Wisten jullie dat op de grens tussen Meise en
Grimbergen in de Rooststraat een standbeeld prijkt van dichter Karel van de
Woestijne, een van onze klassiekers. Hij
behoorde tot de bewegingVan
Nu en Straks1893 1914. Hij
kon de ziel tot lied omtoveren.De gedenksteen staat er maar troosteloos bij.Het groen errond overwoekert en verbergt het
monument.Een plaatje met uitleg zou
niet misstaan.
De
tekst onderaan, op de grafsteen is onleesbaar en luidt : Mijn vriend Gij hebt een der schoonste sterren van Brabant gezien en die ligt aan de poorten van Brussel.
De vraag is : wat is een der schoonste sterren van Brabant ? De parel van
Brabant of het keizerlijke Meise ? Meise (met zijn keizerin Charlotte) was tot 1132
moederparochie, ook van Grimbergen en Strombeek. In dat jaar werd door
toedoen van de Berthouts het patronaat of begevensrecht overgedragen aan de
abdij van Grimbergen.
Zo werden de rollen omgekeerd en kreeg Grimbergen de bovenhand.
In de Roetskalender 2015 staat onze dichter op 29 juni met een korte biografie,
bij het begin van de Karel van de Woestijneweek.
Markante vrouwenwandeling Vrouw en Maatschappij Meise
Langs Vlaamse wegen
Edwin Ganz trekpaardenroute
Karel Van de Woestijne wandelroute
De Plantentuinroute
Wandelboekje 68 Jan Hammeneckerpad en Boskapel
Eddy Merckxroute
Amelgempad
Wandelpaden te Meise VTB
Historische gebouwen
Tony Ospad
Foetspad VTB VAB
Vlira pad
Mountainbikeroute Miel Van de Cauter
Edwin Ganzpad
Derde jagerspad
Drie Rodespad
dHoogvorstpad
Kouterpad
Witherenpad
Gedurende de opeenvolgende
maanden krijg je bij een bezoek aan de Plantentuin Meise een circulaire met een
uitgestippelde individuele wandeling en een kaart.
Historische wandeling Plantentuin
Magnoliawandeling
Coniferenwandeling
Winterwandeling
Planten op uw bord
Inheemse bomenwandeling
Wild Meise
Herfstkleurenwandeling
Achter de schermen
Kunstwandeling
In Meise waren vroeger processies naar de kapellen en
kapelletjes.
De St.-Annaprocessie ging door op de eerste zondag van juli.
Op Sacramentsdag gingen de gelovigen 3 maal rond de kerk en werd het koor
versierd met een bloementapijt.
Op de kruisdagen in mei deed men 3 kapellen aan : de St.-Martinuskapel, de
St.-Annakapel en de St.-Antoniuskapel.Wij reconstrueren deze processieweg met een maximum traject, waarbij
alle kapellen van de parochie St.-Martinus Meise aangedaan worden.
We vertrekken tussen de pastorij St.-Martinus en de St.-Martinuskerk.We wandelen tot aan de Mariakapel van Henri Lenaerts (1) schuins over het standbeeld van
baron d Hoogvorst.
We gaan verder voorbij de beiaardbanken naar de ingang
van de Plantentuin (Meise dorp).We
wandelen de Plantentuin in en slaan onmiddellijk links af en komen aan de St.-Antoniuskapel.(2)
We verlaten de Plantentuin langs de hoofdingang en
blijven langs de Plantentuin richting dorp tot aan de St.-Annakapel (3) van 1767.
0.55 km
Toestand
nu met informatieH.
Anna ten drieën voor de kleine nis
We steken de Nieuwelaan over en gaan over de
voetgangersbrug naar de St.-Annastraat die wij volgen voorbij de molen van De
Waet, langs de Maalbeek Keizerinlaan.We
volgen verder de omheining rond het domein Drijtoren tot aan de kleine kapel in de haag (4) 1.12 km tot aan de Leon Fischerlaan.
We nemen de Leon Fischerlaan tot de dHoogvorstlaan,
waar we links af slaan, de Koninklijke Kasteeldreef oversteken door de
Hollestraat.Daar zien we op het
pleintje de St.-Martinuskapel 1818.(5)
3.11 km
We
nemen de St.-Martinusbaan en steken de Kapellelaan over recht door tot aan de
Tronkstraat, waar op een oude linde de gedenkplaat hangt van PRINZ WILHELM ZU
SCHOENAICH CAROLATH van het 3de
regiment Uhlan+ 20 augustus 1914met
een Mariakapelletje.(6) 3.83 k
De tekst luidt :
+ 20.8.1914
Prinz Wilhelm
zu Schoenaich Carolath
3de regiment Uhlan
We gaan langs de Strombeek Berverselaan tot aan de
voetgangersbrug die we oversteken tot in de Hendrik Van Dievoetlaan, die we
volgen en we slaan rechts af de Zonnelaan in voorbij de villa van Salu en het
kasteel van Hasselt.We steken de
Nieuwelaan over naar de St.-Elooikapel.(7)
4.890 km
Naast
deze kapel volgen wij de Hasseltbergstraat en dalen af naar het dorp door de
mooieSt.-Elooiweg.Her en der staan nog beeldjes van St.-Elooi.(8) 6.11
km
Aan de Mankevosstraat gaan we links en slaan af in de
Landbeekstraat.We slaan rechtsaf de
Blauwenberg en nemen onmiddellijk links de O.L.Heerweg tot aan het voetwegje
rechts.Daar hangt een gevelkapelletje van het heilig Mariajaar.
(9) 6.84 km Deze gevelkapelletjes
zie je nog her en der op de huizen.
Door het voetwegje gaan we tot aan de Pater Pirelaan
en vervolgen het voetwegje links naar de Krogstraat.Daar slaan we links af en even verder rechts
de Beiaardlaan in tot het einde aan de wijkkapel
van Henri Lenaerts Mariajaar 1954.(10) 6.400
km
We volgen de August Van Doorslaerlaan enstappen richting dorp tot aan de Onze Lieve Heerweg.Daar slaan we linksaf tot aan de Krogstraat,
waar we rechts klimmen tot aan het Chiroheem.Hier werd de Mariakapel, die
door Herman Boon pr. gebouwd werd met de wijkmeesters van de K.W.B. , gemetst
door Albert Nica en gerestaureerd in 2000 door zijn kleinzoon en Jef De
Cuyper.De burchtgravinne werd gemaakt
door kunstenaar Julien De Roover in gewapend beton. (11) 6.900 km
Wij begeven ons naar ons vertrekpunt aan de
St.-Martinuskerk. 7.000 km
Er is een e-mail verstuurd via het 'e-mail mij'
formulier op uw blog http://blog.seniorennet.be/erfgoedmeise.
Titel: Moorden in Meise
Beste Jef,
Mijn felicitaties voor de informatie die ge over het erfgoed en het verleden
van Meise de wereld instuurt.
Misschien is er u toch iets ontgaan: de moorden op de
'maréchal de logis Heldenberg' en de 'maréchal de logis-chef Van de
Wouwer'.
Begrijpelijk; het is weer een tijdje geleden. Het gebeurde in de nacht van
22-23 februari 1913.
Dit ontdekte ik op de voorpagina van 'Le National Illustré' (Bruxelles, 9 mars
1913), een weekblad waarvan ik vandaag op een rommelmarkt een pakket nummers
van 1913-1914. De voorpagina van dit weekblad wordt gevuld met foto's van de
slachtoffers, het huis waar de moorden gebeurden (Villa Hastières, Romeinse
steenweg) en de begrafenis van van de Wouwer. Het relaas van de
gebeurtenissen vindt men binnen in het blad.
Een jaar later, in het nummer van 8 maart 1914, is het weer voorpaginanieuws,
dit bij de onthulling van het grafmonument op het kerkhof van Laken: 'A la
mémoire du maréchal-des-logis Heldenberg, victiume du devoir lors de la tragédie
de Meysse'.
Is dit verhaal in Meise nog bekend of is het in de nevelen der tijden
verdwenen?
Wellicht het onderwerp voor een blog op internet of een publicatie in Berla?
Met vriendelijke groeten,
Wim Pas
De gisant van hertog Godfried I.
Godfried I werd in 1139 begraven in de Romaanse abdijkerkmidden in de kruisbeuk; Volgens het
handschrift Epitaphes de Brabant van de Bibliothèque Nationale te Parijs had
en de gisant in maliënkolder de
handen gevouwen met een wapenschild waarop de Brabantse leeuw aan zijn zijde.
Rondom de sokkel waren kleine beelden van de familieleden geplaatst, eveneens
in wapenrusting. Blijkbaar dateerde het mausoleum uit de 13e eeuw,
minstens honderd jaar na zijn dood, opgericht volgende toen heersende mode.
In de 16e eeuw was de graftombe al verplaatst naar de noordelijke
zijbeuk nabij het altaar van de apostelen tegen een zuil van de middenbeuk. De
tombe werd door de Affligemse monnik en historicus Hubertus Phalesiusdie ze daar zag in 1603, gedetailleerd
beschreven. De tombe uit blauwe Doornikse steen was vier voet hoog (ongeveer
1,20 m.) boven de vloer verheven, versierd met kleine beelden van de
voorvaderen van de hertog, alleen in wapenrusting met het schild van Brabant,
zoals men kon opmaken uit verscheidene brokstukken in het rond. De afbeelding
van de hertog was midden door gebroken. Hij droeg een maliënkolder die zijn
hoofd als een kap grotendeels bedekte en tot aan zijn knieën reikte.. Daarover
droeg hij een kleed en een borstkuras en aan een riem over de rechterschouder
een schild met een klimmende leeuw die zijn gedraaide staart verhief. Bij de
restauratie van de door de Geuzen afgebrande kerk werd de gisant tegen de muur geplaatst[1].
Mogelijk bevond hij er zich nog in 1814, daar de naburige toren toen nog overeind
stond[2].
1 Martinus De Vidts is
geboren in Grimbergen. Martinus is overleden op
06-12-1792 in Meise. Martinus trouwde met Cornelia Keymolen.
Cornelia is geboren in Grimbergen. Cornelia is
overleden.
Kinderen van Martinus en Cornelia:
1 Anna De Vidts
[1.1], geboren op 10-02-1762 in Meise. Zij is
gedoopt op 10-02-1762 in Meise. Anna is
overleden.
2 Henricus De Vidts
[1.2], geboren op 19-01-1765 in Meise. Hij is
gedoopt op 19-01-1765 in Meise. Henricus is
overleden op 30-07-1769 in Meise, 4 jaar oud.
3 Joanna Catharina De Vidts,
geboren op 24-11-1766 in Meise. Volgt
1.3.
4 Gerardus De Vidts,
geboren op 02-12-1768 in Meise. Volgt
1.4.
5 Martinus De Vidts
[1.5], geboren op 10-02-1771 in Meise. Hij is
gedoopt op 10-02-1771 in Meise. Martinus is
overleden.
6 Franciscus De Vidts
[1.6], geboren op 24-01-1773 in Meise. Hij is
gedoopt op 24-01-1773 in Meise. Franciscus is
overleden op 05-09-1773 in Meise, 7 maanden oud.
7 Joannes Baptista De Vidts
[1.7], geboren op 12-06-1774 in Meise. Hij is
gedoopt op 12-06-1776 in Meise. Joannes is
overleden.
8 Ludovicus Franciscus De
Vidts [1.8], geboren op 14-01-1777 in Meise.
Hij is gedoopt op 14-01-1777 in Meise. Ludovicus
is overleden.
9 Maria Elisabeth De Vidts
[1.9], geboren op 09-06-1779 in Meise. Zij is
gedoopt op 09-06-1779 in Meise. Maria is
overleden op 29-10-1779 in Meise, 4 maanden oud.
1.3 Joanna Catharina De Vidts is geboren op 24-11-1766 in Meise, dochter van Martinus De Vidts (zie 1) en
Cornelia Keymolen. Zij is gedoopt op 24-11-1766 in Meise.
Joanna is overleden. Joanna begon een relatie met Franciscus Wijns. De relatie werd verbroken op
24-07-1791 in Meise. Franciscus is overleden. 1.4 Gerardus De Vidts is geboren op 02-12-1768 in Meise, zoon van Martinus De Vidts (zie 1) en
Cornelia Keymolen. Hij is gedoopt op 02-12-1768 in Meise.
Gerardus is overleden op 02-08-1821 in Meise, 52
jaar oud. Gerardus:
(1) trouwde, 25 jaar oud, op 11-06-1794 in Meise
met Maria Elisabetha Van
Dooren. Maria is overleden op 25-10-1803 in (2
Brumaire An XII).
(2) trouwde, 38 jaar oud, op 28-01-1807 in Meise
met Elisabeth Huysegoms,
35 jaar oud. Elisabeth is geboren op 01-03-1771 in Grimbergen,
dochter van Henricus Huysegoms en Joanna
Catharina De Vinck. Zij is gedoopt op 01-03-1771 in Grimbergen.
Elisabeth is overleden op 12-01-1861 in Meise,
89 jaar oud.
Kind van Gerardus en Maria: 1 Cornelia De Vidts, geboren op 12-06-1795 in Meise.
Volgt
1.4.1.
Kinderen van Gerardus en Elisabeth: 2 Joanna Catharina De Vidts, geboren op 18-11-1807 in Meise. Volgt
1.4.2. 3 Maria Catharina De Vidts, geboren op 06-03-1809 in Meise. Volgt
1.4.3. 4 Carolus De Vidts [1.4.4], geboren op 05-11-1810 in Meise. Carolus is overleden. 5 Emmanuel Franciscus De Vidts [1.4.5], geboren op 04-07-1812 in Meise. Emmanuel is overleden op 21-08-1872 in Tienen, 60 jaar oud. Emmanuel bleef ongehuwd. 6 Judocus Bernardus De Vidts, geboren op 18-09-1814 in Meise. Volgt
1.4.6. 1.4.1 Cornelia De Vidts is geboren op 12-06-1795 in Meise, dochter van Gerardus De Vidts (zie 1.4) en
Maria Elisabetha Van Dooren. Cornelia is overleden op 12-01-1861 in Meise, 65 jaar oud. Cornelia trouwde, 26 jaar oud, op
26-03-1822 in Meise met Stephanus Vande Zande, ongeveer 29 jaar oud.
Stephanus is geboren omstreeks 1793 in Haren,
zoon van Henricus Vande Zande en Joanna
Catharina De Valck. Stephanus is overleden op 28-06-1847 in Meise, ongeveer 54 jaar oud.
Kinderen van Cornelia en Stephanus: 1 Elisabeth Vande Zande, geboren op 29-08-1823 in Meise. Volgt
1.4.1.1. 2 Jacobus Josephus Vande Zande, geboren op 28-08-1825 in Meise. Volgt
1.4.1.2. 3 Joanna Bernardina Vande Zande, geboren op 20-03-1837 in Meise. Volgt
1.4.1.3.1.4.1.1 Elisabeth Vande Zande
is geboren op 29-08-1823 in Meise, dochter van
Stephanus Vande Zande en Cornelia De Vidts (zie 1.4.1).
Elisabeth is overleden. Elisabeth trouwde, 33 jaar oud, op 13-12-1856 in Meise met Joannes Franciscus Peeters, 27 jaar oud. Joannes
is geboren op 23-03-1829 in Steenokkerzeel.
Joannes is overleden. 1.4.1.2 Jacobus Josephus Vande Zande is geboren op 28-08-1825 in Meise, zoon van Stephanus Vande Zande en Cornelia De
Vidts (zie 1.4.1).
Jacobus is overleden. Jacobus trouwde, 27 jaar oud, op 28-05-1853 in Meise met Maria Anna Plas, 22 jaar oud. Maria is geboren op
30-03-1831 in Meise. Maria is overleden. 1.4.1.3 Joanna Bernardina Vande Zande is geboren op 20-03-1837 in Meise, dochter van Stephanus Vande Zande en Cornelia
De Vidts (zie 1.4.1).
Joanna is overleden. Joanna trouwde, 21 jaar oud, op 14-09-1858 in Londerzeel met Emmanuel Josephus Maria De Moor, 22 jaar oud.
Emmanuel is geboren op 18-01-1836 in Kapelle-op-den-Bos.
Emmanuel is overleden. 1.4.2 Joanna Catharina De Vidts is geboren op 18-11-1807 in Meise, dochter van Gerardus De Vidts (zie 1.4) en
Elisabeth Huysegoms. Joanna is overleden. Joanna trouwde, 33 jaar oud, op
25-11-1840 in Meise met Carolus Josephus Vande Zande, 32 jaar oud. Carolus
is geboren op 29-01-1808 in Meise, zoon van
Henricus Vande Zande en Joanna Catharina De Valck. Carolus is overleden op
29-06-1872 in Meise, 64 jaar oud. Kind van
Joanna en Carolus: 1 Emmanuel Vande Zande [1.4.2.1], geboren op 01-08-1843 in Meise. Emmanuel is overleden. 1.4.3 Maria Catharina De Vidts is geboren op 06-03-1809 in Meise, dochter van Gerardus De Vidts (zie 1.4) en
Elisabeth Huysegoms. Maria is overleden op 26-01-1888 in Malderen, 78 jaar oud. Maria trouwde, 35 jaar oud, op
04-01-1845 met Carolus
Ludovicus Robberechts, 31 jaar oud. Carolus is geboren op 01-06-1813 in Kapelle-op-den-Bos. Carolus is overleden op 05-01-1873
in Malderen, 59 jaar oud.
Kinderen van Maria en Carolus: 1 Elisabeth Robberechts, geboren op 28-09-1845 in Steenhuffel. Volgt
1.4.3.1. 2 Franciscus Emmanuel Robberechts, geboren op 05-05-1847 in Steenhuffel. Volgt
1.4.3.2. 3 Francisca Cornelia Robberechts, geboren op 04-08-1849 in Steenhuffel. Volgt
1.4.3.3. 1.4.3.1 Elisabeth Robberechts is geboren op 28-09-1845 in Steenhuffel, dochter van Carolus Ludovicus Robberechts
en Maria Catharina De Vidts (zie 1.4.3).
Elisabeth is overleden. Elisabeth trouwde, 26 jaar oud, op 27-03-1872 in Steenhuffel met Josephus Ferdinandus Van Doren, 25 jaar oud.
Josephus is geboren op 03-06-1846 in Steenhuffel.
Josephus is overleden. 1.4.3.2 Franciscus Emmanuel Robberechts is geboren op 05-05-1847 in Steenhuffel, zoon van Carolus Ludovicus Robberechts en
Maria Catharina De Vidts (zie 1.4.3).
Franciscus is overleden. Franciscus trouwde, 41 jaar oud, op 23-01-1889 in Malderen met Maria Josepha Sollie, 43 jaar oud. Maria is
geboren op 21-11-1845 in Malderen. Maria is
overleden. Maria is weduwe van Jacobus Josephus Van den
Moortel (ovl. 1886). 1.4.3.3 Francisca Cornelia
Robberechts is geboren op 04-08-1849 in Steenhuffel,
dochter van Carolus Ludovicus Robberechts en Maria Catharina De Vidts (zie 1.4.3).
Francisca is overleden. Francisca trouwde, 27 jaar oud, op 20-06-1877 in Steenhuffel met Joannes Baptista Van der Perre, 24 jaar oud.
Joannes is geboren op 26-08-1852 in Malderen.
Joannes is overleden. 1.4.6 Judocus Bernardus De Vidts is geboren op 18-09-1814 in Meise, zoon van Gerardus De Vidts (zie 1.4) en
Elisabeth Huysegoms. Judocus is overleden op 18-09-1851 in Meise, 37 jaar oud. Judocus trouwde met Maria Elisabeth Robberechts.
Maria is geboren omstreeks 1822. Maria is overleden op 18-02-1852 in Meise, ongeveer 30 jaar oud.
