch nog een heel stuk omhoog te rijzen.
Zou de hoogste berg van Burundi dan toch zijn geheim hebben? Zouden
we in de geografische wereldgeschiedenisboeken belanden? Onze GPS
die we speciaal hadden meegenomen sloeg onze ijdele droom echter
genadeloos aan diggelen.

De terugweg verliep opnieuw erg
onstuimig...

... met om de zoveel kilometer een
prachtig vergezicht, zoals hier op het Tanganyikameer.
3/ Préparation des voyages
d'étude
Een dikke week later en na het
uitzieken van het griepje - was het opnieuw tijd voor een reisje,
maar dan in werkverband. Met de collega's toerden we 4 dagen door
Burundi om projectjes te bezoeken waar we later eventueel zouden
kunnen terugkomen met enkele boeren/vissers uit Kirundo, om hen te
inspireren.

Op weg naar Cibitoke kregen we een wel
heel mooi voorbeeld van erosie te zien. In Burundi wordt dit probleem
maar beperkt bestreden.

In Cibitoke bezochten we onder andere
een vereniging van suikerrietboeren, die zich samen enkele
suikerrietpersen (waaronder een elektrische) hadden aangeschaft.

Omdat het bereiden van suiker uit het
suikerrietsap niet vanzelfsprekend is, wordt het sap in dergelijke
kleine projectjes meestal gebruikt om er een likeur van te bereiden.
Daartoe wordt eveneens gemalen sorghum aan het sap toegevoegd.

Ook in Kirundo werken een 40-tal boeren
rond een dergelijk project, wat dus mogelijkheden geeft tot het
uitwisselen van ervaringen. Enkele van deze foto's komen trouwens uit
de ouwe doos: we bezochten hen reeds eerder bij ons in Kirundo.

In Cibitoke bezochten we verder nog een
interessant centrum waar allerhande opleidingen georganiseerd worden,
van de bijenteelt tot de schrijnwerkerij toe. Ze geven er zelfs een
vakblad uit voor de bijenteelt, dat in heel het land verspreid wordt.
Nadien trokken we zuidwaarts naar
Gihanga, waar we een project rond rijstteelt bezochten, en naar
Rumonge, waar gewerkt wordt rond palmolie. Daarvan heb ik jammer
genoeg geen foto's, aangezien we voornamelijk de kantoren aandeden om
te overleggen met de verantwoordelijken. Dus kan ik alleen maar
zeggen dat de uitgestrekte rijst- en oliepalmvelden waar we doorheen
kruisten verdomd indrukwekkend waren.

Langs het vissersdorp Nyanza-Lac en
Makamba waar we opnieuw enkel praatten, nu over vis en vissers -
ging het naar Rutana, waar we terug de rijstvelden indoken.

Hier keken we even binnen in een hangar
die gebruikt wordt door een coöperatieve om naast hun oogst hun
kunstmeststoffen, zaaigoed en bestrijdingsmiddelen op te slaan. De
provinciale landbouwdienst (DPAE) werkt hier trouwens met een
uitgekiend terugbetalingssysteem. Het DPAE ontvangt vaak giften van
NGO's etc. onder de vorm van kunstmest en pesticiden, maar verkoopt
deze aan de coöperatieven, die na de oogst in natura, met rijst dus,
betalen. Met die rijst kan het DPAE het seizoen erop nieuw aangelegde
rijstvelden laten inzaaien, en zo de productie in de regio jaar na
jaar verhogen.

De boeren hebben er samen ook een
rijstpelmachine en een maniokmolen aangekocht.

De rijstvelden worden bevloeid via een
ingenieus irrigatiesysteem, dat zijn oorsprong kent in een reservoir
gevormd door een kleine stuwdam op een riviertje.

Nog in Rutana gingen we kijken naar een
verzamelplaats met hangar, waar de bonen lagen te drogen in de warme
middagzon.

Wat verder reden we even langs de
SOSUMO, een door de staat geleide suikerfabriek omringd door
ettelijke honderden hectaren suikerriet. Doel van deze missie was
echter niet de fabriek zelf, die uiteraard niet binnen de proporties
ligt die het project beoogt, maar wel het restaurantje 'Matonge',
waar een ingeweken Congolese familie ons wat te eten voorschotelde.
Het restaurant lag in de arbeiderswijken rond de suikerfabriek, waar
volgens mijn collega's de hele vorige generatie geveld werd door het
HIV-virus.

De laatste stop hielden we in een regio
waar veel ananassen gekweekt worden, tussen Rutana en Gitega. Een
makkelijke te vermenigvuldigen vrucht, die weinig eisens stelt aan
klimaat en bodem. Jammer genoeg ontbreekt het de mensen hier aan een
verwerkende industrie, zodat de prijzen bijzonder laag liggen: tussen
de 10 en 15 eurocent per ananas.
Hoewel ik er hier niet veel woorden aan
vuil gemaakt heb, was deze rondreis voor mij bijzonder interessant.
Overal pikte ik wel iets op, zowel op technisch als op
structureel-organisatorisch vlak.
En ik ben tevens opgelucht: dit land
heeft echt nog mogelijkheden!!
24-05-2009 om 23:10 geschreven door jeroen 
|