Vandaag hadden we de langste etappe en reeds om 6.50 u stonden we al aan de ingang van de auberge ( een groot grijs gebouw , de foto staat bij het verslag van gisteren) terwijl het nog niet open was. Even later ging de deur open en we namen ons ontbijt, brood met confituur.
We hadden een picknick besteld en die viel beter mee: linzen ( reeds 5 maal gegeten alhier) maar ook heel lekkere kaas van de streek en fruit, een soort vettige worst en brood.
Om 7.20 waren we als eersten de baan op. Een koud zonnetje, bergaf voor kilometers aan een stuk en Br die het weer zag zitten. Ze was vol enthousiasme en sprak honderduit, ze zei dat ze de ring die ik beloofd had als ze de tocht uitdeed niet moest hebben omdat ze teveel had afgezien. Om 10.40 reeds kwamen we in het stadje Saint Alban sur Limagnole, daar waar ik dacht pas rond de middag te arriveren. We dronken er een koffie terwijl de klokken van de kerk hevig luidden ter ere van Pinksteren.
Daarna vertrokken we voor wat een echte kalvarietocht zou worden: veel bergop en Br die geweldig veel pijn had.
Ik besloot dat het genoeg geweest was en we autostop zouden doen naar Aumont maar koppig als ze is besloot ze toch door te zetten. Indien ik 1 blaar had zou ik er voorzeker constant over zagen...
De laatste 6 km waren de hel: voortdurend bergop en één lang stuk rechtdoor, telkens als we dachten dat we er waren lag een nieuw stuk pad voor ons. Uiteindelijk bereikten we relatief vroeg ons hotel. Een vriendelijke dame bezorgde ons een wonderzalf die we onmiddellijk op Br haar blaren smeerden. Als dit niet helpt zoeken wij een dokter op en zien wat we moeten doen, als het echt niet meer gaat zullen wij verplicht zijn op te geven, hoe spijtig we het ook zouden vinden. Ik wil haar niet meer zien afzien zoals ze tot hiertoe gedaan heeft, niets is dit waard, we zien wel morgen...








|