De week ging
opnieuw van start met 3 nachten op de planning. Maandag was dus opnieuw een
uitslaapdag. Wanneer we naar stage vertrokken hadden we ook ons fototoestel
meegenomen, we hadden namelijk nog geen foto's van op dienst. Uiteindelijk
hebben we pas dinsdag foto's kunnen nemen, omdat het maandag vrij druk was.
Dinsdag stonden
er vier stagiairs op dienst, voor evenveel patiënten. Tussendoor even tijd dus
voor foto's van de apparatuur. Ook was er een verpleegster die steeds vroeg om
foto's van haar te nemen in plaats van van de apparatuur (in het begin was dit
leuk, maar na 20 foto's net iets minder). In de tussentijd had een verpleger er
niets beter op gevonden om op internet op zoek te gaan naar onzedige
filmpjes!!! Hij dacht waarschijnlijk dat we te druk bezig waren met foto's
nemen (niet zo'n slim idee, aangezien we een fototoestel vasthadden ).
Uiteindelijk heeft Dylan zelfs gezien dat hij zijn gegevens ingevuld heeft om
zijn bestelling te plaatsen ...We hebben het laatste hier nog niet gezien.
Woensdag bleek
dan gewoon terug een drukke werkdag te worden, maar ons beeld van de verpleger
in kwestie zal toch nooit meer hetzelfde zijn vrezen we. Op het einde van deze
nacht vroegen ze Dylan het gebed op te zeggen. Aangezien God toch alle talen
begrijpt mocht het in het Nederlands zeiden ze. Ik had graag God zijn gezicht
gezien, het Onze vader van Dylan was namelijk erbarmelijk (een geluk dat ze
dat hier niet begrepen).
Donderdag hebben
we ons opnieuw uitgeslapen, we waren namelijk nog wat van plan in ons verlengd
weekend. We hebben het dus rustig gehouden donderdag, iets gaan eten, Skypen
met de vader van Nicolas die jarig was, wat muziek luisteren, En uiteindelijk
toch op tijd ons bed in.
Voor vrijdag
hadden we lang getwijfeld om Nyungwe park te bezoeken, maar door de minder
enthousiaste verhalen van andere studenten, het feit dat het moeilijker
bereikbaar was en dat men slecht weer voorspeld had in deze regio hebben we
besloten om dit niet te doen. In Kigali blijven was ook geen optie, we moesten
hier weg! Dan was de oplossing: Volcanoes national park. Wij dus vrijdagmorgen
richting Ruhengeri, een stadje in het noorden van het land op 12 km van de
ingang van het park. Eens aangekomen zijn we op zoek gegaan naar het hotel
Centre Pastoral Notre Dame de Fatima (van de ene katholieke plaats naar de
andere). Hiervoor hebben we een motortaxi genomen, deze zijn hier 3 keer zo
goedkoop en 3 keer sneller dan in Kigali. Vervolgens inchecken in het hotel, 25
euro voor ons 2: kamer en ontbijt.
Daarna zijn we
het stadje Ruhengeri wat gaan ontdekken. Eerst de Genocide memorial: een klein
kerkhof met een licht lugubere gedenksteen (met messen en bloed in verwerkt).
Toen we verder stapten richting een winkeltje met handwerk, werden we weer
gevolgd door een groepje kinderen (deze keer waren ze niet op geld of een foto
uit, maar op een high five!). In het winkeltje zelf konden we kijken hoe de
typische souvenirtjes (houten gorillas en maskers) gemaakt werden. Alles wat
hier werd verkocht was ten voordele van de opleiding van de plaatselijke
kinderen.
Toen we daarna
wat verder stapten was ons een plakkaat opgevallen: Gorilla doctors: Mountain
Gorilla veterinary project, 300m. Onze nieuwsgierigheid was enorm en wij dus dat straatje in, tot aan een gesloten
poort. Het zag er niet echt toeristisch uit, maar onder het moto een nee heb
je, een ja hebben we toch aangeklopt. Net op het moment dat we gingen vertrekken
kwam er iemand opendoen. Van de bewaker mochten we al binnen, eens binnen was
het van wie zijn jullie en wat komen jullie hier doen. We wouden gewoon weten
wat hun project inhield en wat ze precies deden, maar daarvoor moesten we eerst
via the big chief passeren. Een Engelse dierenarts, die zelf zei dat ze te
hard stonk om ons een rondleiding te geven en ons daarom naar een andere
dierenarts stuurde. Die zei dat hij maar 5min. tijd had (hij was een
gorillaskelet aan het ineenpuzzelen), maar hij ging ons toch zijn verhaal doen.
Iets meer dan een half uur later wisten we in grote lijnen wat ze deden. Vrij
indrukwekkend, zeker de manier waarop medicatie wordt toegediend. Tot slot
mochten we nog enkele fotos van het skelet nemen en zijn we terug richting
stad gegaan.
We gingen op zoek
naar de gorilla club, maar deze hebben we niet gevonden. En aangezien we geen
zin hadden om zelf terug te stappen, hebben we anderen laten trappen : De
fietstaxi! De kans op een ernstig ongeval is veel minder dan met een motortaxi
en we hadden tijd natuurlijk. Daarna hebben we ons zelfs nog even in de schaduw
van de kerk gezet, met een prachtig zicht op de vulkanen: het leven kan schoon
zijn he!
Wanneer de zon
verdwenen was zijn we terug naar het hotel getrokken, om daar te eten. Biefstuk
met Provençaalse saus, erwten en spruiten: heerlijk. Daarna zijn we terug naar
de kamer gegaan en hebben we ieder nog een half uur onder de douche gestaan, we
hadden eens warm water!
