Zoeken in blog

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Stille wateren
diepe gronden
23-04-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Abstract vervolg

SCHEPPINGSDRANG

reageren op gebeurtenissen – 1986

 

In die tijd, waarin ik alles wat ik om me heen zag vertaalde in abstracte beelden, verscheen in de krant een artikel over de plotselinge verschijning van een eiland. Door beweging in de aardkorst onder het wateroppervlak van een der oceanen was in één nacht schijnbaar uit het niets een eiland opgedoken. Niemand had het eiland ooit eerder waargenomen, het was er van de ene dag op de andere, als een oprisping van de aardkorst onder het zilte wateroppervlak. Het was een verbazingwekkende gebeurtenis die veel wetenschappers intrigeerde. Misschien was het een onderzeese vulkaanuitbarsting, geen mens wist er toen het fijne van, er werd van alles gesuggereerd en natuurlijk prikkelde het de fantasie der journalisten, én de mijne.

Er gebeurt heel veel op aarde en daarbuiten dat wij met al ons wetenschappelijk inzicht weliswaar rationeel (denken te) kunnen verklaren, maar zelfs met onze geavanceerde en ultramoderne wetenschappelijke en technologische kennis nog steeds niet in staat zijn te voorspellen, tegen te houden of te beïnvloeden en waarbij achter (vermeende) oplossingen altijd weer nieuwe vragen opdoemen. De verschijning van dit eiland was zoiets. In onze regionale krant stond een foto bij het artikel, een afbeelding van het bewuste eiland, die me direct inspireerde tot het maken van een schilderij van dit wonderbaarlijke verschijnsel. Het hield me bezig, ik voelde enige overeenkomst met de geboorte van een mens, de uitdrijving van het kind door het nauwe geboortekanaal, dat ook met een dergelijke oerkracht gepaard gaat. Dit eiland, omhoog gestuwd door onderaardse krachten, herinnerde me daaraan.

Alle krachten binnenin me begonnen te werken. Bij het zien van het splinternieuwe, rotsige, nog narokende eiland op die ene krantenfoto kreeg ikzelf opnieuw scheppingsdrang. Diezelfde dag nog legde ik dit spektakel ook daadwerkelijk vast. Met een vuur, dat plotseling in me was opgelaaid en me herinnerde aan mijn Eindhovense academietijd, werkte ik met alle expansiedrang die in me zat aan het schilderij. Toen het klaar was, na de hele middag heftig gepenseeld te hebben, zag ik dat mijn werkdrift had geresulteerd in een tamelijk abstracte weergave van dit aardse wonder, met overwegend gebruik van de kleuren blauw. Het stemde helemaal overeen met wat ik gevoeld had bij het lezen over de verschijning van dat mysterieuze eiland. Bij het zien van mijn schilderij welde er een kleine woordenstroom in me op, het gedicht dat gevoelsmatig nog net ontbrak aan mijn behoefte om mijn verwondering over dit verschijnsel te transformeren tot een creatieve en tastbare herinnering eraan.

VLOEIENDE ARABESKEN

in opdracht abstract kijken

Ik zat er helemaal in, het abstract schilderen beviel me ontzaglijk goed, misschien omdat het op louter intuïtieve manier gebeurde. Het vond als het ware plaats vanuit een andere dimensie, een dieper in mezelf gelegen aardlaag, beeldend gezegd. Tot mijn verrassing werd er ook positief op gereageerd door de mensen in mijn omgeving en daarbuiten. Ik begon zelfs abstracte schilderijen te verkopen. In 1987 kreeg ik van een echtpaar uit Zoeterwoude, een gemeente in het Groene Hart van Zuid-Holland, de opdracht een abstract tweeluik te schilderen. Het moesten twee losse schilderijen worden die op elkaar aansloten, maar ook afzonderlijk te bekijken waren. Ze waren van plan die in hun woonkamer heel dicht naast elkaar te hangen. Een soort tweeluik dus. Het feit dat de doeken samen een twee-eenheid moesten vormen, was geheel nieuw voor me en gaf me al meteen een flinke impuls. Het was een interessante uitdaging!

Om inspiratie op te doen nodigde het echtpaar me uit om eerst te komen kijken naar hun woonplek. Ze woonden midden in het lage Hollandse polderland. Op een gure, winderige ochtend reden Joep en ik er naartoe. Hun moderne, rechthoekige witte huis met plat dak deed me, nog veel sterker dan onze Maastrichtse flat, denken aan de door Piet Mondriaan sterk beïnvloede architectuur van Gerrit Rietveld. Het stond helemaal vrij in het heldergroene grasland. Aan alle vier de zijden van het huis hadden ze een schitterend uitzicht op drassig polderland, doorsneden met sloten en vaarten, waarvan het water in de meeste vaarten een heel stuk hoger stond dan de weilanden die er links en rechts aan grensden en waarop hier en daar kleine groepen witte zwanen te zien waren. Dit landschap sprak tot mijn verbeelding, ik liet me erdoor inspireren, het daagde me als het ware uit, prikkelde mijn fantasie.

