Gedurende
de eerste twaalf jaar van mijn leven ging ik door het leven onder een valse
naam. Naamloos!
Mijn ware naam hoorde ik voor het
eerst toen ik mijn "grote pas" moest gaan halen. Dat was een hele
verwarrende toestand voor mij, maar tegelijkertijd vielen de puzzelstukjes ook
beetje bij beetje op z'n plaats.
In de lagere school stond ik
ingeschreven onder de familienaam van mijn pleegouders, net zoals in de
kleuterschool heel waarschijnlijk. De reden daarvoor was dat ze geen last
zouden krijgen met kinderbijslag en belastingsdienst. Mijn pleegouders kregen
kinderbijslag voor mij, en gaven mij "ten laste" op aan de belasting.
Doch, ik ben nooit officieel aan hen toegewezen door mijn moeder of enige instantie.
Mijn biologische moeder heeft mij ook nooit officieel afgestaan, en heeft
steeds haar moederrechten behouden. Zowel mijn moeder als mijn pleegouders
hadden hun redenen om te zwijgen als vermoord, en dus wisten de instanties van
mij niks af.
Ik
wist dan ook niet beter (daar ik hun naam droeg) dan dat ik het kind was van
"ma" en "pa" en begreep daarom niet waarom pleegma mij steeds
die vreemde luis noemde.
Op school had men ook geen enkel vermoeden denk ik, hoewel er wel voldoende
tekenen aan de wand waren.
Zo hield "ma" mij
steeds met een smoes thuis wanneer we met de klas naar de jaarlijkse
dokterskeuring gingen. Ook zo wanneer de tand-of oogarts naar de school kwam. De
meeste inentingen tegen polio e.d. heb ik dan ook pas gekregen in mijn
tienertijd.
Op een dag verzwikte ik mijn
voet. De schoolverpleegster vreesde dat mijn voet wel eens gebroken kon zijn. Er
was iets niet in orde met de schoolverzekering voor mij. De schooldirectrice
eiste daarom dat mijn "ouders" zelf met mij naar het ziekenhuis
gingen om röntgenfoto's te laten maken. Mijn pleegmoeder weigerde dat. Als
argument stelde zij dat hun huisdokter ( die reeds jarenlang op de hoogte was
van de situatie)dit niet nodig vond. De schooldirectrice nam na lang over en
weer geklets uiteindelijk genoegen met de verklaring van de huisdokter.
Ik
ging alleen van en naar de school! Vrijwel alles deed ik alleen, zonder dat er
ook maar iemand zich met mij bemoeide of bemoederde. Dus toen ik twaalf werd
ging ik uiteraard ook alleen naar het gemeentehuis om mijn officiële paspoort
te ontvangen. Daar kreeg ik voor het eerst mijn eigen familienaam te horen.
Naïef als ik was maakte ik de bediende duidelijk dat zij zich vergiste Men vond
het verdacht dat ik mij aan het loket aanbood onder een valse naam, en men riep
de jeugdbrigade erbij.
Ik werd meegenomen naar hun
bureau, dat eveneens in het gemeentehuis gevestigd was, en moest daar een heus verhoor
ondergaan waar ik niet goed van werd. Er liep veel politie rond en ik was
vreselijk bang omdat ik niet wist wat er gaande was.
Met een politiecombi heeft men mij vervolgens bij mijn pleegouders afgezet.
Van
toen af is de bal aan het rollen gegaan denk ik.
Er kwam om het halve jaar iemand van de jeugdbrigade langs, maar zoals het in
die tijd gebruikelijk was werd aan mij nooit wat gevraagd, enkel "ma"
mocht praten.
Ik had er een nieuwe angst bij
want mijn pleegmoeder kon mij nu bang maken met nieuwe dreigementen zoals
"ik geef je de volgende keer gewoon met de politie mee" en nog vele
andere.
Maar ik begon de dingen van toen
af in de juiste context te zien, en ik was ook geen naamloos kind meer. ©

|