Het intikken van deze tekst valt me heel moeilijk.
Ik heb namelijk last van het carpooltunnelsyndroom. Beter gekend onder de medisch correcte naam carpale tunnel syndroom of carpaaltunnelsyndroom, maar ik vind die carpool toch veel leuker. Het syndroom daarentegen, dat kunnen ze steken waar ik het denk. Een paar maanden geleden had ik problemen in dezelfde regio: toen had ik een springduim. Je leest het goed: een spring-duim. Toen die diagnose gesteld werd dacht ik dat de dokter een slagje van de molen gekregen had: mijn duim sprong niet, eens geplooid bleef hij geplooid en moest ik hem met de andere hand opnieuw rechttrekken. Met springen, zoals kangoeroes in de Australische vlaktes of gazelles in de Afrikaanse vlaktes, had dat niets te maken. Maar goed, met een kleine ingreep werd dit euvel nogal snel verholpen.
En nu heb ik dus dat carpooltunnelsyndroom.
Ik heb het woordje carpooltunnel via Google opgezocht - ik dacht namelijk dat het compleet fout was - maar ik vond waarachtig een aantal links. Carpooltunnel is een Java class (voer voor informatici), het is ook een CD van de groep Bend (voer voor new age liefhebbers), en tot mijn grote verwondering vond ik ook een verwijzing naar fotos van een ingreep op de carpale tunnel. Gevoelige zielen onthouden zich best, andere zielen kunnen de fotos op eigen risico aanschouwen, liefst met een emmer in de buurt en niet net na de maaltijd. De website vind je via http://www.hayesclan.org/images/carpooltunnel/. Klik op de bestanden die eindigen op .jpg, en voilà: je krijgt fotos die de beste horrorfilm waard zijn. Ik mag er niet aan denken dat ze dit op mijn pols moeten uitvoeren: opensnijden, aan pezen en zenuwen trekken en weer dichtnaaien
Jakkes !
Maar we wijken af van het carpooltunneltje, dat ik veel liever hoor dan dat statige carpale tunnel syndroom.
Die carpool maakt het leven draaglijker en het helpt me de symptomen te verklaren. Want wie begrijpt nu de volgende zin: het carpale-tunnelsyndroom is een klachtenpatroon veroorzaakt door een beknelling van de nervus medianus in het verloop van de carpale tunnel ? Niemand toch ? Een normale reactie zou zijn: En dan ? Maar stel nu dat ik je vertel dat mijn vingers voortdurend tintelen, dat het lijkt alsof ik drie handschoenen boven elkaar draag, dat ik geen speld meer kan oprapen omdat ik mijn vingertoppen niet voel (en ook omdat ik zelden spelden vastneem en de kans dat ik er een laat vallen dus gering is), dat er elke vijf minuten een elektrische stroomstoot vanuit mijn pols naar mijn vingers en naar mijn bovenarm springt, dan voel je toch medelijden ?
Om de pijn te verlichten stel ik het me als volgt voor: er loopt een autosnelweg van mijn hersenen tot in mijn vingertoppen.
Op die autosnelweg rijden autootjes op en af die alle prikkels van mijn handen naar mijn hersenen voeren en met de opdrachten van mijn hersenen terugkeren. Een voorbeeldje: ik streel zachtjes de zachte huid van mijn vrouw maar ik trek mijn vingers snel weg wanneer ik me aan een cactus prik, omgekeerd zou namelijk heel erg zijn. Nu moeten die autootjes met die prikkels en opdrachten frequent door tunneltjes rijden, en één van die tunnels is de gevreesde carpooltunnel. Die is te vergelijken met de verouderde tunnels aan de noordoostzijde van het Gardameer in Italie, tussen Gardone en Riva: nauw en niet verlicht terwijl iedereen daar aan overdreven snelheid rijdt toeristen uitgezonderd -. Bij mij is die tunnel nu nog nauwer en daar hebben de bestuurders van de autootjes een oplossing voor gevonden. Ze stoppen midden in de tunnel, parkeren hun wagentje, stappen uit en rijden dan mee met een collega. Zo zitten ze dan met drie of vier in één wagen.
Carpoolen noemen ze dat.
Helaas geeft dat wel wat problemen, en die problemen, dat zijn mijn kwalen. De bestuurder van het wagentje rijdt natuurlijk naar zijn hersendeeltje en geeft daar zijn prikkel af. De medereizigers zijn zodanig gedrild dat ze ook hun prikkel afgeven, maar op die manier komt minstens één op de twee prikkels verkeerd terecht. Ik voel dus maximum de helft van wat ik zou moeten voelen. Mijn hersenen reageren op basis van deze beperkte informatie, en geven dan onvoldoende bevelen. Resultaat: ik laat mijn sleutels vallen, ik tik op de verkeerde toetsen, ik zet onvoldoende kracht om een flesje te openen. Grove opdrachten zoals een kruiwagen vervoeren, bergen zand scheppen of een muurtje metselen lukken dan wel weer omdat in dit geval één op twee prikkels en bevelen voldoende zijn. Maar dat is nog niet alles.
Wanneer een wagentje opnieuw door die carpale tunnel rijdt willen de machos onder de carpoolers terug naar hun eigen wagen.
Dat kan ik goed begrijpen, want stel dat je met een Porsche of Lamborghini reed en zonet een carpooltripje naar de hersenpan gemaakt hebt in een oud model Lada, dan zou je zelf ook wel terug in jouw eigen droomwagen willen stappen. De macho carpoolmannetjes doen dat dus ook, en om het tijdverlies goed te maken geven ze eens goed gas. Ik denk dat mijn zenuwbaan veel snelle wagens bevat, want ik voel ze accelereren. Ik kan het niet beter beschrijven dan als een stroom mieren die continu over mijn hand loopt, of als een electrisch stroompje dat nooit stopt. Als apotheose is er nog de spontane tunnelvernauwing wanneer ik mijn pols plooi. Stel je de paniek in die tunnel voor: tijdens het plooien komen de muren van de tunnel op de Ladas af, de machos met de snelle wagens springen eruit en stormen naar hun Ferrari of andere speedcar, maar ook de kereltjes met iets minder snelle wagens verlaten de Ladas en sprinten naar hun auto. En ze verlaten de tunnel zo snel mogelijk, allemaal samen. Resultaat: een stroomstoot van jewelste richting hand en een even sterke stroomstoot richting schouder. Pijnlijk is het wel, zon carpooltunnel.
Ik wens het niemand toe. Maar ondertussen droom ik toch van mooie, snelle wagens.
|