Welkom beste bezoeker. Dit blogje is enkel gestart op aanvraag om mijn verhaal in chronogische volgorde te zetten. De recent bijgeplaatste items staan dan bovenaan. De items zijn genummerd zodat het makkelijk is om mijn verhaal te volgen.
Toen ik mijn eerste pc kreeg van
zoonlief als verjaardagsgeschenk (we spreken over 2001), wist ik in feite niet
wat ik er mee aan moest. Eerst maar cursussen gaan volgen om het allemaal een
beetje onder de knie te krijgen. Toen dat vrij goed gelukt was, was een blogje
maken de volgende stap. Niet te moeilijk doen in het begin, dus was Seniorennet
een dankbare site. Maar wat erop zetten?
Mijn leven nú kabbelt zo rustig
als een beekje. Met mijn kind en jeugdjaren was dit echter andere koek. Een
ongewenst kind ben ik, in de steek gelaten amper twee maanden oud door moeder.
Vader onbekend. Gedumpt bij mensen die in mij slechts geldelijk gewin zagen.
Verwaarlozing en mishandeling was het gevolg. Plots wist ik wat schrijven! De vele
littekens op mijn lichaam bewijzen mijn verhaal. De littekens op mijn ziel
echter ziet niemand. En zo was mijn 'Huismusjesblog' op seniorennet een feit.
Een dagboek heb ik nooit
bijgehouden, elke herinnering aan mijn kinder-jeugd-jaren zit nog levendig in
mijn geheugen.
Maar je weet hoe dat gaat met herinneringen, ze komen en gaan en lopen vaak
kris kras door elkaar.
En daarom nu dit blog hier waar ik in chronologisch volgorde mijn verhaal zal
neerpoten. Het is in feite een service naar mijn vele bezoekers toe, van mijn
andere blog, die me vaak via mail hun verhaal doen. En heel misschien kan ik, ook al is het maar één iemand,
helpen door het bewijs te leveren dat een traumatische jeugd geen hindernis
hoeft te zijn om later gelukkig te worden.
Want dat ben ik ondanks alles geworden, heel gelukkig!
19-10-2008
NAAMLOOS KIND ( 15 )
Gedurende
de eerste twaalf jaar van mijn leven ging ik door het leven onder een valse
naam. Naamloos! Mijn ware naam hoorde ik voor het
eerst toen ik mijn "grote pas" moest gaan halen. Dat was een hele
verwarrende toestand voor mij, maar tegelijkertijd vielen de puzzelstukjes ook
beetje bij beetje op z'n plaats. In de lagere school stond ik
ingeschreven onder de familienaam van mijn pleegouders, net zoals in de
kleuterschool heel waarschijnlijk. De reden daarvoor was dat ze geen last
zouden krijgen met kinderbijslag en belastingsdienst. Mijn pleegouders kregen
kinderbijslag voor mij, en gaven mij "ten laste" op aan de belasting.
Doch, ik ben nooit officieel aan hen toegewezen door mijn moeder of enige instantie.
Mijn biologische moeder heeft mij ook nooit officieel afgestaan, en heeft
steeds haar moederrechten behouden. Zowel mijn moeder als mijn pleegouders
hadden hun redenen om te zwijgen als vermoord, en dus wisten de instanties van
mij niks af.
Ik
wist dan ook niet beter (daar ik hun naam droeg) dan dat ik het kind was van
"ma" en "pa" en begreep daarom niet waarom pleegma mij steeds
die vreemde luis noemde.
Op school had men ook geen enkel vermoeden denk ik, hoewel er wel voldoende
tekenen aan de wand waren. Zo hield "ma" mij
steeds met een smoes thuis wanneer we met de klas naar de jaarlijkse
dokterskeuring gingen. Ook zo wanneer de tand-of oogarts naar de school kwam. De
meeste inentingen tegen polio e.d. heb ik dan ook pas gekregen in mijn
tienertijd. Op een dag verzwikte ik mijn
voet. De schoolverpleegster vreesde dat mijn voet wel eens gebroken kon zijn. Er
was iets niet in orde met de schoolverzekering voor mij. De schooldirectrice
eiste daarom dat mijn "ouders" zelf met mij naar het ziekenhuis
gingen om röntgenfoto's te laten maken. Mijn pleegmoeder weigerde dat. Als
argument stelde zij dat hun huisdokter ( die reeds jarenlang op de hoogte was
van de situatie)dit niet nodig vond. De schooldirectrice nam na lang over en
weer geklets uiteindelijk genoegen met de verklaring van de huisdokter.
