Binnenkort verjaart mijn moedertje.
En elk jaar wordt dat een grotere uitdaging. Welk cadeau kan ik haar na meer dan zeventig jaar nog geven? Wat heeft ze in haar lange leven nog niet gekregen? Hoe kan ik haar met een klein tastbaar iets tonen dat ik nog steeds blij ben dat zij er is, dat ze me op aarde geholpen heeft, en ervoor gezorgd heeft dat ik sta waar ik nu sta? Elk jaar opnieuw gaat dit gepaard met slapeloze nachten en gewoonlijk beginnen die ongeveer twee maanden voor haar verjaardag-dag. Ongemerkt, dat wel: ik wordt heel eventjes wakker, ik verwonder me over dat kleine zweetdruppeltje op mijn voorhoofd, en ik slaap weer in. Tien dagen later is dit fenomeen al ernstig gedegradeerd: om twaalf na twee schrik ik op uit mijn droom, in een met zweet doorweekte pyjama. Tot vijf voor halfvier blijf ik klaar wakker waarna ik, eindelijk, weer heel eventjes kan inslapen. De echte hel begint op exact één maand voor die feestelijke dag. Tobben, zweten, angst, slapeloosheid, je kan het niet bedenken of ik maak het mee.
Maar dit jaar niet.
Dit jaar had ik een plan. Ik zag het klaar voor mijn ogen. Het ontwerp, de uitwerking, het resultaat, alles was helder en duidelijk. Dit jaar koop ik geen cadeau, nee, ik maak iets waar ik heel mijn hart en ziel in zal leggen, al de kinderlijke liefde voor mijn moeder zal er in weerspiegeld worden, ze zal met vreugde mijn cadeautje ontvangen. Mijn slapeloze nachten waren dit jaar niet gevuld met verschrikkingen en gruwelen, nee, deze keer liet ik de uren rustig voorbij tikken terwijl ik mijn plan perfectioneerde. Het zou mooi worden, beter nog: het zou prachtig zijn, nooit voordien zou iemand zo zijn ziel en zijn bestaan in een geschenkje gelegd hebben, hoe eenvoudig en klein het ook mocht zijn.
De verjaardagdag naderde.
Tijd om mijn plannen aan de wereld te laten kennen. Alleen, de wereld is zo groot dat ik besloot om klein te starten. Bij mijn vrouwtje, om te beginnen. Stilletjes luisterde ze naar mijn plannen waarna ze zonder omwegen, recht voor de raap haar gedacht zei. En nu dit achter de rug is weet ik dat ik het aan de wereld kan vertellen. Lees dus heel aandachtig, ik zal proberen duidelijk te schrijven. Het cadeautje, dat wordt een egeltje. Ja, een echt egeltje, allez met wat fantasie dan toch. Zelf gemaakt, met een six-pack, een kartonnen doosje voor zes eitjes. Voor witte of voor bruine, dat heeft geen belang. Het doosje schilder ik met grove penseelstreken in een oranjeachtig rode kleur. In roodachtig oranje zou ook nog kunnen, ik ben er nog niet helemaal aan uit. Daarna teken ik op een stukje papier een leuk snoetje. In de vorm van een hartje, met twee twinkelende oogjes en zes snorhaartjes, drie langs elke kant. Ik knip dat snoetje uit en kleef het op de korte zijde van mijn sixpakje.
Ik denk dat het er goed uit ziet.
Daarna neem ik een karton van een kroostrijke gezinsverpakking eieren, je kent die wel, die grote vierkante platen voor 24 of meer eieren. Heel voorzichtig snij ik daar 1 topje uit, 1 kleine, spitse piramide, en die kleef ik op het snoetje. Dit wordt het neusje van mijn egeltje. Ik weet nog niet of ik er vier pootjes aan toevoeg. Misschien teken ik ze nog wel of maak ik ze uit ijzerdraad. Of niet ? Nee, best niet, je moet nog wat fantasie overlaten, zo is het. En als apotheose maak ik zes gaatjes in het rugje. Zes mooie, ronde gaatjes waar ik zes balpennen in zal stoppen als evenveel grote stekeltjes. Ik vertelde dit aan een vriend. Prachtig toch? vroeg ik.
Wel, hij vond van niet.
Eerst dacht ik dat hij me een compliment maakte. Dit is crap, zei hij. Crap. Het klonk Engels, en fier als een gieter sprintte ik naar mijn woordenboek om de correcte vertaling van dat woord op te zoeken. Kunst, klasse, een monument, een prijsbeest, ik zag de prachtigste woorden al voor mijn ogen dansen. Tot ik dat Engels-Nederlands woordenboek opende. Crap: letterlijk vertaald betekent dit pure stront, figuurlijk staat dit ook voor nonsens, onzin, kletskoek en andere soortgelijke denigrerende bijvoeglijke naamwoorden. Ik hoef er geen tekening bij te maken, en ik vroeg hem, diep bedroef, om meer duiding. Maar mijne maat toch, zei hij. Wat scheelt er toch met jou? Lijd je nu echt aan Alzheimer Light? Kindsheid bij de late veertiger? Terug naar de kindertijd? Dit kan toch niet, zon volwassen man met zon kinderlijk cadeautje? Twee voeten op de grond houden, hee vent ! Koop haar een fonduestel of een ladyshave of geef haar een vakantie in Plage-lez-Bains als je dat kan betalen, maar maak toch geen kinderdinges voor jouw ma!
Verleden week was ik op kantoor.
Ik ben nog wel eens meer op kantoor, maar die dag van de voorbije week blijft door mijn hoofd spoken. Mijn collega, een leuke jonge kerel en een heel capabele mens, haalde een document uit zijn tas en zei Ha, juist ja, dit moet nog op mijn bureau. Een cadeautje van mijn dochtertje. Heel voorzichtig haalde hij er ook een rood-oranje kartonnen eierdoosje uit. Of was het nu een oranje-rood? Het was met heel grove penseelstreken geschilderd. Aan de korte zijde was er een snoetje gekleefd in de vorm van een hartje, waarop twee guitige oogjes en exact zes zwarte snorhaartjes getekend waren. Midden in dat hartje was een klein kartonnen piramidetje gekleefd, netjes uit een grote plaat van kroostrijke gezinsverpakking eieren geknipt. Op de rugzijde waren zes gaatjes, en daar stak de fiere papa zes balpennen in. Kijk, zei hij, een egeltje !. Nee, zei ik, dat is crap. Met heel veel liefde gemaakt en daarna met volle overtuiging aan de papa gegeven die het met vreugde en blijdschap heeft ontvangen. Maar heel objectief bekeken is het crap. Het werd me niet in dank afgenomen en naar de rest werd niet meer geluisterd.
Objectief bekeken is het crap, maar het is toch o zo snoezig en o zo mooi. Het bevat alles wat een kinderhartje kan geven.
|