Lieve Giovanni Bosco,
Al lang wilde ik werkelijk op jouw
voetsporen gaan en zo me door jou en je lieve Domenico Savio nog dieper laten inspireren!
Dank zij mijn lieve vriend en de goede tussenkomsten van zoveel goede mensen is
deze droomreis realiteit geworden
We bewonderen hoe je werk goed bewaard
is gebleven en in je Colle zeg je ons nu duidelijk: nu is het aan jullie! Ik heb in het boek van Jos een tekst
gezocht waarvan ik zeg: dat is het wat ik in onze tocht met jou in jouw
omgeving ervaren heb
Ik voelde je aanwezig in al wat we deden in kwade en
goeie dagen! We voelden ons als kinderen van Maria, Hulp der Christenen, en we
vertrouwden op je zachte blik om langs haar van ons verblijf het beste van te maken!
Bedankt!
Hij wordt weldra 68 jaar, maar men zou het hem niet
geven. Een middelmatige gestalte, met een
eenvoudige priestertoog, met nog een weelderige haardos die door de ouderdom nog niet grijs is geworden. Zijn blik
is zacht en indringend, de mond klaar
voor een zachte glimlach. Zijn goede fysieke toestand openbaart iets van zijn open, goed bewaard en joviaal uiterlijk.
Alleen een beetje verzwakking in de benen doet eraan denken dat hij niet meer
van de jongste is. Met hem spreken is aangenaam
en gaat zonder complimenten. Als het zaken betreft, spreekt hij wat trager, zijn voorkomendheid is als van een gentleman.
Hij werkt enorm hard. Hij gaat om middernacht slapen en staat kort na drie uur op. Zijn kamertje is de eenvoud zelf. Hij leest de mis om zeven uur. Iedereen drumt rond
zijn altaar en later, in de sacristie, wordt
hij belegerd door mensen die zich door hem willen laten zegenen, die hem willen aanraken, zijn hand of zijn kleren willen
kussen, of die zich willen aanbevelen in zijn gebeden.
Met de nederige eenvoud, die heiligen kenmerkt, spreekt hij tot hen over Maria, Hulp der Christenen, hij
bidt met hen een wees gegroet en geeft hen zijn zegen. In de biechtstoel en op
zijn kamer wachten mensen van alle leeftijden en van alle slag op een woordje, een
goede raad.
Wat een vader en leermeester is hij voor zijn
salesianen, voor zijn kinderen! Ze willen allen bij hem biechten en een woordje
van hem horen. Ze omgeven hem met
genegenheid en ontzag, men is door hem ontroerd
en aangedaan. Hij spreekt over zijn
werken alsof hij er voor niets tussen zit. Het is God die in alles voorziet, het is God die gebruik maakt van de
voorzieningen van Don Bosco en ... het
is de Madonna die zoveel houdt van
haar kinderen! Met hem spreken wekt het verlangen op om steeds bij hem te blijven en om zijn kind te worden.
Il Berico, 23 juni 1883.
|