Hoi, hier ben ik nog eens. Het is al even geleden, maar het kon er nog niet van komen om een nieuwe episode met jullie te delen. Nu dus wel, vandaag op 1 mei ben ik opnieuw in Douala waar ik de laatste nacht zal slapen van de eerste kennismaking met het Afrikaanse continent. Daarna is het reizen tot ik terug thuis ben, waar ik mijn gezin opnieuw in de armen kan nemen, al is het dan maar voor 10 dagen, want dan wacht opnieuw Moundou.
Sinds mijn aankomst in Moundou, nu 5 weken geleden, kan ik niet anders zeggen dat Tsjaad een diepe indruk heeft nagelaten. Je tracht zo veel mogelijk te werken om niet al te zeer te moeten zien wat de omstandigheden van je omgeving zijn. Af en toe gebeurt het toch dat je er niet kan naast kijken; en dan is het goed dat er nog andere mensen zijn die dat ook opmerken en waar je even tegen kan babbelen, je emoties daaromtrent delen. Als je dat niet doet, dan is het zeer begrijpelijk dat mensen daar van afzien. Het is me steeds goed gelukt, maar één keer was het toch net iets te veel. Ik stond te wachten om de éénrichtingsbrug over te steken toen een man, die nog amper kon stappen, plots levensloos op de grond viel. Dan wil je even van de wereld verdwijnen.
Is het daar dan allemaal zo erg vraag je je misschien af? Wel, op zondag zie je alle soorten van God afgeleide godsdiensten naar de kerk gaan en het gebeurt dat mensen al zingend terugkomen. Ook al is het een heel ander beeld dan kerkgangers bij ons, er verscheen een glimlach op mijn gezicht. Het doet goed te weten dat mensen een gemeenschappelijk iets hebben waar ze in kunnen geloven. Geloof is iets wat hier heel sterk leeft, met één religie als uitschieter: de islam. De wet van de islam hier wordt ook aangenomen als algemene wet. De andere godsdiensten zijn minder in rang, maar intern worden hun regels wel heel sterk nageleefd; ook heel anders dan bij ons.
Wat mij betreft is de intentie van het Christelijk geloof recht evenredig met de intentie van armoede. Mensen hebben daar niets, dus zou je ook kunnen besluiten dat een god niet anders kan zijn dan hun alles.
In de vijf voorbije weken heb ik tal van mensen gezien en ontmoet. Lokale handelaars en zakenlui (al is dat wel met een paar korrels zout te nemen); daar kan je nog iet of wat een deftig gesprek mee voeren. Sollicitanten is een heel ander verhaal; het niveau van opleiding is schrijnend. Heel eenvoudige zaken moet je echt zeer duidelijk en meer dan eens uitleggen vooraleer die mensen doorhebben wat ze precies moeten doen. Nadien mag je het niet loslaten, want anders ben je de pineut. De energie die je daar moet insteken is zodanig groot dat je op het einde van de dag afgemat bent van twee dingen: warmte en duiding geven. Heb je dan iets gedaan? Je hebt zeer duidelijk het gevoel van niet; en dat is niet alleen bij mij zo; het is een fenomeen dat bij nog andere collega's aanwezig is. En dat in combinatie met temperaturen van meer dan 45°....het was soms echt gewoon té heet.
De tijd die ik nu even heb zal ik goed kunnen gebruiken om een manier te zoeken die het voor hen 'gemakkelijk' maakt om zelfstandiger te kunnen zijn. Hun afstudeerniveau is lager dan de eindtermen van het basisonderwijs bij ons; een andere stevige pijler van de armoede.
Gisteren, toen ik in de luchthaven van N'Djamena op mijn vliegtuig aan het wachten was; uiteraard met een sigaret in de mond, was ik getuige van de dagelijkse show van 2 straaljagers die opstijgen om 07.00u 's ochtends. Vrij impressionant is het wel, ook al is het een uitvoering van een opdracht om dagelijks een statement te maken ten opzichte van bevolking en buurlanden. Kortom, Tsjaad is voor mij een land met twee gezichten die ik als volgt samenvat: de grootste rijkdom die er is, stroomt weg van hen die ze toebehoort.
Het is tijd voor mij om alles te laten bezinken, om alles trachten een plaats te geven. Het hoofd leeg maken en hopelijk kan ik na 10 dagen weer met verse moed en energie mijn job tot een goed einde brengen. Er zal één verschil zijn: ik ben nu al voorbereid op wat komt. Maar eerst....een eerste communie vieren; en ik ben er zeker van dat we heel veel leuke dingen gaan doen in de dagen die ik met mijn prinsesjes zal samenzijn. Het wordt een weerzien met ongetwijfeld een traantje van geluk erbij. Dat is iets wat ik heel moeilijk kan omschrijven: het verlangen om je kinderen te kunnen vastnemen na 8 weken van elkaar enkel op skype te zien via een niet duidelijk beeld. Ze zullen wel veranderd zijn zeker...net als ik. En voor jullie allemaal, begin me maar al te bedanken dat ik even naar hier kom. Ik breng namelijk wat zon mee, want jullie kunnen er toch niet heel het jaar op zitten wachten, toch?