Mwaramutse!
Eindelijk begin ik eraan!
Nu de eerste twee maanden Burundi er bijna opzitten, wordt het wel eens
tijd om hier iets neer te pennen. Ik had dan ook eventjes tijd nodig
om alles goed tot me te laten doordringen. En internet is hier voorlopig nog een luxe...
Maar allez hup... welkom
in tropisch Afrika! Net als Aline, Lorraine, Laure, Alice, Jessica en
Tom had ik Brussel acht uur geleden achter me gelaten. Op het tarmac
van de piepkleine luchthaven van Bujumbura was de combinatie van
geuren, warmte en vochtigheid onmiskenbaar. De douaniers daarentegen
onhérkenbaar vlug én minzaam. We werden gretig verwelkomd door een
trosje mensen van de BTC, waaronder ook Jelle en Sarah, en een paar
tellen later snorden we al over een vlakke weg door een duister en
nog mysterieus landschap in de richting van de hoofdstad. Silhouetten
van palmboven wuifden zachtjes in de avondbries, sterren flonkerden
aan de hemel, de hand van onze chauffeur lag losjes op zijn stuur...
was het beeld dat ik had van dit land, nog in de ban van geweld en
terreur, dan toch niet helemaal juist? Afwachten maar...
Bujumbura ontplooide zich
de volgende dag in volle glorie, en dat reeds voldoende vroeg,
dankzij de exotisch klinkende maar voor mij toch vooral overijverige
vogels. Na een lekker ontbijtje in ons pensionnetje volgde een kort
maar plezant verkenningstochtje met mijn vier Franstalige
gezelschapsdames. Overbodig te zeggen dat ik serieus mijn best moest
doen om ook een vinger in de pap te brokken te hebben... 
Van links naar rechts: Lorraine, Aline, Laure en Alice, op het schitterende Saga Plage met Bujumbura op de achtergrond.
Na het middageten (jaja,
half pension op kosten van de Belgische Staat) gidsten Tom, Jessica
en Eva, de drie doorwinterde vrijwilligers hier, ons al slenterend
door het stadscentrum. Bouwkundig was er niet veel charmants aan te
ontdekken, veel beton en glas en her en der wat oude koloniale
gedrochten, maar wel rustig voor een hoofdstad, met veel groen,
opvallend veel villa's en brede straten en uiteraard schitterend
gelegen aan de rand van het Tanganyikameer. Op de oever van dat
reusachtige meer hoorde ik wat later mijn allereerste nijlpaard
knorren en dronk ik mijn eerste Burundese pint, het nationale vocht
hier, plaatselijk gebrouwen maar dan wel door een van de
paradepaardjes van de Hollandse economie. En ook hier boekt dat
paradepaardje gegarandeerd hoge omzetcijfers. 
Zicht op het Tanganyikameer en het donkere Congo aan de overzijde vanuit het 'appartement du lac' van ons project.
Na het nuttigen van het
noodzakelijke passeerden we nog even langs de 'appartements du lac',
het Belgische bastion met een omwalling waar zelfs Vauban van
gedroomd moet hebben. Een beetje overdreven? Misschien wel, maar in
tijden van uitbrekende crisisjes waarschijnlijk toch een
geruststellend veilig oord. Ook ik heb daar ondertussen een stekje
voor als ik eens een weekendje in Bujumbura wil doorbrengen. En reken
maar dat ik daar werk van zal maken! Zeker nu ik de Afrikaanse ritmes
in de discotheken heb opgesnoven en op 'Saga Plage' heb rondgehangen,
wat volgens de boekjes zowat één van de mooiste stranden van het
Afrikaanse binnenland moet zijn. En daar kan ik mij zonder problemen
bij neerleggen! 
Een visje eten op het strand om op krachten te komen...

om daarna een partijtje volleybal aan te gaan...

