Ernie Dekens per Fiets naar Santiago de Compostela
Foto

Wij zijn aangekomen in Santiago de Compostela op 06/06/2008 om 14 u 15.
Een totaal afgelegde weg van 2452 km.
Een reis dat wij nooit gaan vergeten.
Groetjes Ernie & Gerda.

Inhoud blog
  • Start nieuw verhaal
  • Tot slot een bedankje
  • Bertamiràns – Cabo Fisterra 89 km
  • Santiago de Compostela (Zaterdag en Zondag 7 en 8 juni 2008)
  • Arzùa – Santiago de Compostela 52 km

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Via deze weg kan u mijn route volgen te beginnen in Wondelgem doorheen Frankrijk en Noord Spanje tot in Santiago De Compostela.
    28-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Navarrete – Santo Domingo de la Calzada 62 km

    Vandaag ben ik terug vertrokken onder een grauwe hemel. Ik zou er een korte rit van maken maar achteraf bleek hij nog korter te zijn dan ik vooropgesteld had. Dat kwam omdat ik na 38 km een bord zag waarop een klooster stond met de naam: “Monasterio de Yuso”. In mijn boekje kon ik lezen dat dit klooster op de UNESCO-lijst van Werelderfgoed stond. Ik moest er wel een kleine omweg voor maken, maar ik was nieuwsgierig. Bij het klooster aangekomen zag ik dat er regelmatig bussen binnenkwamen en dat het klooster onder begeleiding kon bezocht worden. Ik belde naar Gerda die 20 km verder stond en we spraken af dat ze tot aan het klooster zou komen. Een goed half uurtje later was ze daar en samen konden wij het Monasterio de Yuso bezoeken. Het Yusoklooster staat in het dorpje San Milàn de la Cogolla, het draagt de naam van een plaatselijke weldoener die hier leefde van 473 tot 574 en stichter was van het Susoklooster die een eind verderop ligt. Het Yusoklooster wordt ook beschouwd als de wieg van de Spaanse taal. Binnen het klooster bevinden zich dan ook nog heel wat gigantisch grote boeken met geschriften die door de monniken werden bijgehouden. Spijtig genoeg worden de rondleidingen alleen in het Spaans gedaan. Na het bezoek aan het klooster werd er in de camper gegeten en daarna reden we elk apart richting Santo Domingo de la Calzada. Toen ik na iets meer dan een uur rijden dit stadje naderde werd ik getrakteerd op zo’n felle regenbui. Overal stonden pelgrims te schuilen. De riolen konden met moeite het water opvangen. Gelukkig vond ik Gerda en de camper heel snel. Ik kon me onmiddellijk omkleden in de camper en enkele minuten later waren we al op verkenning in het stadje. Wat mij het meest interesseerde waren de echte witte kip en witte haan die zich in de kerk bevinden. We moesten ze echter van achter tralies bekijken, en de kerk bezoeken ging ook al niet. Aan de kip en de haan is wel een legende verbonden en die gaat in het kort als volgt:

    Er was eens …… een jonge pelgrim. Hij werd in dit stadje opgeknoopt voor een diefstal die hij niet deed. De jongen werd echter op wonderbaarlijke wijze ondersteund door Domingo de la Calzade, een plaatselijke heilige, en bleef zo in leven. Men ging het opzienbarend feit vertellen aan de rechter die de jongen had veroordeeld, terwijl hij net een gebraden kip en haantje zat te verorberen. De rechter lachte en spotte dat dit verhaal even waar was als dat het gevogelte dat voor hem lag, levend was. Plotseling kregen de kip en de haan in het bord terug veren en vlogen ze weg uit zijn bord. De jonge pelgrim werd uit zijn benarde positie geholpen en leefde nog lang en gelukkig. En sinds dit “voorval” zitten er nu in de kerk van Santa Domingo de la Calzada steeds een levende witte kip en een levende witte haan.













    28-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    27-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Urroz (Pamplona) – Navarrete 119 km
    Vanaf Urroz vertrok ik vandaag terug via de hoofdroute. Ik reed in een wijde boog om Pamplona. Een eerste stop was voorzien in Puente la Reina. Samen met Gerda verkenden we dit kleine historische stadje. We wandelden door de historische hoofdstraat en kwamen zo aan bij de, in de 12e eeuw, gebouwde St-Jacobskerk. De kerk is binnen nogal veel versierd met bladgoud en tegen de muur staat een mooi uitgesneden beeld van St-Jacob als pelgrim met staf. Op het einde van de hoofdstraat: “Rua Mayor” komt men bij de beroemde, negenhonderd jaar oude, stenen boog brug over de Rio Agra, die ooit gebouwd werd om de pelgrims van een natte overtocht over de rivier te besparen. Het viel ons op dat de 3 kerktorens, die dit stadje rijk is, druk bezocht werden door ooievaars. Ze waren héél intensief bezig met het schikken van hun nesten. Daarna reed ik door tot in Estella, waar ik terecht kwam terwijl iedereen zowat bezig was aan zijn siesta. Ik reed dan maar door tot in Los Arcos, waar ik samen met Gerda van een lekkere koffie kon genieten. Voor mij was die zeer welkom en ik kon even uitrusten, want bijna alle dorpjes die ik onderweg doormoest, werden allemaal op een helling gebouwd. Na 78 km beginnen die serieus door te wegen. Omdat het nog vroeg was, besliste ik om door te rijden tot in net buiten Logroño. Toen ik deze stad naderde, moest ik op het grindpad voor wandelende pelgrims. In de stad zelf maakte ik nog enkele foto’s bij de kathedraal en in het info toerismebureau haalde ik een stempel. Na het buitenrijden van deze drukke stad moest ik langs een nieuw en rustig park en langs het stuwmeer “La Grajera”. Tussen de wijndranken en de amandelbomen mocht ik mijn zoveelste klim van de dag doen, tot ik in Navarrete kwam, die ook op een heuvel ligt, en daar Gerda vond. We wilden ons installeren op de camping, maar hoe we ook zochten en de wegwijzers volgden met: “camping”, die zich zowel aan beide zijden en in de straten van het dorp opgesteld stonden, toch was er geen camping te bespeuren. We reden dan maar 6 km verder naar Fuenmayor waar we precies hetzelfde voorhadden. Uiteindelijk reden we terug naar Navarrete waar we ons bij het plaatselijke sportcomplex installeerden.