Zaterdag ging de
wekker om 20 voor 6. Om zes uur was er namelijk ontbijt hadden ze gezegd en om
7u moesten we aan de ingang van het park staan. Het ontbijt was maar
beschikbaar om 6u25. Dit werd goedgemaakt door wat we voorgeschoteld kregen:
vers getoast brood met verse confituur, gevolgd door een special omelet. We
hadden de mensen bedankt voor het lekkere ontbijt en net toen we onze rugzak
namen kwamen ze nog af met een bord vol vers fruit. Dit konden we natuurlijk
niet laten staan, alles opgegeten en de bananen de rugzak in.
Net iets te laat
richting volcanoes park dus. De eerste motortaxis die we tegenkwamen
tegengehouden en richting Kinigi gereden. Eens daar aangekomen zei men ons dat
we eigenlijk ook vervoer nodig hadden, maar ze kenden nog enkele chauffeurs en
gingen er voor ons één opbellen. De trektocht ging richting het graf van Dian
Fossey en onze gids was een flink uit de kluiten gewassen Rwandees mevrouwtje.
Om 8u20 konden we uiteindelijk onze Jeep instappen.
De tocht was om
misselijk van te worden (maar nu kon Nicolas wel alles binnenhouden). Na 40
min. heen en weer schudden kregen we een wandelstok en dan konden we eindelijk
beginnen stappen. Er boden zich nog een aantal mannen aan om gedurende de tocht
onze bagage te dragen, maar we hadden besloten niet de sisi uit te hangen en
alles zelf te dragen.
Eerst nog een
stuk klimmen om dan uiteindelijk de grens van het park te bereiken. Daar
wachtten 3 militairen op ons, deze moesten ons beschermen van buffels die ook
in dit park leven. Vandaar begon de echte jungle zoals je hem in films ziet.
Veel modder zijn we ook tegengekomen, tot onze schenen hebben we erin gezeten
en dan hadden we nog geluk dat het niet regende. Daarnaast hebben we ook geluk
gehad dat we enkele dieren kunnen spotten hebben: een buffel en 2 antilopen.
Ook hebben we verse gorillastront gespot, maar dichter dan dat zijn we nog niet
gekomen. Moesten we ze tegengekomen zijn zouden we geen fotos mogen nemen, je
zou dan vlug zeggen: Wie gaat er ons tegenhouden? Maar er liepen 3 mannen
rondom ons met een gigantische mitraillette dus
Na enkele uren
stappen kwamen we dan aan het Karisoke research center van Dian Fossey, waar nu
niet veel meer dan de fundering van overblijft. Dit werd in 1998 door het
Congolese leger vernield. Na al de plaatsen waar de hutten hebben gestaan te
hebben bezocht, kwamen we aan bij het kerkhof. Dian Fossey is er begraven naast
heel wat gorillas die voor haar een belangrijke betekenis hadden. Om deze
plaats nu het absolute hoogtepunt te noemen was de tocht ernaartoe te leuk,
maar het was toch een van de hoogtepunten.
Daarna was er
even tijd aan een kiosk om uit te rusten: plaspauze, wat suikers naar binnen
werken en vervolgens terug naar de start, want het zag er naar uit dat het zou
gaan regenen. Uiteindelijk heeft het maar een kwartier geregend, maar dit had toch
wat gevolgen. Het hout wat daarvoor nog een zekerheid was om niet weg te
zakken, was nu spekglad. Toch zijn wij 2 niet op ons gezicht gegaan, in
tegenstelling tot onze gids die ons 2 keer getoond heeft hoe het niet moest ;).
We moeten wel eerlijk toegeven dat, wanneer de bagagedrager van de gids er niet
bij was, we ook een aantal mooie schuivers zouden gemaakt hebben (je moet wat
geluk hebben he ;) ).
Dian zelf moest
deze route (het was namelijk volledig dezelfde route dan deze die zij nam) 2
keer per week stappen voor boodschappen en dergelijke. Op zich viel dit nu wel
mee, maar ik denk wel dat wanneer het regent net iets minder leuk zal geweest
zijn.
Achteraf heeft de
gids, een geweldige madame trouwens, er voor gezorgd dat onze chauffeur ons
afgezet heeft aan het busstation in Ruhengeri. Vlug nog iets gegeten en
gedronken en dan op de overvolle bus richting Kigali. Ambiance verzekerd: 3
bekvechtende vrouwen die het plaatselijke bier graag lustten.
Om half 7 waren
we terug in Kigali. Vervolgens zijn we gaan eten in het Fantastic restaurant,
het eten is oké maar minder fantastisch dan de naam doet vermoeden en de muziek
stond veel te hard.
Tot slot zijn we
nog eens langs de Nakumatt gepasseerd. We hadden nog een fles rode wijn staan,
maar we hadden nog geen kurkentrekker. Eerst gingen we ons nog douchen en onze
schoenen wat oplappen, maar aangezien er geen water was viel dit in het
water. Om deze zalige maar vrij drukke dag af te sluiten hebben we nog een
glas (Zuid-Afrikaanse) wijn gedronken en de film Gorillas in the mist
bekeken (voor de geïnteresseerden, deze film is voor een groot deel opgenomen
op dezelfde plaats als waar wij geweest zijn). Daarna zijn we dan stinkend maar
voldaan in ons bed gekropen.
Zondag was ons
eerste werk douchen. Meteen wakker want het water was opnieuw ijskoud. Onze
schoenen konden we nu ook wat oplappen. Voor de rest hebben we het rustig
gehouden, nogal een geluk want deze tekst is nu al zo lang.
Als u tot hier
bent geraakt, bedankt voor het lezen en tot volgende week.