Ernie Dekens per Fiets naar Santiago de Compostela
Wij zijn aangekomen in Santiago de Compostela op 06/06/2008 om 14 u 15. Een totaal afgelegde weg van 2452 km. Een reis dat wij nooit gaan vergeten. Groetjes Ernie & Gerda.
Na het ontbijt, het aflaten van vuil water en
terug opvullen met proper water voor de camper vertrekken we beiden rond 9 uur.
Gerda begeeft haar naar de N10 en ik ben onmiddellijk op mijn route. Na 8 km kom ik voorbij het dorpje
Loche. Ik moet zon zijriviertje van de Eure over en kom op één van die
plaatsen waar je de rest van je leven wilt slijten. De camera wordt boven
gehaald en het huisje met treurwilg en waterloop worden vereeuwigd. Ik geniet
nog even van het uitzicht en trek dan weer verder. De zon geeft al veel warmte
en de wind zit pal in het voordeel. Dertig per uur halen is een makkie. Ik rijd
terug zorgeloos door de velden. In Bouville, een dorpje van ongeveer 10 huizen
en een kerkje staat het plots vol met autos. Ik zie de mensen met allerhande
spullen onder de arm wandelen en merk bij het naderen van het kerkje dat er
zon ouderwetse brollen markt aan de hand is. Niks aan de hand zou ik zeggen,
ware het niet dat ik er dwars doorheen moet. Ik neem snel een foto van heel het
gebeuren en laat me dan stapvoets meedrijven met de massa. Ik hou mijn fiets
goed vast om te beletten dat ze hem van onder mijn gat verkopen. Op de tafels
die in feite niet meer zijn dan enkele schragen en een plank ligt werkelijk van
alles. Afgesleten schoenen, laarzen die nog van tijdens de oorlog zijn, elpees
waarvan de kaft zo vergeeld is dat je nauwelijks de naam van de zanger kunt
lezen. Van de kleinste prullen tot zaken als een ouderwetse bietenmaler of een
weegschaal waarvan de naald die het gewicht moet aangeven bij de minste bruuske
beweging op het asfalt terecht komt. Aan de houten telefoonpalen langs de weg
hangen speakers die ik van in de jaren 60 niet meer gezien heb. Hier is dit
blijkbaar nog high-technology. Er komt ook een stem uit. Ik vermoed van een man
maar het kan ook een zware vrouwenstem geweest zijn. De enige woorden die
verstaanbaar klonken waren: Saucissen fumées dan wat gebroebel en terug weer
die saucissen fumées. Na een kwartier aan te schuiven tussen het afval en
tien keer de promotiecampagne voor de saucissen fumées kan ik eindelijk mijn
weg vervolgen. Na 40 km
kom ik aan in Bonnevalle, een oud vestingstadje aan de Loir. Ik kom het stadje
binnen over de ringgracht en door de oude stadspoort. Rondom de kerk liggen
héél veel kleine straatjes en ik neem er ruim de tijd voor enkele fotos.
Daarna rij ik door naar Châteaudun waar ik aankom met 55 km op de teller. Ik rij
tot bij het 15e eeuwse Château, werkelijk een prachtig kasteel. Op
de binnenkoer staan 2 mensen in een traditionele klederdracht uit die tijd te
spelen op een soort van fluit en een trommel. Ik neem terug de tijd voor enkele
fotos en vraag dan in het souvenirwinkeltje om een stempel. Spijtig genoeg
moet ik tevreden zijn met een doodgewone platte stempel zonder de minste
historische opmaak. Ik verlaat deze stad doorheen een wirwar van kleine steile,
afdalende straatjes en merk nog eens hoe imposant het kasteel er van beneden
uitziet. Dan rij ik door tot in Montigny-le-Gannelon waar het prachtige Château
du Prince-Duc de Montmorency-Laval (wat een naam) hoog boven op de heuvel
prijkt. Ik maak terug even tijd voor een foto en laat het geheel nog eens van
op de brug tot mij doordringen. Ik rij dan amper 1 km verder tot
Cloyes-sur-Loir waar ik een afspraak heb met Gerda. Ik vind haar héél snel,
rustig zittend op een bank in de zon te midden van een prachtig met bloemen
bezaaid park. Gerda laat weten dat ze al de boodschappen heeft gedaan voor het
avondeten. We nemen rustig de tijd en gaan even uitblazen op een gezellig
terrasje in het dorp. Daarna trek ik terug verder en in Morée, langs de Loir
wip ik nog even binnen voor een stempel in het infokantoor en de bediende van