Kinderen van Judocus en Maria: 1 Josephus De Vidts [1.4.6.1]. Josephus is overleden. 2 Petrus De Vidts [1.4.6.2]. Petrus is overleden. 3 Elisabeth De Vidts [1.4.6.3]. Elisabeth is overleden. 4 Emmanuel Franciscus De Vidts, geboren op 16-03-1850 in Meise. Volgt
1.4.6.4. 1.4.6.4 Emmanuel Franciscus De Vidts is geboren op 16-03-1850 in Meise, zoon van Judocus Bernardus De Vidts (zie 1.4.6) en
Maria Elisabeth Robberechts. Emmanuel is overleden op 17-03-1880 in Steenhuffel, 30 jaar oud. Emmanuel trouwde, 29 jaar
oud, op 12-08-1879 in Steenhuffel met Antonia Joanna Moortgat,
33 jaar oud. Antonia is geboren op 28-07-1846 in Steenhuffel.
Zij is gedoopt op 28-07-1846 in Steenhuffel.
Antonia is overleden op 16-08-1891 in Steenhuffel,
45 jaar oud. Antonia trouwde later op 01-12-1891 in Steenhuffel
met Ludovicus Josephus Van Nuffel (1854-±1904).
Marcel Petrus Belgrado
° Brussegem12.5.1932
x Strombeek-Bever 12.10.1955 met De Munter Mariette (+ 2.8.2009)
x Meise De Bondt Ingrid
1947-1978 drukker
1978-1992 Hoofd atelier chef biljettendrukkerij Nationale Bank van België
1992 Pensioen
1970-1976 : Gemeenteraadslid in Brussegem
1976-1982 :Schepen van Onderwijs in
Meise
1982-1995 :Gemeenteraadslid
1995-2001 :Schepen van Onderwijs
2006-2012 : Burgemeester van Meise
2007-2013 : Schepen van Onderwijs
In het Audiovisueel Centrum zag
Kunstkring Meise het levenslicht op initiatief van Boudewijn Van de Voorde en
Jef De Cuyper.
Boekje ´25 jaar kunst in Meise¡ Kunstkring
M.o.d.t.v. St.-Martinus 178 – 182
Den 2 Julii feestdag van onze L.V.Visitatie
heeft Baronesse van Hooghvorst met haeren eerstgeboren sone haeren
kerckgaen gedaen. hebbe haer onder het geluijdt der clocken en bijaert ingehaelt naer de hooghmis. Sij was
vergeseltschapt van heele de gulde en verscijde jongmans in houzaere kleederen
die reden bij haere koetse. In de kerck getreden sijnder verschijde clijne
canons en kamers die ick op mijnen kost op het kerckhof hadde doen stellen
afgeschoten. Naer mijn gelese misse hebbe ick de benedictie gegeven met het
alderhijlighste en geintoneert de TeDeum wederom onder het geschut van Camers
en eenige decharges van de gulde en het hof geschiedt sijnde is sij met haer
kint en Juffrouw van Bouchout wederom naer het casteel geleijdt met de gulde en
houzaeren. Den Heere Baron van Hooghvorst heeft de heele gulde getracteert in
tgulden huijs en 2 tonnen bier gegeven in een andere herberge voor de
jonckheijdt en andere die van de gulde niet en waren. Savontssijn alle de
houzaeren en domestiquen dewelcke omtrent de 40 waeren op het casteel magnificq
getracteert en bal gehouden tot diep in den nacht. Insgelijck heeft men savons
geviert en op verschijde kanten geschoten als oock de clijne canons als icb
gesontheijdt instelde van den jongen baron. Ick hadde oock eene quantiteijdt
van lochtpijlen van Brussel onboden die ick ten 10 uren savons hebbe
afgeschoten. Immers alles is gegaen ten contentemente van de familie en heele
de Parochie. Godt bewaere den jongen sone en sijne ouders.
Amen. (Le Mire ?)
Bij de restauratie van de kerk werd ik twee maal
opgeroepen.De eerste maal had men2 kinderlijkjes bloot gelegd onder de vloer
in de kerk (voor de doopkapel).
Ze waren waarschijnlijk afstammelingen van iemand die connectie had met het
kasteel van Hasselt.Nu blijkt uit de
annalen van de parochie dat het kinderen waren van J B Leemans pachter van Hamelghem gestorven 1781.
(375)D.
J. Delestré verhaalt in Eigen Schoon 1ste nummer 01967, het
bezoek van drie Franse soldaten bij de pastoor van Meise:
Den 15 november 1792, op een zaterdag zijn er bij ons tot Meys omtrent 11 uren
drie Franse soldaeten gekomen die vroegen un coup de bière (te drinken).
De pastoor liet ze komen in de keuken en zij waeren heel beleefd.Zij begosten veel nieuws te vertellen
bijzonderlijk van de bataille (slag) omtrent Bergen.De pastoor gaf hun een boterham en een glas
bier en hoorde nogal geerne hetgeen zij vertelden maar hij en wist niet wat
deugnieterij er achter stak Als ze bezig waeren met eten, vroegen zij ook
wijn en hebben een caffron gedronken.
Een van de soldaten hield de pastoor aan de klap de anderen verlieten de
keuken.
Deze gingen eerst naer de zolder, vandaer in de kleine kaemers boven waer één
paer waggenen hingen, die zij mede namen seffens gingen zij naar t scribaen
(in de schrijfkamer) waarin wel 500 guldens was een deel van hem, een deel van
de kerk en de rest van de arme.Geluk
dat de knegt hen in de kamer had zien gaan .Zonder dat hadden zij weg geweest met de 500 guldens.
De knegt vermaende de pastoor in de keuken die aanstonds boven liep en hen
bezig vond met het eerste kaske te rooven waarin het geld was van de kerk Solvo
100 guldens.
Hij bad hen van het geld daer te laeten zeggende dat het van hem niet was maer
van de kerk.Zij lachten met hem ende
lieten niet een oord inj.
Daermede gingen zij beneden bij hun ander compagnon, dronken nog een keer,
naemen hun afscheyd van de pastoor en bedankten hem voor zijn vriendelijk
onthael.
Het spel was gespeeld aan de klap en de andere luist
hem af.Dat gebeurt in alle
oorlogen en in alle tijdenvolgens de klassieke methode de ene houdt de baas -
ook in onze dagen.
Parochie St.-Martinus
1250 Vanaf nu zouden de Norbertijnen van Grimbergen de parochie Meise bedienen
en beheren en dit tot 6 juni 1826 bij het overlijden van de toenmalige pastoor
Norbertijn.
IVde eeuw
In het midden van de IVde eeuw werd Superior Servatius de eerste bisschop van
Kamerrijk, bisdom waarvan Meise afhankelijk werd gesteld.
DE
WACHTER, Repertorium, d.III, p.
415-416; WAUTERS, Environs de Bruxelles,
d.II, p. 277-304; GOETSCHALCKX, Album
pastorum, p. 132-136; VERBESSELT, Het
parochiewezen, d.II, p. 55-128.DELESTRE D.J., Sint-Martinuskerk van Meise, in Meise,
1951, p. 17-21.
2.Inlichtingen
betreffende het archief
Bestand
Kerkarchief Brabant documenten van 1384 tot 1803 (1 strekkende meter) nummers
3535, 24.473-24.532.
Het
archief van de pastorij werd neergelegd op het A.R. overeenkomstig de Archiefwet
van 1955 (nrs. 24.473-24.532)
(281) In oktober 2011 werd bij
het scannen naar funderingen op een tweede, tot nu toe waarschijnlijk onbekende
crypte gestoten.Deze crypte hoorde
mogelijk vroeger bij de grote crypte. Ze
is toegankelijk van buiten de kerk, onder een blauwe steen, achter de kerk aan
de ingang van de linkse sacristie.Er
bevinden zich 7 kisten in, waaronder drie gelabeld :
- Marquise de Beauffort, née comtesse de Romrée de Vichenet 1863 1946
- Louis Leopold Amedée comte de Beauffort né à Cournay le 4 avril 1806, mort
àBruxelles 28 juillet 1858
-Mme Ghuislaine Henriette
Carole Isabelle de Beauffort née le 10 avril 1838, décédé le 2 décembre 1838.
De inhoud van de andere
kisten moet opgezocht worden.Mogelijk
bieden de parochiearchieven de oplossing.Het zijn hoogst waarschijnlijk nazaten van de familie de Beauffort, naar
wie de Beauffortstraat genoemd werd.
Schikking : 3 niveaus op metalen liggers; Op de bovenste kist links staat een
klein kinderkistje.
II (282) Jan Vanden Eynde
schreef in zijn boek Meise over de crypte :
Onder het koor van de St.-Martinuskerk is een crypte gebouwd.Deze begraafplaats werd niet ingenomen door
de grote heren Nassau en Grimbeghen die er een andere op na hielden.Ze verviel geheel aan de kleine heren van
Boechout en Meise, te meer dat de dorpspastoors niet in het koor begraven
werden, doch naar Grimbergen overgebracht werden.
Oorspronkelijk was deze begraafplaats voorbehouden aan debezetters van het kasteel van Meys de
beschikking over deze crypte was onafscheidbaar verbonden aan het bezit van de
heerlijkheid Meise.
Het is niet uitgewezen, wanneer de jonge baron Roose, in dienst van Maria
Theresia gevallen, bijgezet werd in 1760, in het graf van Jan van der Ee, voormalig
bezitter van het hof van Meys.
De bijzettingen geschiedden soms in eigenaardige omstandigheden.
Wanneer op 23.4.1762 de toenmalige baronesse te Brussel sterft, wordt het lijk
te 5 uur s morgens gebracht in een koets, begeleid door twee minderbroeders en
zonder ceremonie in de crypte gelegd dan begint gedurende zes weken het
overdood luiden recht dat alleen grote families toekomt, doch door de kleine
ook uitgeoefend bij plaatselijke afwezigheid van de groten zoals te Meise.
Er is hiertegen verbod gekomen vanwege de drossaard van Grimbergen en vanwege
de hertog van Croy.
Op 25 mei had eerst de plechtige uitvaart plaats; het luiden had aan de kerk 21
gulden opgebracht.
Integendeel werd niets gedaan toen deze hertog van Croy op 19.4.1767 op zijn
kasteel te Roelx overleed.
