Wegens een menselijk ongeval op het spoor kan de intercity naar Genève niet verder rijden.
Reizigers worden verzocht de interregio te nemen die om kwart voor vijf vertrekt op perron 3. Een menselijk ongeval, dat gooide roet in mijn eten. Een niet-menselijk ongeval zou dat trouwens ook gedaan hebben. Een ongeval is heel erg voor de mensen (menselijk ongeval) of de niet-mensen (ander ongeval) die het meemaken, en het brengt veel miserie mee voor wie daarin meegesleurd wordt. Zoals ik. Nochtans had ik goed en hard gewerkt. Beter gezegd: mijn cursisten hadden hard gewerkt. De vorige dagen hadden ze overuren gedraaid zodat ik vandaag een half uurtje vroeger kon stoppen. Hoogstnodig om de bus te halen zodat ik de trein kon halen waardoor ik mijn vliegtuig kon halen om toch nog voor middernacht thuis te komen zodat ik tijdig kon slapen om de volgende morgen vroeg weer naar kantoor te kunnen gaan.
Als ik iets haat, dan is het mijn vliegtuig missen.
Het is me één keer overkomen en dat maak ik liever geen tweede keer mee. Vroeger kon ik me meer permitteren. Toen werkte ik wekenlang in Parijs, nu eens twee dagen na elkaar, dan weer drie dagen. Ik vergeet hem nooit, mijn eerste, echte en enige sprint: met pak en zak startte ik in de ondergrondse parking van het Zuidstation, ik spurtte over de roltrap, stormde door de hall en eindigde, hijgend en puffend, op het perron. Godzijdank stond hij er nog, de Thalys. Ik drukte op de knop om de deuren te openen, en langzaam maar zeker gebeurde er niets. Of toch, de knop vertrok zachtjes maar kordaat richting Parijs en trok de Thalys met zich mee. Maar die keer was dat zonder mij. Ik nam de volgende Thalys nemen, een half uurtje later, zonder administratieve rompslomp of speciale toeslag, dank zij een speciaal pasje. Toen ik dat begrepen had, dat je met dit speciale pasje eender welke Thalys kon nemen, besloot ik onmiddellijk dat dit mijn eerste en ook mijn laatste Thalys-sprint was geweest. Sinds die dag heb ik nooit cursisten opgejaagd om snel snel de materie af te werken en had ik altijd tijd voor een extra weetje of voor een losse babbel, want na een gemiste trein komt er toch nog steeds een andere Thalys.
Met het vliegtuig is dat niet zo.
Een vliegtuig missen betekent minstens twee uur verliezen, zo niet meer. En ik kan het weten, ik heb recht van spreken want ik ben ervaringsdeskundige. Ik had het meegemaakt tijdens mijn eerste trip naar Lausanne en nu, zoveel trips later, leek deze onaangename gebeurtenis zich te herhalen. Opnieuw Lausanne, opnieuw vertraging, een menselijk ongeval deze keer. De intercity liep leeg en de kleine, reeds voor de helft gevulde interregio werd plots geconfronteerd met een massa extra volk. Even kwam er een griezelige gedachte bij mij spoken: er loopt maar één lijn tussen Lausanne en Genève, hoe kan deze interregio wel naar Genève sporen als de intercity dat niet kan ? Maar die gedachte werd snel verdrukt door de drang naar overleven, wat in business terminologie hetzelfde betekent als een mooi zitplaatsje veroveren om rustig te kunnen werken tijdens de trip. Tot mijn grote opluchting vertrok de trein stipt op tijd. Van mijn ingebouwde reservetijd was ik nog maar een kwartiertje kwijt, en ondanks de extra tussenstops zou ik toch nog mijn vliegtuig kunnen halen.
Wegens een menselijk ongeval op het spoor kan de interregio naar Genève niet verder rijden.
De trein was gestopt in Morges, een boerengat langs het meer. De businessreizigers kregen het wat op hun heupen, blijkbaar moesten er nog meer vliegtuigen gehaald worden. Zoals gebruikelijk tijdens dergelijke onheuglijke momenten stapten we uit en begonnen we wat te praten. Ik probeerde bijvoorbeeld een trosje Japanners in het Engels uit te leggen wat de Franstalige speaker door de luidsprekers schalde. The train cannot continue, there s been a human accident. Tlain not continue ? Human accident ? You have unhuman accidents in Eulope? Sommige mensen wilden de bus nemen maar geen enkele bus kon hen tijdig in Genève brengen. De drie taxis die er bij aankomst van de trein stonden werden door vijftien businessmensen gecharterd, vijf per taxi, en ik was er niet bij. Spijtig. Maar let wel: het was een superdag voor de taxicentrale van Morges: alle taxis waren volledig bezet ! Een pijnlijke drie kwartier later vertrok de trein opnieuw. Mijn reservetijd was volledig opgesoupeerd.
Luchthaven Genève.
Op het bord zie ik dat het vliegtuig uit Brussel een uur vertraging heeft. Ik had het kunnen weten, in Genève zijn de avondvluchten altijd vertraagd. Aangezien we met dat vliegtuig terugvliegen heb ik zeker nog wat tijd. En joepie: de rij aan de incheckbalie is heel kort waardoor ik extra reservetijd win. Tijd om een sandwich te halen en die op het terras van de luchthaven op te peuzelen, buiten, nog even in het zonnetje. Nog even, inderdaad, want er kwamen pikzwarte wolken aandrijven. Wanneer ik terug naar binnen ga valt de eerste regendruppel, maar ik kan gelukkig met de klassieke routine beginnen: douane, taxfree zone, controlepost en dan in dat trieste zaaltje wachten tot we kunnen instappen. Buiten woedt een overdreven ongezellig onweer, erger dan in een slechte film, het lijkt alsof er elk ogenblik een vlucht vampiers kan aanvallen. Het ene na het andere vliegtuig is vertraagd: door het onweer kunnen ze niet landen. En dan
We hebben geen nieuws van het vliegtuig uit Brussel. Ik vertel de dame tegenover mij dat het ongeluk me die dag achtervolgt, mijn trein had ook al vertraging wegens een menselijk ongeval. Ze kijkt me angstig aan. Ze rilt. Ze zegt: Jij moet toch niet naar Brussel, hoop ik ?
Die avond raakte ik toch nog thuis. Maar laat, heel erg laat.
|