Vos tegen Frans
Vos tegen Frans, Vos tegen Frans
Met de regelmaat van een klok weerklonk deze mysterieuze kreet op onze speelplaats. Zon kreet kan aanleiding geven tot veel speculaties en sprekende krantentitels: Vlaamse Overkoepelende Studentenvereniging weigert Frans of Vereniging van Ondernemende Scholieren betoogt tegen Franse taal. Maar zover moet je het niet zoeken, wat bijkomende informatie volstaat. Laten we de zaak eerst wat beter situeren. We waren 6 jaar oud, we hadden er nog geen benul van dat er naast West-Vlaams ook nog andere talen gesproken werden zoals bijvoorbeeld ABN, en de Guldensporenslag, die grootse slag die in de nabije stad tegen de Fransen uitgevochten werd, zovele honderden jaren geleden, daar hadden we nog nooit iets van gehoord. Je begrijpt dus dat wij, kleine jongetjes, niet wisten dat Frans een taal was en dan nog wel een taal waar sommige mensen tégen konden zijn.
Nee, de kreet Vos tegen Frans was gewoon een kordate uitnodiging tot een voetbalmatch.
Ze was afgeleid uit de namen van de twee leraars van het eerste leerjaar, en aangezien slogans beter inslaan dan logische redeneringen ging onze voorkeur uit naar die strijdkreet boven een beleefd maar oersaai De leerlingen van meester Devos zouden dolgraag voetbal spelen tegen de leerlingen van meester X
Wie doet er mee? (Uit postuum respect voor die man, helemaal niet vriendelijk, ontzettend streng, een echte
bon, uit postuum respect schrijf ik zijn naam dus niet volledig neer). Maar geef nu toe, wanneer twee groepjes leerlingen van het eerste leerjaar tegen elkaar willen voetballen, dan gebruik je toch geen volzinnen ? Willen de leerlingen van meester X
alsjeblieft voetballen tegen de leerlingen van meester Devos ? Geef toe, dat lijkt op niets.
Maar waarom dan Vos tegen Frans?
Vos, dat is logisch: dit is een afgekorte versie van Meester Devos. Frans, das wat anders, en toch niet moeilijk: Meester Frans X
woonde in het dorp en genoot dus het voorrecht om met zijn voornaam aangesproken te worden. Meester Devos kon niet van dit privilege genieten: hij kwam elke dag van twee dorpen verder, in een Mercedes dan nog wel! In die tijd sprak je zo iemand alleen met zijn titel en zijn familienaam aan. Nu hoor ik je vragen waarom de slogan dan Vos tegen Frans was en niet Frans tegen Vos? Wanneer je de eer van jouw dorp verdedigt begin je toch altijd met de naam van jouw dorpsgenoot te scanderen, en dan pas die van de vijand, de vreemdeling?
Maar helaas, dit was toen niet zo en wel om twee totaal verschillende redenen.
De eerste reden is de duidelijkste, en heeft niets met voorrechten of privileges, maar alles met uitspraak en de opbouw van slogans te maken. Probeer eens beide zinnen enkele malen luidop te scanderen, en vergeet niet dat je jezelf en je klasgenoten moet opzwepen om mee te spelen in een keiharde voetbalmatch. Je zal bemerken dat Vos tegen Frans veel gemakkelijker in de mond ligt dan Frans tegen Vos. Om Frans tegen Vos te scanderen moet je in het begin van de zin namelijk verschillende mondspieren goed aanspannen, kracht uitoefenen dus, waarna je ze ontspant naar het einde van de zin toe. Scanderen ? Eerder een slaapliedje, zou ik zeggen. Maar omgekeerd merk je dat je, bij het herhaaldelijk roepen van Vos tegen Frans, een spanningsboog opbouwt, beginnend met de zachte Vos-klanken, groeiend naar een streng en hard tegen om te eindigen in de harde en strijdvaardige klanken van het korte Frans. Deze spanning kan je onmogelijk bereiken met Frans tegen Vos.
De tweede reden moeten we zoeken in de reputatie van beide meesters.
Meester Devos volgde een zachte pedagogische lijn maar meester Frans, die nog in het oude Belgische Congo had gewerkt, volgde de harde lijn, en dat zei alles. Hij hield van harde regels. Voor diegenen onder u die geen regels kennen: een regel is een soort latje, gemaakt uit een blokje hout van 30 centimeter lang, 1 centimeter hoog en 1 centimeter diep. Nee, geen lat. Een lat is een lang plat stuk hout, van 30 centimeter lang of meer, een paar millimeter hoog en drie tot vier centimeter diep. Hij hield dus van harde regels want zachte regels braken te snel als je ermee op de banken sloeg. Of slechter nog, op de vingers van een arme leerling. In de hand van meester Frans was dit het ideale instrument om de aandacht te trekken: eventjes op de lessenaar tikken en zelfs de muisjes werden stil.
In de donkerste hoekjes van de speelplaats werden fluisterend de gruwelijkste verhalen verteld.
Over meester Frans en zijn obsessieve drang naar schoonschrift. Je schoof de pen in de pennenhouder, je nam die in de rechterhand, je dipte de punt heel eventjes in de inktpot en belangrijk je schreef met een gestrekte wijsvinger. Kromme wijsvingers maakten direct kennis met de regel van meester Frans. Meestal was de regel sterker, en soms, maar zelden, heel zelden won de vinger. Misschien ligt deze reputatie aan de oorsprong van de leuze Vos tegen Frans: de leerlingen van meester Devos waren tegen meester Frans. En uit medelijden met zijn stakkertjes van leerlingen, uit drang om hen te helpen hun angsten te vergeten, nodigden we ze uit om een spelletje voetbal te spelen. Impliciet werd er nooit een spelletje volleybal voorgesteld om eventuele ongelukkige vingers te sparen. Uiteindelijk, op het einde van het schooljaar, bleek het allemaal toch nog goed mee te vallen: alle vingers hebben het schooljaar heelhuids overleefd, zonder één enkele tik. Maar wij hadden elke match verloren, de leerlingen van meester Frans konden zich echt niet aan de regels houden.
Vier jaar later, in het vijfde leerjaar, was meester Frans onze leerkracht. Hadden we dat in het eerste leerjaar geweten, dan hadden we heel wat minder hard geroepen
|