dienst laat me weten dat het morgen weer mooi weer zal zijn. In La Grapperie vind ik ook
nog een kasteel met aanpalende gebouwen die een foto waard zijn en dan rij ik
Vendôme binnen. Vendôme was tot de Franse Revolutie een bekend bedevaartsoord
en mede daardoor een belangrijke etappeplaats voor Santiago gangers lees ik in
mijn boekje. Ik neem er een foto van de Tour St-Martin en ga nog eens binnen in
de abdijkerk St-Trinité. Ik verlaat Vendôme via de indrukwekkende stadspoort
St-George en de brug over de Loir die ik snel nog op de foto zet. Daarna rij ik
door naar het eerstvolgende dorpje, Chanteloup, waar Gerda op mij wacht en waar
we de nacht zouden doorbrengen. Helaas vinden we dit niet echt de geschikte
plek en omdat het nog maar 16u30 is beslissen we nog verder te trekken tot Château-Renault,
zon30 km verder en voorzien van
een camping. Wanneer ik echter een uurtje later in de omgeving van de camping
door het stadje rijd, bots ik weer op zon brollenmarkt. Gerda heeft
ondertussen laten weten dat ze door die markt niet op de camping geraakt is en
op de parking van de intermarché staat. Dat is amper enkele honderden meters
verder en ik heb haar dan ook snel gevonden. We beslissen dan ook om hier te
overnachten. Het was een mooie en lange, maar zeker geen lastige rit vandaag, ondanks
de 138 km
die op de teller staat. Morgen trekken we verder naar Tours die op een
boogscheut van hier ligt.
Vandaag werd er niet gefietst. We bezochten de
stad Chartres te voet aan de hand van een brochure waar een toeristische
stadswandeling in stond. We maakten heel wat fotos van de vele mooie plekjes
die deze stad rijk is. Een hoogtepunt was het bezoek aan de Kathédraal waar ik
terug een mooie stempel mocht ontvangen. Op de middag aten we op één van de
gezellige pleintjes. Daarna slenterden we verder door de kleine straatjes van
de binnenstad. Rond 18u15 waren we terug op de camping om verder uit te rusten.
Vanuit de camping in Goussonville vertrek ik
vandaag met stijve beenspieren voor een tocht naar het dal van de Eure. Het is
minder warm dan de vorige dagen en het traject lijkt mij een stuk minder zwaar
dan gisteren. Om de 4 à 5 km
kom ik voorbij de typisch Franse dorpjes die de rust zelve uitstralen. Het is
weer zon groene en bosrijke omgeving over een licht glooiend traject. Ik zie
terug voor mij 2 Nederlanders, maar laat ze hun gang gaan. In Tacoighières zie
ik het kerkje staan met daarnaast het dorps- of gemeentehuis en ook het
postkantoortje, alles in één stuk aan elkaar gebouwd en amper 1 m breed. Ik ben een beetje
nieuwsgierig hoe deze 3 verschillende instanties tezamen gaan en besluit op
zoek te gaan naar een stempel. Het kerkje lijkt mij gesloten. Dan heb ik nog de
keuze tussen het postkantoortje en het dorpshuis. Om niet in contact te moeten
komen of aan zaken herinnerd te worden die ik op deze tocht niet wil zien, gaat
mijn keuze naar . het dorps- of gemeentehuis. Ik klop op de openstaande deur
met vermelding: Secretariat en een vriendelijke vrouwenstem antwoordt met:
Entréz. Ik stap binnen en nog voor ik Bonjour kan zeggen vraagt de
vriendelijke vrouw of ik een tampon wil. Voor alle duidelijkheid: tampon
betekent in Frankrijk stempel. Nadat ik van de vriendelijke vrouw een afdruk
van haar tampon kreeg vertrek ik weer. Van dorp naar dorp tot aan de plaats van
afspraak met Gerda. En vandaag spraken we af in Maintenon aan de rivier de
Eure. In Maintenon staat een mooi Renaissance kasteel. Ooit gekocht door
Lodewijk de XIV voor zijn lief: Madame de Maintenon die later zijn vrouw zou
worden. Achter het kasteel staan nog de restanten van een aquaduct, ook gebouwd
op vraag van diezelfde Lodewijk. Het moest dienen om het water van de Eure tot
in Versailles te brengen. Maar het is nooit voltooid. Niettegenstaande er
tussen 1685 en 1688 ongeveer 30.000 soldaten en boeren hebben aan gewerkt. Een
mens doet al eens iets We maken een paar fotos en laten ons heerlijk
achterover vallen in één van de talrijke terrasjes op de Place Astride Briand.
In het toerismebureau krijg ik nog zon gewone doordeweekse stempel en daarna
vertrekken we weer elk apart voor de laatste 20 km tot Chartres. In
Chartres vinden we elkaar snel terug bij de ingang van de camping. Nadat we ons
hebben verfrist en geïnstalleerd zijn, trekken we nog eens deze gezellige,
rustige en historisch interessante stad in. Het echte bezoek is in feite voor
morgen, want dan neem ik een rustdag en wordt er niet gefietst.
Rond 9u30 verlaten we de parking van het
schooltje in Rémy. Het is héél rustig onderweg. Dat komt waarschijnlijk omdat 8
mei een feestdag is in Frankrijk. Mijn eerste tussenstop is vandaag in
Clermont. Na ongeveer 30 km
en enkele stevige hellingen kom ik aan de oude stadspoort die naast de kerk
staat. Op het plein in het oude centrum staan nog enkele oude gebouwen,
weliswaar gerenoveerd, maar toch hebben zij nog een Middeleeuws karakter. In de
kerk kan ik de schitterende ramen, uit brandglas vervaardigd, bewonderen. Ik
maak er enkele fotos. Buiten neem ik nog enkele fotos van het plein met de
oude bibliotheek. Daarna rij ik terug verder, weeral te beginnen met een
stevige klimpartij. Ik rij terug dwars doorheen een uitgestrekt landschap,
bezaaid met koolzaadvelden en bossen. In Cauvigny, één van die talrijke dorpjes
op mijn weg, hou ik halt en ga zittend op een steen naast de kerk, mijn
middagpauze houden. Ik vertrek terug en zit nog maar pas op de fiets als ik
weer zon klauterpartij van 3
km met een stijgingspercentage van 7% te verwerken
krijg. Om 14 uur rij ik het dorpje Hénonville binnen langs de achterzijde van
het kasteel. Ik stop even en zet mijn fiets tegen de 2 m hoge muur die het domein
omringt. Ik neem mijn fototoestel, ga boven op de fiets staan, en neem stiekem
een foto van de achterzijde van het kasteel en bijhorende bijgebouwen. Daarna
rij ik tot aan de voorzijde want daar staat Gerda op mij te wachten. Ik neem er
even pauze bij met 2 lekkere instant koffies en evenveel lekkere suikerwafels.
Terwijl ik rustig in een tuinzetel van mijn koffie geniet, komen er 2 Nederlanders,
gepakt en gezakt, hijgend voorbij. Ik weet niet hoe het komt, maar ik heb niet
het minste medelijden met hen. Na een half uurtje rust en ongeveer 70 km op de teller trek ik
terug verder. 200 m
verder is het weer van dat. Een helling die ik in slakkengang te lijf ga.
Bordjes langs de weg laten mij weten dat ik door Val de lOise rijdt. Even
verder haal ik de 2 Nederlanders in. Ze komen net uit een café. Zie je wel, dat
ik geen medelijden moest hebben. Ik rij tot bij die 2 en vraag waar ze vandaan
komen. Ze zijn op dezelfde dag als ik uit Leiden vertrokken en doen ongeveer
elke dag 150 km.
