Zoals
het hoort zat Nanna al netjes op mij te wachten in een restaurant met
een fris pintje en heel veel verhalen. Omdat wij dezelfde dag
onmogelijk nog in Aranzazu konden geraken besloten we de nacht door te
brengen in La Plata. De dag erna sloegen we onze voorraad in om te
vertrekken naar Aranzazu (tot die voorraad hoorde ook een gitaar +
bijhorende stoffen om een zak te maken + nog enkele rokken, jaja wij
houden wel van projectjes).
In
Aranzazu werden we zeer hartelijk verwelkomd door de dorpsbewoners, die
er ondertussen al van overtuigd waren dat wij nooit meer zouden
terugkomen. Deze keer werden we niet gehuisvest in de parochie omdat
die nu bezet werd door verschillende priesters die bezig waren met de
voorbereidingen voor het feest ter ere van de maagd Maria. Aldus werd
het schooltje onze thuishaven voor een week. Het hele dorpje was
helemaal in beslag genomen door de voorbereidingen voor het grote
feest, ook wij kregen de eer om te helpen met het malen van maïs om
arepas te maken voor de honderden bezoekers die ze verwachten om de
missen (inderdaad je leest het juist meerdere missen) bij te wonen.
De
feestdag werd voorafgegaan door een vuurwerk en eerlijk gezegd volgens
mij was dit het meest fantastische dat ik ooit al in mijn leven gezien
heb. Allereerst werd de duivel verbrand op het basketplein. Deze duivel
was een jongen in een rood pak, die vleugels had waaraan vuurwerk
bevestigd was. Terwijl hij rondliep over het plein werd dit vuurwerk
aangestoken. Echt een machtig zicht. Daarna was het tijd om el castillo te verbranden. Dit
was een constructie van een paar meter hoog. Dominogewijs werd het
vuurwerk dat eraan bevestigd was aangestoken tot in het midden ineens
de beeltenis van de maagd Maria verschijnt die vervolgens via een koord
naar beneden kwam gebengeld. Schitterend gewoon, zeker als je bedenkt
dat dit hele spektakel ineen werd gestoken door twee jongens die alles
(tot het vuurwerk toe) zelf hadden gemaakt.
De tweede feestdag was iets ingetogener en werd vooral gevuld door de verschillende missen. Omdat wij niet echt de hele dag naar de mis gaan brachten wij onze dag door met armbandjes maken en verkopen aan de pelgrims. We hebben ginder nog goed onze boterham verdient, anders gezegd we hebben die dag al het verdiende geld aan eten gespendeerd.
Aan
het einde van de dag ging de jeugd naar de plaatselijke discotheek, de
living van een gezin dat dan snel wordt leeggehaald zodat er ruimte is
om te dansen. Het feest duurde de hele avond en het grootste deel van
de dag erna.
Na de feesten keerde de rust terug in ons geliefde dorpje. Totdat
ineens een derde gringo verscheen: Ludo, onze franse vriend. Samen met
hem gingen we voort met onze kinderentertainment en andere projecten.
Omdat
mijn gitaar ondertussen nog steeds naamloos was besloten we een
dorpsstemming te houden en na een democratische stemming kwam de
volgende winnaar uit de bus: Colombianita Gus Gus...
Na
een heel leuk verblijf in Aranzazu werd het jammer genoeg toch tijd
voor ons om te vertrekken en onze reis voort te zetten. Na nog een paar
dagjes door te brengen met Ludo en Jorge in Popayán namen we dan toch
afscheid en trokken we samen met Jorge terug naar Taminango.
Daar werden we opnieuw zeer hartelijk verwelkomd door zijn familie die ons deze keer meenamen naar een finca in San Lorenzo. De
familie die daar woonde ontving ons met open armen en vooral de kinderen
geraakten al snel gehecht aan de gringos. Zoals het hoort op een boerderij stonden we s morgens vroeg op om de koetjes te melken. Jorge had het lumineuse idee om yoghurt te maken door drinkyoghurt met aardbeiensmaak te vermengen met de melk en te wachten tot dit een lekkere substantie werd. Tot onze niet al te grote verbazing is dit het nooit geworden.
Een van de zonen van het
gezin had ons gesproken over een prachtig meer op de berg en dus
besloten we om daar een avondje te gaan kamperen. De
vreselijk lange afstand die we moesten wandelen bleek uiteindelijk een
klein half uurtje stappen te zijn en het meer was eigenlijk een kleine
plas. Het uitzicht daarentegen was wel adembenemend, wat niet wegneemt
dat wij mogen lachen met zijn fantastische meer en de gebruikelijke overdrijvingen van de Colombianen.
Na
Taminango gingen we naar Pasto, een stad die heel dicht bij de grens
ligt, wat natuurlijk niet betekent dat wij snel in Ecuador gaan zijn.
25-09-2009, 03:32 geschreven door freeke_nanna 
|