Welkom beste bezoeker. Dit blogje is enkel gestart op aanvraag om mijn verhaal in chronogische volgorde te zetten. De recent bijgeplaatste items staan dan bovenaan. De items zijn genummerd zodat het makkelijk is om mijn verhaal te volgen.
Toen ik mijn eerste pc kreeg van
zoonlief als verjaardagsgeschenk (we spreken over 2001), wist ik in feite niet
wat ik er mee aan moest. Eerst maar cursussen gaan volgen om het allemaal een
beetje onder de knie te krijgen. Toen dat vrij goed gelukt was, was een blogje
maken de volgende stap. Niet te moeilijk doen in het begin, dus was Seniorennet
een dankbare site. Maar wat erop zetten?
Mijn leven nú kabbelt zo rustig
als een beekje. Met mijn kind en jeugdjaren was dit echter andere koek. Een
ongewenst kind ben ik, in de steek gelaten amper twee maanden oud door moeder.
Vader onbekend. Gedumpt bij mensen die in mij slechts geldelijk gewin zagen.
Verwaarlozing en mishandeling was het gevolg. Plots wist ik wat schrijven! De vele
littekens op mijn lichaam bewijzen mijn verhaal. De littekens op mijn ziel
echter ziet niemand. En zo was mijn 'Huismusjesblog' op seniorennet een feit.
Een dagboek heb ik nooit
bijgehouden, elke herinnering aan mijn kinder-jeugd-jaren zit nog levendig in
mijn geheugen.
Maar je weet hoe dat gaat met herinneringen, ze komen en gaan en lopen vaak
kris kras door elkaar.
En daarom nu dit blog hier waar ik in chronologisch volgorde mijn verhaal zal
neerpoten. Het is in feite een service naar mijn vele bezoekers toe, van mijn
andere blog, die me vaak via mail hun verhaal doen. En heel misschien kan ik, ook al is het maar één iemand,
helpen door het bewijs te leveren dat een traumatische jeugd geen hindernis
hoeft te zijn om later gelukkig te worden.
Want dat ben ik ondanks alles geworden, heel gelukkig!
22-05-2008
MIJN STRAFKAMER (10 )
We verhuizen nog
maar eens een keer! Ditmaal naar een kleine eengezinswoning met op de
bovenverdieping twee slaapkamers. Daar mijn pleegbroer nog klein is, wil ma hem bij
haar op de kamer. Ik krijg dus mijn eigen kamertje.
Er is geen tuin of
koer aan het huis, maar er is wel een hok aan de keuken aangebouwd. In de zomer is het er snikheet, en in de winter is
het er ijzig koud vanwege een zinken dak. Het berghok wordt afgesloten met een zware houten deur met ijzeren
schuifgrendel. Er zijn geen ramen dus het is er pikkedonker. Er zitten spinnen, muizen en ander kruipend ongedierte. De overbodige rommel, gereedschap en fietsen worden
er in opgeborgen.
De weg van en naar
school is langer dan bij de vorige woning, maar dat zal mijn pleegouders een
zorg zijn! Mij trouwens ook niet want ik ben het gewend om steeds alleen mijn plan
te moeten trekken. Enkele klasgenootjes wonen trouwens bij me in de
buurt, dus gaan we samen op weg.
Dat was het leuke gedeelte! Maar mijn leven zou mijn leven niet zijn moest het
daarbij gebleven zijn.
Er zijn nog veel
omliggende velden, weiden en onbebouwde grond in de nabije omgeving van het
huis. Dus het is voor mij heerlijk ravotten met de
kinderen uit de buurt en natuurlijk ook het toen gebruikelijke kattenkwaad
uithalen. Forten bouwen op de braakliggende grond en pistes
maken om te crossen met de fiets. Lekker liggen luieren op de wei in de zon en bloemenkransjes maken van
de madeliefjes, paardebloemen en boterbloemen.Heerlijk! Maar dan is het avond en moeten we naar binnen!