Om een begin te hebben, koos ik ook voor dit abstracte tweeluik een van onze stenen als uitgangspunt, zette wat lijnen op het eerste doek en liet me vervolgens drijven op wat ik door mijn oogharen zag in de steen en zich in mijn hoofd had verzameld aan herinnering aan dat drassige poldergebied. Mijn penselen liet ik de vrije loop, stuurde ze slechts bij vanuit mijn intuïtie. Luisterend naar Bach genoot ik ervan om me geheel te laten drijven op mijn impulsen. Het was fascinerend om schilderend als vanzelf blauwgrijze waterpartijen te zien ontstaan, hierin met mijn penselen blauw en rood getinte stroomgebieden te creëren, riviertjes te laten meanderen, akkerland te doen onderlopen, geulen uit te hollen en op deze manier mijn heel eigen abstracte polderland te creëren. Niet voor buiten, maar voor op de grote witte muur in de riante huiskamer van de moderne villa van het echtpaar midden in de Hollandse polder.

Het is spijtig dat mijn abstracte periode in verhouding tot de figuratieve zo kort heeft geduurd. Ik had volop ideeën in mijn hoofd, zag nog een heel lange weg van schilderen en schrijven voor me. Maar terwijl ik vol plannen zat, deden zich al geruime tijd verschijnselen voor van het bindweefselsyndroom Ehlers-Danlos. Een aandoening die eerder al (rond 1978) in het Universitair Medisch Centrum Nijmegen Sint Radboud bij me was vastgesteld en waardoor ik steeds minder in staat was nog op volle kracht te blijven schilderen.

In 1990, toen mijn activiteiten als kunstenares al tanende waren, kreeg ik van een bevriend echtpaar uit Asten toch nog opdracht voor een voor mijn doen heel groot abstract schilderij. Zij hadden een kolossaal huis gebouwd, met ruime en hoge hal met blinde muur, waarvoor zij een passend abstract schilderij zochten. We werden uitgenodigd speciaal voor deze opdracht te komen kijken naar de plek waar het schilderij moest komen hangen. We waren al eens eerder in dat huis geweest, een villa in de stijl van de Bossche School, opgetrokken in betongrijskleurige steen. Het doek moest tegen een grote hoge grijze muur komen hangen.

Fysiek ging het toen al minder goed met me, maar vereerd als ik me voelde met deze mooie en grote opdracht, heb ik me er nog helemaal aan gegeven. Onder mijn handen ontstond een donker, maar kleurrijk en gloedvol schilderij, én groot, zoals zij het hadden gewild. De eigenaars weten het misschien niet, maar ik herinner me nog heel goed hoe het plezier dat ik beleefde aan het schilderen ervan zich in de donker gloeiende kleuren op palet en doek vermengde met de weemoed die al in me sluimerde door mijn naderend afscheid van wat me zo dierbaar was. Het was een mooie tijd, die periode van abstract schilderen, waarnaar ik ook nu soms nog een heel sterk verlangen in me omhoog voel komen. In zulke ogenblikken ontstaan in mijn hoofd abstracte doeken van landschappen die geen landschap zijn en toch zo landschappelijk dat ze de aanschouwer het gevoel geven er middenin te staan. Ik kán het, weet dat ik het nog altijd in me heb.

Maar dan realiseer ik me dat er de laatste twee decennia teveel is gebeurd waardoor mijn leven een andere wending genomen heeft en schilderen buiten beeld getuimeld is. Toch koester ik die beelden die nog geen werkelijkheid geworden zijn, want diep in me leeft de stille hunkering voort ze ooit te schilderen en met behulp van mijn olieverven, schildersterpentijn en marterharen penselen op het trouw door Joep wit geprepareerde en opgespannen schilderslinnen onverwacht sterke, nieuwe werelden te creëren.

Het is er nooit meer van gekomen om ook met mijn abstract werk te exposeren. Nu is daar ook geen reden meer voor, door verkoop zijn er nog te weinig schilderijen overgebleven. Bovendien was ik door alles wat er in de jaren erna gebeurde ook niet voldoende meer gemotiveerd om nog het land in te trekken met mijn schilderijen. In de eerste helft van de negentiger jaren brak hiermee voor mij een moeilijke tijd aan van overdenking, herinnering, verwerking en aanvaarding die zoveel innerlijke kracht van me vergde, dat er tot mijn verdriet in mijn geest voor het schilderen nog maar weinig ruimte overbleef.

 





23-04-2013 om 10:19 geschreven door Elisabeth  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (10 Stemmen)
Tags:lente abstract polderland abstract
22-04-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ander tijdperk
Klik op de afbeelding om de link te volgen

ANDER TIJDPERK
abstract

Jarenlang was ik content met mijn manier van schilderen, die paste bij mijn dagelijks leven en hoorde bij wat me het meest bezighield, welke dingen in het leven het belangrijkste voor me waren. Maar toch ontstond er op de langere duur behoefte aan verandering, een verlangen naar iets heel nieuws. De uitspraak van Jan Gregoor, die ons destijds op de Eindhovense academie zo vaak geadviseerd had de dingen ‘groot’ te zien, bleef gedurende mijn hele schildersloopbaan van tijd tot tijd in me oplichten. Jarenlang was ik mijn kleine schilderijen blijven maken, met de vertrouwde tafereeltjes, afspiegelingen van mijn gezinsleven, het net aan de oppervlakte zichtbare geluk en het onderhuids permanent aanwezige bewustzijn van de breekbaarheid ervan. 

Maar naarmate onze kinderen groter werden, hun vleugels begonnen uit te slaan en ik met eigen ogen kon zien hoe goed ze zich wisten te handhaven in de wereld om zich heen, leek die bron langzamerhand op te drogen. Ik wilde me er ook van losmaken, al wist ik nog niet precies hoe en waarom. Het schilderen van landschappen had me ongemerkt al min of meer de richting van het abstract schilderen op geleid. Door de manier waarop ik mijn landschappen op doek componeerde, hadden ze in zich al iets weg van abstracte composities. Het verlangen het experiment eens aan te gaan, begon langzaam in me op te warmen en nam steeds vastere vormen aan.  

Op een winterse dag in 1986 ben ik er, net als eerder aan de landschappen, zomaar aan begonnen. Onze verzameling keien (de meeste afkomstig uit Maastricht) heb ik ervoor van de zolder gehaald en een van die stenen voor me op tafel gelegd. Die, zo besloot ik, diende als uitgangspunt voor mijn allereerste abstracte doek. Stenen hebben voor ons altijd een speciale betekenis gehad. Als naamloze schepselen van de evolutie dragen ze een eeuwenoude, geheimzinnig eroderende wereld in zich mee, verborgen aardse krachten, verwijzend naar een paleontologisch verleden. In de tijd dat Joep en ik in Maastricht langs de Maas gingen wandelen, liepen we dikwijls te zoeken naar in onze ogen mooie stenen, raapten die op en namen ze mee naar huis. We bewaarden onze verzameling in oude schoenendozen op de zolder en de mooiste legden we op een door Joep zelf gemaakte, ronde schaal van chamotteklei.  

Ik hield van onze stenen, zag er behalve een verborgen verleden ook sculpturen in. En jazeker, ook Kees Bol had gelijk, door mijn oogharen gezien leken het tweedimensionale vlakken in allerlei vormen, lijnen en kleuren, holtes en uitstulpingen, klaar om me de weg te wijzen in het labyrint van abstracte mogelijkheden. Aan de hand van telkens een andere steen probeerde ik, zonder enige vaste vorm of patroon in mijn hoofd, op kleurige wijze met gepenseelde pirouettes, arabesken en slingerbewegingen de wereld die ik erin zag tot uitdrukking te brengen.  

Het duurde niet lang of ik had de smaak van het abstract schilderen volop te pakken. Ik had een splinternieuwe weg ontdekt, kon een ander spoor volgen, ervoer het als een verfrissende uitdaging. Deze voor mij geheel nieuwe, voor mijn doen tamelijk gewaagde manier van schilderen werd een ontdekkingsreis vol verrassingen. Ik kreeg weer een heel andere kijk op mijn vroegere werk, nu mijn creativiteit en vindingrijkheid op hernieuwde wijze aangesproken en gestimuleerd werden. Het verstilde en serene in mijn figuratieve werk, zo karakteristiek voor mijn verhalende schilderijtjes, trof me nu vol. Ineens werd ik me er heel sterk van bewust hoe groot hun emotionele betekenis voor me was. Dat verraste en ontroerde me. Nu ik er niet meer middenin zat, drong de waarde van deze schilderijen met onverwachte heftigheid tot me door. Iets soortgelijks, eenzelfde sterke emotionele binding met wie ik was, hoopte ik later ook te ontwaren in mijn abstracte werken. Al begreep ik wel dat ik er zoiets dergelijks niet bewust (zoals het bijvoorbeeld het bewust plaatsen van de ene kleur naast de andere) vooraf kon invoegen. Toch zocht ik schilderend op grotere doeken naar soortgelijke rust en harmonie. 
 