Ik
ging alleen van en naar de school! Vrijwel alles deed ik alleen, zonder dat er
ook maar iemand zich met mij bemoeide of bemoederde. Dus toen ik twaalf werd
ging ik uiteraard ook alleen naar het gemeentehuis om mijn officiële paspoort
te ontvangen. Daar kreeg ik voor het eerst mijn eigen familienaam te horen.
Naïef als ik was maakte ik de bediende duidelijk dat zij zich vergiste Men vond
het verdacht dat ik mij aan het loket aanbood onder een valse naam, en men riep
de jeugdbrigade erbij. Ik werd meegenomen naar hun
bureau, dat eveneens in het gemeentehuis gevestigd was, en moest daar een heus verhoor
ondergaan waar ik niet goed van werd. Er liep veel politie rond en ik was
vreselijk bang omdat ik niet wist wat er gaande was.
Met een politiecombi heeft men mij vervolgens bij mijn pleegouders afgezet.
Van
toen af is de bal aan het rollen gegaan denk ik.
Er kwam om het halve jaar iemand van de jeugdbrigade langs, maar zoals het in
die tijd gebruikelijk was werd aan mij nooit wat gevraagd, enkel "ma"
mocht praten. Ik had er een nieuwe angst bij
want mijn pleegmoeder kon mij nu bang maken met nieuwe dreigementen zoals
"ik geef je de volgende keer gewoon met de politie mee" en nog vele
andere. Maar ik begon de dingen van toen
af in de juiste context te zien, en ik was ook geen naamloos kind meer.
Toen ik
elf jaar was had men voor mij een joods gezin gevonden die een oppas zochten
voor hen drie kinderen, met daarnaast een "beetje" hulp in de
huishouding. De vader
was gescheiden en woonde terug bij moeder in. Hij had een eigen blokhut achter
in de tuin. Moeder
had een Haute Couture zaak met de hulp van een "leerling naaister".De
zaak was gelegen in de "diamant wijk" van Antwerpen
Dat
"beetje" hulp was voor mij als kind behoorlijk zwaar. s
Morgens om zes uur opstaan, het ontbijt van de kinderen klaarmaken en ze helpen
met wassen en aankleden om ze vervolgens naar een dagcentrum te brengen gelegen
op "De Meir". De
oudste van de drie was een jongen, en was net als ik elf jaar, de meisjes waren
acht en negen jaar.
Pas nadat
ik de kinderen had weggebracht mocht ik ontbijten.
Naar Joodse gewoonte moest ik steeds apart in de keuken eten nadat hun gegeten
hadden. Na mijn ontbijt moest ik afwassen, bedden opmaken, de badkamer poetsen
en de kamers en trap stofzuigen. Ook de blokhut van vader opruimen en
onderhouden was mijn taak. Wanneer
dat werk gedaan was mocht ik helpen in de winkel. Dat was voor mij het leukste
deel van de dag.
Elke week mocht ik van zaterdagmiddag tot zondagavond naar huis. "Pa"
kwam mij dan ophalen en kreeg gelijk mijn loon in een enveloppe. Ik zou
in mijn verder leven nog vaak werken zonder dat ik mijn wedde kende of
zelf mocht ontvangen!
Er kwam
een abrupt einde aan mijn hulp in dat gezin door een resem van ongelukjes.! Op een
keer dacht ik een kortere weg gevonden te hebben naar het dagcentrum van de
kinderen toen ik hen ging ophalen. Ik
wandelde door het 'Stadspark' en liep hopeloos verloren. Toen ik uiteindelijk
terug bij de winkel kwam, mede door de hulp van een lieve voorbijganger,
waren de kinderen al thuisgebracht door iemand van het dagcentrum. Mijn mevrouw
was behoorlijk kwaad en ik deed het bijna in mijn broek van schrik toen zij
mij begon uit te kafferen, en ik was al danig onder de indruk van het
verdwalen. Die schrik was niet eens overbodig want ik had het leermeisje ooit een
harde klap in het gezicht zien krijgen van mevrouw omdat zij enkele knoopjes van
een cocktailjurk scheef had aangenaaid.