    27-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    26-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rustdag in Pamplona

    Vandaag namen we de bus tot in Pamplona. Op de “Plaza de las Merindades” stapten we af en begonnen we aan onze tocht door de stad. Eén van de eerste monumenten die we zagen was dit ter ere van de waaghalzen van de “Encierro”. Het monument toont hoe mannen met een krant in de hand door de stad lopen, achterna gezeten door een 6-tal op holgeslagen stieren. Daarna slenterden we over de “Plaza del Castillo” een mooi plein met arcaden, stijlvolle cafés, bankjes, platanen en in het midden een kiosk. De straten in het oude deel van Pamplona zijn zéér smal, maar je vindt er overal kleine winkeltjes en gezellige cafés. Ook héél wat restaurants zijn er te vinden en het eten is er niet duur. We brachten ook een bezoek aan het oudste park van Pamplona “El Parque de la Taconera”. Een rustig park of groene zone in een drukke stad. Er zitten zelfs een paar dieren in, meestal gevogelte, maar ook enkele reeën en herten. Iets verder stapten we de “Citadelle” binnen. Weer zo’n rustige plaats waar kunst en groen aan elkaar gekoppeld worden. Daarna brachten we ook een bezoek aan de Santa-Maria Kathedraal. Deze kathedraal staat op het hoogste punt van de oude stad en met zijn torens van bijna 50 meter hoog is hij reeds van ver te bewonderen. De kathedraal en het museum zijn een bezoekje waard. Maar wie een kaars wil branden komt van een kale reis terug. Vooraan bij het altaar staat namelijk een bak met elektronische kaarsen. Wie een euro in de gleuf werpt, ziet dan het lampje van één van de elektronische kaarsen aangaan. En dan maar hopen dat de elektriciteit niet uitvalt….. Stel je voor dat ze dat in Lourdes zouden doen.











    26-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    25-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.St-Jean-Pied-de-Port – Huarte (Pamplona) 69 km

    Niettegenstaande de zware bewolking bleef de regen toch uit. Dat was maar goed ook want vandaag moesten we de Pyreneeën over. Om 10 uur begon ik eraan. Een 25 km lange klim die in het begin héél goed meeviel. Af en toe was er zelfs een plat  stukje. Bij Arnéguy reed ik voorbij de oude grenspost die er nu verlaten bijlag. Na 11 km was het gedaan met de pret en moest er geklommen worden. Ik reed toen het dorpje Valcarlos binnen. Gerda stond aan de kerk met het fototoestel in de hand om mijn doortocht voor het “nageslacht” vast te leggen. Het viel ons op dat de plaatselijke bevolking druk in de weer was met het opsmukken van de straat. Gras werd in 3 rijen over de straat gelegd, takken werden tegen de voorgevels van de huizen gezet, uit de vensters hingen geborduurde stukken stof en af en toe werd een soort van altaar met bijhorende religieuze foto bij de voordeur gezet. Van één van de bewoners kwam ik te weten dat er vandaag een processie voorbij kwam. Ik trok verder bergop. Ik had de goede cadans gevonden en haalde de éne na de andere pelgrim terug in. Ik ben nu wel geen afgetrainde wielertoerist, maar onderweg had ik de mening dat veel van die fietspelgrims veel te klein trapten om boven te geraken. Het was werkelijk een heel mooie klim, met af en toe van de haarspeldbochten die je toelaten om snel eens een glimp op te vangen van de andere pelgrims. Na precies 2 uur te hebben geklommen, kwam ik boven bij de kapel van Punto de Ibaneta, op 1057 meter. Hier staat ook een klein monument ter nagedachtenis ter Roelandt, de trouwe gezant van Karel De Grote die hier gesneuveld zou zijn. Gerda stond hierboven terug te wachten om een foto van haar klauterende man te nemen. Boven had ik 26 km op de teller staan. Ik deed een vers onderlijfje en koerstruitje aan in de camper en daarna plantte ik mijn zelfgemaakt kruisje tussen dat van al die pelgrims die mij hier voor waren. Na de warme soep met boterhammen trok ik dan verder naar Roncevalles, dat amper 2 km verder ligt. Ik nam er een paar foto’s, slenterde eens rond in de souvenirwinkel en liet in één van de lokalen van het kloostergebouw een stempel in mijn credential zetten. Hier werden ook nog duchtig pelgrimspassen verstrekt voor wie dit nog niet had. Daarna ging het weer verder. De afdaling was van korte duur omdat het parcours hier terug over een volgend dal trok. Zo moest ik eerst over de Alto Mezquiriz (922 meter) en nabij Erro volgde nog een klim van 3 km tot op een hoogte van 800 meter. Onderweg in de dorpen waren de mensen allen bezig met dezelfde rituelen als in Valcarlos. In één van die dorpen had Gerda haar temperament ook eens aan de Guardia Sivil laten zien. Toen de man haar de toegang tot het dorp ontzegde voor de processie, en zij de omweg met het tegenliggend verkeer te smal vond voor de camper, bleef ze kordaat stilstaan. Alle maneuvers van de brave Guardiaman ten spijt, maar Gerda bleef staan. Tot hij het tegenkomende verkeer stillegde, de verkeerskegels netjes aan de kant zette, en als een werknemer op de tarmak van de vlieghaven netjes de camper en koppige bestuurster door de smalle straat loodste. De brave Guardia Sivil-man zal ’s avonds thuis geweten hebben wat te vertellen. Bij het binnenrijden van Huarte, een voorstadje van Pamplona, trof ik Gerda op een parking. We reden samen naar de camping, een paar km verder en werden er in de vooravond nog getrakteerd op een onweer met klank- en lichtspektakel dat meer dan een uur bleef duren. Morgen 26 mei is het rustdag en gaan we op verkenning in Pamplona, want we hebben iets te vieren…..











    25-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    24-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oloron-Ste-Marie – St-Jean-Pied-de-Port 81 km

    Gisteravond hadden we nog maar pas een wasje gedaan of de hemelsluizen werden opengedraaid. Dat ging zo de ganse nacht door. Onze was drogen was dus een groot probleem. Toen ik deze morgen wou vertrekken, begon het weer te regenen. Zo reed ik van de ene vlaag in de andere. Tegen de middag kwam ik aan in Mauléon-Licharre. Hier bevinden wij ons in het departement Pyrenées-Atlantiques. De bergen zijn hier niet zo hoog meer en sneeuw zie je hier helemaal niet meer. Na het middagmaal bij Gerda reed ik dan richting St-Jean-Pied-de-Port. Het was ondertussen droog geworden, maar de wolken bleven wel de hoofdrol vertolken. Ik moest over de Col d’Osquich. Volgens het ene boek 495 m, een ander gaf 648 m en op de Col zelf stond 500 meter. Het kon me in feite niet schelen. Ik vond hem meer dan hoog en lang genoeg. Ook de wegwijzers zijn hier tweetalig opgesteld. Soms had ik al moeite met de Franse uitspraak van die borden en aan de Baskische uitspraak, daar begon ik helemaal niet aan. In St-Jean-Pied-de-Port aangekomen, was het eerste wat mij opviel, dat alles hier in het teken staat van de Camino. Overal pelgrims, op de fiets of te voet. Toen ik Gerda niet direct kon vinden, stapte ik het info toerismebureau binnen om naar de camping te vragen die ik met Gerda afgesproken had. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om een stempel te vragen, maar ik werd doorverwezen naar een aanmeldingsplaats voor pelgrims in de Rue de la Citadelle 39. Daar aangekomen moest ik even aanschuiven om aan mijn stempel te geraken. Ik kreeg er ook nog wat informatie over traject in het noorden van Spanje. Toen ik daar wou vertrekken, stond er achter mij een groep Duitse fietspelgrims aan te schuiven en in het smalle straatje kwam er nog een groep Spaanse wielertoeristen zich aanmelden. In het bureau hadden ze meteen de handen vol. Daarna zakte ik door het smalle maar aangename straatje af en liet mij nog door 1 van de Duitsers fotograferen. Dit oud, historisch stadje wist me wel te bekoren. Het ligt net aan de voet van de Passe van Roncesvalles in het zuiden van het Baskenland. Van hieruit moet ik dus morgen vertrekken om de Frans-Spaanse grens over te steken. Volgens mijn boekje wacht mij morgen een klimpartij van 25 km. Ik hoop dat ik vannacht een goede nachtrust heb, want ik zal het kunnen gebruiken. Het weer laat het in ieder geval wel afweten. De ene na de andere onweersbui trekt hier over de camping. Maar wie weet, misschien rij ik morgen wel een paar kilometer per uur sneller met al die elektriciteit in de lucht.

















    24-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    23-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Peyrouse – Oloron-Ste-Marie 61 km

    Na de rustdag van gisteren en het bezoek aan Lourdes, trokken we vandaag weer verder. Bij aanvang begon het licht te regenen, maar na tien minuten was de bui al over. Na 8 km reed ik Lestelle-Bétharram binnen. Twee dagen daarvoor had ik er al voorbij gereden om boodschappen te doen. Het was me toen al opgevallen dat hier toch iets te zien was. Lestelle-Bétharram is een pittoresk dorpje aan de rivier de Gave tussen Lourdes en Pau. Het is vooral bekend om zijn grotten en als zéér oude bedevaartplaats. Ik bezocht de Chapelle Notre Dame. Een 17e eeuwse kerk met een voorgevel in grijs marmer en binnen een prachtig barok interieur met grote schilderijen aan de muren tot op het plafond. Voor de kerk staat ook een mooi fonteintje met daarop een beeld van St-Jacques. Dus werd het fototoestel bovengehaald. Er bleek ook een museum te zijn en aan de ingang kreeg ik nog een mooie stempel in de vorm van een schelp. Ook werd mij een klein kaartje met de afbeelding van de “Notre Dame du Beau Rameau” overhandigd met de boodschap dat dit mij zou beschermen op mijn verder tocht….. Ik kon dus met een gerust gemoed terug vertrekken. Na zo’n 33 km kwam ik bij Gerda in Louvie-Juzon. We aten iets in de camper en vertrokken toen elk op onze weg naar Oloron-Ste-Marie. Ik nam de kortste weg door het bos en kon genieten van een prachtige rit over een bochtrijk traject. Ook het weer was mij gunstig. In de camper had ik op de middag mijn lange fietsbroek uitgedaan alsook de fietstrui met lange mouwen werd er vervangen door één met korte mouwen. Toen ik ongeveer op 6 km van Oloron-Ste-Marie ontmoette ik een Britse Pelgrim te voet. Hij was deze morgen uit Oloron-Ste-Marie vertrokken en het scheelde geen haar of hij zou er vanavond weer aankomen. De man wandelde niet met een stafkaart, maar met een kaartje die hij ergens in één of ander toerismebureau had gekregen. Ik zette hem op de goede weg, al vraag ik me nog steeds af wat hij daar deed, ook al was hij op weg naar Compostela. Bij het binnenrijden van het stadje vond ik dat het water die de stad doorsnijdt nogal onstuimig is. Later zou ik lezen dat hier twee zijrivieren in de Oloron uitmonden. Namelijk de Gave d’Aspe en de Gave d’Ossau. Ze scheiden de stad in 3 delen. Ik vond Gerda bij de ingang van de camping en na eerst nog wat boodschappen gedaan te hebben, lieten we ons daar inschrijven voor één nacht, want morgen trekken we verder naar het wereldberoemde stadje in de Pyreneeën. Namelijk St-Jean-Pied-de-Port.









    23-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    22-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rustdag met bezoek aan Lourdes

    Nadat we rustig hadden uitgeslapen, ons ontbijt hadden genomen, en alles opgeruimd hadden, werden de fietsen van de camper genomen. We fietsten de afstand van Peyrouse naar Lourdes over een lichtgolvende baan. In Lourdes aangekomen hadden we daardoor ook geen parkeerprobleem. We geraakten zonder problemen tot aan het toerismebureau waar ik een stadsplan en een stempel kreeg. De hulpvaardige dame stuurde mij ook naar het info toerismebureau in het heiligdom bij het Sanctuares omdat men daar een speciale stempel heeft voor mensen die op weg zijn naar Compostela. Wat mij vooral opviel in Lourdes was niet alleen het feit dat hier veel gebeden wordt, maar vooral dat dit een plaats is waar veel klinkende euro’s over de toog gaan. Lourdes is business!! Laat daar geen twijfel over bestaan. Binnen de poorten van dit Heiligdom blijft alles heel rustig. Ook al is er veel pracht en praal mee gemoeid. Ik herinnerde mij de soms zeer sobere kerkjes en kapelletjes die ik onderweg had gezien en vergeleek ze dan met de pracht die hier ten toon wordt gesteld. Nee, ook binnen de kerk is niet alles evenredig verdeeld. We zagen hier ook héél veel militairen. Het ene uniform was al mooier dan het andere, maar de uniformen uit Kroatië vielen toch wel echt op. Binnen de poorten van het Heiligdom bezochten we de Basiliek die gebouwd werd op de rots van de grot van Massabille. Ook de rozenkrans Basiliek met zijn 15 in mozaïek versierde kapellen bezochten we. Ook in de Crypte namen we een kijkje. De grot zelf vereerden we ook met ons bezoek, alsook de Heilige Pius X Basiliek die zich onder de grond bevindt. Deze laatste biedt plaats aan 20.000 bezoekers en is niet meer dan een arena, gemaakt van staal en beton en opgesmukt met enorme foto’s en afbeeldingen van allerhande heiligen. Na ons bezoek aan één van de vele winkels in de omgeving en snel nog een foto gemaakt te hebben van het geboortehuis van Bernadette, keerden we met de fietsen terug naar de camping. Toen ik op de camping nog eens zat na te denken aan wat ik in Lourdes gezien had, moest ik terugdenken aan wat de kelner in Périgueux mij had gezegd: “Lourdes c’est la commerce!!”. En daar kan ik hem alleen maar gelijk in geven…..