III (283) De heren van Boechout uit het huis de
Beauffort bewoonden het kasteel van 1830-1879.
Philippe Ernest de Beauffort ° 1782 + 1858
x Jeanne de Wignacourt °1776 + 1850
hun kinderen :
1. Alfred Jul. Phil.
3. Clotilde Marie Albertine
4. Charles Louis x Henriette Fourmestraux
5. Marie
Ida Louise x Louis Jean de Robiano
2. I.L. Amedée ° 1806 + 1858 x Elisabeth Roose de Baisy ° 1809 + 1873
hun kinderen
1. Marie Gabrielle ° 1831 +1899 x met Charles Theod. Van Der Straeten Ponthez
2. Leopold° 25.5.1832
3. Marie Ghislaine Caro ° 1835 + 1897 x met Armand Charles de Nicolay
5. Isabelle
° 10.4.1838 + 2.12.1838
4. Albert Ghislain ° 1834 + 1924 x met Emile de Marnix
hun kinderen
1. Fernand Amedée Victor Idesbald Jean G. Anne M. de Beauffort
° Brussel 21.1.1862 + 31.8.1937 x Beuzet 3.8.1887 met
Anne Clémence J. Marguerite Ge de Romrée de Vichenet
° Beuzet 18.10.1863 + Brussel 27.11.1946
2. Marguerithe E. Dorothée Hermine M. de Beauffort
° Brussel 21.6.1863 +18.1.1946 x St.-Joost ten Noode 4.5.1889 met
comte Henri J. Ch. Hubert Damien Vincent Férier G. de Romrée de Vichenet
3. Gabrielle Victorine Hermine Anne M. G.
° Brussel 1.2.1865 + Beuzet 21.7.1886 x Onoz 17.10.1883 met
comte Henri J. Ch. Hubert Damien Vincent Férier G. de Romrée de Vichenet
° Beuzet 27.9.1857 + 16.1.1907
4. Jean
5. Georges
6. Amedée Ch. Fr. dAssise M.G.
° Onoz 12.12.1879 +Namur 27.6.1944 xHuise 30.5.1923 met
barone Marie Madeleine Berthe Ge della Faille dHuysse
° Huise 26.5.1893 + Ravensbrück 2.1945
IV (285) Parochieblad In Kerk en Leven van 11.1.2012
stond een bericht i.v.m. de restauratie van de St.-Martinuskerk : Ontdekking
crypte.
De passage : De gekende crypte met
toegang vanuit de sacristie was voorbehouden voor de bewoners van het kasteel
van Boechout, voorheen t Hof te Meysse is natuur lijk dubbel fout!Er waren twee kastelen in de
Plantentuin.Op dit ogenblik kan men de
onderaardse gewelven zien, van het Hof te Meysse, dat afbrandde in 1945, want
enkele vierkante meters grasperk zijn ingezakt en met een lamp is er wat te
zien.Bovendien waren het de bewoners
van dit kasteel, die mochten begraven worden in de crypte.Er werd in 1858 wel één uitzondering gemaakt
voorI.L. Amedée ° 1806 + 1858 de
Beauffort (kasteel Boechout), omdat hij gehuwd was met Elisabeth Roose de Baisy
° 1809 + 1873 (bewoonster van het Hof te Meysse).Dat recht werd waarschijnlijk overgedragen op
hun kinderen.Uitsluitsel kan gevonden
worden in de parochiearchieven van Meise.
(280) Op 14 juni 2011 stootten
de archeologen bij de restauratiewerken aan de St.-Martinuskerk in Meise in de
doopkapel op het geraamte van een boreling (niet volgroeid).s Anderendaags hadden ze onder het eerste
geraamte een tweede gevonden, iets groter.
Adellijke families werden
in de kerk begraven tussen.Het moet dus
om een kind van een adellijke familie gaan.De Heren van Boechout werden in hun geboortestreek begraven.Uitzondering hierop werd gemaakt voor
Melchior Roose de Beauffort, omdat hij afkomstig was van heet kasteel van
Meise.De bewoners van het kasteel van
Meysse, waaronder de familie dHoogvorst worden in de crypte begraven.
Een andere adellijke
famile in de parochie Meise moeten we zoeken inhet kasteel van Hasselt, rechtover de St.-Elooikapel.In aflevering 75 belichtte ik reeds de
families die dat kasteel betrokken.
Het boek Meise van Jan
Vanden Eynde levert ons mogelijk een spoor, om te achterhalen wie het
zijn.Op pag 60 lezen wij : de weduwe Caïmo, van Schotse adel Douglas
Scot-prozaïsch omgezet in Deschot zie de zerk tegen de muur van de achter
linkerbeuk in de St.-Martinuskerk.
Enkele dagen later werden
Romeinse munten opgegraven.
(153) Op een kier verborgen erfgoed in Vlaams
Brabant belichtte ons kerkelijk erfgoed.In de parochie Meise werd de Pastorie St.-Martinus en de Sint
Martinuskerk belicht.
Op de lijst van Erfgoedmeise staan nog enkele andere items.De Sint Annakapel met een O.L.V.-beeld
staat momenteel nog in de steigers.In
deSt.-Antoniuskapel in de Plantentuin
staat ook een Mariabeeldje.De
Mariakapel van Henri Lenaerts aan het standbeeld van baron dHoogvorst werd
opgeknapt.Het rustieke gebouw voor de
St. Maartenschool herbergt de administratie van deze bloeiende school.De oude beiaard naast de bibliotheek staat er
te verkommeren (zonder klavier en unieke wekkering) en de 8 kleinste klokjes
verdwenen voor het monument geplaatst werd.De Mariakapel van het Kasteelveld wordt door de omwonenden goed
onderhouden. Het Chiroheem werd destijds
uitgerust met moderne kunst, waaronder de muurschildering God is Liefde ,van
constructivist Jan Beekman en de knappe kapel met burchtgravin.De St.-Elooikapel en beelden errond staat
onder de hoede van de St.-Elooibroederschap.Op de trunk (Tronkstraat) prijkt een oud Mariakapelletje.De St.-Martinuskapel in de Legerbosstraat
wordt onderhouden door de VAB VTB en midden de klimop zorgen de buren in de
Keizerinlaan voor het Mariakapelletje tegen het domein van baron Van Gijsel.Her en der zien wij in onze parochie op de
gevels ook de kapelletjes van het gezegende Mariajaar.
Onze zorg en toewijding met bewaring van de oorspronkelijke benamingen verdient
meer dan onze aandacht.Zie : http://blog.seniorennet.be/erfgoedmeise
(19 (232- )
I In deel II van deze reeks uit het archief van Berla, maar ook in de collectie
van de bibliotheek van Meise worden de parochies Meise en Rode en Oppem beschreven.
Bij Meise wordt Hasselt (Sint Elooi) afzonderlijk behandeld.Amelgem
wordt eveneens afzonderlijk behandeld.
In deel IV vinden we de parochies Wolvertem,
Meuzegem, Imde en Rossem. Westrode ?Was geen parochie in de
beschreven periode, dus niet vermeld.
II Meise, moederparochie van het land van Grimbergen.
Het ontstaan van de moederparochie Meise is het best te vergelijken met de
vestiging en de uitbreiding van een missiepost.Naast een centrale kern in het oudste en meest bevolkte gedeelte van de
streek gevestigd, groeit en verspreidt de parochie zich tot waar natuurlijke hinderpalen
de grenzen trekken of nabij gelegen moederparochiën, zoals Ossel en Zemst, elke
verdere expansie beletten.
De ganse primitieve uitgestrektheid van het land van Grimbergen telde slechts
een viertal moederparochiën, namelijk Meise, Ossel, Wemmel en Zemst.Van de overige was er nog geen sprake.De meeste hunner ontstonden pas later, tussen
de 9de en de 12de eeuw, ten gevolge van de algemene
verbreiding van de villakerkjes.
Meise als moederparochie omvatte dus heel de uitgestrektheid van de huidige
gemeente (in 1964), een deel van Brussegem, d.z. Oppem en Amelgem, geheel
Grimbergen en Strombeek.
De patroonheilige St.-Martinus, de dorpsstructuur van de vicus, de grenzen en
de bodemgesteldheid zijn zovele littekens, die daarvan getuigenis afleggen(12).
Op pag.85 van het parochiewezen van Brabant lezen we :
Meise behoort tot
die reeks
moederparochies, die St.-Martinus als patroon hebben, zoals Asse, Aalst,
Lennik, Halle en Overijse, en die alle dezelfde kentrekken vertonen van omvang,
van ouderdom en teruggaan tot de oude vici. Meise
telde niet minder dan zes afhankelijkheden van verschillend type.Voorzeker heeft hier de geografische
constellatie een grote rol gespeeld.
Ten voordele van haar ouderdom pleiten, zoals reeds vermeld werd :
1.De moederparochie zelf,
2.De uitgestrektheid (de grootste van West
Brabant),
1.
De
grotere oppervlakte van de parochie dan deze van de gemeente,
2.
De
parochiepatroon
Deze
gegevens leiden alle naar wat wij zouden kunnen noemen, een missieparochie, die
waarschijnlijk reeds bestond op het einde van de 7de of begin 8ste
eeuw.
In
Nieuwenrode door Spinnael H. staat op pag. 11 :
Een
eerste missiekapel, toegewijd aan de H. Martinus van Tours, een geloofsverkondiger
uit de 4de eeuw, breidde zich uit en werd de de kerk van een
parochie die buiten Meise nog de hulpkapellen van Amelgem, Oppem, Oksdonk,
Limbos en Eversem omvatte.
Volgens bepaalde teksten zou Meise zelfs de moederkerk geweest zijn van Grimbergen
en Strombeek (A.Wouters, Environs de Bruxelles II, bladz. 300,Jan Verbesselt, Par. II bl. 56).
In
1132 werd door het toedoen van de Berthouts het patronaat of begevenrecht van Meise overgedragen aan Grimbergen.Zo verloor Meise zijn bevoorrechte titel van
moederparochie.Zo kwamen dan ook de
tienden in handen van de Norbertijnen van Grimbergen en Ninove.
