Na zonneschijn komt regen.
Zo is het. Om mij onbekende redenen werd die spreuk ergens in de loop der tijden op zijn kop gezet en gewijzigd in de nu traditionele spreuk die stelt dat er na regen zonneschijn komt, maar dit is compleet fout. Na zonneschijn komt regen. Zo is het altijd geweest en zo zal het altijd zijn. In de oertijd, bij de indianen, in Afrika en wie weet waar elders nog is regen iets heel speciaal. Sinds mensheugenis worden mannen opgeleid om in tijden van grote droogte de hemel, de goden of moeder aarde dat kleine beetje levenbrengende regen af te smeken. En wat uiterlijk vertoon is natuurlijk nooit ver weg: de medicijnman omgordde zich met kralen en plaatste een bizonkop op zijn hoofd, de tovenaar verborg zijn gezicht achter een afschrikwekkend houten masker en besmeurde zich met witte klei en de sjamaan doorboorde zijn neus met een sabeltandtijgersabeltand. En ze dansten. De regendans. Geen zonnedans: de zon is er, enkel de regen moet komen. En hij komt, als je maar goed genoeg danst.
Nu is het dus anders.
Nu komt zonneschijn na de regen. Maar waarom? Kijk, zo moeilijk is het niet: om economische redenen, ter promotie van onze Belgische kust. Nooit op gelet? Hou dan in het vervolg de vrt weervrouw in het oog. Wanneer Sabine slecht weer moet voorspellen staat ze helemaal rechts in beeld, maar bij mooi weer stapt ze iets meer naar links waardoor de Balkan achter haar volgens kenners meer dan imposante balkon verborgen blijft. Op die manier komt de blik van de mannelijke kijkers iets dichter in de buurt van de kust. Vervolgens wordt de aandacht heel subtiel op de kuststreek gevestigd. Die strook van ocharme 60 kilometer lang en een kilometertje breed krijgt namelijk een speciale behandeling tijdens het weerbericht. Is er een hittegolf in het land, dan vermeldt Sabine dat er een koele bries waait op het strand. Regent het in het binnenland, dan blijft het droog aan de kust. Je voelt het: ze spoort aan tot een dagje kust, tot overvloedig zonnecrème smeren, tot een terrasje nemen en wie weet tot uitgebreid tafelen in een lekker restaurantje. Aan de kust. Economie.
Natuurlijk heeft niet iedereen zin om uren in de file te staan.
En hoewel er alternatieven in overvloed zijn neemt dat andere deel van de bevolking heel vaak zijn toevlucht tot het populaire barbecueën. En opnieuw komt de economie op de proppen: er worden meer vlees en groenten gekocht dan een normale persoon bij een normale maaltijd zou eten, er werden honderden middeltjes uitgevonden om de barbecue snel warm te krijgen en de extra hulpmiddelen gaan als zoete broodjes over de toonbank. Denk hierbij aan de speciale vorken en tangen, de roosters, de borsteltjes, de kruiden, de speciale schoonmaakmiddelen en die duizenden modellen barbecuetoestellen. Ook niet te vergeten: de obligate drank. Wat er gedronken wordt heeft niet veel belang, zolang de voorraad maar voldoende groot is. En tot slot, iets meer in de persoonlijke sfeer, vinden we dat ene artikel, het accessoire bij uitstek.
De bedrukte barbecueschort.
Het dragen van dergelijke schort is het voorrecht van de mannen die voor de barbecue instaan. In principe bedoeld om de blote bast een klein beetje te beschermen tegen opspattende kooltjes is dit voorwerp langzaam, door middel van de erop gedrukte teksten en afbeeldingen, geëvolueerd tot een uitdrukking van de persoonlijke ingesteldheid. Bij onze laatste barbecue had de heer des huizes er een ontzettend grappige aan. Althans: wij, de mannen, vonden de opschriften op die schort toch echt leuk. Ter hoogte van zijn borstkas, links en rechts, stond er Ribbetjes. Ter hoogte van zijn toch wel imposante buik lazen we Spek en iets lager zagen we Worst. Hilarisch! Even later moest ik mijn eerste litertje drank kwijt en onderweg naar het toilet ving ik in de keuken het gesprek onder de vrouwen op. De gastvrouw was gegeneerd. Zie hem daar lopen, zei ze, met die worst onder zijn spek. Ik schaam me zo!. Niets van aantrekken zei iemand anders, de mijne heeft ook zon schort gedragen. Eén keer, en dan niet meer. Hoe zo? vroeg de gastvrouw. Ik heb een stift genomen en er JE op geschreven. Je? Je ribbetjes? Het moet toch jouw ribbetjes zijn?. Nee, zei de andere vrouw. Worstje.
Zonneschijn dus.
Wanneer wij een barbecue organiseren verloopt alles vlekkeloos, tenzij de voltallige familie aanwezig is. Dan krijgen we gegarandeerd regen. Altijd. Waarschijnlijk bewegen we zoals bij een regendans en trekt ons uiterlijk vertoon de regenwolken aan. Eén ding is zeker: het is onze specialiteit. Onze eerste regen-barbecue ging door onder een parasol, heel hoog ingesteld zodat die niet kon branden. Maar ondertussen hebben we een snelbouw-afdak gemaakt: ruimer, handiger en ook heel snel in elkaar te zetten. Het staat steeds klaar en zodra het begint te regenen meestal wanneer het eerste vlees op de roosters belandt sprinten de mannen naar de planken, de golfplaten en de schroevendraaiers, de vrouwen naar de borden, de glazen en de couverts en vijf minuten later is alles OK. De mannen bakken buiten (frisjes, dat wel), en eten doen we binnen. De laatste keer was het nog perfecter. Dankzij de buienradar op internet wisten we perfect wanneer het zou regenen. Een half uurtje voor de bui viel hebben we snel het vlees voorgebakken en bij de eerste regendruppels zijn we binnengevlucht. Aperitiefje, vlees in de oven en smullen maar. Er staat ons een mooie toekomst te wachten, want met de globale opwarming van de aarde komen er steeds meer hittegolven en droogteperiodes. Snak je naar een spatje regen, dan staan wij paraat. Jullie zorgen voor het vlees, de groenten, de vorken, de tangen en de andere hulpmiddelen, wij zorgen voor een deftige schort en natuurlijk voor jullie barbecue. Regen gegarandeerd, en dit voor een zacht prijsje.
Tja, mijn economie moet toch ook draaien, nietwaar?