    22-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    21-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Air-sur-l’Adour – Peyrouse (Lourdes) 88 km

    Vandaag reed ik van Air-sur-l’Adour, een stadje in de Landes, naar Peyrouse,op 6 km van Lourdes, gelegen in de Hautes-Pyrenées. Het begin van de tocht liep over tamelijk vlakke wegen. Maar toen ik na een 15-tal km richting Lembeye reed, begonnen de hellingen weer serieuze normen aan te nemen. Zowel in lengte als in hoogte. In Codillon hield ik nog even halt bij een kunstmatig aangelegd meer en daarna ging het gestaag naar omhoog. Vandaag moest ik regelmatig het kleinste tandwiel vooraan gebruiken en kroop ik met een snelheid van 10 km per uur sommige hellingen op. Ook de zon was weer van de partij en dat liet zich voelen in het aantal liters dat ik dronk. Na ongeveer 51 km had ik een afspraak met Gerda in het dorpje Villenave-près-Béarne waar ik mijn boterhammen met soep kon opeten en de bidons terug kon opvullen. Voor ik vertrok sprak ik met haar af om een tiental km verder elkaar weer te ontmoeten. Dat zou dan in Gardères zijn. Toen ik echter Gardères binnenreed deed ik de schrik van mijn leven op. Recht voor mij, in de verte en tussen de wolken, doemden de hoge besneeuwde toppen van de Pyreneeën op. Het waren verschrikkelijke hoge toppen. Van het schrikken bleef ik verstomd langs de baan staan om het plaatje tot mij te laten doordringen. Het zweet liep al over mijn lichaam en bij het bewonderen van dit natuurschoon, in gedachten dat ik daarover moest, kreeg ik zo’n huiveringwekkend gevoel. Een paar honderd meter verder stond Gerda op mij te wachten met het fototoestel in de hand. Toen ik bij haar kwam vroeg ik of ze de bergen in de verte al gezien had. Dat was nog niet het geval, tot ze haar omdraaide en ik de bergen aanwees. Ook zij was vol bewondering en gedurende de volgende paar km stopten we enkele malen om toch maar die ene mooie foto van deze bergketen te maken. Daarna volgde nog een mooie afdaling tot in het stadje: Pontacq. Maar telkens met de mooie, maar verschrikkelijke bergen voor mij. Vanaf Pontacq ging het over de brede en dalende D940 richting Lourdes tot in Loubajac waar ik deze weg verliet om richting Peyrouse te rijden. Meteen moest ik weer naar het kleinste tandwiel vooraan overschakelen en voelde ik het zweet over de wangen lopen en mijn hart het bloed door mijn lichaam pompen. Eens de top bereikt, volgde een smalle en vrij gevaarlijke afdaling tot in het dorp Peyrouse waar Gerda aan de kerk stond. Het eerste wat mij opviel was het mooie St-Jacques-beeld in de voorgevel van de kerk. Het werd meteen op de gevoelige, digitale kaart gezet. Van aan de kerk reden we samen nog een kilometertje verder tot aan de camping waar we meteen voor 2 nachten boekten. Het was namelijk onze bedoeling om Lourdes de dag erna en in alle rust te gaan bezoeken. ’s Avonds werden nog een paar sms-jes verstuurd en een telefoontje naar de familie. Om hen te laten weten dat we voorlopig goed en wel Frankrijk van Noord  naar Zuid doorkruist hadden.









    21-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    20-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Casteljaloux – Air-sur-l’Adour 95 km

    Toen ik deze morgen op de fiets sprong en wou vertrekken, had ik het vermoeden dat het een eentonige dag zou worden. Omdat ik door een streek moest fietsen genaamd: “Forêt des Landes de Gascogne”. Toen ik de laatste huizen van Casteljaloux voorbijreed zat ik al tussen de bomen en het was ongeveer 40 km verder toen ik weer min of meer in de bewoonde wereld terechtkwam. In héél mijn leven heb ik nooit zolang door het bos gereden. Het traject was helemaal niet lastig en zeker niet eentonig. De kilometers gingen zo aan mij voorbij. Nu en dan kwam ik al eens 2 of 3 gegroepeerde huizen tegen, of ergens een ruïne van een kerk, en dat bleken dan de gehuchten te zijn die op mijn kaart vermeld werden. Ware het niet dat men bij één of meerdere huizen een bordje zette met daarop de naam van het gehucht, je zou er anders blijven naar zoeken tussen al die bomen. Na ongeveer 50 km kwam ik dan terug in de bewoonde wereld met gemeenten zoals: Gabarret die de hoofdplaats bleek te zijn van de Gabardon. Iets verder kwam ik dan in Barbotan-Les-Thermes. Dit bleek dan een klein kuuroord te zijn in de Bas-Armagnac. Het bronwater schijnt hier aangewend te worden tegen reuma en beenderziekten. Ik had meer nood aan een frisse pint tegen dorst en droge keel. Nog een paar km verder, bij Le Lac de l’Uby had ik een afspraak met Gerda. We aten iets op een terrasje van de camping en reden toen, elk met zijn voertuig, verder. De laatste 35 km liepen over aangename, brede wegen via de dorpen: Estang en Le Houga tot in Air-sur-l’Adour, waar we op de camping terechtkwamen. Na het avondeten wandelden we nog eens door het dorp en het viel mij op dat “Le Chemin De Compostelle” hier heel bekend is. Er was hier zelfs een pelgrimsonderkomen. Ik ontmoette hier zelfs 4 Parisiennes die te voet op weg waren naar Compostela en één Belgische die ook met de fiets op weg was naar Compostela. Van de Hospitalero Jean-Michel kreeg ik nog een stempel in mijn credential en na onze routes aan elkaar te hebben verteld, namen we afscheid. Dit waren niet de enige pelgrims die ik vandaag ontmoette. Ook in Barboton-Les-Thermes, was ik al aangesproken geweest door een man afkomstig uit Chambery bij Grenoble die mij vroeg of ik op weg was naar Compostela. Hijzelf had de route al 2 maal gedaan. Eén maal met de fiets, en één maal te voet. We hebben zeker een kwartier met elkaar staan praten langs de baan. Zo zie je maar dat een dag waarvan je niet veel verwacht, toch nog héél goed kan meevallen. Mensen ontmoeten, dat doe je op weg naar Compostela.







