Zoladz trainingsmethode

De trainingen worden gegeven op basis van de Zoladz-methode. Trainen volgens Zoladz is hardlopen op een bepaalde hartslag met als doel om geleidelijk je basissnelheid te verhogen met een relatief lage hartslag. Bovendien geldt de hartslag als een goede graadmeter voor de intensiteit van de belasting. Een trainingsschema wordt opgebouwd uit blokken met een bepaalde trainingsintensiteit (zone Z). De Poolse wetenschapper Jerzy Zoladz heeft een indeling van de trainingsintensiteit ontwikkeld aan de hand van je maximale hartslag (HFmax), die er als volgt uitziet:

Zone Hartslag Gevoel (als je geen hartslagmeter gebruikt)
Zone 5 (Z5)
HFmax-10
Zware benen binnen enkele minuten
Zone 4 (Z4) HFmax-20
Ligt in de buurt van 10KM wedstrijdtempo
Zone 3 (Z3)
HFmax-30
Een tempo dat je minmaal een uur moet kunnen volhouden
Zone 2 (Z2)
HFmax-40
Praten wordt lastig, maar je raakt niet buiten adem
Zone 1 (Z1)
HFmax-50
In dit tempo kun je nog gemakkelijk een gesprek voeren

Voorbeeld: stel, je hebt een maximale hartslag van 190, dan houdt trainen in Z3 in dat je gemiddelde hartslag 190 – 30 = 160 is (met een marge van 5 naar boven en naar beneden). Probeer in dit voorbeeld dus te lopen met een hartslag tussen de 155 en 165.

Als vuistregel kun je aanhouden dat je Maximale HartslagFrequentie 206 minus je halve leeftijd (in jaren) is. Beter is het om je HFmax te laten bepalen tijdens een inspanningstest (Zoladz-test), die we met enige regelmaat tijdens de trainingen doen. De Zoladz test dient regelmatig herhaald te worden en zegt iets over de individuele vorderingen in verschillende hartslagzones.
De maximale hartslag kan ook bij een Sport Medisch Adviescentrum (SMA) worden bepaald.

Voor het trainen volgens deze methode is het dus handig om met een hartslagmeter te lopen.

Op het trainingsrooster kom je ook regelmatig de termen Fartlek en LSD tegen.

Vaartspel (Fartlek) Het vaartspel is een speelse training. De oervorm is dat je lekker loopt in bos of duinen en onderweg gebruik maakt van wat je maar tegenkomt. Dus een hellinkje neem je op tempo, omgevallen bomen spring je overheen, in mul zand zet je lekker aan, enzovoorts. In een vaartspel varieer je maximaal met tempo, intensiteit, beweging en ondergrond. Ook dynamische (kracht)oefeningen onderweg passen hierin. Met een vaartspel krijg je veel verschillende prikkels. Je werkt spelenderwijs aan je snelheid, kracht, motoriek en duurvermogen. Door de grote variatie aan prikkels moet je lichaam zich steeds aanpassen. En die aanpassing leid, na rust, tot een betere conditie en meer kracht. 

LSD (Long Slow Distance) LSD is simpelweg een lang eind lopen op een heel lage intensiteit. Lang is dan toch wel minstens anderhalf uur of nog veel verder en langzaam dat is, zo langzaam als je maar kunt/wilt (zone 1 of nog iets eronder). Met een LSD train je de belastbaarheid van pezen, spieren en gewrichten en train je bovenal op een heel specifieke manier je stofwisseling. Simpel gesteld: als je heel lang doorloopt, raakt de glycogeenvoorraad van je spieren uitgeput en moet je lijf een extra sprongetje maken naar vetverbranding. Je lichaam gaat na ongeveer een half uur geringe belasting de vetten als tweede energiebron bijschakelen. Dus langzaam lang lopen heeft als extra voordeel, dat je ‘vanzelf’ magerder wordt!. Door de lange duur is een LSD overigens wel degelijk een zware training waarvan je goed moet uitrusten.

Variatie blijft ook hier het toverwoord.


bron:
http://www.loopgroepoegstgeest.nl/?page_id=41