en uiteindelijk ferm verbrand de schaarse schaduw op te zoeken.
Tot zover Bujumbura. Maar
wat met Burundi? Want wie Bujumbura gezien heeft, heeft Burundi nog
niet gezien. Voor de niet-cartofielen misschien nog een kort woordje
over het geografische. Burundi is een klein landje, wat kleiner nog
dan België, iets ten zuiden van de evenaar en net zoals
zusterdwergstaatje Rwanda geprangd tussen de reuzen Tanzania en
Congo. Een plukje op de wereldkaart waar wij Belgen al eens voor in
de atlas moeten neuzen. Nochtans is het een van onze voormalige
koloniën, een Duits cadeautje dat we net zoals Rwanda én de
Oostkantons verkregen na de Eerste Wereldoorlog. Bovendien is het -
op dit moment toch - een van de weinige plaatsen waar wij kleine
Belgen zich eventjes groot kunnen wanen. Niet zozeer omdat het
personeel van de ambassade hier met een in het oog springende CD-01
op hun nummerplaten rondtoert, maar vooral omdat de Belgische staat
een van de voornaamste bilaterale partners is van de Burundese staat.
Vorig jaar droegen de Belgische belastingbetalers samen zomaar
eventjes 40 miljoen euro bij, verspreid over een hele reeks
projecten, met als gemeenschappelijk doel de levensstandaard hier
toch enigszins op te krikken. Een emmer water die naar zee gedragen
wordt? Misschien, maar de Burundese zee lijkt me zeker niet
onmetelijk uitgestrekt, dus zelfs die ene emmer zal zowiezo welkom
zijn. 
Maar waar in dat kleine
landje woon en werk ik nu precies? Om even terug te keren naar de
landkaart: Burundi heeft zowat de vorm van een hart, een echt hart
uit de biologieles wel te verstaan en niet het roze of peperkoeken
exemplaar. Als je op zoek gaat naar de aorta van dat hart, helemaal
in het noorden, kom je vanzelf in de provincie Kirundo uit, het
actieterrein van het project waar ik deel van uitmaak. Onze bureaus,
onze uitvalsbasis als het ware, zijn centraal gelegen in het
hoofdstadje van de provincie, het gelijknamige Kirundo, een naar
Belgische normen middelmatig groot dorp van 10.000 inwoners. Dat
klinkt ergens banaal, en zo ziet het er op het eerste gezicht ook
uit, maar het stadje heeft een niet te onderschatten centrumfunctie.
Kirundo heeft weliswaar nog geen bibliotheek, maar het telt, naast de
verschillende ngo's, een ziekenhuis, een gerechtshof, een militaire
kazerne, een grote marktplaats, een viertal banken, talloze hotels,
bars en restaurantjes, een voetbal-, basket- en tennisplein (jammer
genoeg mankeert er nog een zwembad), een moskee (zonder enig benul
van de wet op geluidsoverlast), een aantal protestantse en
pinksterkerken, een katholieke kathedraal en bijbehorende
kloostergebouwen, enkele tankstations (die vaak droog staan) en
uiteraard een klein discotheekje. Af en toe loopt de tribune van het
voetbalstadion vol, twee keer per week wordt er een grote markt
gehouden en 's zondags gaat iedereen op zijn paasbest naar de
ochtendmis... 
Kirundo, met centraal de rode daken van de markthallen.

Het altijd drukke centrum van Kirundo en een opvallend aanwezig, maar normaal opvallend afwezig, verkeersbord.
Voor de rest is de
provincie één groot landbouwgebied. Er zijn weliswaar nog een
aantal andere centrumplaatsjes (de provincie is ingedeeld in 7
gemeenten), maar het overgrote deel van de families leeft dicht opeen
in schamele kleine huizen en moet het rooien met wat hun lapje grond
voortbrengt. En in het wat lager gelegen noorden van de provincie is
zelfs dat de laatste tijd, door het uitblijven van de normale
regenval, niet voldoende. Dat merkten we laatst duidelijk op tijdens
een door ons georganiseerde boerenbijeenkomst in de gemeente
Bugabira. Naast de administratie en de gemeentelijke
landbouwingenieur en veearts, was er slechts één iemand komen
opdagen. De rest had zijn kat gestuurd, omdat juist op hetzelfde
moment een kolonne vrachtwagens, gevuld met zakken voor de
voedselbedeling, de gemeente binnentrok. 
De moerassen van Kirundo, nog gedeeltelijk onontgonnen, maar meestal toegewijd aan de rijstteelt.
Ons project, het project
PADAP Kirundo (Projet d'Appui au Développement Agricole de la
Province de Kirundo), is er juist om dat soort situaties in de
toekomst te helpen voorkomen. De voedselproductie verhogen en de
vermarkting ervan stimuleren. Geen eenvoudige opgave. Maar we zijn
eraan begonnen! Deze week hebben we juist de eerste bijeenkomsten in
de verschillende gemeenten afgerond. Deze hadden tot doel de
gemeentelijke diensten en de coöperatieven enerzijds op de hoogte te
brengen van het bestaan van ons project, en anderzijds gegevens te
vergaren over de aanwezigheid en de activiteiten van de coöperatieven
in de gemeente.