Daar
mijn verjaardag meestal in de paasvakantie viel was ik óók dán weer in het
gezin en op een dag mocht ik met mevrouw mee boodschappen doen. Als verjaardagsgeschenk
kreeg ik van haar een mooi roze afwasborsteltje....? Ik was en nog gelukkig mee
ook!
Iets minder gelukkig was mijn mevrouw toen ik één van de boodschappentassen uit
mijn handen liet vallen waarbij een aantal flessen wijn sneuvelden. Diezelfde
week liet ik ook nog pardoes de stofzuiger van de trap donderen, hij was finaal
naar de knoppen.Toen "pa" mij die zaterdagmiddag kwam ophalen kreeg
hij te horen dat ik geen loon kreeg vanwege de aangerichte schade. "Wel", zei pa ,"dan zal ze zondagavond ook niet terug komen werken."
Mijn
pleegmoeder is later op de week samen met mij naar de winkel toegegaan om toch
nog de brokken proberen te lijmen en alsnog mijn loon te krijgen uitbetaald. Er werd
behoorlijk heen en weer geroepen tussen de twee "dames" want
"mijn mevrouw" was ook geen doetje! Uiteindelijk
moest "ma" afdruipen want op kinderarbeid stond straf liet mevrouw
weten. Beide
partijen hadden geen poot om op te staan, maar mijn loon werd toch maar mooi
niet uitbetaald. Haar
woede koelde mijn pleegmoeder dan maar op mij! Ik deugde voor niets kreeg ik
voor de zoveelste maal te horen. Daarop
liet ze mij staan waar ik stond en stapte in snel tempo alleen verder. Ik moest
maar zien hoe ik thuis kwam want ze ging geen tram betalen voor een nietsnut
zoals ik, riep ze me nog toe.
Uren
later ben ik thuisgekomen, te voet vanuit het centrum van Antwerpen naar het
"Eksterlaar" Ik volgde gewoon de sporen van tram elf, lachend in
mezelf omdat ik dacht dat ik ook pas elf was net als de tram, en wenend omdat
ik niet wist wat ik thuis kon verwachten. Bang
dat ik niet zou binnenmogen, of dat ik klappen zou krijgen. Maar ik
mocht wel binnen en ging gelijk naar mijn kamer! Weer
een ervaring rijker. Of hoe
men kinderen kan uitbuiten!
Daar
mijn moeder geen onderhoudsgeld betaalde voor mij zoals was afgesproken, waren
mijn pleegouders van mening dat het mijn plicht was om hen te vergoeden.
Vanaf negenjarige leeftijd moest ik dus elke vakantie uit werken!
Mijn eerste arbeidservaring was bij een naburige boer.
Er waren in dat gezin vier kinderen. Eén jongen en drie meisjes. Het jongste
meisje zat bij me in de klas.
Er was steeds genoeg te doen op de boerderij, dus altijd handen tekort.
Op
een keer moesten er tomaten worden geplukt in de serres. Het was niet echt een
proper werkje, want we zaten van kop tot teen onder het groene stof. Zelfs in
onze oren zat het groene spul. Dat kwam door de bladeren van de staken waar de
tomaten aanhingen.
Van de boer mochten we zoveel tomaten eten als we zelf wilden, en vermits ik graag tomaten lustte
(en nog lust) liet ik mij dat geen tweemaal zeggen. Zo van de struik, even
afvegen aan onze schort en happen maar.
Dat deden we ook zo met de wortelen, rapen en braambessen die we uit de grond
trokken of plukten.
Maar o wee, ik werd van de tomaten behoorlijk ziek, en pleegma was wreed nijdig
omdat ze de dokter erbij moest halen. Zij wachtte daarmee dan ook tot ik niet
meer op mijn benen kon staan!
Bloedvergiftiging was de diagnose van de dokter.
Wat
ik betaald kreeg van de boer weet ik niet want pleegma ging steeds ontvangen.