    20-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    19-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bergérac – Casteljaloux 98 km

    Vandaag verlieten wij Bergérac. Het schilderachtig stadje gelegen aan de oevers van de Dordogne. Het bezoek aan Bergérac zal ons altijd bijblijven. Wat echter niet zo leuk was, is het wegfietsen uit het dal van de Dordogne. Nog geen 6 km verder stond ik al te puffen en te zweten. Ik had namelijk net de beklimming gedaan naar het Château Monbazillac. Een schitterend 16e eeuws kasteel met prachtige uitzichten over de wijngaarden. Het kasteel is ingericht als wijnmuseum en men kan er tevens wijn proeven en kopen. Dat laatste zat er voor mij echter niet in, want anders geraakte ik nooit op mijn eindbestemming. Dus trok ik verder en kon de hele dag “genieten” van de heuvels. Na zo’n 53 km kwam ik bij Gerda aan in het dorpje St-Barthélemy-d’Angenais. Onmiddellijk werd er koffie gemaakt en met een paar koekjes en een banaan kon ik er terug tegenaan. De lucht begon stilaan grijs te kleuren ondanks dat de zon al heel goed haar best had gedaan. Al snel vielen de eerste druppels, maar echt nat werd ik er niet van. De bordjes langs de weg lieten mij weten dat ik de streek van Lot-et-Garonne bereikt had. De hellingen begonnen stilaan hun tol te eisen. Na het dorp Fauquerolles kwam ik op de D6 terecht. Een rechte baan van 21 km. Ook al liep deze voor een groot deel dwars door het Forêt du Mas d’ Angenais, het begon toch stilaan mijn keel uit te hangen. Ik slenterde de ene na de andere helling op. Wanneer ik de ene helling bijna boven was, zag ik de top van de volgende al op doemen. Eens je de top van zo’n helling bereikt hebt, ben je tevreden dat je eens kan uitbollen. Dat gaat dan zo snel en je haalt snelheden van boven de 40 km per uur, maar amper 1 minuutje later zit je weer aan 12 km per uur te sleuren op de volgende helling. De witte strepen in het midden van de weg zie je links van je voorbijglijden. Dit gaat zo de hele tijd door, tot je op de D933 links mag afslaan en merkt dat je op 2 km van je eindpunt zit. Ik moet zeggen dat dit zeker niet mijn beste dag was en ik héél blij maar ook héél moe in Casteljaloux  van de fiets ben gestapt.







    19-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    18-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chancelade (Périgueux) - Bergérac 58 km (deel 2 - extra foto's)







    18-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chancelade (Périgueux) - Bergérac 58 km

    Vandaag zou het een rustige dag worden. Voor we vertrokken naar Chancelade reden we nog eerst naar Château l’Eveque waar Gerda een mooi kasteel had gezien. Na dit bezoek reden we naar Chancelade waar ik de dag ervoor aangekomen was. Toen ik pas vertrokken was, moest ik al snel op de trappers staan. In Marsac-sur-L’Isle kreeg ik al een eerste steile helling te verwerken en het zou zeker de laatste niet zijn. Telkens ik de ene helling afreed, zag ik als het ware de volgende al opduiken. Tegen de middag kwam ik aan in Villamblard, waar de hemel boven mij grijs en grauw kleurde. Ik voelde de eerste druppels al vallen en gaf nog eens extra door om voor de bui bij Gerda aan te komen. Ik zat nog maar pas in de camper of daar gingen de hemelsluizen open. Ik gelukkig natuurlijk. Ze hadden me daarboven niet te grazen kunnen nemen. De pret was echter van korte duur want na de middagstop was ik amper 10 km weg of het water viel weer met bakken uit de lucht. Ik schuilde snel onder de grootste boom die ik vinden kon. Het duurde zeker een kwartier voor ik er weer vanonder durfde te komen. Toen ik dacht dat de bui voorbij was, stapte ik terug op de fiets en vertrok ik weer richting Bergérac. Ik was pas 10 minuten verder of daar waren ze terug met een koude douche. Het kon me echt niets meer maken, ik was toch doornat en bleef gewoon verder fietsen. Even verder merkte ik onder de bomen nog 2 fietsers die aan het schuilen waren. Maar ik wilde niet meer stoppen. Een eind verder was het gedaan met de regen en als bij wonder reed ik het goede weer binnen. Op 10 km van Bergérac was de baan zelfs kurkdroog en door de wind die ik maakte begon ikzelf ook op te drogen. Toen ik bij Gerda in Bergérac aankwam, was ik helemaal droog en was het lekker warm. Na ons te hebben aangemeld op de camping, nam ik een douche en vertrokken we te voet naar de stad. We waren nog maar net buiten de camping of daar had je weer zo’n brollenmarkt. De zoveelste al. Ik vermoed dat dit in Frankrijk de nationale hobby is: brol verkopen. We staken de oude brug van Bergérac over en in de oude stad zag ik weer van die tentjes staan. Ik dacht: “Het is toch niet waar hé!” , maar groot was mijn verbazing toen ik dichter kwam. Prachtige schilderijen, mooi gevlochten smeedijzer, prachtige keramiek en allerhande kunstwerken, zoals beelden in verschillende soorten materialen. Een prachtige kunstmarkt en een zeer gezellige sfeer. Op een zeer mooi binnenplein van het historische Recollectenklooster was er zelfs een jazz-festival aan de gang met muzikanten die duidelijk in de smaak van het publiek vielen. Bergérac had dus alles wat ik maar hopen kon. Toen ik de Eglise St-Jacques voorbij wandelde zag ik dat die zelfs nog open was. Toen ik binnen ging merkte ik de jonge pastoor op en vroeg hem naar een stempel. De man was héél vriendelijk en meteen was ik terug een mooie stempel rijker geworden. ’s Avonds aten we buiten op een terrasje net naast de Eglise St-Jacques en naast het standbeeld van Cyrano de Bergérac. In een folder kwam ik te weten dat deze Cyrano in feite Savinien de Cyrano heette en geboren was in Parijs. Hij diende daar in het Garde Regiment en werd later letterkundige. Na het avondeten had ik op de camping nog een gesprek met Henk, een Nederlandse Pelgrim. Hij was in April vertrokken uit Deventer in Nederland en moederziel alleen op weg naar Compostela. Hij liet me weten, zelfs al 1 paar schoenen te hebben versleten en moest daardoor in Périgueux 4 dagen wachten op een paar nieuwe schoenen uit Nederland. We kwamen van elkaar ook te weten dat we beiden onze ervaringen op een blog plaatsen en meteen werden de blogadressen uitgewisseld. Wie Henk wil volgen kan dit via: Henkopstap.web-log.nl  Zo kwam een er een einde aan een zeer bewogen, maar uiterst interessante dag in Bergérac.



