Die zullen zeker hun hemel verdiend hebben als ze in Compostela aankomen. In
Oinville-sur-Montreint krijg ik de zoveelste beklimming te verwerken. In een
geharrewar van kleine straatjes kies ik de verkeerde straat en vlieg met een
hels tempo naar beneden. Eens beneden stel ik mijn vergissing vast. Het is maar
een kleine km maar ik moet terug de helling op. En wie zie ik boven .. de 2
sportmannen uit Leiden. Even verder moeten ze ook even uitblazen en met een
Hollandse Doei, steek ik ze weer voorbij. Tussen Hargenville en Mézières vlieg
ik aan een hels tempo naar het dal van de Seine. Tot tweemaal toe moet ik deze
stroom over, als ook de drukke A13 autosnelweg. Het is hier enorm druk en de
autos vliegen mij links en rechts voorbij. Aan de overkant moet ik door
Mézières en eens uit de drukte zie ik het bordje: Goussonville. Ik ben
tevreden, het zit er bijna op voor vandaag. Tot ik uit een straat kom, en weer
zon verschrikking voor me zie. Ik raadpleeg mijn boekje en inderdaad, daar
staat in: Klim 3 km
tot 7% . Dat wordt dus weer klauteren. Het kan mij echter niet deren want
boven staat Gerda te wachten en nemen onze intrek in de mooie en stille camping
Canada die na 122 km
mijn slaapplaats voor vandaag zal zijn. Wetende dat het morgen een korte rit
wordt naar Chartres.
Vanuit St-Quentin rij ik in zuidelijke richting
naar de Somme. Ik rij dus door de Picardie. Na 15 km ter hoogte van St-Simon
kom ik terug Greet uit Tilburg tegen. We wisselen een paar woorden en trekken
dan elk apart verder. Even verder zie ik nog 2 fietsers langs de baan, ze
zitten te eten en met een simpele doei weet ik meteen dat het Nederlanders
zijn. Op de middag, ik heb dan 5
km door een licht glooiend landschap gereden, kom ik aan
aan de Kathédraal van Noyon. Hier heb ik een afspraak met Gerda. We nemen
contact met elkaar met de GSM en enkele minuten later komt zij bij de
Kathédraal waar ik gezeten op de trappen op haar wacht. Noyon is een
historische stad en we beslissen om even rond te wandelen en een terrasje te
doen. De Kathédraal kunnen we pas om 14 uur bezoeken en dan is er ruim tijd
genoeg voor enkele fotos. Wanneer we de Kathédraal willen bezoeken zien we dat
er een begrafenis aan de gang is. We houden ons stil achteraan de kerk en dat
apprecieert men want na de mis komt iemand vragen of ik een stempel wil. Na de
mis komt de priester bij ons en wil ons nog een aparte kapel met binnentuin
laten zien. Na dit extraatje doen we nog wat boodschappen en dan trek ik verder
met de fiets richting Compiègne. Dit is werkelijk een prachtig stuk. Ik rij
kriskras dwars door: La Forêt
de Laigue. Werkelijk kilometers aan één stuk door rij ik tussen de bossen
zonder één mens tegen te komen. Maar eens in Compiègne aangekomen is het gedaan
met de rust. In een randgemeente heb ik een afspraak met Gerda en ik heb
werkelijk alle moeite om haar te vinden. Wanneer we elkaar dan toch vinden zijn
we niet echt tevreden met de plaats waar we zijn en na een korte blik op de
kaart beslissen we om een tiental km verder te rijden. Zo belanden we in een klein
rustig dorpje met de naam: Rémy. Op de
parking van het plaatselijke schooltje vinden we de rust die we zoeken en
genieten we van een heerlijke koude schotel die na alweer een hete dag in onze
maag verdwijnt.
Na een rustige nacht in Saméon vertrek ik om 9
uur. Acht km later fiets ik door het mooie Forêt de Marchienne, heerlijk is
dit. Maar na 23 km staat er plots een bord voor mij met het opschrift:
Deviation. Ik ben koppig en denk met mijn fiets wel een doorgang te vinden.
Plots sta ik voor 2 hopen aarde, aanschuivende vrachtwagens en een stofwolk die
aan de binnenkant van mijn longen blijft plakken. Er is zelfs met de fiets geen
doorkomen aan. Ik zie de kerktoren van het dorp Abscon recht voor mij liggen
maar ik geraak er niet door. Dan maar terug keren en de wegomlegging volgen.
Het kost mij ongeveer drie kwartier voor ik in Abscon geraak. Tot overmaat van
ramp rij ik daarna nog verkeerd. Weer doe ik ettelijke km omweg om dan terug op
mijn route te komen. Op het middaguur ben ik in het dorpje Warnes-au-Bac waar
ik gezeten op de invallersbanken van de plaatselijke voetbalploeg mijn
middagpauze hou. Daarna vertrek ik richting Cambrais die ik heel snel bereik.