III De gemeente Meise (1964) sluit met het ene uiteinde aan bij het
West-Brabantse vruchtbaar en heuvelachtig landschap en dringt met het andere
einde door tot diep in het vlakke en zandachtige Smal-Brabant te Hoksdonk over
het kanaal van Willebroek.
Het is een overgangsgemeente tussen de Brabantse kleistreek en de Antwerpse
zandstreek.Historisch is deze overgang
merkwaardig en kenschetst de ontwikkeling van de gemeente.
Wij hebben er enerzijds het oude Meise in de uiterste benedenhoek met het
aanpalende Amelgem, Oppem, Hasselt en Eversem en anderzijds de rodes of
ontwikkelingsgebieden van Sint-Brixius-Rode, Nieuwenrode, Hipsvoorde en
Hoksdonk.In deze volgorde kan men er
duidelijk de opeenvolgende perioden volgen.
De oppervlakte bedroeg in 1686 nog 1281 bunder of 1645 hektaren in
1846.De parochie had een derde meer
ruimte.
IV Meise is wel het meest typische voorbeeld van een primitieve
parochie.Ze omvat alle gekende typen
van ontstaan van een parochie : Meise-dorp is een vicus-parochie; Amelgem een
domein-parochie, waar kerk en hof nog eeuwen later onafscheidbaar met mekaar zijn
verbonden; Oppem heeft een villakerkje als oorsprong, naar het voorbeeld van de
meeste onzer parochiën, maar waar de parochie en het domein elk hun gang
gingen; Sint-Brixius-Rode is een parochie, die ontstond uit één van de oudste
rodes voor de 11de eeuw; Nieuwenrode groeide in de tweede periode
van de bosontginningen, met dit eigenaardige, dat zij zich over twee dorpen zal
uitstrekken; Hasselt is het type van de oude missiekapel op de grens van
verscheidene dorpen.
Een
ander kenteken van de moederparochie Meise is dat zij zolang de
afhankelijkheden heeft samen gehouden, wanneer de andere moederparochieën uit
het gewest reeds in de 12de en 13de eeuw de meeste
dochterkerken verloren.Asse verloor
haar vier afhankelijkheden reeds in de 12de eeuw, Zemst iets later.
De
groei van de moederparochie Meise is eveneens het meest typische voorbeeld van
de ontwikkeling van een gewest.
V De grenzen van de parochie volgen ofwel natuurlijke afbakeningen ofwel
feodale indelingen.In de uiterste hoek
te Hoksdonk, waar nu het kanaal de grens uitmaakt, was het vroeger een bijloop
van de Aabeek, die Kapelle op den Bos van Meise scheidde.De Aabeek liep tussen de moederparochie Zemst
en Humbeek.
Tussen Beigem en Meise loopt de oude weg van Asse over Meise-dorp, St.-Brixius-Rode,
Eversem, Beigem en Humbeek.
Tussen Grimbergen en Meise volgen wij gedeeltelijk de Molenbeek en
domeingrenzen.Dit is eveneens het geval
met Strombeek en Wemmel.Voor deze
laatste is de Amelgembeek de grensscheiding.
Wat betreft de grens tussen Ossel en Amelgem, hier is het duidelijk het domein
met zijn veldencomplexdat voor de afbakening zorgde.
Ook Oppem is een dergelijk geval.Het
onderste deel van Wolvertem werd afgebakend door de dorpskouters.Het middendeel vooral de diepe inhamvan
Meise tot onder de wallen van de Wolvertemse motte is een
ontwikkelingsgebied, dat door zijn eigen parcellaire indeling één geheel heeft
uitgemaakt, dat in zijn oude vorm bewaard bleef.
Het laatste deel van de grens Wolvertem Meise werd getrokken langs de loop
van de Birre- of Bosbeek.
Zelden was het ons mogelijk op zulke klare wijze de parochiegrenzen en hun
oorsprong te verklaren.Dat was alleen
mogelijk door het zolang samen blijven van de moederparochie en haar
afhankelijkheden.
Naast
de reeds genoemde afhankelijkheden telde de parochie nog volgende belangrijke
gehuchten, nl. : Eversem, een oud domein en hof door de abdij Grimbergen
overgenomen en uitgebouwd ; Limbos, een door de abdij gevormd hof;Hipsvoorde, een nieuw ontgonnen gebied uit de
latere jaren; Hoksdonk, een deel van het oud donkengebied van Smal-Brabant, dat
nog eeuwen niemands-streek bleef, gemeen aan de vele dorpen van deze streek
(Breendonk, Ramsdonk)
VIHistorisch kader
Het oude schepenzegel van Meise heeft dezelfde wapenstukken en kleuren als dit
van de Berthouts.
A.Wauters beweert dat de oudste vermelding van Boechout uit 1147 dagtekent,
wanneer Adeloia, vidua venerabilis, aan de abdij van Grimbergen terra que
Bochult cagnominata est schonk (A.G. Cartularium I, nr? 2 Oorspronkelijk
stuk, nr. 2, cl. I);Wij betwijfelen
echter zeer sterk of het Boechout onder Meise is dan wel Boechout bij
Antwerpen.
Uit dit alles blijkt dat Boechout een afzonderlijk deel van Meise vormde.Oude gravures uit 1606 en 1800 tonen ons hoe
het kasteel eruit zag.Er is tevens een
gravure van 1690 in het Kaartboek dat ons een afbeelding geeft van het kasteel
van het dorp.Dit hof te Meise behoorde
tot de voornaamste tak van de heren van Grimbergen.Het bij het hof horende leenhof was
dienstplichtig voor één man te paard en had vijf achterlenen.
Het hof te Nieuwenhove met 28 bunder hoorde in 1474 eveneens tot het leenhof
van Meise (R.A., Leenhof van Brabant nr. 11 a° 1474).
Dit hof was steeds het centrum van Meise, waar de schepenbank was
gevestigd.Het hoorde in de 12de
13de eeuw aan de milites de Menza, een van de voornaamste
riddergeslachten van de streek.Arnoud
van Meise met zijn vrouw Gisela was een van de voornaamste
vertegenwoordigersvan het geslacht rond
1220 (A.G. Cartularium)DE de Immerzele
van Lier volgden hen op rond de 14de eeuw en gaven hun naam aan het
oude hof te Meise.Binnen het hof lag
een motte, later geheten t Waterken of Berla, een deel van het hoofdleen.Mogen wij veronderstellen dat deze de plaats
aanduidt van het oorspronkelijke hof, daar ze eveneens hoorde aan de oude tak
van de heren van Grimbergen ?Door de
ligging vlak naast het dorpscentrum getuigt deze motte voor haar
oorspronkelijke samenhang met het dorp, in tegenstelling met het afgezonderde
Boechout.
VII Ingevolge de verbrokkeling van het patrimonium van de Berthouts sinds de
XIIde eeuw verkreeg Meise een van de zonderlingste feodale toestanden die wij
in West-Brabant kennen.Dit komt vooral
tot uitdrukking in de verdeling van de schepenbank en haar rechtsgebied.Het strafrecht werd er verdeeld voor 2/6
onder de oudste tak van de Berthouts, de Grimbergen-Nassau en voor 2/6 onder de
jongste tak, de Grimbergen-Bergues.Het
5de deel hoorde aan de plaatselijke ridders de Menza en het laatste
6de aan de heren van Boechout.Deze verdeling dagtekent ongetwijfeld van rond 1160 1197, toen het
huis van Grimbergen werd gesplitst;Het
deel van de ridders hoorde hen toe als vertegenwoordigers, villici, van de
Berthouts en is zekerouder dan 1160 1197.Het deel van de Crainhems werd door de hertogen opgeëist na de val van
de Berthouts in 1156.
VIII De verdeling van de cijnsen is nog zonderlinger.In het oudste deel van het dorp, d.i. te
Meise-dorp en het vroegst ontgonnen deel van Rode hieven de Nassaus later
alleen cijns.In het jongst ontgonnen
deel van Rode, nabij Nieuwenrode, werd de cijns gedeeld door de twee takken van
de Berthouts.Het was de twee herencijns.De drie herencijns werd gedeeld met de heren
van Boechout.In de vier herencijns
deelden ook de heren van het hof te Meise.Ten slotte was er een zeven herencijns, waarin benevens de vier heren
nog deelden de bezitters van het Hof ten Brande in de uiterste hoek van Meise,
de Heetveldes en de heren van Wolvertem-Imde.
IX Wanneer en hoe ontstond de moederparochie Meise ?
Meise behoort tot die reeks moederparochies, die St.-Martinus als patroon
hebben, zoals Asse, Aalst, Lennik, Halle en Overijse, die alle dezelfde
kentrekken vertonen van omvang, van ouderdom en teruggaan tot de oude vici.
Meise telde niet minder dan zes afhankelijkheden van verschillend type.Voorzeker heeft hier de geografische
constellatie een grote rol gespeeld.
Ten voordele van haar ouderdom pleiten :
1. De moederparochie zelf
2. De uitgestrektheid (de grootste van West-Brabant)
3. De grotere oppervlakte van de parochie dan deze van de gemeente
4. De parochiepatroon
Deze gegevens leiden alle naar wat wij zouden kunnen noemen, een
missieparochie, die waarschijnlijkreeds
bestond op het einde van de 7de of begin 8ste eeuw
X Het wegennet.
Volgens het Parochiewezen in Brabant liepen er oude, voorname wegen door
Meise.
1. Lakenhinde : Schaarbeek (Zenne)naaar
Meise-dorp
2. Vosstraat of Vos-Marke-Kerremansstraat KP nr.2015 van 1734 de baene van
Assche naer Mechelen (gallo-Romeins diverculum)
3. Asse-Kobbegem over Ossel-Amelgem tot Meise-dorp
4. Asse Brussegem Oppem Hasseltbertg Rodes Kapelleop den Bos
In de publicatie zijn ook oude kaarten afgedrukt waarop het tracé terug te
vinden is.In het landschap kunnen we nu
nog deze wegen volgen.
XI De dorpskom van Meise vormt een apart geval.