    18-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    17-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Touvre (Angoulême) - Chancelade (Périgueux) 78 km

    Na het ontwaken en het ontbijt op de parking in Angoulême trekken we terug naar de bronnen van de Touvre. De hemel kleurt nog grijs maar de zon doet haar uiterste best om erdoor te komen. De temperatuur valt wel goed mee. Nu het niet regent zoals gisteren, waag ik mij tot aan de bronnen en maak er enkele foto’s. Het valt mij op dat dit werkelijk een mooi stukje natuur is. Daarna wordt de fiets van de camper genomen en ik kan terug vertrekken. Vandaag heb ik geen tussenstop met Gerda afgesproken. Zij rijdt dus in één stuk naar het eindpunt in Chancelade bij de abdij. Ikzelf volg de St-Jacobsfietsroute tot in Ronsenac en verlaat daar de route om de richting Périgueux te volgen. Het eerste dorp na het verlaten van de route is Villebois-Lavalette. Het is reeds van héél ver zichtbaar omdat het op een heuvel ligt. Mijn volgende stopplaats is La Tour Blanche. Er zijn dan zo’n 40 km gereden. In La Tour Blanche neem ik mijn middagmaal en neem er ook een paar foto’s van het dorpsplein en de overdekte marktplaats met indrukwekkende houtconstructie. Tot nu toe was het traject altijd golvend met af en toe een steile helling. Na het middagmaal vond ik dat het meer dalende stukken waren. Het ging dan ook een stuk vlotter. Op 15 km van Chancelade kreeg ik echter een helling voorgeschoteld waar maar geen einde leek aan te komen. De helling was wel niet zo steil maar duurde wel een 5-tal km. De zweetdruppels rolden van mijn voorhoofd over mijn wangen en ik was echt tevreden toen ik eindelijk de top bereikte. Eens de top bereikt, liet ik mij als een steen naar beneden vallen en voor ik het goed en wel wist kwam ik aan bij de abdij van Chancelade waar Gerda stond. Er werden snel nog enkele foto’s genomen en na een grondige opfrisbeurt in de camper trokken we op stadsbezoek naar Périgueux. ’s Avonds aten we in het restaurant Le Bordeaux in Périgueux waar we nog een gezellig gesprek hadden met Patrick de kelner van het restaurant. Het eerste wat hij vroeg was of we in België al een regering hadden. Ik kon hem gerust stellen dat alles in kannen en kruiken was. Toen hij vernam dat ik met de fiets op weg was naar Santiago de Compostela verklaarde hij me knettergek. Hij kon ook niet begrijpen dat ik 2 maanden verlof kon nemen. Na het avondeten beloofde ik hem om, indien ik Compostela zou halen, hem een kaartje te sturen.











    17-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    16-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nanteuil-en-Vallée – Touvre (Angoulême) 46 km

    Vanaf het moment dat we wakker werden was het al duidelijk voor mij. Vandaag zou ik voor het eerst in 11 dagen door de regen moeten. Na het ontbijt en de afwas reden we terug met de camper tot in Nanteuil-en-Vallée waar ik gisteren stopte. Het regende al toen we daar aankwamen. De fiets werd van de camper genomen en de regenkledij werd bovengehaald. Ook de gewone sportschoenen werden vervangen door de waterdichte wandelschoenen. Ik maakte een eerste afspraak met Gerda aan de bronnen van de rivier Touvre, nabij Angoulême. Daar zouden we de situatie evalueren. Ik vertrok met mijn knalgele regenvest alsof ik een kanarievogel op een fiets was. Ik was dus goed zichtbaar in dit slechte weer. Na 20 km door de gietende regen stopte ik in het dorpje St-Angeau. Onder een afdak bij de kerk nam ik even de tijd voor een koekje en een drankje. De mensen die met de auto voorbijkwamen dachten heel zeker dat ik een verzopen kanarievogel was. Onderweg had ik ook al enkele fietsreizigers gezien die er net zo belabberd uitzagen als ik. Ik was al door en door nat, en toen ik na 30 km bij het dorpje Brie aankwam, gingen de sluizen boven mij pas echt open. Afstappen was niet aan de orde omdat ik toch nat was en dan misschien kou zou krijgen, dus reed ik door tot aan de bronnen van de Touvre waar ik heel doorweekt bij de camper aankwam. Er stonden toen 46 km op de teller, en daarmee was ik tevreden. Ik ontdeed mij onmiddellijk van mijn natte kleren en waste mij in de camper. Daarna at ik boterhammen en warme soep en we beslisten om de rest van de namiddag op zoek te gaan naar een wasserij om onze was te doen en ook onze inkopen te doen in een warenhuis. Daarmee waren de uren in de namiddag goed opgevuld en was alles weer proper voor de volgende dag. Hopelijk iets droger dan vandaag.





    16-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    15-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.St-Georges-de-Baillargeaux – Nanteuil-en-Vallée 91 km

    Wanneer we met tegenzin en na het optrekken van de mist camping Le Futuriste verlaten, gaan we eerst nog enkele kastelen bekijken. Het eerste kasteel ligt op amper 500 meter van de camping en heet: “Château de Vayres”. Het kasteel is in privé-handen en de toren die zich achteraan los van het kasteel bevindt is niet minder dan een duiventoren. Ik vermoed voor duiven van adellijke afkomst….. Het tweede kasteel dat we willen bezoeken is het “Château de Dissay”. Dit kasteel is echter ook in privé-handen en kan pas op zon- en feestdagen bezocht worden. Er zit dus niets anders op dan enkele foto’s maken en terug vertrekken. Nabij St-Georges wordt ik door Gerda afgezet en via de alternatieve route rond Poitiers ga ik terug van start. De mist is ondertussen weggetrokken en ondanks wat wind op kop blijft het toch aangenaam fietsen in een glooiend landschap. Rond het middaguur kom ik voorbij het zoveelste dorpje. Het luistert naar de naam: “Chéré-les-Bois”. Aan het kerkje is geen mens te bespeuren. Een zware bank, gemaakt van enkele zware rotsblokken, die hier waarschijnlijk nog door de Romeinen zijn neergeploft, vormen een uitstekende zitplaats om mijn boterhammen op te eten. Op het moment dat ik mij wil neerzetten schieten de hagedissen zich weg op zoek naar veiliger oorden. Ik zit er ruim een kwartier en welgeteld 1 boer op een tractor komt er voorbij. Voor de rest geen levende ziel te bespeuren, zelfs geen hagedissen. Ik stap op en rij verder tot ik na 68 km in Charroux aankom. Gerda staat op het marktplein op mij te wachten. Charroux is een historisch plaatsje. Het heeft een grote, verhoogde aangelegde overdekte markt uit de 16e eeuw met een indrukwekkende houtconstructie. Er staat ook een héél bijzondere achthoekige toren die ooit het middelpunt vormde van een enorme abdijkerk. Rondom de toren kan men nog de funderingen zien van de Benedictijner-abdij van St-Saveur. Ik heb er dorst van gekregen en we drinken nog iets op een van de terrasjes rond het marktplein. Later krijg ik ook nog een prachtige stempel van het bureau de toerisme met de afbeelding van de toren van St-Saveur. Daarna rij ik weer verder tot in het pittoreske dorpje Nanteuil-Vallée waar Gerda op mij wacht. De camping gaat pas in juni open en na een bezoekje aan het kerkje, waar ik nog een prachtige afbeelding vind van St-Jacobus in een gekleurd glasraam, gaan we samen op zoek naar een rustige slaapplaats voor de nacht.