Ze had dan ook gelijk een tas vol met aardappelen, groenten en fruit bij.
Feit is dat ik elke vakantie periode weer naar de boerderij toe moest om op die
manier kostgeld te betalen.
Feit is ook dat ik het niet eens zo erg vond, want ik amuseerde mij er vaak heel
erg, en de boer en de boerin waren heel lieve mensen. Maar het was de dwang die
me parten speelde en het plezier vergalde.
En het werd nog erger, maar dat wist ik toen nog niet.
Mijn pleegvader werd geboren te
Antwerpen op 19/02/1914. Aan de éérste oorlog heeft hij geen herinneringen. Aan
de tweede des te meer daar hij krijgsgevangene is geweest. Het gezin telde 3 kinderen,
waarvan hij het tweede was. Hij had nog een oudere broer en een jongere zus.
Met deze laatste zou ik nog onaangenaam geconfronteerd worden, maar daarover
later!
Zijn ouders waren markkramers en verkochten pantoffels. Moeder en vader dronken
op elk moment van de dag graag hun pint dus moest hij hun plaats innemen achter
het kraam. Het is op de markt dat hij mijn pleegmoeder leerd kennen en op haar
verliefd wordt. In 1937 huwen ze en kregen het jaar daarop een dochter.
"Pa" is een minzame man, en
gaat nooit tegen de beslissingen in van "ma". Hij verdraagt al haar
nukken, al haar scheldpartijen en tirannie.Al heel snel blijkt dat hij
doodsbang van haar is, en hij geeft dit jaren later aan mij ook toe.
Zij zwaait de plak, is huisvrouw en draagt de broek.
Hij werkt dubbel, overdag bij Bell Compagnie en in de weekends 's nachts als
banketbakker, wat zijn oorspronkelijke beroepsopleiding is.
Maar geld is er voor haar nooit genoeg, ze heeft dan ook een geweldig groot gat
in haar hand, en daarom kom ik in 1952 het gezin vervoegen.
Na de dood van "ma" geeft hij
toe dat hij misschien meer had moeten doen voor mij. Dat hij vaker had moeten
tussenbeide komen als "ma" weer eens haar woede op mij koelde. Maar
hij had angst dat die woede zich dan tegen hem zou keren, en keek de andere
kant op.
Maar wat ben ik daarmee zoveel jaren later? Mijn gevoel voor "pa" is
dubbel. Een stuk minachting voor zijn lafheid, maar liefde voor de schaarse
mooie momenten die wij samen hadden. Hij leeft nog en ik ga hem nog vaak
bezoeken, al schieten de nare feiten door mijn hoofd telkens ik in het
"ouderlijk"huis kom. Maar gedane zaken nemen geen keer! Het is goed
zoals het nu is!!!
PS; Pa is gestorven op 7 juni 2008. Ik
stond aan zijn sterfbed toen hij van ons heenging.
Lulu
17-08-2008
PORTRET VAN MIJN PLEEGMOEDER (11)
Mijn pleegmoeder werd geboren te Borgerhout op
13/12/1917. Het gezin telde 3
kinderen waarvan zij het tweede kind was. Er was nog een oudere zus en een
jongere broer.
Haar broer herinner ik me enkel van een foto, weet dat zijn naam
Jozef was en dat hij gehuwd was met een vrouw uit Brussel, en vervolgens in
Brussel is gaan wonen. Ze hadden twee kinderen, maar die heb ik slechts één
keer gezien toen ik nog kleuters was en heb dus aan hen geen enkele herinnering
meer. Nadat zijn vrouw hem had verlaten heeft de man zelfmoord gepleegd.
Met de zus (Tante Margriet) heb ik een fijne band gehad. Dit was wel tegen de
zin van pleegmoeder, want haar hele leven had zij telkens ruzie met zowel haar
broer als zus. Vrijwel mijn ganse leven heb ik niets anders geweten dat zij met
iedereen ruzie had die haar pad kruiste. Met haar ouders en schoonouders, haar
schoonfamilie, buren en passanten. Iedereen probeerde haar dan ook zoveel als
mogelijk te mijden. En als het echt niet anders kon dan deed men er veelal het
zwijgen toe wanneer zij in de buurt was, of men gaf haar gelijk wanneer zij aan
het woord was. Want bij tegenspraak kreeg je geheit de volle laag.Nu ben ik
niet bijgelovig, maar haar geboorte op die bewuste dertiende december leek wel
een ongeluksdag!
