organisatoren van Werchter Boutique op 13 juli in Werchter hebben de Nederlandse rockdiva Anouk toegevoegd aan de affiche. De Haagse krijgt een plaats op het hoofdpodium naast Doe Maar, Santana, Crowded House en Tokio Hotel. In de pyramid marquee staan tot dusver al James Blunt en Mick Hucknall (ex-Simply Red) geprogrammeerd.
Werchter Boutique is een nieuw festival naast Rock Werchter en TW Classic. Het richt zich tot "levensgenietende popliefhebbers die hun hobby willen delen met hun kroost en jonge melomanen die hun ouders willen verrassen". Een kaartje in voorverkoop kost 65 euro. Kinderen tussen de 3 en 12 jaar betalen 20 euro.hieronder een beeldfragment van het concert in het sportpaleis.enjoy
Zichzelf had The Cure meer dan een halfuurtje toebedeeld. In een 35 (!) songs lange marathonshow werd zowel de occasionele concertganger als de rabiate Cure-fan netjes bediend: van de obligate hits tot obscure albumtracks en zelfs een drietal nieuwe nummers (waarvan we vooral het ingetogen A Boy I Never Knew onthouden). Meer dan die muziek en dat beetje weemoed in de stem (Lovesong!), had Robert Smith niet nodig om het Sportpaleis een avond lang te boeien. Een sober maar mooi aangekleed podium en een groep in beperkte en tamelijk originele bezetting (inclusief gitarist van het allereerste uur - en in het gewone leven ook Smiths schoonbroer - Porl"Hellraiser"Thompson) gaf het optreden een just like the old days cachet. Aan het speelplezier dat van de bandleden afdroop, zag je dat ze het zelf ook zo aanvoelden. Vandaar ook dat Smith en co. na de absolute parel Disintegration nog drie dwarse bisrondes ten beste gaven. De eerste werd volledig geplukt uit Seventeen Seconds, voor veel fans het ultieme album van The Cure, de tweede greep terug naar de naiëve punkwave waarmee ze eind jaren zeventig hun carrière startten om te eindigen met de bijna-pop van Close To Me en Why Can't I Be You?. Net toen de vaart een beetje uit het optreden dreigde te verdwijnen, slofte Robert Smith voorgoed het podium af. We hadden heimelijk nog gehoopt dat de band nog één keertje zou terugkeren om zoals twee dagen eerder in Parijs af te sluiten met Faith, sinds 1989 niet meer gespeeld in België. Helaas! Maar zo gulzig hadden we misschien niet mogen zijn na een fantastisch concert, waarmee The Cure bewees dat ze de tand des tijds nog steeds doorstaan. Zelfs al lokt de band eerder een publiek van dertigers op zoek naar het ultieme avondje jeugdsentiment.
Dan toch! Boften wij even dat Lenny Kravitz toch nog een gaatje vond in zijn ongetwijfeld drukke agenda. Volledig hersteld van zijn appelflauwte in de Verenigde Staten stond onze ladies man in de knusse gezelligheid van de AB te rocken. Playing in your living room noemde hij het zelf.
En of het gezellig was in die ruime woonkamer! Len had er van meet af aan zin in. Met een grote grijns plugde hij zijn retrogitaar in een vintage versterker en trapte hij zijn feestje en dat van zijn jarige stergitarist Craig Ross op gang. Opener en nieuw nummer Bring It On liet al meteen de eerste metalsolo horen. Hoewel nog een beetje aarzelend, bleek het de aanzet tot heel wat lekkers.
De Queens plukten gretig uit hun vijf studio-albums, maar de nadruk lag vooral op Songs for the Deaf en Era Vulgaris. Feel Good Hit of the Summer trapte het feestje echt in gang, en de stottertruuk met c-c-c-c-c-cocaine werkte nog even goed als in The Whos My Generation. Het publiek kreeg nog verschroeiende versies voorgeschoteld van Misfit Love, Little Sister (die koebel!), Sick, Sick, Sick en No One Knows, en reageerde steeds uitzinniger op al dat lekkers. Een crowdsurfer ontsnapte aan het alziend oog van de security en raakte tot op het podium. Hij liep in een boog om de band heen en dook meteen terug de massa in, maar het was voldoende om de welgemeende felicitaties van de queen mother in ontvangst te mogen nemen. Homme heeft gelijk: rock-n-roll draait niet om veiligheid, maar om attitude en spelplezier, zelfs met een erbarmelijk geluid. Voorwaar de woorden van een groot filosoof.
Setlist:
You Think I Ain't Worth A Dollar, But I Feel Like A Millionaire
Air Traffic zette er meteen daarop de beuk in met Take Your hands Of Me en liet ons kennismaken met hun typische handelsmerk: een dominante piano, de wel heel herkenbare falsettostem van Chris Wall en de potente rocksound die Jim Maddock (bass) en David Jordan (drums) uit hun respectievelijke instrumenten puren. Ze speelden snel, jachtig, soms ietwat rommelig (zeker tot single Just Abuse Me) maar gelukkig counterden ze deze nonchalance met een onverdroten enthousiasme.
Air Traffic zette er meteen daarop de beuk in met Take Your hands Of Me en liet ons kennismaken met hun typische handelsmerk: een dominante piano, de wel heel herkenbare falsettostem van Chris Wall en de potente rocksound die Jim Maddock (bass) en David Jordan (drums) uit hun respectievelijke instrumenten puren. Ze speelden snel, jachtig, soms ietwat rommelig (zeker tot single Just Abuse Me) maar gelukkig counterden ze deze nonchalance met een onverdroten enthousiasme.
Op zich verschilde deze set niet zozeer van hun doortocht in oktober vorig jaar; kan ook moeilijk met maar één plaat onder de arm. Zoals al vaker aangehaald, kon je ook deze keer niet onderuit aan de hoorbare invloeden van Air Traffics grote voorbeelden. Keane, als vergelijkbare groep die zowat in elk nummer een piano gebruikt en een hoog zingende zanger in zn rangen telt. Zelf hoorden we echter ook The Beatles in het eerste intiemere nummer van de avond, I Cant Understand. Gloednieuwe song Cut My Heart In Two zweemde dan weer wat naar Muse, de My Space-weggever Come On refereerde aan Coldplay.
De zaal lustte er pap van en Chris Wall vond ons alleen al daarom amazing. Tijdens het slotnummer Charlotte sprong hij de zaal in en een oorverdovend gekrijs om meer was zijn deel. Hij nestelde zich helemaal alleen aan zijn piano voor bisnummer annex aansteker-moment Empty Space. De volledige band werd erbij gehaald voor hun grootste succes tot nu toe, Shooting Star en leverde daarmee de gedroomde afsluiter voor het perfecte popconcert!