    15-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    14-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rustdag in Poitiers

    “Poitiers was in de Romeinse tijd en later vooral in de Karolingische tijd een héél belangrijke stad”. Zo staat het in mijn boekje met de route, dus vond ik het maar heel normaal om deze stad eens te bezoeken. Poitiers is niet alleen cultuur en historisch interessant, je vind er ook héél moderne en aangename winkelstraatjes. Er zijn ook een paar historische wandelroutes aangeduid met kleuren op de grond. Die brachten ons langs bezienswaardigheden zoals: Eglise Notre-Dame la Grande, Kathédrale St-Pierre, Eglise Jean-Baptiste, Eglise St-Hilaire, Hotel de Ville, Palais de Justice, Place de la Liberté, Hotel Fumé, Préfecture, Gare TGV en Parc de Blossac. Alles bezoeken op 1 dag is natuurlijk onmogelijk, maar deze stad zomaar links laten liggen zou zeer onverstandig geweest zijn.











    14-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    13-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.St-Avertin (Tours) – St-Georges-les-Baillargeaux 108 km

    Rond 9u30, na het aflaten van het afvalwater en terug bijvullen van proper water, trekken we terug verder. Gerda vertrekt als eerste en ik kort daarna ook. Ik rijd door St-Avertin en neem nog eerst een foto van aanwijzingsborden die de St-Jacobs fiets- en wandelroute aangeven. Nabij Veigné heb ik nog een kleine helling te verwerken en kom dan aan de l’Aindre terecht. Op deze plaats is de l’Aindre vrij onstuimig en kayakkers kunnen hier hun sport naar hartelust beoefenen aan de hand van een parcours die men d.m.v. poortjes boven het water heeft aangelegd. In St-Mauré-de-Touraine valt mijn oog op een mooi kunstwerkje in de vorm van een boom met reuze namaakappelen. Er staat een bordje met uitleg, maar mijn gebrekkige kennis van het Frans speelt mij hier parten. Ik neem wel een foto van het kunstwerk en de uitleg en besluit het thuis eens te proberen aan de hand van een Frans woordenboek. Daarna volg ik de D108 in de richting van de rivier de Vienne. Ik kan kilometers voor mij uitkijken en de weg blijft maar langzaam dalen. Ik maak nog snel een foto van op een hoger gelegen punt met schitterend vergezicht en laat me dan uitbollen tot in het dal van de Vienne. Wanneer ik nabij Marcilly-sur-Vienne de rivier over steek, ben ik vol bewondering voor deze rivier en stop nog even voor een foto. Daarna rij ik 15 km in zuidelijke richting tot Dangé-St-Romain waar ik een afspraak heb met Gerda. Even moeten we elkaar zoeken omdat zij aan een plein staat in de omgeving van de kerk. En omdat ik aan de andere kant van de rivier zit en ook daar een kerkje staat, moeten we even naar elkaar zoeken. Wanneer Gerda mij laat weten dat ze vóór de kerk staat en ook ik voor een kerk op haar wacht, begint het tot mij door te dringen dat hier 2 kerken in het spel zijn. Vanaf dan steek ik de rivier over en zie onmiddellijk de andere kerktoren. Na het middagmaal beslissen we om eerst de boodschappen te doen. Een “intermarchée” ligt op 5 minuten van het dorp, aldus een bord. Later zou blijken dat die 5 minuten in feite 9 km waren. Na de boodschappen komen we terug naar Dangé-St-Romain, en dan spring ik terug op de fiets. Terug rij ik 15 km zuidwaarts langs de Vienne tot ik in Châtelleraut aankom. Ik bewonder nog eens de mooie Pont Henri IV met zijn 9 bogen en trek  dan terug verder. Iets buiten Châtelleraut splitst de Vienne zich met de Clain die ik nu verder moet volgen. Terug komen stilaan enkele pittige hellingen op het parcours voor. In Dissay, op 5 km van mijn eindbestemming, sta ik plots voor een schitterend kasteel. Het blijkt een 15e eeuws Château te zijn dat ooit fungeerde als zomerverblijf van de bisschoppen van Poitiers. 5 km verder kom ik op mijn eindbestemming waar Gerda staat te wachten bij camping “Le Futuriste”. Een mooiere camping heb ik in héél mijn leven nog niet gezien. Ook de ligging is formidabel. Je kijkt er zo over het dal met op een boogscheut “Futuroscope”, een enorm attractiepark voor liefhebbers van visuele technologie. En daarbij zijn we op 10 km van Poitiers beland.









    13-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    12-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Château-Rénault – St-Avertin (Tours) 50 km

    Rond 9 uur vertrok ik voor een korte rit naar Tours. Terug goed weer en een goed humeur want het zou een korte rit worden. Voor ik echt naar mijn route reed, nam ik nog enkele foto’s in het stadje. Vooral de toren die toegang geeft tot de ruïnes van de oude burcht interesseerde mij. Op de vesten heeft men er een prachtig zicht op het stadje. Ik hoopte hier ook aan een stempel te komen, maar buiten enkele poezen die hun ras probeerden in stand te houden was er niemand te bespeuren. Niettegenstaande een bericht met de openingsuren vanaf 9 uur, liet niemand zich zien. Er zat dus niets anders op dan de poezen hun gang te laten gaan en te vertrekken. Na 17 km kwam ik voorbij het Château de Valmer. Een kasteel uit 1640 met een park en landerijen van 80 ha. Men kan het bezoeken en achteraf van de wijn proeven. Overigens begonnen zich meer en meer wijngaarden aan te melden. Er zaten ook al een paar korte, maar nijdige hellingen tussen. In Château de Valmer kreeg ik wel een stempel maar het was weer zo’n ding van een paar euro’s bij Mister Minit. Ik vraag me soms af of er nu niemand van die kasteelheren ook maar een deftige stempel zou hebben met daarop een afbeelding van hun domein of eventueel een familieschild. Bij het binnenrijden van Tours vond ik ook meer en meer wijnboeren en plaatsen om te gaan proeven. Ik reed de stad binnen via de fiets- en wandelbrug over de Loire namelijk: “de Pont Suspendu” en belandde zo direct in de stad die mij oud en ongezellig leek. Fietsen is hier geen lachertje, de auto’s drummen je zo van de weg. Het duurde dan ook bijna een uur voor ik Gerda vond die zich in het zuiden van de stad bevond. Na ons ingeschreven te hebben op de camping van St-Avertin, reden we met onze fietsen nog eens 6 km terug om de stad te bezichtigen. Behalve de Kathédraal St-Gatien is er echt niet veel te doen in deze stad. Zelfs een lange straat met restaurants en enkele winkels, lag er net na de middag dood en verlaten bij. ’s Avonds vereerden we een pizzarestaurantje in St-Avertin met ons bezoek. De jongeman die de pizza’s voor het oog van zijn klanten klaarmaakt, mag fier zijn op zijn bakkunst. De pizza’s waren niet alleen groot, ze waren vooral héél lekker.





    12-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    11-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chartres – Château-Rénault 138 km

    Na het ontbijt, het aflaten van vuil water en terug opvullen met proper water voor de camper vertrekken we beiden rond 9 uur. Gerda begeeft haar naar de N10 en ik ben onmiddellijk op mijn route. Na 8 km kom ik voorbij het dorpje Loche. Ik moet zo’n zijriviertje van de Eure over en kom op één van die plaatsen waar je de rest van je leven wilt slijten. De camera wordt boven gehaald en het huisje met treurwilg en waterloop worden vereeuwigd. Ik geniet nog even van het uitzicht en trek dan weer verder. De zon geeft al veel warmte en de wind zit pal in het voordeel. Dertig per uur halen is een makkie. Ik rijd terug zorgeloos door de velden. In Bouville, een dorpje van ongeveer 10 huizen en een kerkje staat het plots vol met auto’s. Ik zie de mensen met allerhande spullen onder de arm wandelen en merk bij het naderen van het kerkje dat er zo’n ouderwetse brollen markt aan de hand is. Niks aan de hand zou ik zeggen, ware het niet dat ik er dwars doorheen moet. Ik neem snel een foto van heel het gebeuren en laat me dan stapvoets meedrijven met de massa. Ik hou mijn fiets goed vast om te beletten dat ze hem van onder mijn gat verkopen. Op de tafels die in feite niet meer zijn dan enkele schragen en een plank ligt werkelijk van alles. Afgesleten schoenen, laarzen die nog van tijdens de oorlog zijn, elpees waarvan de kaft zo vergeeld is dat je nauwelijks de naam van de zanger kunt lezen. Van de kleinste prullen tot zaken als een ouderwetse bietenmaler of een weegschaal waarvan de naald die het gewicht moet aangeven bij de minste bruuske beweging op het asfalt terecht komt. Aan de houten telefoonpalen langs de weg hangen speakers die ik van in de jaren ‘60 niet meer gezien heb. Hier is dit blijkbaar nog high-technology. Er komt ook een stem uit. Ik vermoed van een man maar het kan ook een zware vrouwenstem geweest zijn. De enige woorden die verstaanbaar klonken waren: “Saucissen fumées” dan wat gebroebel en terug weer die saucissen fumées. Na een kwartier aan te schuiven tussen het ‘afval’ en tien keer de promotiecampagne voor de ‘saucissen fumées’ kan ik eindelijk mijn weg vervolgen. Na 40 km kom ik aan in Bonnevalle, een oud vestingstadje aan de Loir. Ik kom het stadje binnen over de ringgracht en door de oude stadspoort. Rondom de kerk liggen héél veel kleine straatjes en ik neem er ruim de tijd voor enkele foto’s. Daarna rij ik door naar Châteaudun waar ik aankom met 55 km op de teller. Ik rij tot bij het 15e eeuwse Château, werkelijk een prachtig kasteel. Op de binnenkoer staan 2 mensen in een traditionele klederdracht uit die tijd te spelen op een soort van fluit en een trommel. Ik neem terug de tijd voor enkele foto’s en vraag dan in het souvenirwinkeltje om een stempel. Spijtig genoeg moet ik tevreden zijn met een doodgewone platte stempel zonder de minste historische opmaak. Ik verlaat deze stad doorheen een wirwar van kleine steile, afdalende straatjes en merk nog eens hoe imposant het kasteel er van beneden uitziet. Dan rij ik door tot in Montigny-le-Gannelon waar het prachtige Château du Prince-Duc de Montmorency-Laval (wat een naam) hoog boven op de heuvel prijkt. Ik maak terug even tijd voor een foto en laat het geheel nog eens van op de brug tot mij doordringen. Ik rij dan amper 1 km verder tot Cloyes-sur-Loir waar ik een afspraak heb met Gerda. Ik vind haar héél snel, rustig zittend op een bank in de zon te midden van een prachtig met bloemen bezaaid park. Gerda laat weten dat ze al de boodschappen heeft gedaan voor het avondeten. We nemen rustig de tijd en gaan even uitblazen op een gezellig terrasje in het dorp. Daarna trek ik terug verder en in Morée, langs de Loir wip ik nog even binnen voor een stempel in het infokantoor en de bediende van dienst laat me weten dat het morgen weer mooi weer zal zijn. In La Grapperie vind ik ook nog een kasteel met aanpalende gebouwen die een foto waard zijn en dan rij ik Vendôme binnen. Vendôme was tot de Franse Revolutie een bekend bedevaartsoord en mede daardoor een belangrijke etappeplaats voor Santiago gangers lees ik in mijn boekje. Ik neem er een foto van de Tour St-Martin en ga nog eens binnen in de abdijkerk St-Trinité. Ik verlaat Vendôme via de indrukwekkende stadspoort St-George en de brug over de Loir die ik snel nog op de foto zet. Daarna rij ik door naar het eerstvolgende dorpje, Chanteloup, waar Gerda op mij wacht en waar we de nacht zouden doorbrengen. Helaas vinden we dit niet echt de geschikte plek en omdat het nog maar 16u30 is beslissen we nog verder te trekken tot Château-Renault, zo’n   30 km verder en voorzien van een camping. Wanneer ik echter een uurtje later in de omgeving van de camping door het stadje rijd, bots ik weer op zo’n “brollenmarkt”. Gerda heeft ondertussen laten weten dat ze door die markt niet op de camping geraakt is en op de parking van de intermarché staat. Dat is amper enkele honderden meters verder en ik heb haar dan ook snel gevonden. We beslissen dan ook om hier te overnachten. Het was een mooie en lange, maar zeker geen lastige rit vandaag, ondanks de 138 km die op de teller staat. Morgen trekken we verder naar Tours die op een boogscheut van hier ligt.







    11-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    10-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rustdag in Chartres
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vandaag werd er niet gefietst. We bezochten de stad Chartres te voet aan de hand van een brochure waar een toeristische stadswandeling in stond. We maakten heel wat foto’s van de vele mooie plekjes die deze stad rijk is. Een hoogtepunt was het bezoek aan de Kathédraal waar ik terug een mooie stempel mocht ontvangen. Op de middag aten we op één van de gezellige pleintjes. Daarna slenterden we verder door de kleine straatjes van de binnenstad. Rond 18u15 waren we terug op de camping om verder uit te rusten.

    10-05-2008, 00:00 geschreven door Ernie  


    Foto

    Archief per week
  • 31/12-06/01 2013
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 26/09-02/10 2005

    Foto

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Nuttige Links
  • Wandelclub Postiljon Merelbeke
  • Vlaams Compostela Genootschap
  • Vakantiefietser
  • Blog van Nederlandse vriend Henk
  • Eriks fiets ateljee
  • Himpe.org voor al uw pc vragen


  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs