Het is Pasen vandaag, hier alvast geen eitjes te bespeuren, maar toch konden we hier mee genieten van de Ronde, mét ijs in de beken langs het parcours. Vlaanderen is vandaag weer even Fabianland, wat een fantastisch exploot weer!! Het voelt goed op zo'n momenten dat je even de Vlaming kan zijn via de koers. Woensdag was ik aangekomen in N'Djamena, de hoofdstad van Tsjaad waar je de rijkdom ziet staan en waar de straten zeer mooi aangelegd zijn. Militairen zijn er alom aanwezig en dus durfde ik het niet aan om foto's te nemen, het is hier bij wet verboden om foto's te nemen van officiële gebouwen en personen. Ik logeerde daar de eerste nacht bij een Arabier, Isam, die een guesthouse uitbaat dat door onze firma gebruikt wordt om de expats overnachting te geven op hun weg naar huis of naar Moundou. Het is een zeer charismatisch man die, zoals vele Arabieren, een neus heeft voor zaken. We hadden een zeer interessante babbel en hij heeft me ook meteen de manier getoond hoe je dingen hier kan gedaan krijgen. De tweede nacht sliep ik in het Kempinski hotel. Een presidentieel hotel waar luxe de gewone standaard is. Leuk dat je je even een bad kan nemen en in een gigantisch bed kan slapen. Na het ontbijt 's anderendaags komt Isam me oppikken om zeven uur en samen met zijn chauffeur en nog een andere lokale zakenman vertrekken we met de wagen naar Moundou.
Een reis die levenslang in mijn geheugen zal gegrift staan.
Eens buiten de hoofdstad zie je het al: geen huizen meer, een weg die dan wel in goede staat is en dan weer niet. De afstand die we moeten overbruggen is 350 kilometer, en de tijd die er voor voorzien wordt, is zeven uur. Naderhand zal blijken dat we er negen uur over gedaan hebben. Na twee uur rijden gebeurt er waar je zo op hoopt dat het niet gebeurt: motorpech. De distributieriem is kapot en aan een slakkentempo rijden we naar het volgende dorp. Daar heeft de lokale mechanicien een garage die zich letterlijk onder een boom bevindt, want huizen zijn er niet, enkel wat bakstenen die op mekaar gestapeld staan en waar hele gezinnen dan in 'wonen'. Ik ben genoodzaakt om uit te stappen: het blanke 'evenement' staat plots op wat de straat is en daar komen dan van alle kanten mensen op af. Ik was een soort bezienswaardigheid die met meer dan gewone klammende handen alles in zijn broekzak vasthield wat er zou kunnen uitgenomen worden. Er staan binnen de halve minuut meer dan vijftig lokale mensen om je heen die maar één ding willen: iets krijgen van de blanke man. Isam trekt me uit de menigte en neemt me mee onder een boom waar we een goed uur wachten tot de wagen hersteld is.
Het was een zeer schokkende ervaring, maar het ergste volgde de uren daarop.
Als je uren aan een stuk niets anders ziet dan dor leeg landschap, lemen hutjes, naakte kinderen, uitgemergelde vrouwen die met zwaar geladen gevlochten manden op hun hoofd soms meer dan een dag moeten wandelen, te zieke mensen die liggend op een rund ergens heen gaan, mensen gestapeld ziet zitten in de laadbak van een pick up; en dit alles onder een loden zon die meer dan veertig graden hitte geeft zonder een zuchtje wind.....dan stap je op een gegeven moment uit de wagen en kan je je emoties niet meer de baas. Je bent sprakeloos, je hurkt en je huilt. Het tart elke verbeelding. Isam had me er voor gewaarschuwd en dan denk je aan die beelden van televisie. Maar als je het met je eigen ogen ziet, mensenlief, daar ga je van kapot, daar kan je niet tegen op.
Ik was vertrokken uit een stad waar er rijkdom heerst, en op de weg naar Moundou zie je het contrast. Je hoeft al niet na te denken om te weten wat er gebeurt in dit land. En ook al kon ik alleen maar tergend machteloos toekijken en onthutst zijn, tegelijk is er toch hoop dat er artsen, verplegers en verpleegsters, plaatselijk werkende ontwikkelingswerkers zijn. Uiteindelijk zijn zij ook maar spelden in een hooiberg; ooit zal het toch lonen, daar geloof ik in. Wat ik zag, kan je als mens niet aanvaarden.
Als het al donker is, bereiken we eindelijk Moundou en maak ik voor het eerst kennis met mijn collega's. Er is een wederzijdse tevredenheid die heel veel deugd doet na een tumultueuze dag. We gaan nog vlug iets eten, en vervolgens kruip ik in bed. De volgende ochtend maak ik kennis met de straten van Moundou: rood zand. Het is raar als je merkt dat de tweede grootste stad van dit land slechts met twee echte straten voorzien is; de rest is verhard rood zand. Iedereen maakt er vrij gebruik van, zelfs de dieren wat uiteraard mooie plaatjes oplevert.
Mijn opdracht hier in Tsjaad kan eindelijk beginnen. Het goed gevoel dat ik hier heb met de andere mensen van het bedrijf sterkt mijn wil om, op langere termijn, iets te kunnen doen. Ook al zou ik maar één mens gelukkiger kunnen maken, het maakt me niets uit. Ik kan hier niet vertrekken zonder de wetenschap dat mijn professionele bijdrage ook een menselijk gezicht heeft. Mijn Kameroense chauffeur Bobbo is alvast heel tevreden, want ook hier zal hij met mij rondrijden.
Reacties op bericht (3)
17-04-2013
hei
Hei Gerd, super zo'n blog om te volgen. De manier waarop je schrijft trekt me automatisch mee naar daar, 'k heb werkelijk het gevoel dat ik erbij ben, hoewel ik goed besef dat het verschil immens groot is : je kan de dingen nooit ondervinden mits je er zelf bij bent ! Het ga je goed daar!
groetjes,
Nancy.
17-04-2013 om 10:41
geschreven door Nancy Van Britsom
01-04-2013
Zucht!
01-04-2013 om 21:22
geschreven door Nele
schokeffect
Goed geschreven! Weet je wat ik me nu afvraag? Welk soort bedrijf moet je uit de grond stampen en wat is de meerwaarde ervan voor het land en zijn bevolking? Een vrij confronterende vraag, besef ik. Maar als ik je blog lees, duikt die vraag automatisch op. Ik ben dan ook de koele zakenvrouw hé. Wees daar maar voorzichtig! grtjs
01-04-2013 om 09:43
geschreven door Iris Van Haudenhuyse
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek