Mwiriwe neza!
Eerst en vooral bedankt voor de vele
verjaardagswensen! Ik heb niet op alle berichtjes gereageerd, maar ik
heb ze wel met veel plezier gelezen! Merci merci!!!
Ondertussen zoeft de tijd verder
en zijn ook Pasen en Paasmaandag alweer gepasseerd. En hoewel ze hier
nog nooit van paaseieren gehoord hebben, heb ik toch opnieuw een
heerlijk weekendje achter de rug!
Vrijdag moest ik voor een vergadering
in Bujumbura zijn. Net als een vorige keer was het een onderonsje
voor de 4 Burundese landbouwprojecten, om een interne visie te
formuleren omtrent de nodige inspanningen van de BTC voor de
landbouwsector en dat voor de komende 3 jaar. Volgende week wordt
immers een groot atelier georganiseerd om te discussiëren rond het
PIC, het Programme Indicatif de Coopération. Er ligt voor de periode
2010- 2012 in totaal 121 miljoen euro op tafel voor Burundi, dus daar
kan al eens over gepalaverd worden.
Maar goed, tot zover het werk, nu terug
naar het weekend. Vrijdagavond hadden we een etentje gepland met de
Burundese én Rwandese vrijwilligers. In een chic Indisch restaurant
waar ik de volle 10 euro betaalde! De Rwandezen hadden een paar dagen
vrij en hadden daarvan geprofiteerd om het mondaine Kigali in te
ruilen voor het rurale Bujumbura. In Rwanda brak 15 jaar geleden
immers de genocide uit (in de nacht van 6 op 7 april '94, kort na de
vliegtuigcrash waarin de Rwandese en de Burundese president omkwamen)
en dat werd er herdacht met een aantal massabijeenkomsten. Dit in
tegenstelling tot de kille stilte die volgens mijn Rwandese
bronnen normaliter gehandhaafd wordt omheen de genocide. Ze
vonden dat er al een aantal dagen een vreemde sfeer in Kigali hing en
dat ze de stad liever eventjes ontvluchtten.
Na het schransen was er uiteraard nog
tijd om even de beentjes te strekken in Kibira Bar, waar de
reggaecultuur schijnbaar aanwezig is en lokale muziekgroepjes
regelmatig het podium beklimmen. De volgende morgen moesten we
(dankzij de travaux communautaires) gelukkig niet te vroeg uit de
veren...
Toen chauffeur Ali ons met de huurwagen
kwam ophalen regende het pijpenstelen en ik vervloekte mezelf
binnensmonds omdat ik mijn regenjas in België gelaten had. Aprilse
grillen, de weergoden kennen er hier ook wat van! Maar goed, van een
spatje regen gaat een mens niet dood, zeker niet als het ondertussen
toch nog altijd tegen de 25 graden aanloopt. Dus hup, daar gingen we,
Aline, Lorraine, Anne-Charlotte en ik, Bujumbura uit, de weg
zuidwaarts volgend richting Bururi/Rutana.

De weg van behoorlijke kwaliteit
met slechts hier en daar een stevige put in het asfalt - klom flink
omhoog en een uurtje later vertoefden we rond het stadje Ijenda al op
een hoogte van pakweg 2000 meter, op een plek niet ver van de Mont
Heha, met zijn 2670 meter de hoogste van Burundi. Ijenda zelf is een
klein stadje, maar de katholieke kerk is hier net als overal in
Burundi aanwezig! En er staan vreemde maar schitterende bomen!

Ook hier bleven de wolken dreigend
grijs boven het prachtige landschap hangen. De 1300 meter extra
lieten zich natuurlijk wel voelen: van de 25 graden bleven er
misschien hoop en al nog 15 over; de meisjes haalden dan ook truien
en sjaals tevoorschijn om zich stevig in te pakken tegen de kou. Een
van de jongens (want ook Ali had zijn vestje aangedaan) probeerde
zich als een stoere Belg te gedragen, niet uit zijn lood te slaan
door de 'ietwat frisse temperaturen'.

Rond Ijenda zagen we vele theevelden.
Thee is na koffie het tweedegrootste exportproduct van Burundi en dus
cruciaal om de sterk hellende handelsbalans toch een klein beetje
terug in de juiste richting te duwen. In Ijenda zelf bevindt zich een
van de theeverwerkende fabrieken van het land.

Op de foto is het niet superduidelijk,
maar de huizen in deze regio zijn anders dan in de rest van het land.
Verschillende woningen en schuurtjes, meestal alle rond van vorm,
staan dicht opeen en zijn omgeven door een omheining die altijd
cirkelvormig is. Binnenin die omheining scharrelen enkele dieren rond
en worden tevens gewassen gekweekt.
's Middags gingen we iets eten in een
restaurant in Rutovu, blijkbaar eigendom van oud-president Buyoya
(1987-1993), die met behulp van een staatsgreep de derde president
van het land werd. Volgens sommigen een dictator als zovele andere,
volgens anderen een voorvechter van het beleid tegen de corruptie.
Hoe dan ook, hij zat aan het goed uitgeruste tafeltje naast ons en
werd omringd door 3 mooie vrouwen, gekleed als koninginnen... en Ali
zei dat zijn stem nog net zo klonk als destijds op de radio.

Uiteindelijk kwamen we op onze eerste
bestemming aan! De piramide die je hier ziet is bekend in heel het
land, want hij staat symbool voor de scheiding van de bekkens van 2
van Afrika's grootste rivieren: de Nijl en de Congo. Om het even
duidelijk te maken: de regen die noordwaarts van de piramide valt,
stroomt via talloze riviertjes naar de Nijl en mondt uiteindelijk uit
in de Middellandse Zee. De regendruppeltjes die zuidwaarts van de
piramide terechtkomen, zullen na een lange reis via de Congo de
Atlantische Oceaan bereiken.