Abstract schilderen was nog zoeken voor me, aftasten waar in het abstracte mijn kwaliteiten lagen. Stenen waren in vorm en kleur al abstract en voor wie aandachtig keek ook voorzien van subtiele kleurschakeringen en fijn lijnenspel. Als startblok bleken ze me uitstekend van dienst te zijn. Gewone keien, waaraan de meeste wandelaars misschien achteloos voorbijgelopen waren, door ons geraapt aan de oevers van de Maas, hielpen me bij elk nieuw schilderij over de eerste aarzelende, onzekere penseelstreken heen, ik voelde me een ontdekkingsreiziger. 

Een gewaarwording die een bijzonder stimulerende uitwerking op me had, was dat de ene penseelstreek vanzelf de andere uitlokte, waardoor gaandeweg een heel landschap van kleuren, vlakken en lijnen ontstond waarover ik als het ware geen zeggenschap had. Dit creëerde zichtbaar een aangenaam spanningsveld waaraan ik me volledig overgaf, waardoor de meest verrassende composities ontstonden. Meestal bleef er van de oorspronkelijke basisvorm van de steen niets meer over en ontstond er iets dat op een landschap leek, doorsneden met koele rivierstromen, spiegelende meertjes en kleurrijke eilandjes.

Al spoedig ondervond ik dat het een feest was om me hierin helemaal te laten gaan en te schilderen vanuit mijn onderbewuste, niets anders te doen dan me te laten leiden door wat ik al aan penseelstreken op het doek had gezet en hierop te anticiperen. Nooit hoefde ik te zoeken naar thema’s, ze ontstonden vanzelf op het schilderij, ik hoefde me enkel te laten sturen door wat ik al op het doek had zien verschijnen en hierin mee te gaan als water in een meanderende rivier. Het was fascinerend te ervaren dat abstract schilderen helemaal geschiedde vanuit de diepere lagen van mijn onderbewustzijn en bevrijdend werkte.  

Pas wanneer ik al behoorlijk vergevorderd was, nam ik de tijd om op me te laten inwerken wat de betekenis of het thema op het doek zou kunnen zijn en of het resultaat ook overeenkwam met wat ik er (onbewust) mee had willen uitbeelden. Hierna was er ruimte om aandacht te schenken aan compositie, vorm en kleur. Soms was het alsof Jan Gregoor in levende lijve achter me stond en me met zijn rustige stem aanspoorde groot te denken, niet bang te zijn. Nu begreep ik nog veel beter wat hij destijds geprobeerd had zijn studenten duidelijk te maken. Vaak was ik verrast door wat ik zag als het schilderij uiteindelijk af was. Bij abstract schilderen was dit altijd een moeilijke beslissing. Het gevaar was groot maar door te gaan en alles ‘dood’ of ‘kapot’ te schilderen. Altijd moest ik er alert op zijn om op tijd te stoppen, de boel niet dicht te smeren en de kleuren helder en transparant te houden. Van de keren dat het me niet lukte, leerde ik overigens meer dan genoeg. 

 

De olieverf bracht ik net zo dun op als in mijn figuratieve schilderijtjes. Ik kon niet anders, het was mijn manier van schilderen, zo gauw ik dikke klodders opbracht, voelde dat alsof ik niet mezelf was. Ik hield van het speciale effect dat ik verkreeg als ik de verf zo dun gebruikte. Ook in mijn abstracte schilderijen zocht ik naar transparantie, ik wilde niets verborgen houden, alles zichtbaar maken, de ander erin laten lezen als in een opengeslagen boek. Langs die weg raakte ik langzamerhand net zo vertrouwd met mijn abstracte schilderijen als met de figuratieve. Ze gingen bij de rest van mijn werk horen alsof ze er nog aan ontbroken hadden. En net als bij mijn andere schilderijen ontstond er een kleurige wisselwerking tussen gedicht en schilderij, schilderij en gedicht.

22-04-2013 om 10:03 geschreven door Elisabeth  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
Tags:waterland


Gastenboek

Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


Inhoud blog
  • Abstract vervolg
  • Ander tijdperk
  • Binnenste buiten
  • Dierenwereld
  • In vogelvlucht
  • vervolg de beeldhouwer Joep
  • excuses
  • Stille wateren - Joep als echtgenoot/beeldhouwer
  • Met zomerreces
  • In a hurry

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013

    Foto

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Categorieën

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs