Voorbereiding week 3, El Negro en ik... Frank Westerman
Achterflap:
Als 19-jarige student staat Frank Westerman in een Spaans museum oog in oog met een opgezette Afrikaan - El Negro. Wie is deze mens? En wie heeft zijn lichaam geprepapeerd? In zjin meest persoonlijke boek tot nu toe volgt de auteur El Negro op diens omzwerving van Parijs (1831) via Barcelona (1888) naar de Pyreneeën - waar hij tot 1997 tentoongesteld stond. Onderweg toot hij El Negro als een spiegel van zijn tijd: een naamloze zwarte die - genageld op zijn voetstuk - het schrijnend licht plaats. Al reizend stelt Frank Westerman zich de indringende vraag: wat zegt El Negro over ons, hier en nu? El Negro en ik is en fascinerende reisreportage over ras, cultuur en identiteit.
Als ik dit lees weet ik even niet zeker wat ik nu gelezen heb... Een Afrikaan die opgezet is in een museum? Een mens die net zoals een dier word opgezet. Ik kan mij niet voorstellen dat iemand een Afrikaan zo minderwaardig vindt dat deze Afrikaan het verdient om opgezet te worden. In dit boek hoop ik vooral iets bij te leren over hoe wij als Europeanen vroeger aan racisme deden, op welke manieren, tegen welke mensen,... Maar zeker niet onbelangrijker is hoe zit het nu? Hoe staan wij ten opzichte van rasopvattingen? Hoe uit zich dit? Etc.
El Negro en ik, een boek dat je echt doet nadenken over het verleden, maar ook over het heden. Al vanaf het moment dat ik de achterkant las stelde ik mezelf al de vraag: hoe kom je er nu bij om neger op te zetten?
In deze tijd kan ik het mij niet voorstellen dat ik een museum binnenwandelen waar ik tussen de opgezette dieren een opgezette mens zou zien staan, ongeacht de huidskleur. Maar als je dan leest dat El Negro pas in 2000 uit het museum was gehaald ligt dit toch niet zo ver in het verleden.
In het boek krijg je een heel mooi beeld over de denkwijzen van mens t.a.v. de apartheid, hoe mensen enorm gechoqueerd kunnen zijn of juist helemaal akkoord gaan met de onderverdeling van mensengroepen. Wat zeker je zeker ook niet mag vergeten is een deel in het boek waar het hoofdpersonage zich zelf bekeken voelden tijdens zijn reizen, waar hij de indruk had dat hij als blanke als minderwaardig werd bekeken. Het zou dus oneerlijk zijn om enkel onszelf als blanke als schuldige te bekijken. Dit korte stuk is goed om een iets meer genuanceerd beeld te krijgen.
Op het einde van het boek maak je ook nog kennis met enkele andere lotgenoten van El Negro. Want hij was zeker niet de enige van zijn soort. Zo had je ook een Buschmannfrau die in 1829 was opgezet door een apotheker. Of de Hottentot-Venus, hoewel zij niet was opgezet kwam haar lot ook zeer dicht tot het lot van El Negro. Tijdens haar leven werd ze tentoongesteld als een circus attractie die de mensen konden komen bezichtigen. Toen de vrouw gestorven is heeft men lichaamsdelen van deze vrouw als een antropologische verzameling ten toongesteld.
Het feit dat El Negro niet de enige was, schept voor mij een duidelijk beeld van de mensen uit heel Europa en niet allen bijvoorbeeld de Spanjaarden die El Negro niet uit hun museum wouden verwijderen. In het boek zelf vraag het hoofdpersonage zich ook de vraag, over wie zegt El Negro het meest? Of de Afrikaanse bevolking of over onze Westerse bevolking?
Ik vind het heel charmerend dat het hoofdpersonage zich het lot van deze El Negro zo aantrekt dat hij zo veel tijd steekt in het uitzoeken wie deze man was en waar hij vandaan kwam. Hij heeft bijna de halve wereld afgereid om aan alle correcte informatie te komen en zijn gedachten te delen met andere mensen. Door deze zoektocht blijkt ook hoe onbelangrijk mensen het vonden om echt te weten naar wat ze nu juist aan het kijken waren. Want je las bijvoorbeeld dat het onderschrift bij El Negro niet overeenkwam met de opschriften bij de postkaarten. Er was nergens documentatie te vinden waar je expliciet terug vond waar El Negro vandaan kwam; dit was blijkbaar niet belangrijk genoeg om te vermelden. Na een lange zoektocht komt ons hoofdpersonage zeer dicht bij de meest mogelijke verklaring waar deze El Negro nu vandaan kwam. Dit heeft hij natuurlijk niet alleen gedaan, maar met behulp van medezoekende, cultuur- en geschiedenisspecialisten.
Ons hoofdpersonage vind niet dat El Negro uit de musea moet verdwijnen, in tegenstelling tot wat je zou denken. Want hij houdt er zo zijn eigen gedachte op na, die ik zelf gedeeltelijk wel begrijp. Hij stelt voor om de Zaal van de mens te verbouwen tot de zaal van het multiculturalisme, waarin getoond zou worden hoe er in verschillende tijden tegen de vermeende rassenhiërarchie was aangekeken. Zolang hij de naamloze El Negro bleef, en dus geen aanwijsbare nabestaanden had, was die voorbeeldrol dan niet te verkiezen boven een arbitraire, anonieme begrafenis in Botswana? Ik kan zijn stelling hierin zoals ik eerder al gezegd heb gedeeltelijk wel volgen. Maar ik vraag mij af of deze boodschap wel duidelijk laat overkomen, want je maakt wel gebruik van een persoon die opgezet is. En dit is naar mijn menig niet respectvol
Tijdens één van zijn reizen naar Afrika ziet het hoofdpersonage de uitslag van de verkiezingen, vergezeld met statistieken die ook het stemgedrag per ras vermelden. Het hoofdpersonage is hier zeer geschrokken door en denkt dat dit beter niet weergeven kan worden. Maar hij krijgt hier naar mijn menig een gepast en logisch antwoord op. Zolang ras een factor is, kun je die maar liever expliciet maken, anders gaat het onzichtbaar meespelen en wordt het veel gevaarlijker.
Wat ik ook goed vind is de invalshoek van het ontwikkelingswerk. Hij ziet dit in het begin van het boek als een grote ideologisch doel. Maar merkt na verloop van tijd dat dit toch niet altijd zo goed verloopt als zou moeten. Bovendien stelt hij zich vragen bij de reden van ontwikkelingswerk. Want het is nu eenmaal zo dat we door middel van ontwikkelingswerken onze ideeën, gebruiken, technologieën, etc. willen doorgeven aan andere bevolkingsgroepen. Vinden wij deze dan zo veel beter als wat er in het land zelf al is? Hiermee bedoel ik natuurlijk niet dat ontwikkelingswerk nutteloos is of een puur voorbeeld van racisme. Want mijn kennis is hier veel te beperkt van om hier een oordeel over te vellen. En ik wil natuurlijk wel geloven in de goedheid en het nut van ontwikkelingswerk.
Nelson mandela?
Een persoon die zeer belangrijk is als we het hebben over de apartheid, is Nelson Mandela. Hij is vooral bekend en geliefd voor zijn volhardende strijd tegen de apartheid. Bovendien was hij de eerste zwarte president van Zuid-Afrika van 1994 tot 1999.
Indien het je interesseert kan je op volgende sites nog achtergrond informatie krijgen voer Nelson Mandela en wat hij nu juist gedaan heeft.
Na het lezen van dit boek ben ik opzoek gegaan naar andere voorbeelden van rassenonderscheiding. Hoe is dit sindsdien nog voorgekomen?
Een zeer bekend voorbeeld is de joden vervolging tijdens het nazistische bewind in Duitsland. In de jaren 30 werden de joden bekeken als een minderwaardige bevolkingsgroep, men bezag ze als Untermenschen. Maar niet alleen in Duitsland maakte men een onderscheiding t.o.v. de joden, want in Polen ging men nog iets verder in het maken van een onderscheiding. Zoals je in onderstaande lijst zal zien, kan de Poolse bevolking zelf niet op veel aanzien rekenen. Op basis van in welke bevolkingsgroep je je bevindt bepaalde hoeveel voedselbonnen je kreeg, welke rechten je had, je uitgaansmogelijkheden,
1Duitsers
2Duitsers van buiten Duitsland
3Aangetrouwde Duitsers
4Oekraïners
5Hooglanders
6Polen
7Joden
En volgende bekend voorbeeld in het rassenonderscheid in de Verenigde Staten. Na de Amerikaanse Burgeroorlog werd doormiddel van verschillende wetten de afstammelingen van de Afrikaanse slaven beperkingen opgelegd. Zo werden ze niet toegelaten in bepaalde restaurants, openbare toiletten, etc. Er waren in enkele staten zelfs wetten die het verboden dat een zwarte met een blanke trouwde. In 1964 werd deze wetgeving afgeschaft.
Heden
Alhoewel apartheid officieel ten einde is gekomen bestaat er bij bepaalde mensen nog steeds een gevoel van minachting ten opzichte van de zwarte, kleurling- of blanke bevolking. Als leerkracht moet je hier zeker rekening mee houden. Want het kan voorkomen dat je leerlingen met bepaalde vooroordelen of ideologieën hebt die zorgen voor conflicten tijdens je lessen. Het is dan ook onze rol als leerkracht om hier op een gepaste manier op te reageren en te proberen de leerlingen kennis te laten maken met een genuanceerd beeld, met voorbeelden, aanleidingen en gevolgen van rassenonderscheid en racisme. Natuurlijk zonder de leerling in kwestie zelf aan te vallen.
Natuurlijk kun je niet zeggen dat er geen apartheid meer bestaat, om dit aan te tonen een nieuwsbericht van 29 september 2009, op http://www.rnw.nl.
Op Curaçao wordt dinsdag geprotesteerd tegen een nieuwe 'apartheidswetgeving' van Nederland. Dat maakte de volksbeweging Aliansa Patriótiko (Patriotische Alliantie) maandag bekend. De Patriotische Alliantie eist dat de Antillen woensdag niet aan tafel gaan zitten met staatssecretaris Ank Bijleveld (Binnenlandse Zaken), die momenteel op het eiland is. Woensdag staat een politiek overleg met Bijleveld gepland over de staatkundige hervorming van de Antillen. Op Curaçao bestaat bezorgdheid over een concept-rijkswet personenverkeer waar minister Ernst Hirsch Ballin (Justitie) mee bezig is. Volgens de Antillen worden Antillianen en Arubanen hiermee tweederangsburgers in het Koninkrijk omdat er beperkingen worden gesteld aan vrij personenverkeer. Het wetsplan is disciminerend en schendt alle mensenrechten van het Antilliaanse volk, menen de tegenstanders. De Eilandsraad van Curaçao en de parlementen van de Antillen en Aruba hebben in de afgelopen weken alledrie unanieme moties tegen de wetgeving aangenomen. De betogers van de Patriotische Alliantie verspreiden onder meer stickers met daarop de tekst 'Stop de Nederlandse Apartheid'.
Ook op de site www.mo.be kun je onder de zoekterm apartheid nog verschillende artikels en getuigenissen terugvinden.
Slotwoord
Een zeer goed geschreven vraag uit het boek ga ik gebruiken als afsluiting van dit verslag. Heel belangrijk om eens over na te denken.
Want, zo betoogde de verslaggever, zou niet een neger die het Darder-museum betreedt en een van de zijnen aantreft als een zeldzaam object in een etalage op het idee kunnen komen om in een Afrikaans museum een blanke op dezelfde manier te kijk te zetten? En zouden wij dat dan niet hoogt onaangenaam vinden?