Ik doe er alles aan
om bij ma in de gunst te komen! Doe de boodschappen en help met het poetswerk. Zelfs de was doe ik mee, en dat was niet zo simpel want we hadden geen
wasmachine of een geiser waar warm water uitkwam. Alles gebeurde met water uit de regenton in emmers die opgewarmd werden
op de kachel of het fornuis. Hoe jong ik ook was, die klussen had ik al
behoorlijk onder de knie! Eens die klussen geklaard was ik weer bij af.
Ik kon met geen mogelijkheid haar liefde winnen!
Wanneer
pleegmoeder weer eens slecht geluimd is en ik haar in de weg loop, stopt ze mij
in het hok. Doodsangsten sta ik daarin uit! In mijn kinderfantasie zie ik legers van spinnen op
mij afkomen, hoor allerlei vreemde geluiden en zie geen steek voor mijn ogen. De grendel van de zware deur zit onwrikbaar vast. Roepen, schoppen en schreeuwen help niet. Eens de deur van de keukendeur
achter haar is dichtgevallen kan ze mij niet meer horen. Ik kan slechts hopen dat pa vlug thuiskomt want
hij haalt mij er meestal uit. Tenminste als hij weet dat ik er zit opgesloten. Tijdens al de jaren dat we daar gewoond hebben was het hok mijn strafkamer.
De afgelopen maand waren er veel communicantjes. Ze
zijn allemaal om ter mooist. Ik kijk ze vertederd na
en denk daarbij aan mijn eigen ervaring met dit gebeuren
Het was mei 1960 en mijn pleegbroer was anderhalf
jaar oud. Hij was het enige belangrijke in het leven van mijn pleegouders. Hij
was het middelpunt, het voor en na in hun leven.
Ik zat in het tweede leerjaar en ging elke dag
alleen naar school en moest daarbij steeds "'t Fortje" oversteken. 't Fortje was in die
jaren een beboste vlakte met voetbal, baseball en korfbalpleinen. Het leende
zijn naam aan een oud soldatenfort, een ruïne die middenin die vlakte lag. Het
was een speelparadijs voor ons toenmalige kinderen. Vlakbij mijn school was
men een nieuwe weg aan het aanleggen en bij regen was het daar een echte
modderpoel. Net als 't Fortje trouwens.
Mijn pleegmoeder noemde zich katholiek, al heb ik
van haar Christelijke naastenliefde nooit wat gemerkt! Naar de kerk ging ze
nooit. Vloeken en schelden echter deed ze als de grootste ketter. Enfin, toen
meneer pastoor kwam vragen of ik mijn communie mocht doen, durfde ze niet
weigeren. Dat is althans de enige verklaring die ik heb voor het gebeurde! Ik volgde dus
voortaan catechismusles op school, en op zaterdagmiddag naar de kerk om te
repeteren. Er werd van de ouders
verlangd dat ze daarbij aanwezig zouden zijn, maar ik moest steeds alleen van
pleegma. Telkens kreeg ik dan een sermoen extra van de pastoor, maar ik durfde
tegen hem niet zeggen hoe het er thuis aan toeging. Thuis durfde ik dan weer niet
zeggen dat meneer pastoor gebood dat één van mijn ouders de volgende keer moest
aanwezig zijn. Ook vroeg hij telkens
om mijn "dooppapieren". Ik wist niet wat hij daarmee bedoelde, en
pleegma gebaarde van krommenhaas wanneer ik haar ernaar vroeg. Nu weet ik dat zij die
papieren niet kon bezitten omdat ik simpelweg niet gedoopt was. Maar dat kon
pleegma niet zeggen tegen de pastoor zonder de waarheid over mijn afkomst te
vertellen, en dat wilde ze uiteraard niet. Ik werd nogmaals
geconfronteerd met een probleem dat ik niet kon oplossen en waar ik geen raad
mee wist als achtjarige.