Gelet op zijn grote afmetingen menen wij er uit te mogen afleiden dat wij hier
te doen hebben met een reeds ten tijde van de Franken voorname
dorpsaanleg.Het zou geen
markagemeenschap zijn (zoals in Wolvertem) want de gemene beemden ontbreken,
maar een geleide uitbouw.De
aanwezigheid van een sterk gezag van het nabij gelegen hof te Meise.Dit wordt nog bevestigd door het bij de dries
horende noord-oostelijk complex, dat de vorm van een volmaakt vierkant
vertoont.Nergens in Brabant vonden wij
zulk complex.Het wordt afgebakend door
lijnrechte wegels die de sectiegrenzen uitmaken.Dit vierkant wordt in twee gesneden door de
Limbosweg.
De parcellaire verdeling rondom de dries en het aanpalend vierkant vertoont een
zeer regelmatige indeling.
Dit alles wijst op een planmatige aanleg, die alleen later voorkomt bij de
aanleg van nieuwe vrijheden in de 13de eeuw, zoals te Merchtem,
Asse, landen enz.In de gewone dorpen komt
dit niet voor.De wegels die het
vierkant omzomen doen hier denken aan de wallen, maar deze hebben we te Meise
nooit gekend, althans niet sinds de 13de eeuw en Meise is nooit een
vrijheid geweest.(kaart pag. 89)
Zou het absurd zijn een verband te leggen tussen de etymologie van Meise
mansus, mansio, huis, hof, - uit het laat latijn ende aanleg van dit vierkanten
komplex ?Wij zouden kunnen te doen
hebben met een gallo-Romeins diverticulum.Een ander belangrijk litteken is het vertrekpunt in de noordelijke hoek
van al de wegen van Meise.Rechts van de
oude Brusselbaan, niet ver van het vierkant, hebben wij de zeer oude veldnaam
hebben hebben, Steenberg, die wel eens gallo-Romeins materiaal naar voor kan
brengen.
Meise zou dus een voorbeeld kunnen zijn van een Romeinse kadasterindeling.Opgravingen in deze sektor zouden dit kunnen
bevestigen.
De dorpskom van Meise zou haar verklaring kunnen vinden in deze
veronderstelling.Dan kunnen wij ze best
vergelijken met Kester op de Romeinse baan Bavacum Asse, dat eveneens verlegd
werd na de gallo-Romeinse periode, waardoor aan de oude rechte weg een
omleiding doorheen het huidige dorp werd gegeven.Dit is o.i. ook het geval voor de huidige weg
doorheen Meise dorp die aan de Sint-Elooikapel weerom de oude diverticulum
vervoegt.
Meise zou een typisch voorbeeld zijn van de verschuiving en de ontwikkeling van
oude dorpskommen.
XII Bodemontwikkeling en veldenverdeling.
In de kadasterkaarten van Meise onderscheidt men 2 goed afgebakende agrarische
delen :
1. Meise tot aan de Boechoutweg
2. Meise boven de Boechoutweg
Het oude Meise kan eveneens in 2 delen gescheiden worden :
1. Meise-dorp sekties G, F en deel van E
1.1. oude kouters :
Wouwer (groten en kleine) tussen de Vosstraat en de Amelgemweg van mekaar
gescheiden door de Mankevosweg met elk hun eigen kouterweg
Hasselberg met aansluitend Lindekouter
Molenkouter
Sighengem (tussen Molenkouter en Limbos) enige ingaheimnaam onder Meise
Boecht
Eversem
Limbos
1.2. velden
Groot en Klein Beverenveld, Winkelveld, Bouchout en Kasteelveld, Biestveld
1.3. weiden en broeken langs de Amelgembeek, bossen (Oude bos, Lager Bos,
St.-Martensbos, Karenberg, Limbos) en heiden (Grote heide, Rodense heide en het
Eysel.
Zo zijn de drie hoofdbestanddelen van een oud Frankisch dorp uit de
gallo-romeinse tijd vertegenwoordigd.
2. Sekties E en D
Andere indeling van de velden dan Meise-dorp : lange en smalle percelen.Overgang Meise-dorp en de rodestreek.Diepe inham in Wolvertem : Winkelveld en Schrieckkouter.Voorveld en Middelveld.Centrum : St.-Brixius-Rode.
Dit complex dateert uit de 9de en 10de eeuw.
Steunpunt en vertrekpunt van de Rode- en bosstreek : Borchtveld met het hof te
Rode, een oude versterkte motte omgeven door water(traditioneel dubbeltype)
.Het werd waarschijnlijk gebouwd door
de Grimbergen-Aas in de 13de eeuw met ontginning van gans het
gewest.
Oudst : Dagwanden en de Grote Pedeheide.
Bos met 12de eeuwse Nieuwenrode als centrum : Wolvenbos, Kinderbos,
Adriaenbos, Elsbos, Beukenbos, Zuurbos
donken en heiden : Bekedonk, Hoksdonk, Schirek, Heide, Spinaart
Hier scheiden de moederparochie Meise en Zemst : samen gans het gewest tussen
Zenne en Rupel. XIII Conclusie : Evolutie van het
dorpsbeeld en de dorpsstructuur.
Voortgaande op deze elementen menen wij een voor-Frankische dorpsvorming te
mogen voorop zetten.De dorpsvorm, de
kouters, het wegennet en de bodemindeling te Meise-dorp wijzen in die
richting.Dit deel is van ouds een
belangrijke nederzetting.
Sinds de Frankische landname bleef de bijzonderste kern rond de dorpskom
gevestigd.Het hof te Meise is er de
kern van.Daarrond lagen als oude kernen
: Amelgem, Oppem, Sigengem en Eversem.
De eerste uitbreiding geschiedde langs de Hasseltberg.De mansionarii verdeelden onder elkaar de
culturae, gebruikten in de gemeente de weiden en beemden langs de Molenbeek en
de heiden en bossen tot aan de Boechtweg.Geleidelijk bewerkten ze het braakliggend land en omvormden het tot
velden, in de 9de en 10de eeuw.In de 12de en 13de eeuw
begon een nieuwe periode van ontginning.Eerst veel later werden de donken en bossen ten Noorden van Nieuwenrode
ontgonnen.De vele beekjes getuigen van
de grote afwateringswerken, die dienden ondernomen te worden. XIV Meise is een vicus-kerk, niettegenstaande
in de nabijheid van de kerk van het Grimbergse parochiëncomplex .rk een oud dorpskasteel is gelegen.
De moederparochie Sint Martinus die een enorm complex was : vijftal
dochterkerken ( Grimbergen, Strombeek, Beigem, Humbeek, Nieuwenrode).
De dorpsdries doet door zijn vorm en afmetingen denken aan een vicuskerk.
De Sint-Elooikapel op de Hasselberg ligt op de grens van 3 gemeenten en nabij
het knooppunt van wegen van de hele streek. Dergelijke kapellen zijn de oudste
bidplaatsen van de streek en doen denken aan de doortocht van
missionarissen.Zij werden nooit
verheven tot parochiekerk door hun verre ligging van de dorpskom.De eerste kerstening van Meise zou aan de
St.-Elooikapel toegeschreven kunnen worden. XV De geschiedenis van de parochie Meise
voor de 11de eeuw is onbegonnen werk.Alle gegevens ontbreken voor de 12de
eeuw.Van vicuskerk werd ze ongetwijfeld
een eigenkerk in handen van de plaatselijke heren van het hof te Meise, de
milites de Mensce die op hun beurt leenheren geworden zijn van de heren van
Grimbergen in de 11de eeuw.
De eerste kerk was voorzeker een houten gebouw, in de
10de 11de eeuw vervangen door een stenen.
De oudste vermelding van Meise is van rond 1110, in de veel besproken brief van
bisschop Odo van Kamerijk, die Meise het hoofd van Strombeek en Grimbergen
noemt.Tot 1132 bleef Meise de
moederparochie.Oppem en
St.-Brixius-Rode bleven steeds onder Meise.
Van het begin van de 13de eeuw stond heel de parochie Meise onder
het patronaat van de abdij van Grimbergen.Dit was het gevolg van de rivaliteit tussen de hertogen en de Berthouts die
dankbaar gebruik maakten van de invloed van de abdij.Meise verloor zo zijn bevoorrechte plaats van
moederparochie van het Land van Grimbergen.Voortaan zou zij slechts een onderdeel zijn
XVI De oudst met naam bekende bedienaar van Meise is Magister Henricus,
presbyter de Menz
(1211-1220).De tweede is Esselinus
presbyter de Minza (1224).
Zij behoorden ongetwijfeld tot de seculiere geestelijkheid, omdat pas in 1249 de
abdij van Grimbergen de toelating kreeg een van haar kanunniken als pastoor te
Meise en te Wemmel aan te stellen.De
bisschop bleef hierbij meester en de abt moest zijn kanunnik pastoor telkens
terug roepen als hij een seculier kandidaat wilde aanstellen.
Voor het geestelijke bleef hij afhankelijk van de bisschop, maar voor het
beheer van de parochiegoederen moest hij verantwoording afleggen bij de abt.
Gedurende de periode 1260 1290 ontstonden tal van onafhankelijke parochieën.
Frater Matheus was in 1262 frater Gerardus, plebanus de Menza.Deze titel plebanus wijst erop dat Meise
als parochie een voorname rang innam en steeds door voorname priesters werd
bediend in de XIIIde eeuw.
De verdere lijst van de pastoors van de St.-Martinusparochie vinden jullie in
Meise, onder de toren van St.-Martinus, mijn streekboek van 2001 op
pag.39.Op 1.9.2006 werd Jan Lagae
pastoor van Meise.Hij is
federatiepastoor. XVII Patrimonium In het parochiaal archief staat een lijst van de stukken die tot het oude curegoed behoorden.Over wat is overgebleven van het oude
dotatiegoed vinden wij slechts littekens terug in de toponomie van het dorp.
Te Meise worden wij echter uitzonderlijk goed ingelicht over de Kerk- en Geestesgoederen door een
metingboek van 1776, waarin naast de beschrijving van de goederen ook niet
minder dan 20 kaartbladen de juiste ligging aangeven.Merkwaardig is hierin de kerk en haar
omgeving, de St.-Elooikapel en de omgeving van de kerk van St.-Brixius-Rode.
Alles te samen had de Kerkfabriek en H.Geest van Meise Rode het beheer over
104 bunder, 1 dagwand en 5 roeden.Dit
is uitzonderlijk groot en wijst op de enorme uitgestrektheid en de
belangrijkheid van de moederparochie Meise.
Het tiendendomein is de trouwste
weerspiegeling van de feodale toestanden te Meise in de 12de 13de
eeuw.Wij hebben de heren van Kraainem
op de burcht te Boechout en de plaatselijke milites de Menza.Twee abdijen zullen mekaar concurreren om in
de gunst te staan van al deze heren : de abdij van Grimbergen en Ninove. XVIII Het patrimonium
Het Curegoed De lijst van stukken uit het parochieel archief vermeldt er 8.
Het Kerk- en H. Geestgoed.Van het oude dotatiegoed resten slechts
littekens in de toponomie van het dorp.Het Kerckeveldt, het St.-Maartensbosch de Cruyswinckel onder Oppem.
In Meise zijn we goed ingelicht door een metingboek van 1776 waarin naast de
beschrijving van de goederen ook niet minder dan 20kaartbladen de juiste
ligging aangeven.
Het Tiendendomein is de trouwste weerspiegeling van de feodale toestanden te
Meise in de 12de 13de eeuw.De oorkonden daaromtrent zijn de bijzonderste
getuigenissen omtrent de feodale indeling van Meise.De oude tak van Grimbergen, de tak verwant
met de heren van Aalst en Ninove en de kasteleinen van Vlaanderen te Bourbourg,
de pas aangekomen heren van Kraainem op de burcht te Boechout en de
plaatselijke milites de Menza.
Twee abdijen zullen er met mekaar concurreren : Grimbergen en Ninove.
Door verwantschap met de Berthouts hebben heel wat aan onze streek vreemde
heren bezit verworven.De schakel komt
langs de graven van Aalst en de heren van Ninove.
De abdij van Ninove bekwam haar deel tiende te Meise, dat minstens op de helft
van de ganse tiende mag geschat worden, van de tak Grimbergen, Aalst en
Ninove.De abdij van Grimbergen verwierf
het andere deel van de rechtstreekse tak van Grimbergen zelf. XIX De abdij van Ninove kreeg het
aan de stok met de Crainhems in het kasteel van Boechout.Maar ook met de plaatselijke heren boterde
het niet.Vooral de milites de Ophem,
leenmannen van de Boubourgs krachtens het feodaal recht, waren niet gewillig
om aan hun tienden te verzaken.Willem
van Oppem werd voor 1170 door dit geschil in de ban van de kerk geslagen.Dit is ons bekend door de oorkonde van 1176
waarin abt Egbertus van Grimbergen bemiddelt tussen de zonen van Willem van
Oppem en de abdij van Ninove.
Hoe ingewikkeld de zaken ook schijnen, wanneer het over feodale toestanden gaat
en de oorzaak van de betwistingen niet altijd wordt vernoemd, blijkt dat, door
het naast mekaar leggen van de oorkonden uit een ganse periode, er soms toch
klaarheid komt.Hiervoor getuigt vn. de
brief van 1204.Dit zal ook het geval
zijn voor het tiende van de Crainhems.De abdij van Ninove was in die tijd in Meise nog tiendencollecteur.Het oud geslacht van de Bourbourg werd toen
uitgesloten voor de inmenging in parochiale goederen.Enkel de Crainhems en de plaatselijke heren
bleven over.
In 1211 verzaakte Willem van Ophem aan elke betwisting.Na de Crainhems is het de beurt aan de
ridders van Meise om afstand te doen van hun tiendenbezit in 1223. XX De algemene toestand van de parochie
Meise in de XIIde en XIIIde eeuw.
In de oudste pouillés van Kamerijk komt Meise voor als een van de rijkst
bedeelde parochiën van de dekenij Brussel.
Meise mag aldus doorgaan als één van de tien voornaamste parochiën van gans de
oude dekenij Brussel, tussen Dender, Schelde, Rupel en Dijle.
Meise telde er in de 12de en 13de eeuw meerdere priesters
met aan het hoofd de pastoor.Meermaals
wordt in de oorkonden gesproken van de sacerdotes de Menze (J.J. De Smet, o.c.,
p. 827).Wij hadden een pastoor te Meise
met een coadjutor voor Rode, één voor Oppem, één voor Hasselt en één voor de
zielenkapelanij.Reken daarbij de prior
in het nonnenklooster van Nieuwenrode.Dit maakt 6 priesters.
Wij vermoeden dat er een 7de priester te Meise verbleef, in de kapel
van het kasteel van Boechout, maar deze had nog het statuut van de
eigenpriesters, rechtstreeks verbonden aan de kasteelheer.
Wij menen derhalve te mogen besluiten dat de parochie Meise met haar zeven
priesters een van de belangrijkste van de oude dekenij Brussel was in de XIIIde
eeuw. XXI De kerk
Van de oude Romaanse kerk is er niets overgebleven.Het huidige gebouw dagtekent gedeeltelijk uit
de XVIde en XVIIde eeuw.
Merkwaardig waren tot in 1963 de muurschilderingen, enig in het genre in onze
Brabantse kerken.Tot grote ergernis van
velen werden ze met een grijze verflaag overschilderd. Ze werden later gerestaureerd en uit het
verslag van de restaurateur blijkt dat het een gelukkig toeval was dat ze
overschilderd werden.Anders waren ze
misschien definitief verloren gegaan.Het was ten andere niet de eerste keer dat ze overschilderd werden. We begrijpen echter niet dat de
paalschildering van de H. Petrus (ronde paal vooraan het koor rechts) niet gerestaureerd
werd.Deze is waardevoller.Bovendien zou de moderne muurschildering in
het Chiroheem dringend moeten beschermd en hersteld worden.Zij is van constructivist Jan Beekman. Bij de opgravingen tijdens de
restauratiewerken aan de kerk werden twee oude munten gevonden. XXII Hasselt De abdij van Grimbergen richtte in 1652 de oude St.-Elooikapel op. De oorsprong
van de St.-Elooiviering gaat terug tot de oudste tijden en houdt verband met de
oude paardenommegangen, waarvan Meise een centrum is.
De oudste vermelding van Hasselt is 1197 toen Daniël de Lyes een mansus qui
dicitur Vacuus Mansus, aan de abdij van Grimbergen overmaakte met toestemming
van de leenheer, Gerardus, ecclesie Grimbergensis advocatus.
De capella de Hasselt werd voor het eerst vernoemd in 1222, wanneer Arnoldus,
prebyter de Hasselt et Arnoldus filius ejusdem optreden als getuigen in een giftbrief
van kastelein Adam van Grimbergen.
In de overeenkomst omtrent de verdeling van de novale tienden te Meise tussen
de abdijen van Grimbergen en Ninove, wordt Hasselt onder de appendicia de Menz
vernoemd op gelijke voet van Oppem en Rode.Later,in 12 over 56, wordt er
tussen de abdijen van Grimbergen en Jette een bijzondere regeling getroffen
omtrent de bediening van de capella de Hasselt.Een Willelmus de Hasselt cum filliis suis is leenman van Walterus de
Wamblinis in1218.
Dit zijn de oudste gegevens Hasselt. XXIII Hasselt bekleedde een
afzonderlijke plaats in de rij van de afhankelijkheden van Meise.
Twee oorkonden verklaren dit : een uit 1197 en een uit 1255.
De eerste gaat over de mansus, Vacuus mansus, apud Hasselt.
In de cijnsboeken van de 13de en begin 14de eeuw wordt
deze mansus hoeve genoemd.Die bestond
oorspronkelijk uit een of meerdere mansi, elk 12 bunder groot.Dat wijst erop dat rond de Hasseltkapel een
deel van een s herendomein lag, dat reeds vroeger aan de mansionarii werd uitgegeven.De Asselenberg behoort tot de oudste
koutercomplexen van Meise en het is deze Asselenberg, gelegen onder Meise
(Hasselt)en Oppem, die de band is
geweest tussen de moederparochie en de afhankelijkheid Oppem.Zij is de oude schakel tussen Meise en Oppem,
maar ook tussen Meise en St.-Brixius Rode.Volgens de legger van het kaartboek van 1776 bevestigt dit de eenheid
Meise Rode en dat de aanrakingspunten vooral situeerde rond de kapel van
Hasselt.
Ook de aanspraken van de heren van Grimbergen en deze van Wolvertem, Oliverius
de Sottenghem, in de onderhandelingen over hun respektievelijke rechten op
Hasselt, wijzen op de uitzonderlijke situatie.
Het is onbetwistbaar dat Hasselt onder de parochie Meise is gelegen, maar hoe
zou het komen dat aan drie zijden van de vier de Hasselenberg gedeeld wordt met
andere parochiën.Dat vinden we ook in
de overeenkomst tussen de abdijen van Grimbergen en Jette in 1256.
De kapel beschikte over een eigen bedienaar in de 12de en 13de
eeuw.Arnoldus, presbyter de Hasselt
werd in 1197 vermeld en in de regeling van 1156.De Hasselenberg behoorde tot de vruchtbaarste
grond van de streek, want er bevond zich hier enkel akkerland en geen eussels,
driesen en heiden.Er vestigde zich
alleszins een bevolkingskern van mansionarii en censuarii, wat blijkt uit de
parcellaire indeling in kleine blokken van 1 à 2 dagwand.
Ook de geslachtsnaam de Hasselt, reeds gekend in 1218, getuigt hier voor de
bezitter van een hof in de omgeving van de kapel.
???Eénmaal treft men de vermelding appendicium de Hasselt in 1223 aan, bij
gelegenheid van de verdeling van de novale tienden onder de abdijen van
Grimbergen en Ninove.Hasselt wordt er
gelijk gesteld met Oppem en Rode, maar wordt als laatste vermeld.Dat duidt wel op een eigen teindegebied.