Aan het werk in de gemeente Ntega, op een kleine bijeenkomst met als doel ons project voor te stellen aan alle geïnteresseerden.
Een eerste luik van ons
werk zal erin bestaan om met een aantal bestaande coöperatieven
verspreid over de provincie een reeks kleinschalige projecten uit de
grond te stampen. Hierbij richten we ons vooral op coöperatieven die
zich bezighouden met de melkveehouderij, het vangen of kweken van vis
of het verbouwen van rijst, aangezien een voorstudie uitgevoerd door
het Franse IRAM uitgewezen heeft dat deze activiteiten de
veelbelovende troeven voor de provincie vormen.

Aan de oever van het Lac aux Oiseaux in Kirundo, in het gezelschap van Diona, de dolle hond van mijn chef/collega Fabien.

Voor wie wil is er een bootje om een tochtje te maken naar het beschermde eilandje op de achtergrond, waar het zou wemelen van de vogels.
Uiteraard zal de inhoud
van deze projectjes voor een groot deel afhangen van wat de
coöperatieven zelf aandragen. Toch zijn een aantal van onze
actiepunten reeds vastgelegd in het bestaande werkplan, dat gebaseerd
is op de voorstudie van het IRAM. Voor de melkveehouderij zullen we
o.a. de kruising van lokale rassen met rassen uit Oeganda stimuleren.
Dit moet zorgen voor een verhoging van de melkproductie van 1 tot 2
naar 6 tot 8 liter per koe per dag. Daarnaast zullen we trachten een
voormalige kaasmakerij opnieuw op te starten. Voor de visvangst
zullen een aantal aanlegsteigers geconstrueerd worden, evenals een
aantal centra de vis gedroogd of gerookt kan worden. Viskwekers
zullen kunnen rekenen op technische ondersteuning bij het herstel en
onderhoud van hun visvijvers. En voor de rijsttelers wordt een
herinrichting van de rijstvelden voorzien, naast de aankoop van een
aantal machines voor het pellen van de rijst. Tevens zal aandacht
geschonken worden aan het verbeteren van de opslagmogelijkheden, door
een aantal hangars te bouwen. Een belangrijke overkoepelende poot
voor de verschillende sectoren is het verzekeren van de
kredietverstrekking voor de coöperatieven. Daartoe zal het project
zich, na grondige studie van de kredietaanvraag, garant stellen bij
de bank of financieringsinstelling.
Al deze maatregelen
moeten enerzijds als voorbeeld dienen voor de andere coöperatieven,
en anderzijds is het de bedoeling dat het pilootprojecten worden waar
we kunnen uit leren en in een latere fase van het project kunnen op
voortbouwen, zij het dan niet meer door zomaar alles te schenken,
maar wel door kredieten te verlenen. Natuurlijk staat zowat elke
coöperatieve wel te springen om aan deze pilootprojecten deel te
kunnen nemen. En natuurlijk zijn sommigen zelfs bereid enkel daarom
al een nieuwe coöperatieve te beginnen. Maar papieren coöperatieven
kunnen we natuurlijk missen als kiespijn. Daarom zullen wij ons eerst
en vooral toespitsen op het afnemen van enquêtes bij deze
coöperatieven om een idee te verkrijgen over de interne sociale
structuur en de professionaliteit van elk van hen. Op basis daarvan,
en in samenspraak met de vertegenwoordigers van de verschillende
sectoren, van de gemeentelijke en provinciale diensten en van de
bestaande ngo's, zullen wij beslissen met welke coöperatieven we
nauwer gaan samenwerken.

Rondom het meer zitten talloze vissers op bananenbladeren; hopelijk genieten zij tijdens hun werk ook van de pracht van de natuur die alomtegenwoordig is.
Een tweede luik van het
project omvat de uitbouw van het CAI, het Centre d'Appui aux
Initiatives. Het CAI heeft, zoals de naam het zegt, tot doel een
kenniscentrum te zijn waar coöperatieven, maar ook privépersonen,
terecht kunnen voor raad op technisch, organisatorisch, juridisch en
financieel vlak. Om precies de belangrijkste speerpunten van het CAI
te bepalen, zullen we in de hele provincie een 25-tal interactieve
bijeenkomsten organiseren, waarop iedereen welkom is en uitgenodigd
wordt om samen de belangrijkste noden en tekorten te formuleren. Om
deze thema's nadien concreet en snel aan te pakken, zal het CAI een
reeks opleidingen, gepaard gaand met studiereizen, organiseren. Dit
kan bijvoorbeeld een opleiding zijn rond kunstmatige inseminatie bij
runderen, maar evengoed rond het financieel beheer van een
coöperatieve. Bedoeling is dat het CAI op termijn een op zichzelf
staand en onafhankelijk bureau wordt, dat ook in zijn eigen
financiering kan voorzien, door zich voor zijn diensten te laten
betalen. Op lange termijn, als de commercialisatie zich kan
voltrekken en een aantal coöperatieven over voldoende middelen
beschikt, zou dat mogelijk moeten zijn. 
Andere vissers gebruiken boten en vissen met behulp van netten. In het verleden werd daarvoor vaak gebruik gemaakt van al dan niet uitgedeelde muggennetten, waardoor zelfs het laatste kleinste visje spoedig opgevist was en de overheid het vissen zes maanden lang aan banden moest leggen om het visbestand een kans te geven om zich te herstellen.

Eva en ik op stap. Eva werkt vaak in Kirundo, zij controleert er voor de BTC de waterkwaliteit van een aantal nieuw geplaatste waterputten.
Een derde luik bestaat er
juist in de commercialisatie van de producten te versterken. Eigenlijk valt dit derde luik onder het eerste. Opnieuw
zal hierbij in een eerste fase gestart worden met enquêtes, om de
economische keten voor elk van de producten te ontrafelen en een idee
te krijgen van de prijzen en winstmarges. Met behulp van die gegevens
zullen we nadien de nodige maatregelen nemen om eventueel bestaande
monopolies te doorbreken en op die manier artificiële
prijsregulatiemechanismen te voorkomen. Het aanpassen van het
zaaischema en de teeltkeuze behoort tot een van de vele mogelijkheden
om niet alleen de voedselzekerheid, maar ook de marktzekerheid te
vergroten. De verwerking van de initiële producten zal eveneens
gestimuleerd worden. Bovendien kunnen we contacten tussen bepaalde
schakels in de keten proberen versterken, zolang dit er maar toe
bijdraagt dat het inkomen van de kleine producenten gegarandeerd
wordt.

Nogmaals het Lax aux Oiseaux, omgeven door vele bananenvelden.
Het vierde en laatste
luik bestaat in de institutionele ondersteuning. Dit luik is wat ons
project, een bilateraal project, onderscheidt van de projecten van
ngo's die in dezelfde sector werken. De samenwerking met de
gemeentelijke en provinciale diensten die zich toeleggen op de
landbouwsector, is voor ons project een kernpunt. Dit houdt onder
andere in dat de landbouwingenieur en veearts werkzaam in elke
gemeente, een motor zullen krijgen om hun terreinwerk op
professionele wijze te kunnen verrichten. Daarnaast is het vooral de
provinciale dienst DPAE (Direction Provinciale de l'Agriculture et de
l'Elevage), die de gemeentelijke diensten coördineert, die zeer nauw
bij het hele project betrokken zal worden. Bedoeling is dat zij op de
hoogte is van elke stap die gezet wordt en dat zij voor bepaalde
beslissingen mee rond de tafel gaat zitten. De kerngedachte is immers
dat, wanneer het BTC haar troepen ooit terugtrekt uit Kirundo, het
DPAE de opvolging van het project in handen neemt. Om haar taken te
kunnen uitvoeren, wordt zij ondertussen ook voorzien van de nodige
transportmiddelen, computers en allerhande ander nuttig materiaal.
Het bilaterale aspect van
ons project wordt verder beklemtoont door de aanwezigheid van een
tweekoppige directie. Josée, een Nederlandse in dienst van het BTC,
vertegenwoordigt daarbij de Belgische zijde, terwijl Marcien,
aangesteld door het lokale Ministerie van Landbouw, de Burundese kant
voor zijn rekening neemt. Zij tweeën hebben hun bureaus bovendien
geïntegreerd in de gebouwen van het DPAE, om de samenwerking
compleet te maken.
Het CAI, dat zich dus
onder de koepel van het project PADAP positioneert, wordt eveneens
geleid door een Belgisch-Burundese tandem, zij het dan opnieuw met de
nodige mankracht uit één van onze buurlanden. Fabien is immers
Fransman, en wordt bijgestaan door Justin-Marie, die reeds vele jaren
ervaring heeft en zowat elke 'colline' van de provincie kent. En zij
kunnen dan weer rekenen op de ondersteuning van Antoine-Marie en
mezelf. Het CAI bevindt zich op beperkte afstand van het DPAE in een
ander gebouwtje, een afgehuurd huis vlakbij de markt. De ligging is
vooral zo gekozen om boeren en vissers op marktdagen de kans te geven
om snel eens binnen te springen.
Voilà. Tot daar een
korte schets van het project PADAP Kirundo.
Natuurlijk is er nog veel
meer. Maar daarvoor laat ik binnenkort nog wat foto's spreken! Tot een volgende! 
Hier alvast een fotootje van mijn huis(je)...
|