Het is pas 13 uur. Vervolgens rij ik tussen uitgestrekte koolzaadvelden naar
onze plaats van afspraak. Iets na 14 uur kom ik bij de voormalige abdij van
Vaucelles die gelegen is aan Le Canal de St-Quentin. Gerda
staat er ook te wachten en maakt stiekem een foto van mijn aankomst. Deze
Cisterciënzerabdij werd in 1132 gesticht door Bernardus van Clerveaux. Ook
zieken, verstotenen, reizigers en pelgrims vonden hier onderdak in het hospice.
De abdijkerk was ooit de grootste van Europa en had een lengte van 135 m. hier ontvang ik terug
een stempel in mijn Credential. Na een bezoek aan de tuinen keren wij terug
naar de camper waar ik terug mijn drankbussen opvul, nog enkele koekjes eet en
daarna terug vertrek. De wind is ondertussen wat gedraaid en waait nu echt in
het nadeel. Ook de hellingen worden langer. Maar de zon brandt op mijn huid.
Nabij Gouy zie ik een bordje met: Source de lEscaut of De bronnen van de
Schelde. Ik maak nog eens een kleine omweg tot bij de bron en laat mij
fotograferen door een Frans koppel. Ongelooflijk dat zon kleine bron met
helder water 430 km
verder zon enorme brede monding heeft in de zee. Het kleine kunstwerkje dat
hier staat is een schenking van de stad Antwerpen. Even later vertrek
ik weer vechtend tegen de wind en de hellingen richting St-Quentin. Bij het
naderen van deze stad ontmoet ik nog een Nederlandse. Ze heet Greet en komt uit
Tilburg. Moederziel alleen is ze op 1 mei vertrokken. We praten nog wat
onderweg en ze is blij dat ik haar vergezel tot aan de camping waar zij ook de
nacht zal doorbrengen. We nemen afscheid van elkaar en wensen elkaar nog een
goeie tocht.
Na de laatste zaken in de camper te hebben
gestoken, is het zover. De fiets wordt uit de garage genomen en voorzien van de
nodige tassen met eten en het kaartmateriaal. Gerda neemt nog een laatste foto
en ik kan vertrekken. Het is nu 10 uur en mijn tocht kan beginnen. Na 3 km, in Mariakerke krijg ik
al een eerste berichtje op de GSM. Vriend Marc wenst mij een goede tocht. Ik
laat hem weten dat ik begin te naderen en al in Mariakerke ben . Om 11u30
steekt Gerda mij voorbij met de camper in de omgeving van Oudenaarde. We hebben
een afspraak in Ronse voor een eerste tussenstop. Het weer is schitterend. De
zon laat zich van haar beste kant zien en de wind waait helemaal in mijn
voordeel. Wat moet je nog meer? In Ronse komen Gerda en ik samen op de parking
van een warenhuis voor het middageten. Wanneer we terug vertrekken spreken we
af dat Gerda onmiddellijk doorrijdt tot Saméon. Dit is een dorpje net over de
grens waar we aan de Mairie een parking hebben voor de nacht. Ik vervolg na
Ronse mijn weg naar Doornik waar ik rond 14 uur aankom. Ik ga op bezoek in het
toerismebureau waar ik een stempel in mijn Credential krijg. Ik rij nog even
door tot aan de St-Jacobskerk omdat men in het huisje ernaast ook een stempel
kan krijgen. Dat zijn er dan al twee en dat is meegenomen. In Doornik kom ik
dan echt op de St-Jacobsfietsroute en dat is te merken ook. Al onmiddellijk zie
ik zeker al een viertal fietspelgrims. Allemaal Nederlanders. Ze zijn
herkenbaar aan het gele vlagje van de Nederlandse Jacobsstaf. Ikzelf draag er
eentje van het Vlaamse Compostela genootschap. Hiermee is nogmaals het bewijs
geleverd dat je nooit alleen op weg bent naar Compostela. Na Doornik vervolg ik
mijn weg langs de Schelde richting Bléharies, daar verlaat ik de mooie boorden
van de Schelde en rij richting Rumégnies waar ik de Belgisch Franse grens
oversteek. Aan de oude grensovergang neem ik nog een foto en rij dan nog 2 km verder waar ik mij in
Saméon bij Gerda vervoeg. Het is dan 16 uur en er staan precies 100 km op de teller.