Of de kapel een eigen doopvont heeft gehad weten wij niet.In de 16de eeuw trefeen wij
teksten aan die spreken van het fruyt opt kerckhof.Hasselt zou dus een eigen kerhof bezeten
hebben in vroeger jaren.Dit litteken
bepaalt dan ook nader de rechtstoestand van de oude kapel.Opgravingen zouden dit punt nader kunnen
verklaren. XXIV Oorsprong Hasselt.
Deze valt onder Meise.Het is het
kruispunt van de voornaamste wegen van de streek, juist voor de kapel en ze
ligt op de grens van vier parochiën of afhankelijkheden.Ze ligt in het midden van een typische dries,
gevormd door vn. wegen. De kapel ligt als het ware op een eilandje :
grondgebied van niemand en van allen.Dit symbool van de streek trekt jaarlijks nog de paarden en tractoren aan
met hun begeleiders voor de St.-Elooi - ommegang rond 1 december.
Er leefden nonnen rond de kapel toen zij door het teniet gaan van hun klooster
in Nieuwenrode in 1270.Margaretha en
Ida worden vernoemd in 1230. Het Patrimonium van Hasselt.
Er was geen eigen omschrijving met een eigen tiendengebied.De kapel beschikte wel over een eigen
dotatiegebied.Het register van
inkomsten vemeldt : Dit is dat Anthonis
van Hemelrijck, toesinder ende administrateur der kercken van Hasselt heeft
ontvanghen.Hij was beheerder.
De inkomsten kwamen uit offer, goederen en cijnsen.Twee maal s jaars was er een
begankenis.De eerste op St.-Elooisdag
en de tweede op de eerste en tweede Paasdag.
Ook op de eerste kruisdag werd Hasselt bezocht.Dit is een ouder litteken van de banden met Meise.
Men spreekt ook van ontvangsten van het fruit op het kerkhof.Dit bestond al lang niet meer, maar bleef in
de herinnering voort leven.
De kercke van Roye was jaarlijks een
aantal veertelen verschuldigd aan Hasselt.
Hasselt had in 1590 nog een half bun der grond op de Lindenkouter in
Wolvertem.De inkomsten ervan dienden
voor het onderhoud van het gebouw en de bediening
(183-): 3 nissen
Tekst op de postkaart (met foto van de rechter zijde van de kapel) op de
ommezijde
Op de St.-Annakapelis het jaartal 1757
vermeld.Ze werd nochtans vroeger
opgericht.Harrewijn, die een ets
graveerde van het domein van Boechout, plaatste reeds de kapel in zijn panorama
rond 1690, ten tijde van Sire Pieter Ferdinand Roose.Het groot werk van baron J. Le Roy Castella
et Praetoria geeft een afdruk van deze ets.
s Avonds, bij zilveren maneschijn, wanneer de nachtvogels alleen de stilte
breken en enkele kaarsen hetbeeld van
Sint Anna, patrones der moeders, verlichten, dan heerst er rond het
kapelletje een geheimzinnige stemming En als de parochieprocessie, in bonte
wemelende stoet, St.-Annas heiligdom nadert en er rond neerknielt, dan zou het
talent van Alfred Delaunois of de pen van een Gezelle alleen de vrome poëzie
kunnen schetsen, die uitstraalt van dit kapelletje, in zijn dichte lovermantel,
aan de zoom van Boechouts park.
Edwin Ganz
Tekst onder een afbeelding (voorzicht) in Meise in oude prentkaarten van R.
van den haute Eur.bibl. Zaltbommel/Nederland MCMLXXIII
35.Een laatste plaats die een bezoek
verdiende was de Heilige Annakapel opgericht in 1757.Zij verving een ouder gebouwtje uit de tijd
van aartshertogin Isabelle die veel belang stelde in de toewijding aan de
moeder van de heilige maagd (1908)
Boven de deur is een kleine nis en binnen een grote.
Aan de achterkant van de kapel staat onder de nis een derde datum : 1835.
We hebben reeds een beeld van St.-Anna ten drieën (betaald door Stef De Ridder
en Valérie De Knop).Het tweede beeld
voor de achterkant is een anonieme gift.Het traject van de historische wandeling van de Plantentuin, kan zo toch
nog langs binnen in het park aan de kapel voorbij komen.Voor het grote beeld zoeken wij een sponsor.De Rotary Boechout Meise wil dat in
overweging nemen.Maar de offerte blijft
uit, aangezien ze een foto wensen van het beeld om een mal te maken voor het
afgieten.Dat kan uiteraard niet omdat
het nog moet gemaakt worden.
I
( 258) Restauratie Sint-Annakapel nadert haar voltooiing
De
restauratie van de St.-Annakapel aan de Nieuwelaan (buitenkant park) nadert
haar voltooiing. De beelden zijn ter beschikking en de replica eikenhouten
friezen zijn in de maak.
Op zondag 24 juli, twee dagen voor de feestdag van de H.Anna, worden de beelden
gewijd in de noodkerk van St.-Martinus, tijdens de mis van 10.30u. Daarna
nodigen wij de aanwezigen uit om processiegewijs de beelden naar de kapel te
brengen, langs het historische traject door de Plantentuin.
Enkele jaren geleden
begon ik met een beschrijving van de zichtbare momumenten in Meise. Tijdens een
wandeling stootte ik op de Sint-Annakapel, die in deerlijke staat was. De
gemeente was snel bereid om enkele werken uit te voeren, dit in samenspraak met
de Plantentuin want de kapel staat eigenlijk op hun terrein.
Bij mijn zoektocht naar
de oorsprong en de betekenis van de kapel vond ik heel wat interessants.
Anna,
de moeder van Maria, wordt nergens in het Nieuw Testament vernoemd. De verhalen
over haar zijn ontleend aan apocriefe boeken (bijbelboeken die niet als
gezaghebbend worden erkend). In het Proto-Evangelie van Jacobus uit de 2de eeuw
staat de oudste vermelding. Een 5de-eeuwse bewerking van dit boek - het
Evangelie van de Pseudo Mattheüs - bracht de verering op gang.
Anna-Ten-Drieën
(of Annatritis) toont de heilige Anna met de jeugdige Maria op de arm, die op
haar beurt weer het kindje Jezus draagt.
De
heilige Anna wordt aanbeden om een geschikte echtgenoot te vinden of voor een
goed huwelijk. Vandaar de uitspraak: Naar
Sint-Anneke gaat men om een manneke. Vele beroepen, vooral in Vlaanderen,
kozen haar als patrones: schippers, mijnwerkers, houtdraaiers, kleermakers,...
Vroeger
werden op veel plaatsen processies georganiseerd op de feestdag van de H.Anna.
In Meise kwam die processie tot 1927 langs het kasteel van Boechout, waar
keizerin Charlotte vanop het balkon mee deed.Onder het balkon in de Oostertoren van het kasteel werd een altaar
opgericht, waar de monstrans even kon rusten.
Er
schoten her en der broederschappen van de H.Anna uit de grond. In Meise heette
de toenmalige Boerinnenbond (nu KVLV) van 1956 tot 1962'de St.-Annabond'.
II (259) Sint-Annakapel in Meise
Op
de kapel is het jaartal 1757 vermeld. Ze werd nochtans vroeger opgericht, of er
had al een eerdere kapel gestaan:
*
De kapel wordt reeds vermeld in 1690, op een postkaart die uitgegeven werd door
A.Van Praet Meysse, met bijhorende tekst van Edwin Ganz (bewoner van de
Oranjerie):
«s Avonds, bij zilveren maneschijn,
wanneer de nachtvogels alleen de stilte breken en enkele kaarsen hetbeeld van Sint-Anna, patrones der moeders,
verlichten, dan heerst er rond het kapelletje een geheimzinnige stemming En
als de parochieprocessie, in bonte wemelende stoet St.-Annas heiligdom nadert
en errond neerknielt, dan zou het talent van Alfred Delaunois of de pen van een
Gezelle alleen de vrome poëzie kunnen schetsen, die uitstraalt van dit
kapelletje, in zijn dichte lovermantel, aan de zoom van Boechouts park.»
In
die periode was Pierre Ferdinand Roose eigenaar van het domein en dus ook van
de kapel.
*
Ook rond 1690, ten tijde van Sire Pieter Ferdinand Roose, graveerde Harrewijn
een ets van het domein van Boechout. Hij plaatste de kapel in zijn panorama.
Het groot werk van baron J. Le Roy Castella et Praetoria geeft een afdruk van
deze ets.
* In 'Meise in oude prentkaarten' van
Jaak Verbaanderd staat de kapel ook afgebeeld met de tekst: «Een laatste plaats die een bezoek verdiende
was de H.Annakapel opgericht in 1757.Zij verving een oud gebouwtje uit de tijd van Aartshertogin Isabella die
veel belang stelde in de toewijding aan de moeder van de Heilige Maagd.»
III (260) De beelden
Het
oorspronkelijke houten beeld van St.-Anna-Ten-Drieën verdween hoogst
waarschijnlijk toen de Fransen in Meise kwamen (2de helft 17de eeuw).
Er
zijn drie nissen in de kapel en er moeten dus drie beelden komen.
-
Voor de nis in de achterzijde werd een recenter stenen beeld van de heilige
Anna-Ten-Drieën gekocht in Beauraing.
-
Voor de nis in de voorgevel kregen we een houten beeld van de Heilige Anna met
Maria, van een schenker die anoniem wenst te blijven, die het aankocht in
Oostenrijk.
-
In de grote nis binnen in de kapel komt een replica van het waarschijnlijk
oorspronkelijke beeld. Het werd gefreesd en gesculpteerd uit een oude eiken
balk van dezelfde periode, door Marcel Cloots uit Westrode.
Algemene info
De
beelden zullen voor de feestdag van de heilige Annaop 24 juli tijdelijk geplaatst worden, onder
toezicht. Omdat deze beelden waardevol zijn en dus niet constant aanwezig
kunnen blijven, zullen wij voor schaduwbeelden zorgen(met foto overplakt en geplastificeerd).
Wie
wil toetreden tot de e-mailgroep
St.-Annakapel of informatie kan verschaffen, kan zich opgeven
(jef.de.cuyper@pandora.be) en wordt dan verder rechtstreeks op de hoogte
gehouden. Jef De Cuyper, vrijwilliger en gids in de
Plantentuin Meise