Ze was alleen, met vier kinderen. Ik schat dat ze zes, zeven, zeven en acht jaar waren, en het waren haar kinderen, dat voelde je zo. Je voelde alleen niet of ze er alle vier gekomen waren op basis van een vooraf vastgelegd familieplan of eerder wegens een probleempje met anticonceptie. En hoewel ze fysisch aanwezig was zag je maar al te duidelijk dat ze geestelijk eventjes een korte pauze nam. Ze stond in de rij, zoals iedereen netjes haar beurt af te wachten. Eerst hingen de kinderen nog braaf rond haar rokken maar wachten, dat duurt toch zo lang. En zoals het hoort nam de oudste het initiatief.
De hekken langs de wachtrij lachten hem toe.
Stilletjes, langzaam, heel voorzichtig verwijderde hij zich van moeders rokken in de richting van wat voor hem een meer dan veelbelovend speeltuig was. Nummer twee en drie vroegen wat minder fervent om moeders aandacht en hielden hem goed in het oog. De jongste profiteerde van het sociale vacuüm en kleefde des te vaster aan zijn mama. Even keek ze naar haar oudste zoon, gelaten, zonder emotie, de blik op afwezig, en dat was het sein waar hij op wachtte. Drie tellen later zat hij op een hek. Een echt alfa-mannetje dat zijn domein veroverde. Zusjes twee en drie volgden, en hij gedoogde hun aanwezigheid.
Moeder bleef op non-actief staan.
Nummertje vier vroeg om aandacht, prutste aan van alles en nog wat, waardoor hij haar bijna uit haar lethargische toestand haalde, maar de gsm was hem voor. Een simpele, klassieke beltoon. Ze nam de gsm uit haar tas. Er kwam geen hallo, met Josefien of Met Mieke of nog korter: Annick, nee, het bleef bij een kort Ja. De beller was haar dus zeker bekend. Dat bleek nog duidelijker uit de rest van het gesprek. Ik sta hier aan te schuiven
.Zoals je gevraagd hebt
Maar nee, deze morgen nog
Zal ik doen.. En daarna haakte ze in zonder afscheid te nemen. Geen ciao, geen dag, geen salu, geen doei. Niks. Noppes. De beller was dus wel degelijk goed bekend. Ik vermoed trouwens dat hij aan de bron lag van het strakke familieplan. Haar gezicht bleef neutraal, ze was nog steeds niet aanwezig.
Nummertje vier was ondertussen tot bij de hekken genaderd.
Het alfa-mannetje siste hem toe, veilig, heel hoog van op zijn hek. Ga elders spelen. De zusjes, nummer twee en drie, vielen hem in koor bij en de jongste droop af, naar het hek aan de andere kant. Het leek een sociaal strijdtoneel, met drie tegen één. Drie wilden netjes samen blijven, nummertje vier wou er wel bij horen maar hij mocht niet. Misschien hoorde hij niet bij het oorspronkelijke familieplan, kinderen voelen dat snel aan. De drie begonnen gewaagde turnoefeningen uit te voeren. Lenig, dat waren ze wel. Ik heb zelden een meisje van zeven een bijna volmaakte spreidstand zien uitvoeren op twee hekken, maar die keer dus wel. Ze daagde haar oudere broer en haar zus uit om dit na te doen, maar die slaagden er niet in. Nummertje vier wou het ook wel proberen, aan zijn kant van de rij, maar hij geraakte gewoon niet op dat hek.
Zijn hoofd kwam er amper boven uit, ocharme.
Mama, ik moet plassen. Dat was het alfa-mannetje. Moeder kwam heel even, een paar seconden maar, terug in de realiteit, en wees naar de struiken. Ga daar maar plassen, zei ze vermoeid. Het gebeurde netjes, discreet, en kort daarna werden de gymnastische olympiade verder gezet. Nummertje vier verliet zijn post en sloop stilletjes naar zijn moeder. Mama, ik moet plassen. Met een schok werd ze zich volledig van zijn aanwezigheid bewust. Ze was lichtjes geprikkeld, zo leek het toch. Waarom hij nu ook ? , zag ik ze denken. Toch wees ze opnieuw naar de struiken en volgde hem een paar seconden, handen in de heupen, om kort daarna weer in haar toestand van vermoeide afwezigheid te verzinken.
Tot ze hem plots weer in het oog kreeg.
Zijn broek was netjes afgezakt tot op zijn sandaaltjes, zijn plassertje was zichtbaar, open en bloot, en het straaltje spoot tegen de struik. Doe toch je broek wat hoger probeerde ze te roepen, zonder dat het opviel. Te laat, iedereen had het al lang gezien maar niemand reageerde. Uit beleefdheid. We stonden allemaal in de rij, en aan de reacties te zien waren de meeste onder ons ervaringsdeskundigen. We hadden allemaal al dergelijke avonturen meegemaakt met de kinderen. En alles wel beschouwd waren die vier kinderen daar nog braaf. Alleen, na de plas wou hij door de struiken terugkeren.
De kortste weg.
Maar dat mocht dan weer niet van mama. Tja, hoe zou je zelf zijn, als je weet dat er in de struiken geplast wordt ? Daar loop je toch niet door ? En toen werd het sociaal interessant. Blijkbaar had de jongste, door op dezelfde plaats te plassen als zijn broer, de autoriteit van het alfa-kind onderuit gehaald, want nu mocht hij opeens wel met de andere drie meespelen. Wat hij dan ook deed, uit volle overtuiging, luidruchtiger, uitdagender, met meer dan gewone overgave. En mama stond in de rij, met de blik op oneindig. Langzaam voortschuivend, tot haar beurt eindelijk kwam. Plots leek ze wakker te worden en riep ze haar kroost bij haar. Ze kwamen alle vier, alleen de jongste had moeite om de discipline te handhaven. Hij keek uitdagend naar de mensen die nog stonden aan te schuiven, stak zijn tong naar hen uit, liep overal rond, speelde verstoppertje, alles was nu mogelijk dank zij dat overwinningsplasje in de struiken. Mama werd kregelig, probeerde hem tot de orde te roepen, maar het lukte niet goed. We voelden de spanning stijgen, dat kon niet goed aflopen. En toen was het eindelijk mijn beurt.
Even later hoorde ik op de parking een klein kind heel hard wenen.