Als kers op de taart heeft Burundi zich
het recht kunnen toeëigenen om te beschikken over de meest
zuidelijke bron van de Nijl! De Nijl, niet zomaar een riviertje, maar
met haar 6677 km de langste rivier ter wereld! En vergeet het
nijlpaard niet!
Aan de grootte van de parking te zien
verwachten ze horden toeristen, en onze auto stond er dan ook een
beetje eenzaam en alleen. Nochtans is door talloze
ontdekkingsreizigers (van Ptolemaeus tot Stanley) jarenlang gezocht
geweest naar deze bron. Het water stroomt via de Ruvyironza naar de
Ruvubu, komt zo in Tanzania terecht en vloeit in Rwanda samen met de
Kagera, om vervolgens in het Victoriameer te belanden. Nabij Kampala
(Oeganda) vervolgt de Nijl (de Witte Nijl) dan zijn weg, om zich in
Khartoem (Soedan) te vervoegen bij de Blauwe Nijl (die in het
Ethiopische Tanameer ontspringt) en als simpele 'Nijl' verder af te
zakken tot in Egypte.

Ik kon het niet nalaten de Egyptenaren
een slokje water te ontfutselen... wel vreemd om een beetje van de
Nijl in mijn buik te voelen klotsen. Ik moest echter al gauw weer
afscheid nemen van het Nijlwater, want de nacht erop voelde ik het
klotsende gevoel ook ter hoogte van mijn darmen... maar het bleef
beperkt tot dat ene nachtje... oef!

In de buurt van de bron stonden
prachtige boomvarens, die de plek een prehistorisch tintje gaven.

Nog een foto van de moderne
ontdekkingsreizigers. Naast mij zie je Anne-Charlotte, daarnaast
Lorraine en helemaal rechts Aline.
Anne-Charlotte was een van de Rwandese
bezoekers, ze werkt in Kigali als cartografe voor een
herbebossingsproject dat in de aanplanting van 10.000 hectare bos
voorziet! Ik moet toegeven dat ik toch eventjes een steekje van
jaloezie voelde... dat klinkt voor een land- en bosbeheerder toch als
een schitterend project!
Lorraine werkt in Bujumbura en pluist
de Burundese procedures rond de 'marchés publics' uit om alle
projecten te kunnen bijstaan waar nodig; een hels karwei als je 't
mij vraagt!
Aline werkt in Gitega (centraal
Burundi) voor een ander landbouwproject dat zich vooral bezig houdt
met de vraag naar zaaigoed, want er zijn grote tekorten en er schort
heel wat aan de kwaliteit van hetgeen de boeren nu gebruiken.

In tegenstelling tot de rest van het
land, leek het zuiden van het land me minder dicht bevolkt. Ik vond
het heel aangenaam om te zien dat er in Burundi nog bossen, moerassen
en grasvlakten overblijven waar het niet krioelt van de mensen.
Doorheen dit magnifieke landschap
volgden we een onverharde weg tot aan de warmwaterbronnen van
Muhweza. Als in een klein paradijsje, verscholen tussen het groen,
tussen klaterende riviertjes namen we daar een deugddoend bad,
ondertussen vriendelijk babbelend of zelfs schaterlachend met de
lokale bevolking. En omdat ik daar geen foto's van genomen heb, kan
ik alleen maar vertellen dat het een superrelaxerende ervaring was!
's Avonds trokken we verder naar Rutana, een
boerengat van niks maar toch de grootste stad van het zuidoosten van
het land. En we sliepen er als prinsen. Zoals eerder vermeld was er
wel één prins met darmstoornissen.

De volgende ochtend wachtten we het
optrekken van de mist af, maar rond 9 uur konden we toch vertrekken.
Bestemming: de watervallen van de Karera. Vlakbij, maar je moet ze
weten te vinden: Ali kent de streek gelukkig op zijn duimpje, hij is
dus naast chauffeur een uitstekende gids!

Toen we toekwamen, stormde een massa
mensen ons tegemoet. Ze waren er bijeengekomen voor de doop van 8
mensen, maar jammer genoeg was dat al gepasseerd. We kregen van
iedereen een handje, ik denk dat ze ons een 'joyeuse Pâques' wouden
wensen.

Eén van de 4 watervallen... prachtig,
en meer hoeft daar niet over gezegd te worden!

Een gigantische duizendpoot of een enorme miljoenpoot? Ik
durfde hem niet omdraaien om te zien over hoeveel paar poten per
segment het beestje beschikte, maar als ik goed kan tellen moet het
een duizendpoot (1 paar poten per segment) zijn?

Net als in Bellewaerde, maar dan gene
plastiek!

Op weg naar de volgende attractie: we
sjokten 3 uur lang door de Burundese savanne, achter gids Théofile
aan. Doel: de 'Faille des Allemands', een naar het schijnt
spectaculaire kloof. Ik ben de gids wel vergeten vragen wat de
Duitsers er precies mee te maken hebben...

Een ferm bloemetje langs het pad.

Veel toeristen komen hier niet langs:
we werden belaagd door kinderen én volwassenen die gefascineerd
waren door het kunnen van onze fototoestellen.

Het landschap was in ieder geval
indrukwekkend ruw. Donkere wolken pakten zich echter opnieuw samen en
even later barstte de bui los... doorweekt tot op het bot bereikten
we uiteindelijk de toegang tot de kloof, maar de plots opgekomen mist
verhulde al het moois dat daar op ons wachtte. We doken dan maar de
auto in, om de terugreis naar Bujumbura aan te vatten!
Maar terugkeren doe ik zeker, de faille
des Allemands zal zijn geheimen prijsgeven!
Tuzosubira!
|