Toen
zij "pa" leerde kennen drongen haar ouders erop aan om heel vlug te
trouwen, zo gebrand waren ze om haar uit huis te krijgen. En zo geschiede. Vaak
heeft zij "pa" naar zijn hoofd geslingerd dat ze nooit aan de eis van
haar ouders had mogen toegeven. Zij was immers verliefd op zijn broer.
Na 12 stielen en dertien ongelukken werd zij fulltime huisvrouw, en dat deed
zij prima. Poetsen, wassen, strijken zowel als naaien, breien en haken kon zij
als geen ander. Koken deed ze minder graag, maar ze deed het wel elke dag. Je
mocht alleen niet laten weten wat je graag op je bord had gehad die dag want
dan kookte ze dat lekker niet!
Op latere leeftijd is ze dement geworden en zij was een "kwade" patiënt.
Na een hersenbloeding bleef ze half lam en vanuit haar stoel of bed terroriseerde
ze iedereen.Ik vraag mij af of ze niet boosaardig uit de moederschoot is
gekomen. Wat een serpent!
We verhuizen nog
maar eens een keer! Ditmaal naar een kleine eengezinswoning met op de
bovenverdieping twee slaapkamers. Daar mijn pleegbroer nog klein is, wil ma hem bij
haar op de kamer. Ik krijg dus mijn eigen kamertje.
Er is geen tuin of
koer aan het huis, maar er is wel een hok aan de keuken aangebouwd. In de zomer is het er snikheet, en in de winter is
het er ijzig koud vanwege een zinken dak. Het berghok wordt afgesloten met een zware houten deur met ijzeren
schuifgrendel. Er zijn geen ramen dus het is er pikkedonker. Er zitten spinnen, muizen en ander kruipend ongedierte. De overbodige rommel, gereedschap en fietsen worden
er in opgeborgen.
De weg van en naar
school is langer dan bij de vorige woning, maar dat zal mijn pleegouders een
zorg zijn! Mij trouwens ook niet want ik ben het gewend om steeds alleen mijn plan
te moeten trekken. Enkele klasgenootjes wonen trouwens bij me in de
buurt, dus gaan we samen op weg.
Dat was het leuke gedeelte! Maar mijn leven zou mijn leven niet zijn moest het
daarbij gebleven zijn.
Er zijn nog veel
omliggende velden, weiden en onbebouwde grond in de nabije omgeving van het
huis. Dus het is voor mij heerlijk ravotten met de
kinderen uit de buurt en natuurlijk ook het toen gebruikelijke kattenkwaad
uithalen. Forten bouwen op de braakliggende grond en pistes
maken om te crossen met de fiets. Lekker liggen luieren op de wei in de zon en bloemenkransjes maken van
de madeliefjes, paardebloemen en boterbloemen.Heerlijk! Maar dan is het avond en moeten we naar binnen!
Ik doe er alles aan
om bij ma in de gunst te komen! Doe de boodschappen en help met het poetswerk. Zelfs de was doe ik mee, en dat was niet zo simpel want we hadden geen
wasmachine of een geiser waar warm water uitkwam. Alles gebeurde met water uit de regenton in emmers die opgewarmd werden
op de kachel of het fornuis. Hoe jong ik ook was, die klussen had ik al
behoorlijk onder de knie! Eens die klussen geklaard was ik weer bij af.
Ik kon met geen mogelijkheid haar liefde winnen!
Wanneer
pleegmoeder weer eens slecht geluimd is en ik haar in de weg loop, stopt ze mij
in het hok. Doodsangsten sta ik daarin uit! In mijn kinderfantasie zie ik legers van spinnen op
mij afkomen, hoor allerlei vreemde geluiden en zie geen steek voor mijn ogen. De grendel van de zware deur zit onwrikbaar vast. Roepen, schoppen en schreeuwen help niet. Eens de deur van de keukendeur
achter haar is dichtgevallen kan ze mij niet meer horen. Ik kan slechts hopen dat pa vlug thuiskomt want
hij haalt mij er meestal uit. Tenminste als hij weet dat ik er zit opgesloten. Tijdens al de jaren dat we daar gewoond hebben was het hok mijn strafkamer.
De afgelopen maand waren er veel communicantjes. Ze
zijn allemaal om ter mooist. Ik kijk ze vertederd na
en denk daarbij aan mijn eigen ervaring met dit gebeuren
Het was mei 1960 en mijn pleegbroer was anderhalf
jaar oud. Hij was het enige belangrijke in het leven van mijn pleegouders. Hij
was het middelpunt, het voor en na in hun leven.
Ik zat in het tweede leerjaar en ging elke dag
alleen naar school en moest daarbij steeds "'t Fortje" oversteken. 't Fortje was in die
jaren een beboste vlakte met voetbal, baseball en korfbalpleinen. Het leende
zijn naam aan een oud soldatenfort, een ruïne die middenin die vlakte lag. Het
was een speelparadijs voor ons toenmalige kinderen. Vlakbij mijn school was
men een nieuwe weg aan het aanleggen en bij regen was het daar een echte
modderpoel. Net als 't Fortje trouwens.
Mijn pleegmoeder noemde zich katholiek, al heb ik
van haar Christelijke naastenliefde nooit wat gemerkt! Naar de kerk ging ze
nooit. Vloeken en schelden echter deed ze als de grootste ketter. Enfin, toen
meneer pastoor kwam vragen of ik mijn communie mocht doen, durfde ze niet
weigeren. Dat is althans de enige verklaring die ik heb voor het gebeurde! Ik volgde dus
voortaan catechismusles op school, en op zaterdagmiddag naar de kerk om te
repeteren. Er werd van de ouders
verlangd dat ze daarbij aanwezig zouden zijn, maar ik moest steeds alleen van
pleegma. Telkens kreeg ik dan een sermoen extra van de pastoor, maar ik durfde
tegen hem niet zeggen hoe het er thuis aan toeging. Thuis durfde ik dan weer niet
zeggen dat meneer pastoor gebood dat één van mijn ouders de volgende keer moest
aanwezig zijn. Ook vroeg hij telkens
om mijn "dooppapieren". Ik wist niet wat hij daarmee bedoelde, en
pleegma gebaarde van krommenhaas wanneer ik haar ernaar vroeg. Nu weet ik dat zij die
papieren niet kon bezitten omdat ik simpelweg niet gedoopt was. Maar dat kon
pleegma niet zeggen tegen de pastoor zonder de waarheid over mijn afkomst te
vertellen, en dat wilde ze uiteraard niet. Ik werd nogmaals
geconfronteerd met een probleem dat ik niet kon oplossen en waar ik geen raad
mee wist als achtjarige.
Op een zondagmorgen zei mijn pleegma dat het de dag
van mijn communie was en dat ik naar de kerk moest. Zij stuurde mij alleen op
weg, iets waar ik op dat moment nog niet bij stilstond omdat ik steeds alles
alleen moest doen. Tot ik aan de kerk kwam! Daar zag ik mijn
klasgenootjes in hun mooie communiekleedjes samen met hun piekfijn geklede
ouders. Iedereen werd opgesteld zoals bij de repetitie, moeder links, vader
rechts en de communicant in het midden. Het opstellen was de taak van de juf
die catechismusles op de school gaf. Ik stond daar
alleen, in mijn dagdagelijkse kleren, en mijn schoenen onder de modder van over
't Fortje en door de opgebroken weg te lopen. Al mijn klasgenootjes begonnen te
fluisteren en naar mij te wijzen. Hun ouders keken opzij of over mij heen. De juffrouw
vroeg mij waar mijn ouders waren, en ik antwoordde naar waarheid dat
"pa" was gaan werken bij de bakker en "ma" thuis was bij
Luc. Er werd besloten
dat ik met de juffrouw aan de hand mocht naar voor gaan, maar dan wel als
laatste in de rij. Meneer pastoor zei dat ik eerst nog moest worden gedoopt en
dat hij dat nu eerst even ging doen in de zijbeuk. Weer was er het
gefluister en gegiechel van mijn klasgenoten, en de ouders waren misnoegd door
het oponthoud. Ik voelde de tranen
opkomen, zag en begon te beseffen dat deze dag voor mij niet was wat het had
moeten zijn, en nam de benen. Ik liep zo snel ik
kon de kerk uit, door de opgebroken weg naar het slijk van 't Fortje....... en
daar ben ik blijven rondslenteren tot de avond. Pa die om 15u thuis
was gekomen heeft mij naar het schijnt lopen zoeken, maar ik kende elk
verborgen plekje daar, en hij heeft mij niet gevonden
Toen ik uiteindelijk thuis aankwam zag je niet meer
dat ik urenlang gehuild had! Wel kreeg ik klappen omdat ik vies en smerig was
van het spelen in het slijk. Mijn pleegmoeder was nijdig omdat ze nu weer moest
wassen, want zoveel kleren had ik niet, en ik moest op dinsdag weer naar school
toe. Mijn pleegvader zeurde
omdat hij al zo moe was en nu nog een emmer water moest warmen zodat ik mij kon
wassen. Als straf vloog ik
naar bed zonder eten. Ik weet niet of ze zich realiseerden dat ik van de ganse
dag nog niks gegeten had, maar dat was ook al geen uitzondering meer.
Ik weet niet wat er tussen mijn pleegouders is
gezegd over die bewuste dag, maar toen ik er als volwassene uitleg over vroeg
haalde ze enkel hun schouders op. Hun enige argument was dat dit allemaal al
zolang geleden was en dat ik er niet meer moest over zeuren. Dat ik ook groot
en dik was geworden zonder mijn eerste communie. Wat ik wel nog
weet is dat de haat maar groeide en groeide in mij, en dat ik daar alle dagen
voedsel genoeg voor kreeg!!!
En nu ben ik kleuter, 4 jaar oud!
Ik wist niet beter dan dat mijn pleegouders mijn echte ouders waren en ik
noemde hen dan ook "ma" en "pa".Ik ging naar de
kleuterschool, en ik herinner mij nog de speelplaats aldaar. Er stond op een grasveldje
een huisje. In dat huisje verstopte ik mij regelmatig als de school uit was en
mijn pleegmoeder mij kwam ophalen, vraag mij niet waarom. Toen mijn pleegzuster
ging huwen werdt er beslist dat ik er niet bijhoorde omdat ik "een
vreemde" was. Er is een hele tumult rond geweest, maar het resultaat was
dat ik uit logeren ging bij een vriendin van pleegmoeder. 'S anderdaags mocht
ik bloemen afgeven aan de kerk, maar mocht niet mee op de foto. Terwijl
iedereen in een mooie auto stapte bleef ik achter, en ik begreep het niet. Ik
huilde en schreeuwde, maar het hielp niks. Ik riep om mijn moeder, niet wetende
dat die mij al 4 jaar vroeger in de steek had gelaten.
Het is bijna Pinksteren. In Antwerpen
noemt men dit Sinksen, enmet 'Sinksen' komt de 'Sinksenfoor' naar onze stad, en
dat vindt ik nog altijd een fascinerende gebeurtenis . Het brengt tevens één
van de weinige leuke herinneringen naar boven uit mijn kindertijd.
Hoe oud ik precies was weet ik
niet meer, in elk geval nog een kleuter. De 'Sinksenfoor' stond toen nog op
"den Boulevard" zoals wij Antwerpenaren het noemen, en kind zijnde
leek hij mij oneindig te zijn. Ik weet nog dat mijn pleegvader er mij naartoe
nam. Die man ontsnapte maar al te graag aan de tirannie van pleegmoeder, maar
kreeg daar weinig kans toe. Maar die dag dus wel! Van "pa" mocht ik
altijd een ietsje meer. Dan mocht ik op diverse kindermolens, welke je bij de
dorpskermissen nooit zag, en kreeg ik snoep à volonté. Wij hebben ons
onnoemelijk geamuseerd die dag. Ik denk dat wij ons beiden bevrijd voelden,
blij dat we even vanonder het juk vandaan waren. Ik heb geen andere verklaring
voor het feit dat "pa" altijd zo lief was als "ma" uit de
buurt was.
Thuisgekomen was het andere koek!
Ik was ziek van het vele snoepen en draaien, en had daarom geen zin in eten.
Wij kregen beiden een resem van verwijten en schelpartijen naar ons hoofd
geslingerd.
Maar het gaf niet, die dag kon ze niet meer verpesten voor ons, en het is
steeds een heerlijke herinnering gebleven.
Eén die telkens terugkomt als "de Sinksenfoor" wéér haar tenten
opslaat in Antwerpen.
En kind zonder
moeder is als een vaas zonder bloemen.....
Hoewel ik het op mijn twee jaar nog niet
besefte was ik een ouderloos kind.Mijn moeder was verdenen met de noorderzon, en ik gedumpt bij mensen die van mij hun
broodwinnning wilde maken, en zich dan ook behoorlijk bedrogen voelden toen dit
niet bleek te lukken. Ik was mij van geen kwaad bewust en wilde net als elke
peuter van alles en nog wat. Waarom er zo vaak "nee" tegen me gezegt
werd kon ik niet vatten. Waarom ik bij het huwelijk van de dochter des huizes
niet aanwezig mocht zijn ook niet.Wat ik nog het minst begreep was waarom mijn
pleegmoeder, die ik ma noemde, zo vaak boos op me was. Het is zeker niet
makkelijk een vreemd kind op te voeden, maar dat was toch hun keuze, niet? Ik
had helemaal geen keuze gehad! Waarom hebben ze mij niet aan de openbare
instanties overgedragen? Waarom een kind houden dat je in feite haat, want mijn
pleegmoeder vòòral haatte mij. Waarom jarenlang een kind alles ontzeggen waar
kinderen recht ophebben? Zoveel vragen die onbeantwoord zijn gebleven. Vandaag
heb ik zelf wel de antwoorden kunnen verzinnen, maar toch....!
1952, een meisje werd geboren,
maar er was geen vreugduitroep van"hoera het is een dochter" er waren
zelfs geen geboortekaartjes! Waarom mijn moeder mij negen maand bij zich heeft
gedragen is mij tot op heden nog steeds een raadsel, want ik was totaal niet
welkom. Er werd dan ook zo vlug mogelijk een oplossing gezocht, en die
oplossing was na twee maanden gevonden. In tussentijd verbleven wij in een
tehuis voor ongehuwde moeders. Mijn moeder las in de krant een zoekertje van
mensen die kinderen bijhielden tegen betaling, en daar werd ik dan ook zonder
pardon geplaatst door haar. Echter na een paar vluchtige bezoekjes verkoos mijn
moeder naar Duitsland te trekken naar haar broer, en liet mij gewoon achter bij
die pleegouders. Van betalen was ook geen sprake meer, dus werd ik óók voor die
mensen een ongewenst object!!!
Neen lieve bezoekers maak jullie
niet ongerust, en verwacht ook geen suikerbonen van mij! Deze kreet sloeg mijn
moeder in 1951. En meteen daarop vroeg ze zich af wat ze kon doen om die
zwangerschap ongedaan te maken, want ik was alles behalve een gewenst kind. Nog
voor ik énig besef had van tijd en leven, wilde men mij al kwijt! Mijn moeder
heeft elke optie overwogen! "Abortus, maar wat gaat mij dat kosten, en
waar of door wie, en gaat dat pijnlijk zijn" De papa in spè mee laten
opdraaien voor "het probleem"? Maar die papa heeft al lang de benen
genomen, terug naar zijn thuisland, terug naar zijn gezinnetje. Mijn
grootouders werden op de hoogte gesteld, maar daar vandaan kwam ook geen hulp.
Mijn grootmoeder zat in de prostitutie en mijn moeder had haar gedwongen
opgevolgd, maar dan laat je je op je 18e toch niet met een kind opzadelen. Dus
wij werden de deur uitgeschopt met de woorden "als je terug kan werken ben
je terug welkom, zolang trek jij je plan maar" Wel, ze heeft haar plan
getrokken! Zoals jullie zien heeft er geen abortus plaats gehad, maar een papa
is er ook nooit gekomen. Ik wel, maar blijdschap was er die dag niet!!!
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Lulu
AFWIJKING (4)
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.