Op een zondagmorgen zei mijn pleegma dat het de dag
van mijn communie was en dat ik naar de kerk moest. Zij stuurde mij alleen op
weg, iets waar ik op dat moment nog niet bij stilstond omdat ik steeds alles
alleen moest doen. Tot ik aan de kerk kwam! Daar zag ik mijn
klasgenootjes in hun mooie communiekleedjes samen met hun piekfijn geklede
ouders. Iedereen werd opgesteld zoals bij de repetitie, moeder links, vader
rechts en de communicant in het midden. Het opstellen was de taak van de juf
die catechismusles op de school gaf. Ik stond daar
alleen, in mijn dagdagelijkse kleren, en mijn schoenen onder de modder van over
't Fortje en door de opgebroken weg te lopen. Al mijn klasgenootjes begonnen te
fluisteren en naar mij te wijzen. Hun ouders keken opzij of over mij heen. De juffrouw
vroeg mij waar mijn ouders waren, en ik antwoordde naar waarheid dat
"pa" was gaan werken bij de bakker en "ma" thuis was bij
Luc. Er werd besloten
dat ik met de juffrouw aan de hand mocht naar voor gaan, maar dan wel als
laatste in de rij. Meneer pastoor zei dat ik eerst nog moest worden gedoopt en
dat hij dat nu eerst even ging doen in de zijbeuk. Weer was er het
gefluister en gegiechel van mijn klasgenoten, en de ouders waren misnoegd door
het oponthoud. Ik voelde de tranen
opkomen, zag en begon te beseffen dat deze dag voor mij niet was wat het had
moeten zijn, en nam de benen. Ik liep zo snel ik
kon de kerk uit, door de opgebroken weg naar het slijk van 't Fortje....... en
daar ben ik blijven rondslenteren tot de avond. Pa die om 15u thuis
was gekomen heeft mij naar het schijnt lopen zoeken, maar ik kende elk
verborgen plekje daar, en hij heeft mij niet gevonden
Toen ik uiteindelijk thuis aankwam zag je niet meer
dat ik urenlang gehuild had! Wel kreeg ik klappen omdat ik vies en smerig was
van het spelen in het slijk. Mijn pleegmoeder was nijdig omdat ze nu weer moest
wassen, want zoveel kleren had ik niet, en ik moest op dinsdag weer naar school
toe. Mijn pleegvader zeurde
omdat hij al zo moe was en nu nog een emmer water moest warmen zodat ik mij kon
wassen. Als straf vloog ik
naar bed zonder eten. Ik weet niet of ze zich realiseerden dat ik van de ganse
dag nog niks gegeten had, maar dat was ook al geen uitzondering meer.
Ik weet niet wat er tussen mijn pleegouders is
gezegd over die bewuste dag, maar toen ik er als volwassene uitleg over vroeg
haalde ze enkel hun schouders op. Hun enige argument was dat dit allemaal al
zolang geleden was en dat ik er niet meer moest over zeuren. Dat ik ook groot
en dik was geworden zonder mijn eerste communie. Wat ik wel nog
weet is dat de haat maar groeide en groeide in mij, en dat ik daar alle dagen
voedsel genoeg voor kreeg!!!
En nu ben ik kleuter, 4 jaar oud!
Ik wist niet beter dan dat mijn pleegouders mijn echte ouders waren en ik
noemde hen dan ook "ma" en "pa".Ik ging naar de
kleuterschool, en ik herinner mij nog de speelplaats aldaar. Er stond op een grasveldje
een huisje. In dat huisje verstopte ik mij regelmatig als de school uit was en
mijn pleegmoeder mij kwam ophalen, vraag mij niet waarom. Toen mijn pleegzuster
ging huwen werdt er beslist dat ik er niet bijhoorde omdat ik "een
vreemde" was. Er is een hele tumult rond geweest, maar het resultaat was
dat ik uit logeren ging bij een vriendin van pleegmoeder. 'S anderdaags mocht
ik bloemen afgeven aan de kerk, maar mocht niet mee op de foto. Terwijl
iedereen in een mooie auto stapte bleef ik achter, en ik begreep het niet. Ik
huilde en schreeuwde, maar het hielp niks. Ik riep om mijn moeder, niet wetende
dat die mij al 4 jaar vroeger in de steek had gelaten.